Regeling vervallen per 25-07-2014

Mandaatregeling Horst aan de Maas

Geldend van 05-02-2010 t/m 24-07-2014

Intitulé

Mandaatregeling Horst aan de Maas

MANDAATREGELING HORST AAN DE MAAS

Artikel 1 Mandaatverlening aan medewerkers en andere functionarissen

  • 1.

    De uitoefening van de bevoegdheden, aangeduid in het bij dit besluit behorend register, wordt gemandateerd aan de daarin genoemde medewerkers dan wel de daarin genoemde andere functionarissen.

  • 2.

    De mandaten worden verleend binnen het kader van het door het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester vastgestelde beleid, binnen het raam van de toegekende budgettaire bevoegdheden en in overeenstemming met de budgethoudersregeling.

  • 3.

    Indien de uitoefening van de in het mandaatregister opgenomen mandaten het beslissen over de besteding van budgetten met zich meebrengt, maakt dit onderdeel uit van het vermelde mandaat. Dit voor zover daarbij de te nemen besluiten niet leiden tot overschrijding van het betreffende budget zoals opgenomen in de gemeentelijke begroting en voorts met inachtneming van de in het register opgenomen bijzondere bepalingen.

  • 4.

    Waar in het mandaatregister is genoemd de bevoegdheid tot het nemen van een positief besluit in (onder)mandaat wordt daaronder mede verstaan het nemen van een negatief besluit. Het bepaalde in artikel 4, derde lid, is van toepassing.

Artikel 2 Ondermandaat en vervanging

  • 1.

    In de gevallen waar dit in het bij deze regeling behorend register is aangegeven, kunnen de gemeentesecretaris, afdelingsmanagers, teammanagers, clustermanagers, functioneel leidinggevenden, budgethouders en deelbudgethouders de aan hen gemandateerde bevoegdheden ondermandateren aan de onder hen ressorterende medewerkers. Van ondermandaat aan medewerkers wordt geen gebruik gemaakt dan na toestemming van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester. Met het besluit tot vaststelling van deze regeling en het bijbehorende register wordt deze toestemming geacht te zijn gegeven.

  • 2.

    Mandaat en ondermandaat doen geen afbreuk aan de voor de organisatie vastgelegde verantwoordingslijnen.

  • 3.

    Aan teammanagers, clustermanagers en functioneel leidinggevenden gemandateerde bevoegdheden kunnen te allen tijde worden uitgeoefend door de gemeentesecretaris en de hoger leidinggevende waaronder de leidinggevende werkzaam is. Aan afdelingsmanagers gemandateerde bevoegdheden kunnen te allen tijde worden uitgeoefend door de gemeentesecretaris.

  • 4.

    Op ondermandaat zijn de overige bepalingen van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3 Uitzonderingen

Mandaat wordt in ieder geval niet verleend indien het betreft een bevoegdheid tot:

  • a.

    het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;

  • b.

    het vaststellen van beleidsregels.

Artikel 4 Geen (onder)mandaat in geval van beleidsbepalende aspecten

  • 1.

    De gemandateerden en ondergemandateerden leggen te nemen besluiten die beleidsbepalende aspecten in zich bergen ter besluitvorming voor aan het college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester.

  • 2.

    Stukken worden in ieder geval geacht beleidsbepalende aspecten te bevatten indien:

    • a.

      deze kunnen leiden tot een afwijking of aanvulling van een eerder vastgelegde gedrags- of beleidslijn;

    • b.

      deze een belangrijke politiek bestuurlijke relevantie hebben;

    • c.

      afdoening daarvan niet voorziene financiële of andere belangrijke consequenties heeft;

    • d.

      dit door of namens het college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester kenbaar is gemaakt.

  • 3.

    Indien een aanvraag overeenkomstig de regelgeving en het op dat terrein geldende beleid geheel of gedeeltelijk moet worden afgewezen, kan van de gemandateerde bevoegdheid gebruik worden gemaakt, tenzij door het nemen van een negatief besluit

wordt afgeweken van een vaste gedrags- of beleidslijn van het college of de burgemeester dan wel zich hierdoor één van de overige beleidsbepalende aspecten, als genoemd in het tweede lid, voordoet. In een dergelijk geval dient de zaak aan het college c.q. de burgemeester te worden voorgelegd.

Artikel 5 Afstemming

  • 1.

    Indien het onderwerp van mandaat meer dan één afdeling, team of cluster aangaat, dient overeenstemming te bestaan over de wijze van afdoening.

  • 2.

    Bij het ontbreken van overeenstemming legt de (onder)gemandateerde de zaak ter nadere besluitvorming voor aan het college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester.

Artikel 6 Ondertekening besluiten en correspondentie krachtens afdoeningsmandaat

Krachtens afdoeningsmandaat genomen besluiten en de op de (onder)gemandateerde bevoegdheden betrekking hebbende correspondentie worden door de (onder)gemandateerde als volgt ondertekend:

  • a.

    ingeval van uitoefening van bevoegdheden namens het college van burgemeester en wethouders:

    Burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas,

    namens dezen,

    daaronder gevolgd door de handtekening van de (onder)gemandateerde, de naam en functie van de (onder)gemandateerde en de naam van de betreffende werkeenheid.

  • b.

    ingeval van uitoefening van bevoegdheden namens de burgemeester:

    De burgemeester van Horst aan de Maas,

    namens deze,

    daaronder gevolgd door de handtekening van de (onder)gemandateerde, de naam en functie van de (onder)gemandateerde en de naam van de betreffende werkeenheid.

Artikel 7 Ondertekening besluiten en correspondentie krachtens ondertekeningsmandaat

Indien het mandaat uitsluitend betrekking heeft op de ondertekening van stukken vindt de ondertekening als volgt plaats:

Overeenkomstig het door het college van burgemeester en wethouders genomen besluit d.d. , dan wel

Overeenkomstig het door de burgemeester genomen besluit d.d. ,

daaronder gevolgd door de handtekening van de ondertekeningsbevoegde, de naam en functie van de ondertekeningsbevoegde en de naam van de betreffende werkeenheid.

Uit het besluit moet blijken dat het besluit door het college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester zelf is genomen.

Artikel 8 Mandaatregister

  • 1.

    Het bij dit besluit behorende mandaatregister, en zoals dit register nadien wordt gewijzigd, geeft een overzicht van de bevoegdheden die zijn gemandateerd en waarvoor door de mandaathouder ondermandaat is verleend.

  • 2.

    Het mandaatregister is openbaar en kan door een ieder worden ingezien.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na die waarop deze is bekendgemaakt.

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling Horst aan de Maas.

Aldus vastgesteld op 2 februari 2010.

Het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas,

Deburgemeester, De secretaris,

ir. C.H.C. van Rooij mr. drs. A.P.M. ter Voert

De burgemeester van Horst aan de Maas,

ir. C.H.C. van Rooij

Mandaatregister nov.12