Verordening voor de controle op het financieel beheer op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Horst aan de Maas

Geldend van 25-12-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening voor de controle op het financieel beheer op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Horst aan de Maas

Raadsbesluit

Bijlage van gemeenteblad 2014, no. 130B.

De raad van de gemeente Horst aan de Maas,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014, gemeenteblad 2014, no. 130B,

gelezen de aanbevelingen van de auditcommissie van 2 december 2014,

gelet op het bepaalde in artikel 213 van de Gemeentewet,

b e s l u i t :

onder intrekking van de Controleverordening gemeente Horst aan de Maas 2010,

vast te stellen de

Verordening voor de controle op het financieel beheer op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Horst aan de Maas

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.accountant

een door de raad benoemde:

  • ·

    registeraccountant of

  • ·

    accountants-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in het derde lid van artikel 36, tweede lid, onderdeel i van de Wet op het Accountantsberoep of

  • ·

    organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken, belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet (GW) bedoelde jaarrekening.

b. accountantscontrole

Controle van de in artikel 197 GW bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant van:

  • ·

    het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

  • ·

    het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties;

  • ·

    het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, bedoeld in artikel 186 GW en

  • ·

    de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;

waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 GW, in acht worden genomen.

c.rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole

het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO).

d.deelverantwoording

een in opdracht van de raad ten behoeve van de verslaglegging opgestelde verantwoording van een afzonderlijke organisatie-eenheid binnen de gemeentelijke organisatie, welke verantwoording onderdeel uit maakt van de jaarrekening.

Artikel 2 Opdrachtverlening accountantscontrole

  • a. De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door de raad te benoemen accountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van 4 jaar, met een mogelijke verlenging van 4 jaar. Daarna zal via een geheel nieuwe aanbesteding een nieuwe accountant worden benoemd.

  • b. De opdracht kan tussentijds worden opgezegd, waarbij een opzegtermijn van 1 jaar geldt.

  • c. Het college bereidt in overleg met de raad de aanbesteding van de accountantscontrole voor.

  • d. De raad stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole een Programma van Eisen vast.

  • e. De raad kán in het Programma van Eisen opnemen, dat hij jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant afspreekt waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden.

  • f. In geval van Europese aanbesteding van de accountantscontrole stelt de raad voor de selectie van de accountant de selectiecriteria en per selectiecriterium de bijbehorende weging vast.

Artikel 3. Informatieverstrekking door college

  • a. Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne- en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • b. Het college draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, collegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant beschikbaar en goed toegankelijk zijn.

  • c. Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • d. Het college overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de controleverklaring van de accountant en het verslag van bevindingen van de jaarrekening aan de raad. Hierbij rekening houdend met de uiterste inzenddatum naar gedeputeerde staten van 15 juli.

  • e. Alle informatie die na afgifte van de controleverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt per omgaande door het college aan de raad en de accountant gemeld.

Artikel 4. Inrichting accountantscontrole

  • a. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, evenals de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • b. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • c. Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek (afstemmings-) overleg plaats tussen de accountant en (een vertegenwoordiger uit) de raad, de griffier, de portefeuillehouder financiën, de afdelingsmanager Planning en control en bij de jaarrekening direct betrokken ambtenaren.

Artikel 5. Toegang tot informatie

  • a. De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het college draagt er zorg voor, dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.

  • b. De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen, die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het college draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • c. Het college draagt er zorg voor, dat de ambtenaren van de gemeente zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 6 Overige controles en opdrachten

  • a. Het college kan de door de raad benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het college informeert de raad over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

  • b. Het college draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het college is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.

  • c. Het college draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze verantwoording dient te worden uitgevoerd door een accountant, is het college bevoegd hiervoor de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.

Artikel 7. Rapportering

  • a. Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de raad en zendt een afschrift hiervan aan het college.

  • b. In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel-)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, het vermogensbeheer, de administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd, het hoofd van de afdeling waar de ambtenaar werkzaam is, dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.

  • c. De controleverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan de raad door de accountant aan het college voorgelegd met de mogelijkheid voor het college om op deze stukken te reageren.

  • d. De accountant bespreekt voorafgaand aan de raadsbehandeling van de jaarstukken het verslag van bevindingen met de auditcommissie.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking na bekendmaking, met dien verstande dat zij van toepassing is op de accountantscontrole van de jaarrekening (en deelverantwoordingen) van het verslagjaar 2014 en later.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Controleverordening gemeente Horst aan de Maas 2015.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 16 december 2014.
De raad voornoemd,
De voorzitter,
ir. C.H.C. van Rooij
De griffier,
mr. R.J.M. Poels