Regeling vervallen per 01-01-2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten

Geldend van 28-03-2014 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2014

Intitulé

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HOUTEN

Het vaststellen van het gemeentelijk besluit maatschappelijke ondersteuning is een bevoegdheid van het college. Het besluit vormt een uitwerking van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. In het besluit zijn alle bedragen behorende bij de voorzieningen opgenomen.

Artikel 1. Eigen bijdrage, eigen aandeel en ritbijdrage

Lid 1. Algemeen

De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn gelijk aan de bedragen zoals opgenomen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, Stb.2006 nr. 450, artikel 4.1, lid 1, zoals jaarlijks aangepast door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Lid 2. Maximale eigen bijdrage

De eigen bijdrage wordt berekend, per beschikking opgelegd en per periode van vier weken geïnd door het Centrale Administratie Kantoor (CAK).

Lid 3. Hulp bij het huishouden

  • a.

    Voor Hulp bij het huishouden wordt de eigen bijdrage per vier weken geïnd over de periode dat de hulp bij het huishouden aangeboden wordt.

  • b.

    De eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden wordt berekend op basis van het uurtarief van de door de klant gekozen leverancier.

Tarieven Hulp bij het huishouden 2014

Zorgaanbieder

Tarief HH1

Tarief HH2

Axxicom

€ 21,66

€ 24,51

Careyn/Zuwe

€ 22,19

€ 24,31

Privazorg

€ 22,19

€ 24,31

RAZ

€ 22,19

€ 24,83

Zorgspectrum

€ 22,19

€ 24,83

Groot Gelre

€ 19,02

€ 24,31

Versatility

€ 20,45

€ 24,66

Buurtdiensten

€ 21,66

€ 24,39

Betuwezorg

€ 21,25

€ 23,32

Thuiszorg InHolland

€ 20,34

€ 21,66

Zuiver Zorg

€ 20,08

€ 23,22

T-Zorg

€ 21,87

€ 23,47

Thuiszorg Hart voor Nederland

€ 21,09

€ 22,81

 

c.“De tarieven voor de Hulp bij het Huishouden worden jaarlijks verhoogd met de OVA index op grond van de bepaling in artikel 1 van het Convenant Hulp bij het Huishouden.”

d.Bij een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden geldt dat de eigen bijdrage per vier weken geïnd wordt over de indicatieperiode.

Lid 4. Bruikleenvoorzieningen

  • a.

    De eigen bijdrage voor voorzieningen die in bruikleen worden verstrekt, wordt berekend op basis van de kostprijs van de voorziening; dit zijn de kosten die de gemeente voor de voorziening maakt, inclusief kosten voor onderhoud, service en reparatie."

  • b.

    Na de afschrijvingstermijn van de bruikleenvoorziening wordt de kostprijs vastgesteld op nul euro.”

Lid 5.

a. vervallen

b. De eigen bijdrage voor voorzieningen die in eigendom worden verstrekt, wordt berekend op basis van de kostprijs van de voorziening; dit zijn de kosten die de gemeente voor de voorziening maakt, inclusief kosten voor onderhoud, service en reparatie.

Lid 6. Pgb voorziening

Bij een persoonsgebonden budget wordt de eigen bijdrage berekend over het bedrag dat de klant van de gemeente ontvangt.

Lid 7. vervallen

Lid 8. Ritbijdragen

De ritbijdrage voor gebruik van de Regiotaxi voor Wmo-vervoerpashouders bedraagt € 0,60 per zone.

Artikel 2. Bedragen persoonsgebonden budget

Lid 1.

De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden bedragen:

  • a.

    voor hulp bij het huishouden door een niet daartoe opgeleid persoon die niet werkzaam is voor een instelling: € 17,25 per uur;

  • b.

    voor hulp bij het huishouden door een daartoe opgeleid persoon werkzaam voor een instelling: € 22,81 per uur.

Lid 2.

De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor een voorziening, worden bepaald als tegenwaarde van de voorziening die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de voorziening in natura zou zijn verstrekt. Was dat een niet nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn, rekening houdend met onderhoud en verzekering. Was de naturaverstrekking een nieuwe voorziening geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering.

Artikel 3. Bedragen vervoersvoorzieningen

Lid 1.

De financiële tegemoetkoming die per jaar verstrekt wordt voor gebruik:

a) van een (eigen) auto bedraagt op declaratiebasis maximaal het bedrag van € 680;

b) van een bruikleen auto bedraagt op declaratiebasis maximaal het bedrag van € 828;

c) van een taxi bedraagt op declaratiebasis maximaal het bedrag van € 630;

d) van een rolstoeltaxi bedraagt op declaratiebasis maximaal het bedrag van € 1.896;

e) voor de medisch noodzakelijke begeleiding in het vervoer bedraagt op declaratiebasis

maximaal het bedrag van € 420.

Lid 2. Jeugdigen

Voor taxivervoer van jeugdigen gelden de volgende bedragen:

  • -

    nul tot vijfjarigen: geen vergoeding;

  • -

    vijf tot twaalfjarigen: maximaal 50% van het bedrag onder lid 1 sub c;

  • -

    twaalf tot vijftienjarigen: maximaal 75% van het bedrag onder lid 1 sub c;

  • -

    vijftien jaar en ouder: maximaal 100% van het bedrag onder lid 1 sub c.

Lid 3. Persoonsgebonden budget voor sportrolstoel

Een sportrolstoel wordt uitsluitend verstrekt als persoonsgebonden budget. Het bedrag van dit budget bedraagt € 2.174, welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van minimaal drie jaar.

Artikel 4. Woonvoorzieningen

Lid 1.

  • a.

    Het bedrag voor een verhuiskostenvergoeding bedraagt € 2.268.

  • b.

    Zijn de kosten van een woonvoorziening lager dan € 500, dan vindt verstrekking in eigendom plaats.

Lid 2. Financiële tegemoetkoming woningsanering en rolstoelvast tapijt

Bij het vaststellen van de hoogte van de financiële tegemoetkoming wordt rekening gehouden met de ouderdom van de zaken die voor sanering in aanmerking komen.

De vergoeding is voor een zaak:

  • -

    die nieuwer dan twee jaar is 100%;

  • -

    die tussen twee en vier jaar oud is 75% ;

  • -

    die tussen vier en zes jaar oud is 50% ;

  • -

    die tussen zes en acht jaar oud is 25%;

  • -

    die ouder dan acht jaar is: nihil.

De afschrijvingstermijnen gelden eveneens voor de vergoeding van de meerkosten voor vervanging van rolstoelvast tapijt.

Lid 3.

Het college kan een financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting verlenen. Deze tegemoetkoming wordt alleen verstrekt als de persoon met beperkingen redelijkerwijs niet had kunnen voorkomen dat er dubbele woonlasten zouden ontstaan.

De hoogte van het bedrag bedraagt de werkelijke huurprijzen tot een maximum van de huursubsidiegrens en wordt maximaal zes maanden verstrekt.

Lid 4.

De financiële tegemoetkoming, die slechts eenmaal wordt verstrekt, bij de extra te verwerven grond voor woningaanpassing zoals genoemd in artikel 4.8 van de Verordening wordt vastgesteld op basis van een taxatierapport van een beëdigd makelaar.

Lid 5.

Het college kan een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten als genoemd in artikel 4.11 van de Verordening voor de duur van maximaal vijf maanden. Deze vergoeding geldt bij huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 2.250 is aangepast. De financiële tegemoetkoming bedraagt maximaal de werkelijke huurprijs voor de betreffende woning.

Lid 6.

De hoogte van de te verstrekken financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een

woonwagen of woonschip als genoemd in artikel 4.7 lid 3 van de Verordening, bedraagt maximaal € 910.

Lid 7.

De eigenaar-bewoner, die krachtens de Verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een voorziening heeft ontvangen waarbij sprake is van het verwerven van extra grond of van het vergroten van de woning en die binnen een periode van tien jaar na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden om:

  • -

    voorafgaand aan de verkoop een taxatie te laten uitvoeren waarbij expliciet de meerwaarde van de woning, indien van toepassing inclusief de extra grond, als gevolg van het treffen van de voorziening dient te worden vermeld;

  • -

    binnen een week na het passeren van de akte het college hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen;

  • -

    de meerwaarde die eventueel door het treffen van de voorziening is ontstaan terug te storten.

Lid 8.

De restitutie als bedoeld in lid 8 bedraagt:

  • -

    voor het eerste jaar 100% van de meerwaarde;

  • -

    voor het tweede jaar 80% van de meerwaarde;

  • -

    voor het derde jaar 60% van de meerwaarde;

  • -

    voor het vierde jaar 40% van de meerwaarde;

  • -

    voor het vijfde jaar 20% van de meerwaarde.

In alle gevallen minus het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de

woonruimte is gekomen.

Artikel 5 Citeertitel en inwerkingtreding

Lid 1.

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit maatschappelijke ondersteuning.

Lid 2. Het besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Houtens Nieuws en werkt terug tot en met 1 oktober 2012.

Lid 3.

Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten 2012 wordt per 1 oktober 2012 ingetrokken.

Aldus besloten in de vergadering van het college d.d. 2 oktober 2012.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris

De burgemeester,

J. Wiegel

C.H.J. Lamers