Regeling vervallen per 13-02-2016

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Houten 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 12-02-2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten,

gelet op de artikelen 6.2, 11.6, 11.7, 13.2, 13.3, 14.2, 22.4 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Houten;

besluit vast te stellen het

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HOUTEN 2015

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In dit Besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

    • b.

      Verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten;

    • c.

      Uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (algemene maatregel van bestuur).

  • 2. In dit Besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      zaak: woningaanpassingen, hulpmiddelen, sportrolstoel;

    • b.

      diensten: huishoudelijke ondersteuning, individuele begeleiding, begeleiding groep of dagbesteding, gespecialiseerde dagbesteding en ondersteuning zelfredzaamheid 1, 2 en 3 en/of ondersteuning deelname participatie 1, 2 en 3, kortdurend verblijf en respijtzorg en vervoer van en naar dagbesteding.

  • 3. Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet, de Verordening, het Uitvoeringsbesluit en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2. Termijn van verstrekking van verslag

Binnen 10 werkdagen na het gesprek wordt het verslag van de uitkomsten van het onderzoek aan de cliënt verstrekt.

Artikel 3. Eisen aan toekenning persoonsgebonden budget

  • 1. Onverminderd artikel 2.3.6 tweede en vijfde lid van de wet kan een persoonsgebonden budget worden toegekend indien de maatwerkvoorziening die met het persoonsgebonden budget wordt aangeschaft of ingekocht voldoet aan de daaraan te stellen kwaliteitseisen én het doel die beschreven staan in het ondersteuningsplan.

  • 2. De cliënt aan wie een persoonsgebonden budget is verleend en dat wordt besteed aan een dienst sluit met een aanbieder een schriftelijke overeenkomst. Hierin zijn tenminste afspraken opgenomen over de kwaliteit en het resultaat van de maatschappelijke ondersteuning en de wijze van declareren.

  • 3. Uit het persoonsgebonden budget kunnen personen uit het sociale netwerk worden betaald, indien:

    • a.

      dat tot een effectieve en doelmatige ondersteuning leidt zoals die beschreven staat in het ondersteuningsplan;

    • b.

      deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de cliënt voor hem niet tot overbelasting leidt.

  • 4. De cliënt aan wie een persoonsgebonden budget is verleend voor de aanschaf van een zaak kan verplicht worden een onderhoudscontract af te sluiten met een aanbieder, gedurende de in de beschikking genoemde periode.

  • 5. De cliënt dient het persoonsgebonden budget binnen zes maanden na toekenning te besteden aan waar het persoonsgebonden budget mede gelet op het te bereiken resultaat waarvoor het budget is toegekend.

  • 6. Het is niet toegestaan het persoonsgebonden budget te besteden aan tussenpersonen, belangenbehartigers, vertegenwoordigers of bemiddelaars.

Artikel 4. Hoogte persoonsgebonden budget

  • 1. De hoogte van een persoonsgebonden budget voor een zaak:

    • a.

      wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de zaak die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt. Als de naturaverstrekking een tweedehands voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte termijn waarop de zaak technisch is afgeschreven, rekening houdend met onderhoud, reparatie en verzekering zoals die door het college aan de aanbieder verschuldigd is. Als de naturaverstrekking een nieuwe voorziening betreft, wordt de kostprijs daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering; of

    • b.

      kan het college vaststellen op basis van een offerte;

  • 2. De hoogte van het persoonsgebonden budget voor diensten:

    • a.

      wordt bepaald op ten hoogste de kostprijs van de diensten die de aanvrager op dat moment zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt en bedraagt niet meer dan de tarieven opgenomen in Bijlage I.

  • 3. Het bedrag voor het persoonsgebonden budget dat ten behoeve van de inschakeling van een persoon die behoort tot het sociale netwerk van de cliënt en aan de persoon die niet als beroepskracht wordt aangemerkt bedraagt maximaal 75 procent van de goedkoopst passende oplossing in natura tot een maximum van € 20,- per uur (voor zorg die in uren wordt geïndiceerd)), € 20,- per dagdeel (voor zorg die in dagdelen wordt geïndiceerd) en € 30,- per etmaal (voor zorg die etmalen wordt geïndiceerd).

  • 4. Met de Sociale Verzekeringsbank is afgesproken dat uit het PGB niet worden vergoed:

    • a.

      bemiddelingskosten

    • b.

      administratiekosten

    • c.

      één volledig maandsalaris na plotselinge beëindiging (buiten de schuld om) van het PGB

    • d.

      reiskosten

    • e.

      feestdagen

  • 5. Met de Sociale Verzekeringsbank is afgesproken een vrij besteedsbaar bedrag te vergoeden tot een maximum van 1,5% van het totale PGB-bedrag.

Artikel 5. Kostprijs maatwerkvoorziening

  • 1. De kostprijs van een maatwerkvoorziening is gelijk aan de prijs waarvoor de gemeente de maatwerkvoorziening afneemt of aanschaft van een (gecontracteerde) aanbieder, inclusief de bijkomende kosten, conform de tarieven gesteld in Bijlage I.

  • 2. De kostprijs bedoeld in het eerste lid kan worden bepaald door een aanbesteding, na een consultatie in de markt of op basis van het pakket van eisen en in overleg met een aanbieder.

Artikel 6. Financiële tegemoetkomingen

  • 1. De financiële tegemoetkoming die per jaar voor vervoersvoorzieningen wordt verstrekt voor gebruik:

    • I.

      van een (eigen) auto bedraagt op declaratiebasis maximaal € 680,-;

    • II.

      van een bruikleen auto bedraagt op declaratiebasis maximaal € 828,-;

    • III.

      van een taxi bedraagt op declaratiebasis maximaal € 630,-;

    • IV.

      van een rolstoeltaxi bedraagt op declaratiebasis maximaal € 1.896,-;

    • V.

      voor de medisch noodzakelijke begeleiding in het vervoer bedraagt op declaratiebasis maximaal € 420,-.

  • 2. Voor taxivervoer van jeugdigen gelden de volgende bedragen:

    • -

      nul tot vijfjarigen: geen vergoeding;

    • -

      vijf tot twaalfjarigen: maximaal 50% van het bedrag onder lid 2 sub III;

    • -

      twaalf tot vijftienjarigen: maximaal 75% van het bedrag onder lid 2 sub III;

    • -

      vijftien jaar en ouder: maximaal 100% van het bedrag onder lid 2 sub III.

  • 3. Zijn de kosten van een hulpmiddel lager dan € 500, dan vindt verstrekking in eigendom plaats.

  • 4. Na de afschrijvingstermijn van een zaak die in bruikleen wordt verstrekt, wordt de kostprijs vastgesteld op nul euro.

  • 5. Het bedrag voor een verhuiskostenvergoeding bedraagt maximaal € 2.268,-.

  • 6. Het college kan een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal vijf maanden. Deze vergoeding geldt bij huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan € 2.250,- is aangepast. De financiële tegemoetkoming bedraagt maximaal de werkelijke huurprijs voor de betreffende woning.

  • 7. De hoogte van de te verstrekken financiële tegemoetkoming in de aanpassingskosten van een woonwagen of woonschip bedraagt maximaal € 910,-.

  • 8. Het college kan een financiële tegemoetkoming verlenen voor een sportrolstoel. Het bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van minimaal drie jaar en tot een maximum van € 3.500.

Artikel 7. Bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening (Zorg in Natura en Persoonsgebonden budget)

  • 1. Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor:

    • a.

      huishoudelijke ondersteuning, niveaus 1 en 2;

    • b.

      ondersteuning zelfredzaamheid, niveaus 1, 2 en 3;

    • c.

      ondersteuning maatschappelijke deelname niveaus 1, 2 en 3;

    • d.

      kortdurend verblijf en respijtzorg;

    • e.

      vervoer van en naar dagbesteding;

    • f.

      woningaanpassingen;

    • g.

      hulpmiddelen;

  • 2. De bijdrage in de kosten bij de verstrekking van een maatwerkvoorziening is gelijk aan de maximale bedragen zoals opgenomen in artikel 3.1 van het Uitvoeringsbesluit en volgt telkens de aanpassingen door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • 3. De eigen bijdrage voor een zaak die in bruikleen wordt verstrekt, wordt berekend op basis van de kostprijs van de zaak; dit zijn de kosten die de gemeente voor de voorziening maakt, inclusief kosten voor onderhoud, service en reparatie.

  • 4. De eigen bijdrage voor een zaak die in eigendom worden verstrekt, wordt berekend op basis van de kostprijs van de voorziening; dit zijn de kosten die de gemeente voor de voorziening maakt, inclusief kosten voor onderhoud, service en reparatie.

  • 5. Bij een persoonsgebonden budget wordt de eigen bijdrage berekend over het bedrag dat de klant van de gemeente ontvangt.

  • 6. De ritbijdrage voor gebruik van de Regiotaxi voor Wmo-vervoerpashouders bedraagt € 0,60 per zone.

  • 7. De bijdrage in de kosten over maatwerkvoorzieningen in lid 1 onder a, b, c en d van dit artikel wordt berekend, opgelegd en geïnd over de daadwerkelijk geleverde uren over een periode van vier weken door het Centraal Administratiekantoor (CAK).

    • a.

      bij de maatwerkvoorziening in lid 1 onder a wordt bij de berekening van de eigen bijdrage uitgegaan van een uurtarief, condorm de tarieven in Bijlage II.

    • b.

      bij de maatwerkvoorzieningen in lid 1 onder b, c en d is de kostprijs gelijk aan het uurtarief van de voorziening, conform de tarieven in Bijlage I.

    • c.

      De bijdrage in de kosten over maatwerkvoorzieningen in lid 1 onder e, f en g van dit artikel wordt berekend, opgelegd en geïnd over de daadwerklijke kostprijs over een periode van vier weken door het Centraal Administratiekantoor (CAK).

Artikel 8. Controle op besteding

  • 1. De cliënt is eraan gehouden volledige medewerking te verlenen aan verzoeken van het college omtrent artikel 12, lid 1 van de Verordening.

  • 2. In geval van weigering van medewerking kan het college op grond van artikel 16 van de Verordening overgaan tot intrekking en terugvordering.

  • 3. Het college kan ten aanzien van cliënten die een persoonsgebonden budget ontvangen:

    • a.

      tussentijds de rapportage over de besteding inzien;

    • b.

      steekproefsgewijs informatie of administratie van de besteding van het persoonsgebonden budget inzien;

    • c.

      de besteding van het persoonsgebonden budget inhoudelijk laten beoordelen door een de medewerker van het Sociale Loket Houten of door een door het college aan te wijzen derde.

Artikel 9. Indexering

Het college kan de in het kader van dit Besluit geldende bedragen op basis van de jaarlijkse indexering wijzigen.

Artikel 10. Intrekking oude Besluit en overgangsrecht

  • 1. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning, vastgesteld op 18 maart 2014, wordt ingetrokken.

  • 2. Een cliënt houdt recht op een lopende voorziening verstrekt op grond van Besluit maatschappelijke ondersteuning, totdat het college een nieuwe beschikking heeft afgegeven waarbij de beschikking  op grond waarvan een voorziening is verstrekt, wordt ingetrokken.

  • 3. Voor huidige cliënten met een indicatie voor hulp bij het huishouden, in de vorm van een Pgb wordt een overgangsrecht gehanteerd van zes maanden. Alle cliënten met een Pgb krijgen een nieuwe beschikking, met als ingangsdatum 1 juli 2015. Dit geeft deze cliënten de ruimte om tijdig tot nieuwe overeenkomsten en afspraken te komen met desbetreffende zorgverleners.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit Besluit treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald worden als Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Houten 2015.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Houten op 9 december 2014

Het college van de burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris

De burgemeester,

H.S. den Bieman

W.M. de Jong

BIJLAGE

I: Tarieven maatwerkvoorzieningenBegeleiding overgangscliënten en nieuwe cliënten vanaf 2015

PRODUCTEN BEGELEIDING OVERGANGSCLIËNTEN

TARIEF

PER

H300 BG-Begeleiding

€ 41,51

uur

H150 Begeleiding extra

€ 44,45

uur

H153 Gespecialiseerde begeleiding (PSY)

€ 72,23

uur

H152 Begeleiding speciaal (NAH)

€ 67,98

uur

H531 dagactiviteit basis (SOM, LG) gr. gr. 8+

€ 27,27

dagdeel

-H533 Module cliënt kenmerk (PG, VG ouderen) gr.gr. 6+

€ 50,36

dagdeel

-H801 module revalidatie (SOM) gr.gr. 6+

€ 45,94

dagdeel

H811 Dagactiviteit Licht (VG) gr.gr.6+

€ 29,03

dagdeel

F125 Dagactiviteit LZA (PSY) gr.gr.8+

€ 8,31

uur

H871 Dagactiviteit ZG visueel licht

€ 28,90

dagdeel

H800 Module cliënt kenmerk (SOM,LG) gr.gr. 5

€ 50,36

dagdeel

H812 Dagactiviteit midden (VG) gr.gr. 5 -6

€ 36,75

dagdeel

H833 dagactiviteit (LG) zwaar gr.gr. 1-4

€ 44,91

dagdeel

H832 dagactiviteit (LG) midden gr. gr. 5-6

€ 41,93

dagdeel

H533 Module cliënt kenmerk (PG, VG ouderen) gr.gr. 6+

€ 50,36

dagdeel

H813 Dagactiviteit zwaar (VG) gr.gr. 1-4

€ 56,54

dagdeel

Z996 Verblijfscomponent kortdurend verblijf V&V

€ 28,16

dag

Z992 Verblijfscomponent kortdurend verblijf GGZ ind. Vast

€ 18,11

dag

Z993 Verblijfscomponent kortdurend verblijf

€ 21,33

dag

Z994 Verblijfscomponent kortdurend verblijf

€ 21,77

dag

H126(SOM, PG,VG,LG.ZG,PSY)

€ 38,51

uur

H127 PV extra (SOM,PG,VG,LG,ZG en PSY)

€ 41,25

uur

H137 farmaceutische telezorg

€ 38,51

uur

 

 

 

PRODUCTEN

TARIEF

PER

H803 Vervoer dagbesteding/dagbehandeling V&V

€ 7,02

dag

H990 Vervoer dagbesteding GGZ

€ 6,84

dag

H894 Vervoer dagbesteding GHZ extramuraal

€ 8,28

dag

H895 Vervoer dagbesteding GHZ rolstoel extramuraal

€ 20,00

dag

H621 Vervoer dagbesteding rolstoel midden en zwaar toeslag

€ 18,93

dag

H625 Vervoer dagactiviteit ouderen toeslag

€ 15,99

dag

PRODUCTEN BEGELEIDING NIEUWE CLIËNTEN

Codes

Prijsvoorstel:

uur/dagdeel

 

 

 

 

Ondersteuning Zelfredzaamheid 1

H300

€ 39,78

uur

Ondersteuning Zelfredzaamheid 1

H126

 

 

Ondersteuning Zelfredzaamheid 1

H137

 

 

Ondersteuning Zelfredzaamheid 2

H150

€ 44,45

uur

Ondersteuning Zelfredzaamheid 2

H127

 

 

Ondersteuning Zelfredzaamheid 3

H153

€ 70,54

uur

Ondersteuning Zelfredzaamheid 3

H152

 

 

 

 

 

 

Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 1

H531

€ 28,86

dagdeel

Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 1

H801

 

 

Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 1

H811

 

 

Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 1

F125

 

 

Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 1

H871

 

 

Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 2

H800

€ 43,33

dagdeel

Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 2

H812

 

 

Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 2

H833

 

 

Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 2

H832

 

 

Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 2

H533

 

 

Ondersteuning Maatschappelijke Deelname 3

H813

€ 56,54

dagdeel

 

 

 

 

Kortdurend Verblijf

Z996

€ 25,97

dag

Kortdurend Verblijf

Z992

 

 

Kortdurend Verblijf

Z993

 

Kortdurend Verblijf

Z994

 

 

Zorgcomponent: 3 uur Ondersteuning Zelfredzaamheid 1

 

€ 139,23

dag

 

 

 

 

Vervoer gekoppeld aan maatschappelijke deelname

 

 

 

Vervoer dagbesteding/dagbehandeling V&V

H803

€ 7,02

dag

Vervoer dagbesteding GGZ

H990

€ 6,84

dag

Vervoer dagbesteding GHZ extramuraal

H894

€ 8,28

dag

Vervoer dagbesteding GHZ rolstoel extramuraal

H895

€ 20,00

dag

TOELICHTING:

De Lekstroomgemeenten hebben samen met de zorgaanbieders nieuwe maatwerkvoorzieningen begeleiding ontwikkeld. De producten zijn tot stand gekomen door soortgelijke producten samen te voegen tot één nieuw product. Uitgangspunt voor de berekening zijn de maximale NZa tarieven minus een korting van 25%. Deze tarieven zijn vervolgens gemiddeld over de aantallen uren en klanten uit de Vektisbestanden voor de regio Lekstroom.

BIJLAGE II: Tarieven maatwerkvoorzieningen Huishoudelijke ondersteuning overgangscliënten en nieuwe cliënten vanaf 2015 en uurtarief voor eigen bijdrage

PRODUCT HUISHOUDELIJKE ONDERSTEUNING VOOR EN NA 1 JULI 2015

TARIEF

PER

UURTARIEF

Tot 1 juli 2015

 

 

 

HO 1

€ 180

Periode van 4 weken

€ 16

HO 2

€ 270

Periode van 4 weken

€ 19

 

 

 

 

Vanaf 1 juli 2015

 

 

 

HO 1

€ 160

Periode van 4 weken

€ 16

HO 2

€ 230

Periode van 4 weken

€ 19

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Houten op 9 december 2014.