Regeling vervallen per 01-06-2011

Delegatiestatuut gemeente Houten

Geldend van 01-01-2007 t/m 31-05-2011

Intitulé

Delegatiestatuut gemeente Houten

Delegatiestatuut gemeente Houten

De Raad van de gemeente Houten, 

overwegende dat het in verband met de invoering van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden en het Besluit dualisering gemeentelijke en provinciale medebewindsbevoegdheden gewenst is het gemeentelijke delegatiestatuut aan te passen, 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2006, en het gewijzigd voorstel van 8 december 2006, 

gelet op artikel 156 van de Gemeentewet, afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de nader aangegeven specifieke wetten

besluit

  • 1.

    delegatie te doen plaatsvinden onder de voorwaarde dat de bevoegdheidsuitoefening past binnen de door de raad vastgestelde begroting en dat daarvan slechts sprake is als er geen beroep behoeft te worden gedaan op de post onvoorzien, of op een stelpost of op een (bestemmings)reserve of op een voorziening, tenzij van één of meer van deze voorwaarden expliciet afstand wordt gedaan.

  • 2.

    aan het college de volgende bevoegdheden te delegeren:

Gemeentewet

  • a.

    het wijzigen van gemeentelijke belastingverordeningen conform artikel 156, tweede lid onder h. Gemeentewet. Het betreft dan de belastingverordeningen genoemd in artikel 225, de precariobelasting, de rechten, genoemd in artikel 229, de rechten waarvan de heffing geschiedt krachtens andere wetten dan deze wet en de heffing, bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer. Het betreft allen heffingen waarbij sprake is van kostendekkende tarieven.

  • b.

    het verrichten van alle handelingen aangaande het beheer van de financiële middelen op basis van het Treasurystatuut zoals vastgesteld bij raadsbesluit 2001-173 van 11 december 2001;

  • c.

    het aanbrengen van wijzigingen in de “Algemene voorwaarden 1997”, welke gebruikt wordt bij de uitgifte van grond (op basis van raadsbesluit 22 april 1997). Delegatie alleen voor zover veranderde regelgeving dan wel jurisprudentie aanleiding tot die wijzigingen geeft;

  • d.

    het vaststellen van een verordening tot het verdelen van de gemeente in straten en wijken;

  • e.

    het beschikbaar stellen van kredieten tot een bedrag van € 25.000,-, alsmede tot het beschikbaar stellen van kredieten ter uitvoering van bestedingsplannen tot een bedrag van € 7.000,-;

  • f.

    het beslissen over kredietverlening aan onderwijsinstellingen indien een beroep wordt gedaan op een van de volgende bestemmingsreserves: * andere voorzieningen openbaar en bijzonder onderwijs; * onderwijsleerpakket openbaar onderwijs; * groot onderhoud gymnastieklokalen; * onderhoud sportzaal Den Oord; * groot onderhoud buitensportaccomodaties; * reclame-inkomsten t.b.v. sportactiviteiten * materiële instandhouding sportlokalen; * groot onderhoud kindercentrum De Beun.

  • g.

    het aanschaffen van kunstwerken voor Houten-Vinex, met dien verstande dat het totaalbedrag de € 160.000,- niet mag overschrijden en de kosten ten laste komen van de grondexploitatie;

  • h.

    het aanwijzen van ambtenaren die namens de raad optreden bij de behandeling van bezwaar- en beroepschriften.

Algemene wet bestuursrecht

het op grond van artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht verdagen van de termijn voor het beslissen op een bij de raad ingediend bezwaarschrift.

Wegenverkeerswet

het vaststellen van de grenzen van de bebouwde kommen van de gemeente op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet.

Wet op de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

het uitvoeren van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (op basis van het raadsbesluit van 19 december 1995).

Wet op de Ruimtelijke Ordening

  • a.

    het besluiten over het verlenen van vrijstelling van het geldende bestemmingsplan ingevolge artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (op basis van het raadsbesluit van 14 november 2006);

  • b.

    het horen van belanghebbenden die zienswijzen omtrent bestemmingsplannen kenbaar willen maken (op basis van artikel 23 Wet op de Ruimtelijke Ordening en het raadsbesluit van 27 juni 1995)

Wet voorkeursrecht gemeenten

het bepalen of van een grondaanbieding als bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Wet voorkeursrecht gemeenten gebruik gemaakt dient te worden (op basis van het raadsbesluit van 17 december 1996).

Wet openbaarheid van bestuur (Wob)

het beslissen op verzoeken om informatie als bedoeld in de Wob, welke gericht zijn aan de raad. Hieronder is mede begrepen het verdagen van de termijn waarbinnen op een Wob-verzoek een beslissing moet zijn genomen.

Melk- en mestquota c.a

het verstrekken van verklaringen met betrekking tot melk- en mestquota c.a. in opdracht van het bureau Heffingen/Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

  • 3.

    tot het moment van inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden voor artikel 2.3.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs aan het college te delegeren de bevoegdheid tot: a. het afsluiten van raam- en productovereenkomsten educatie met het ROC Midden- Nederland; b. het afsluiten van raam- en productovereenkomsten inburgering nieuwkomers (op grond van artikel 2.3.1, 2.3.4, 12.3.35 en 12.3.48 Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 4 Onderwijsregeling inburgering nieuwkomers);

  • 4.

    te bepalen dat burgemeester en wethouders verantwoording afleggen over de uitoefening van de aan hen gedelegeerde bevoegdheden door verslaglegging in de periodieke bestuursrapportage;

  • 5.

    met terugwerkende kracht tot 27 mei 2003 de bevoegdheid tot het uitvoeren van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens delegeren aan het college en de uitgevoerde werkzaamheden te bekrachtigen.

  • 6.

    met terugwerkende kracht tot 27 mei 2003 instemmen met de door het college aangewezen ambtenaren die namens de raad zijn opgetreden bij de behandeling van bezwaar- en beroepschriften.

  • 7.

    in te trekken het Delegatiestatuut gemeente Houten 2003 (nr. 2003-066), met dien verstande dat alle daarvan afgeleide mandaten en ondermandaten gehandhaafd blijven voor zover die mandaten en ondermandaten gebaseerd zijn: - op een bevoegdheid die in onderhavig raadsbesluit aan het college gedelegeerd wordt, of - op een bevoegdheid die op grond van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden en het Besluit dualisering gemeentelijke en provinciale medebewindsbevoegdheden rechtstreeks bij het college is komen te liggen;

  • 8.

    dit raadsbesluit kan worden aangehaald onder de naam ‘Delegatiestatuut gemeente Houten’;

  • 9.

    te bepalen dat dit raadsbesluit in werking treedt op 1 januari 2007.

Dit is besloten in de openbare vergadering van de raad op 19 december 2006.

De raad van de gemeente Houten,

De griffier, 

 de voorzitter,

 

 

E.A. Scholten-Quispel

 

 

C.H.J. Lamers