Subsidieverordening monumenten 2006

Geldend van 01-01-2006 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening monumenten 2006

De raad van de gemeente Houten, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 november 2005 gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Houten; overwegende dat de Subsidieverordening monumenten 2004 dient te worden aangepast aan de notitie ‘beleidsuitgangspunten splitsing(monumentale) boerderijen Houtensewetering’ van 6 april 2004; besluit : vast te stellen de volgende

Subsidieverordening monumenten 2006

Inhoudsopgave:

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 2 Toepassing Algemene subsidieverordening

HOOFDSTUK 2 Subsidieverdeling

Artikel 3 Subsidieverdelingsbesluit

HOOFDSTUK 3 Subsidie in de kosten van instandhouding van monumenten

Artikel 4 Subsidieverstrekking

Artikel 5 Subsidiehoogte

HOOFDSTUK 4 SUBSIDIEVERLENING

Artikel 6 Aanvraag

Artikel 7 Monumentencommissie

Artikel 8 Beschikking subsidieverlening

Artikel 9 Weigeringsgronden

HOOFDSTUK 5 VERPLICHTINGEN

Artikel 10 Reikwijdte

Artikel 11 Voortgang en uitvoering

Artikel 12 Toezicht

Artikel 13 Verzekering

Artikel 14 Verbod

Artikel 15 Onderhoud

Artikel 16 Ontheffing

HOOFDSTUK 6 SUBSIDIEVASTSTELLING

Artikel 17 Aanvraag

Artikel 18 Monumentencommissie

HOOFDSTUK 7 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 19 Afwijking in bijzondere gevallen

Artikel 20 Overgangsbepaling

Artikel 21 Citeertitel

Artikel 22 Inwerkingtreding

-------------------------------------------------------------------

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Gemeentelijk monument: object, dat is opgenomen op de gemeentelijke monumentenlijst;

  • b.

    Gemeentelijke monumentenlijst: lijst als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenverordening 2006 van de gemeente Houten;

  • c.

    Eigenaar: degene die in de kadastrale registers als eigenaar, dan wel als erfpachter of opstalhouder van een monument is ingeschreven;

  • d.

    Monumentencommissie: de door de raad ingestelde commissie of aangewezen instantie met als taak het college van burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Monumentenverordening en (de uitvoering van) het monumentenbeleid in ruime zin;

  • e.

    Subsidiabele kosten: kosten die noodzakelijk zijn voor het herstel en de instandhouding van een monument dan wel het onderhoud van een rieten dak van een monument. Met name zijn hieronder niet begrepen kosten die uitsluitend dan wel in overwegende mate worden gemaakt voor de verbetering van het wooncomfort;

  • f.

    Mailing: brief waarin de eigenaren worden geïnformeerd over de mogelijkheid tot het indienen van een subsidieverzoek en de wijze waarop dat moet gebeuren.

Artikel 2 Toepassing Algemene subsidieverordening

Op deze verordening zijn van toepassing de hoofdstukken 1 en 6 van de Algemene subsidieverordening Houten.

HOOFDSTUK 2 Subsidieverdeling

Artikel 3 Subsidieverdelingsbesluit

1 . Het bestuursorgaan neemt jaarlijks een subsidieverdelingsbesluit waarin de door de eigenaren van de in de gemeente gelegen monumenten te ondernemen restauraties worden aangegeven. Het subsidieverdelingsbesluit geldt als een subsidieplafond in de zin van afdeling 1.2 van de Algemene subsidieverordening Houten.

  • 2.

    Het verdelingsbesluit dient een globale raming inte houden van de kosten voor deeigenaar per restauratie, alsmede van de hoogte van een eventuele gemeentelijke subsidie.

  • 3.

    Het verdelingsbesluit wordt opgesteld op basis van de ingediende subsidieaanvragen voortvloeiende uit een jaarlijks te houden mailing onder de eigenaren van de in de gemeente gelegen monumenten, de subsidieaanvragen die gedurende het jaar worden ingediend en de doorgeschoven subsidie-aanvragen.

  • 4.

    De monumentencommissie adviseert inzake het opstellen van het verdelingsbesluit.

HOOFDSTUK 3 Subsidie in de kosten van instandhouding van monumenten

Artikel 4 Subsidieverstrekking

  • 1. Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument kan een subsidie worden verstrekt.

  • 2. De subsidie kan verstrekt worden ten behoeve van het geheel of gedeeltelijk restaureren van een monument dan wel het onderhoud van een rieten dak van een monument. Ook kan subsidie verstrekt worden voor het uitvoeren van bouwkundige inspecties door de Monumentenwacht bij subsidieaanvragen.

  • 3. Gemeentelijke monumenten in eigendom van de gemeente worden uitgesloten van subsidiëring.

  • 4. Na splitsing van een monumentale boerderij in twee woningen of na het oprichten van een tweede woning op het perceel komen de eigenaren de eerste vijf jaar niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 5 Subsidiehoogte

  • 1. De subsidie ten behoeve van het geheel of gedeeltelijk restaureren van het monument bedraagt 25% van de door het bestuursorgaanvastgestelde subsidiabele kosten tot een maximum van € 25.000,-.

  • 2. Het maximum van € 25.000,- kan slechts eenmaal per vijf kalenderjaren per object worden verstrekt.

HOOFDSTUK 4 SUBSIDIEVERLENING

Artikel 6 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag om subsidie dient door de eigenaar te worden ingediend bij het bestuursorgaan op een daartoe beschikbaar te stellen formulier.

  • 2. De aanvraag dient de volgende gegevens te bevatten:

    • a.

      een werkomschrijving, inclusief bestek;

    • b.

      een begroting, die gespecificeerd is op activiteit, uren en materialen;

    • c.

      tekeningen van zowel de bestaande als de nieuwe toestand:

      • -

        de plattegrond van iedere verdieping van het monument (schaal 1:100)

      • -

        lengte- en dwarsdoorsneden (schaal 1:100)

      • -

        alle gevelaanzichten (schaal (1:100)

      • -

        principedetails die verband houden met het uiterlijk van het monument (schaal 1:10).

    • d.

      een situatietekening (schaal 1: 1000) gebaseerd op door of namens het bestuursorgaan aangegeven kaartmateriaal waaruit blijkt de situering van het monument op het te bebouwen terrein;

    • e.

      foto's van het monument en de omgeving inclusief de in de nabijheid gelegen bouwwerken, (voor zover nodig ter beoordeling) van het uiterlijk van het monument waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3. Het bestuursorgaan kan bepalen dat naast de in het tweede genoemde bescheiden, andere bescheiden worden overlegd.

Artikel 7 Monumentencommissie

  • 1. Het bestuursorgaan legt de aanvraag zo spoedig mogelijk om advies voor aan de monumentencommissie.

  • 2. De monumentencommissie adviseert binnen twaalf weken na ontvangst van de adviesaanvraag aan het bestuursorgaan.

  • 3. Het bestuursorgaan kan de adviestermijn in bijzondere gevallen verlengen met maximaal acht weken. Van deze beslissing wordt de aanvrager in kennis gesteld.

Artikel 8 Beschikking subsidieverlening

  • 1. Voorafgaande aan de subsidievaststelling wordt op de aanvraag een beschikking tot subsidieverlening gegeven. Het bestuursorgaan geeft deze beschikking binnen acht weken, nadat de monumentencommissie advies heeft uitgebracht.

  • 2. Indien de subsidieverlening niet is opgenomen in het subsidieverdelingsbesluit van het betreffende jaar, wordt deze in het subsidieverdelingsbesluit van het daaropvolgende jaar(en) betrokken.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Subsidie wordt in ieder geval geweigerd:

  • a.

    indien de vergunning, bedoeld in artikel 7 van de Monumentenverordening 2006 niet is verleend;

  • b.

    indien met de restauratie is aangevangen, voordat de eigenaar van het bestuursorgaan bericht heeft ontvangen welke kosten als subsidiabele restauratiekosten zijn aangemerkt;

  • c.

    voor zover de kosten van restauratie op grond van een verzekering worden gedekt;

  • d.

    indien het monument waarop de aanvraag betrekking heeft niet is verzekerd onder een zogenaamde uitgebreide opstalverzekering, gebaseerd op de waarde van het monument.

HOOFDSTUK 5 VERPLICHTINGEN

Artikel 10 Reikwijdte

  • 1. De in dit hoofdstuk opgenomen subsidieverplichtingen gelden zowel voor de eigenaar aan wie de subsidie wordt verleend als voor iedere opvolgende eigenaar van het monument, tenzij hierna in dit artikel anders is bepaald.

  • 2. Bij iedere overdracht of overgang van de eigendom, het recht van erfpacht of opstal ten aanzien van een monument of een deel daarvan, rust zowel op de vervreemdende als op de verkrijgende partij(en) de plicht het bestuursorgaan hiervan schriftelijk in kennis te stellen, met dien verstande dat indien één van de partijen aan deze verplichting heeft voldaan de andere daarvan is ontheven.

  • 3. Bij elke overdracht van het eigendom, het recht van erfpacht, of opstal is de overdragende partij gehouden van de wederpartij te bedingen dat deze op zich neemt de verplichting jegens de gemeente, zoals omschreven in dit hoofdstuk, met dien verstande dat ingeval de overdracht plaatsvindt na de voltooiing van het werk, de oplegging van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 11 en 12 omschreven achterwege kan blijven.

  • 4. De overdragende partij is gehouden het bestuursorgaan tijdig in kennis te stellen van uur en plaats van de overdracht, zodat de gemeente bij de overdracht vertegenwoordigd kan zijn, teneinde het te haren behoeve gemaakte beding, in het vorige lid bedoeld, bij de akte te aanvaarden.

Artikel 11 Voortgang en uitvoering

  • 1. De eigenaar is verplicht zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes maanden na verlening van de subsidie, met het treffen van de voorzieningen een aanvang te maken.

  • 2. De voorzieningen dienen binnen één jaar na de verlening van de subsidie te zijn getroffen.

  • 3. Het werk dient te worden uitgevoerd volgens de bescheiden, bedoeld in artikel 6, lid 2.

  • 4. Het bestuursorgaan kan van de eigenaar nadere rapportages verlangen omtrent de voortgang en de uitvoering van het werk.

Artikel 12 Toezicht

De eigenaar is verplicht om aan het bestuursorgaan en door deze aangewezen personen van de gemeente Houten, aan de leden van de monumentencommissie en aan de medewerkers van Bouw- en woningtoezicht toegang tot het werk en de werkplaatsen te verlenen en inzage te verstrekken in alle op het werk betrekking hebbende stukken.

Artikel 13 Verzekering

  • 1. De eigenaar is verplicht het monument verzekerd te houden onder een zogenaamde uitgebreide opstalverzekering, zodanig dat de kosten van herstel of herbouw steeds door de verzekering voldoende gedekt zijn.

  • 2. In geval van schade - ook wanneer daarvoor geen verzekeringsdekking zou bestaan - is de eigenaar verplicht tot volledig herstel c.q. herbouw van het pand in de oorspronkelijke staat.

  • 3. Het bestuursorgaan kan, ambtshalve dan wel op verzoek van belanghebbenden van het bepaalde in het tweede lid, ontheffing verlenen.

Artikel 14 Verbod

Het is de eigenaar verboden om zonder voorafgaande toestemming van het bestuursorgaan tijdens of nade voltooiing van het werk het monument af te breken, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen, dan wel het te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.

Artikel 15 Onderhoud

Na voltooiing van de werkzaamheden is de eigenaar verplicht het monument te onderhouden in de staat waarin het door de herstelling werd gebracht.

Artikel 16 Ontheffing

Het bestuursorgaan kan uit overwegingen van redelijkheid en billijkheid van de verplichtingen, zoals omschreven in dit hoofdstuk, gehele of gedeeltelijke ontheffing verlenen.

HOOFDSTUK 6 SUBSIDIEVASTSTELLING

Artikel 17 Aanvraag

  • 1. De eigenaar dient binnen dertien weken na de voltooiing van de werkzaamheden een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a.

      in tweevoud en gerelateerd aan de ingediende begroting een verantwoording van de gemaakte kosten, onder overlegging van de desbetreffende betalingsbewijzen;

    • b.

      een door de architect gewaarmerkt volledig stel revisietekeningen, waarop door verschillende wijzen van arcering het oude en het nieuwe werk zijn te onderscheiden;

    • c.

      een verklaring van de verzekeringsmaatschappij waaruit blijkt dat het pand voldoende verzekerd is.

Artikel 18 Monumentencommissie

  • 1. Het bestuursorgaan legt de aanvraag zo spoedig mogelijk om advies voor aan de monumentencommissie.

  • 2. De monumentencommissie adviseert binnen twaalf weken na ontvangst van de adviesaanvraag aan het bestuursorgaan.

  • 3. Het bestuursorgaan stelt de subsidie binnen zestien weken na ontvangst van de aanvraag vast. Het bestuursorgaan kan deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen.

HOOFDSTUK 7 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 19 Afwijking in bijzondere gevallen

In bijzondere gevallen kan het bestuursorgaan in het belang van de instandhouding van een

monument afwijken van de bepalingen van deze verordening. De monumentencommissie adviseert omtrent de afwijking.

Artikel 20 Overgangsbepaling

Deze verordening is niet van toepassing op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn verstrekt. Op deze subsidies is de ‘Subsidieverordening monumenten 2004 van toepassing.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordening monumenten 2006’.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006

Bij de inwerkingtreding wordt ingetrokken de Subsidieverordening monumenten 2004, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 september 2004, nr. 2004-133

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Houten op 20 december 2005

De raad van de gemeente Houten,

de griffier,

de voorzitter,

 

 

 

 

E. Scholten-Quispel

C.H.J. Lamers