Beleidsnotitie huisvesting (buitenlandse) seizoenswerknemers in de fruitteelt

Geldend van 15-11-2012 t/m heden

Intitulé

Beleidsnotitie huisvesting (buitenlandse) seizoenswerknemers in de fruitteelt

BELEIDSNOTITIE HUISVESTING (BUITENLANDSE) SEIZOENSWERKNEMERS IN DE FRUITTEELT

Inhoudsopgave

  • 1.

    Inleiding

  • 2.

    Probleemstelling

  • 3.

    Beleid voor kortdurende werkverbanden

  • 4.

    Beleid voor langdurige werkverbanden

1. Inleiding

  • Sinds een aantal jaren zijn de mogelijkheden verruimd voor buitenlandse werknemers uit Midden- en Oost-Europese landen om in West-Europa tijdelijke arbeid te verrichten. Eerst waren deze vooral afkomstig uit Polen, maar inmiddels komen ook werknemers uit landen buiten de EU, zoals Bulgarije en Roemenië tijdelijk naar Nederland. Een van de gevolgen daarvan is dat het huisvesten van deze seizoenswerknemers een onderwerp is geworden op de politieke agenda in Nederland en ook in Houten. Het Rijk heeft gemeenten gewezen op het economisch belang van deze werknemers en op haar volkshuisvestelijke taak wat betreft deze doelgroep. In het buitengebied van Houten worden buitenlandse werknemers elk jaar tijdelijk ingezet in met name de landbouw, voornamelijk de fruitteelt. Overigens vinden buitenlandse werknemers ook tijdelijk werk in andere sectoren zoals de bouwsector. Deze beleidsnotitie heeft alleen betrekking op buitenlandse seizoenswerknemers die werkzaam zijn in de fruitteelt.

2. Probleemstelling

Er is een aantal overleggen gevoerd met vertegenwoordigers van de fruitsector. Zij geven aan dat structureel gebruik moet worden gemaakt van buitenlandse seizoenswerknemers om het werk op de bedrijven te verrichten. De werkgevers hebben een duidelijke behoefte om de huisvesting van deze werknemers te regelen. Dit is bijvoorbeeld van belang in verband met de verzekering en de controle op de werknemers.

3. Beleid voor kortdurende werkverbanden: aanvraag ontheffing voor kampeermiddelen op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening

De gemeente is bereid in een aantal situaties medewerking te verlenen aan de huisvesting van seizoensarbeiders. Daarbij maakt zij een onderscheid naar duur van het arbeidsverband, namelijk tussen kortdurende werkverbanden (‘piekwerkers’) en langdurige werkverbanden (‘vaste werkers’).

Onder kortdurende werkverbanden wordt verstaan de seizoensarbeid die verricht wordt door:

·piekwerkers: namelijk die gedurende maximaal 12 weken werkzaam zijn in de fruitteelt;

Voor deze situaties wordt volstaan met een aanvraag ontheffing voor kampeermiddelen omdat het gezien de korte termijn niet in de rede ligt om hiervoor een planologische procedure te volgen. Omdat we willen voorkomen dat er illegaal mensen verblijven op de agrarische bedrijven, is er een regeling gemaakt om te controleren op (brand)veiligheid en het tegengaan van (sociale) misstanden.

Aanvraag ontheffing voor kampeermiddelen op basis van de APV voor huisvesting piekwerkers voor maximaal 12 weken per jaar voor maximaal 35 personen per jaar

    • 1.

      Er mogen maximaal 35 piekwerkers worden gehuisvest in kampeermiddelen op het perceel van het fruitbedrijf c.q. het agrarisch bedrijf. Dit wordt beschouwd als kampeerterrein in de APV;

    • 2.

      Er mogen maximaal 12 kampeermiddelen worden geplaatst op het perceel van het fruitbedrijf c.q. het agrarisch bedrijf;

    • 3.

      De kampeermiddelen mogen alleen geplaatst worden op een perceel met de bestemming agrarisch bedrijf/fruitbedrijf/glastuinbouw;

    • 4.

      Voor het plaatsen van kampeermiddelen is een ontheffing nodig op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening. Deze aanvraag dient minimaal 8 weken voor de inrichting van het kampeerterrein te zijn ingediend bij de gemeente;

    • 5.

      Als er (bouwkundige) voorzieningen moeten worden getroffen die omgevingsvergunningsplichtig zijn, moet in december vooruitlopend op het komende kampeerseizoen de aanvraag worden ingediend voor het komende kampeerseizoen vanaf 15 maart bij de gemeente;

    • 6.

      Het kampeerterrein mag alleen in gebruik worden genomen als de vereiste ontheffingen zijn verleend;

    • 7.

      De kampeermiddelen mogen alleen worden gebruikt voor het huisvesten van piekwerkers (niet voor verblijfsrecreatie);

    • 8.

      De betreffende ondernemer informeert 4 weken voorafgaand aan de ingebruikname de gemeente (naar emailadres: omgevingsloket@houten.nl) hoeveel werknemers waar worden gehuisvest. Uiterlijk in de eerste week van de komst van de buitenlandse piekwerkers moet de gemeente over de specifieke gegevens van hen (naam, nationaliteit en Burgerservicenummer) worden geïnformeerd.

    • 9.

      De gemeente controleert 2 weken vóór ingebruikname of de huisvesting qua veiligheid verantwoord is (aanwezigheid rookmelder, blusapparaat en aanwezigheid toegankelijke vluchtweg) en de manier van huisvesting in kampeermiddelen. Wat betreft de maximale afstand: de kampeermiddelen moeten zoveel mogelijk geconcentreerd zijn rond het bedrijfsgebouw. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de inrichtingstekening. De kampeermiddelen (maximaal 12 caravans of tenten) mogen maximaal 12 aaneengesloten weken blijven staan en alleen worden gebruikt voor huisvesting van piekwerkers. Indien wordt voldaan aan de veiligheidseisen, wordt de aanvraag ontheffing voor kampeermiddelen goedgekeurd door de gemeente. De ondernemer krijgt hier per omgaande bericht over van de gemeente. Indien niet wordt voldaan aan de veiligheidseisen, wordt de aanvraag ontheffing voor kampeermiddelen niet akkoord bevonden en krijgt de ondernemer hier per omgaande bericht over van de gemeente. Daarnaast moet aan de onderstaande voorwaarden zijn voldaan:

    • a.

      Het uitgangspunt blijft een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (*wbdbo) van tenminste 60 minuten tussen caravans (brandcompartiment, zie punt e) en belendend gebouw of opslag;

    • b.

      Hiervan kan worden afgeweken als de afstand minimaal 5,0 meter bedraagt en de wbdbo minimaal 30 minuten bedraagt. Aan de wbdbo van 30 minuten kan worden voldaan bij een dichte gevel (van het belendende gebouw) en er geen (dak)overstek aanwezig is;

    • c.

      Vanaf 10,0 meter wordt verwacht aan de gestelde wbdbo eis te kunnen voldoen vanwege de afstand.  In dit geval mogen dus ook openingen in de gevel aanwezig zijn en een (dak)overstek van ten hoogste 0,5 meter aanwezig zijn;

    • d.

      Een (dak)overstek van meer dan 0,5 meter moet altijd ter goedkeuring bij de Gemeente Houten aangeleverd worden;

    • e.

      De bovenstaande voorwaarden geldt per brandcompartiment van caravans of kampeermiddelen. In een brandcompartiment mogen maximaal 4 caravans of soortgelijke voorzieningen aanwezig zijn;

    • f.

      Per brandcompartiment dient minimaal één handbrandblusmiddel van 6 kg. of 6 liter op een dusdanige plaats aanwezig te zijn dat een snelle, veilige en doelmatige inzet mogelijk is. Het blusmiddel moet vrij bereikbaar zijn.

      • 10.

        De ondernemer informeert de gemeente over het vertrek van (alle) werknemers;

      • 11.

        Uiterlijk 15 december dienen alle kampeermiddelen van het perceel te zijn verwijderd met dien verstande dat de kampeermiddelen maximaal 12 aaneengesloten weken hebben gestaan.

      • 12.

        De gemeente houdt steekproefsgewijs toezicht.

      • 13.

        Bij overtreding van de regeling, wordt gewerkt volgens het Stappenplan Handhaving.

Woonunits

Voor de huisvesting van piekwerkers worden naast de kampeermiddelen ook woonunits toegestaan voor zover dit aantal niet het in lid 2 van hoofdstuk 3 genoemde aantal overschrijdt. Hiervoor is het bepaalde in hoofdstuk 3 van toepassing.

Indien het verzoek komt om piekwerkers in woonunits te huisvesten moet de uitgebreide procedure (26 weken) van de Wabo worden gevolgd. Voor het plaatsen van woonunits moet een aanvraag om omgevingsvergunning worden ingediend. Het verschil met kampeermiddelen is dat de woonunits gezien worden als een bouwwerk en hier ook de eisen van het bouwbesluit voor gelden. Dit betekent onder andere dat de units aangesloten moeten worden op het riool en water/elektra aansluitingen moeten hebben. De woonunits kunnen aangevraagd worden voor de huisvesting van de piekwerkers. De overige regels zoals deze gelden voor de piekwerkers zijn ook van toepassing op de plaatsing van woonunits.

Hoewel de gemeente toezicht houdt, blijven de ondernemers verantwoordelijk voor de veiligheid van de werknemers. De gemeente is dus niet aansprakelijk.

4. Beleid voor langdurige werkverbanden: planologische procedure

De gemeente wil de vraag voor tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders faciliteren, mits de opvang op een goede en veilige manier gebeurt. Voor de tijdelijke huisvesting van (buitenlandse) seizoenswerknemers met langdurige werkverbanden (de ‘vaste werkers’) moet planologisch een procedure worden doorlopen. Hiervoor zijn kampeermiddelen niet geschikt. De betreffende ondernemer kan wel een bedrijfsgebouw hiervoor geschikt maken.

De gemeente zal op maximaal 10 locaties tijdelijke huisvesting toestaan met een maximum van 15 werknemers per locatie.

De betreffende ondernemer moet op de hoogte zijn van de regels als er bedrijfsgebouwen worden aangepast voor de huisvesting. Voor de gemeente is het belangrijk dat wordt toegezien op belangrijke aspecten over de kwaliteit en de veiligheid van de huisvesting. De huisvesting wordt vanuit het Bouwbesluit (meest recente uitgave) getoetst als zijnde logiesfunctie nieuwbouw.

Voor de beoordeling van aanvragen voor tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders in bedrijfsgebouwen (langdurige werkverbanden) geldt de volgende beleidsregel:

Procedure huisvesting (buitenlandse) vaste werkers (3 tot maximaal 9 maanden per jaar)

  • 1.

    Voor de huisvesting van vaste werkers (maximaal 9 maanden) is een tijdelijke ontheffing nodig op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

  • 2.

    De aanvraag voor een ontheffing moet uiterlijk 1 december van het jaar worden ingediend bij de gemeente t.b.v. huisvesting in het daarop volgende jaar;

  • 3.

    In de aanvraag moet zijn aangegeven of er wordt verbouwd, wat de indeling van het bedrijfsgebouw is, een verantwoording hoe is voldaan aan de eisen van het bouwbesluit logiesfunctie bestaande bouw en brandveiligheidseisen (zie voor wat betreft de brandveiligheidseisen de Bijlage);

  • 4.

    Er mogen maximaal 15 werknemers per jaar worden gehuisvest in een bedrijfsgebouw op het perceel van het fruitbedrijf c.q. het agrarisch bedrijf. De piekwerkers kunnen ook gehuisvest worden in het bedrijfsgebouw in de als tijdelijk bedoelde huisvesting voor vaste werkers. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat dit zo wordt uitgelegd dat naast de inpandige huisvesting van maximaal 15 vaste werkers óók inpandig maximaal 35 piekwerkers kunnen worden gehuisvest;

  • 5.

    De ontheffingen worden alleen verleend op een perceel met de bestemming agrarisch bedrijf/fruitbedrijf/glastuinbouw;

  • 6.

    De aanvragen zullen worden getoetst aan de Wabo (milieubeheer) en het bouwbesluit (onder andere brandveiligheidseisen en op consequenties voor naastliggende bedrijven en de omgeving);

  • 7.

    De ondernemer dient een voortdurende registratie bij te houden van de seizoenswerknemers, deze dient niet alleen bij de gemeente beschikbaar te zijn maar ook op de betreffende locatie;

  • 8.

    Er worden maximaal 10 tijdelijke ontheffingen verleend voor de duur van 5 jaar voor huisvesting van (buitenlandse) vaste werkers. Bij de afweging zal ook de volwaardigheid van het agrarisch bedrijf worden betrokken;

  • 9.

    Als er na het verstrijken van de termijn van de tijdelijke ontheffing behoefte blijkt te zijn aan voortzetting van de voorziening heeft de gemeente de intentie om medewerking te verlenen om een definitieve ontheffing te verlenen. Bij herziening van het bestemmingsplan zal de definitieve ontheffing worden vertaald in het bestemmingsplan, inclusief de aanduiding ‘huisvesting werknemers’.

  • 10.

    De gemeente houdt jaarlijks controle en toezicht.

  • 11.

    Bij overtreding van de regels wordt gewerkt volgens het Stappenplan Handhaving.

Bijlage: AANVULLENDE EISEN

Toetsing vanuit de gemeente:

Voor tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders wordt het gebouw getoetst aan het bouwbesluit logiesfunctie nieuwbouw. Het zwaartepunt ligt bij de toetsing op de volgende onderdelen:

  • -

    brand- en rookwerendheid van de constructie;

  • -

    brandcompartimentering;

  • -

    vluchtwegen, vluchtroutes en maximale loopafstanden;

  • -

    ventilatie / luchtverversing;

  • -

    daglichttoetreding;

  • -

    toiletruimten (aantal toiletten en afmetingen toiletruimten);

  • -

    badruimte (aantal badruimten en afmetingen badruimten).

Toetsing vanuit de Veiligheidsregio Utrecht (brandweer) t.a.v. buitenlandse werknemers:

Definities bouwbesluit:

  • §

    logiesfunctie: gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan mensen

  • §

    logiesgebouw: gebouw of gedeelte van een gebouw, waarin meer dan een logiesverblijf ligt, dat is aangewezen op een gezamenlijke verkeersroute.

Conclusie: overnachten van buitenlandse werknemers is een logiesfunctie en als er meer ruimten bij elkaar gebracht zijn met één gang is het een logiesgebouw (het betreffende deel van het gebouw).

Brandveiligheidseisen aan een logiesfunctie respectievelijk logiesgebouw:

  • -

    Het object (logiesfunctie en/ of het logiesgebouw) moet voldoen aan het gestelde in het Bouwbesluit. (meest recente uitgave) Echter op de onderstaande voorwaarden mag worden afgeweken van het Bouwbesluit:

  • -

    In het object moeten voldoende draagbare blusmiddelen aanwezig zijn. (één sproeischuimblusser per 150 m² en tenminste één per bouwlaag) Met deze voorwaarde komt de eis voor een brandslanghaspel te vervallen;

  • -

     Voor de logiesfunctie ten behoeve van buitenlandse werknemers kan worden afgeweken van de eis voor een brandmeldinstallatie mits de logiesfunctie niet meer dan één brandcompartiment beslaat. In dat geval moet wel aan de onderstaande voorwaarden worden voldaan:

    • o

      Alle ruimten (o.a. verblijfsruimten, bedruimten en (beschermde) vluchtroutes) moeten voorzien worden van onderling gekoppelde rookmelders conform de NEN 2555. (de zogenaamde huisrookmelders);

    • o

      De rookmelders zijn voor de voeding aangesloten op het elektriciteitsnet.

      afbeelding binnen de regeling

Wbdo = Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag. Een wbdo van 30 minuten wil zeggen dat de weerstand van de bouwconstructies zodanig is dat een brand zich niet binnen 30 minuten kan uitbreiden. De bouwconstructies kunnen muren of daken zijn inclusief de daarin aanwezige deuren en ramen.