Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Houten 2013

Geldend van 23-05-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 02-05-2013

Burgemeester en wethouders van de gemeente Houten,

Gelet op het huishoudelijk reglement (buitengewoon) ambtenaren van de burgerlijke stand gemeente Houten, zoals vastgesteld op 14 september 2010,

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende regeling:

RECHTSPOSITIEREGELING VOOR DE BUITENGEWOON AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE HOUTEN 2013

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan:

  • a.

    buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het huishoudelijk reglement (buitengewoon) ambtenaren van de burgerlijke stand gemeente Houten.

  • b.

    CAR/UWO: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Houten.

Artikel 2 Aanstelling

  • 1. Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

  • 2. Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege.

Artikel 3 Bezoldiging

1.De buitengewoon ambtenaar ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per

voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan vijfmaal het uurloon behorende bij

het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO

2.De vergoeding bedoeld in het eerste lid, wordt opgehoogd met het percentage van de

vakantietoelage van artikel 6:3, tweede lid, van de CAR/UWO.

3.De vergoeding bedoeld in het eerste lid wordt opgehoogd met het percentage van de

eindejaarsuitkering van artikel 3:6 van de CAR/UWO.

4.De vergoeding bedoeld in het eerste lid wordt opgehoogd met een percentage van 8,6% ter

compensatie van het niet genieten van het vakantieverlof.

Artikel 4 Aanspraken bij ziekte

  • 1.

    Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar jonger dan 65 jaar zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 (definities, begeleiding en recht op bezoldiging bij ziekte), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling bezoldiging en uitkering) van de CAR/UWO van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Voor toepassing van dit artikel wordt onder bezoldiging verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover de ambtenaar op deze datum zijn betrekking nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

  • 3.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de

buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

4.Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen.

Artikel 5 Ontslag en schorsing

1.Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2 en 8:2a (na

ouderdomspensioen), 8:4 (wegens reorganisatie), 8:5 (wegens arbeidsongeschiktheid), 8:6

(wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden), 8:11 (wegens FPU), 8:12 en 8:12:1 (van rechtswege en tussentijdse ontslag uit tijdelijke aanstelling) en 8:13 (als disciplinaire straf) van de CAR/UWO.

2.Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de CAR/UWO.

Artikel 6 Overige rechten en verplichtingen

De artikelen 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichtingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van

schade), 15:1:15 (beoordeling van de ambtenaar),15:1:16 (uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod

betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:22 (reis- en verblijfkosten), 15:1:23 tot en met

15:1:25 (vergoeden van schade) en 15:2 van de CAR/UWO zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens

schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van

de CAR/UWO.

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van 2 mei 2013.

Artikel 9

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Houten 2013.

  • 2.

    Met ingang van de in artikel 8 genoemde datum wordt de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Houten, door ons vastgesteld op 7 mei 2002, ingetrokken.

Houten, 14 mei 2013

Burgemeester en wethouders van Houten,

De secretaris, de burgemeester,

Toelichting op de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de

burgerlijke stand

Toelichting artikel 1 Begripsomschrijving

De wet-Mulder heeft met ingang van 1 januari 1995 de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke

stand (babs) geïntroduceerd. De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand (babs) wordt aangesteld

door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16).

Gemeenten hebben een Reglement burgerlijke stand. Daarin kan geregeld zijn welke

benoemingsmogelijkheden er zijn. Gemeenteambtenaren, en ook burgemeester, wethouders en leden

van de raad, kunnen tot (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand benoemd worden. Tot

buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) kunnen bovendien anderen, niet werkzaam

bij de gemeente, benoemd worden.

De gemeenteambtenaar, de burgemeester, de wethouders en de raadsleden worden beschouwd als

onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. De vergoeding voor de

werkzaamheden is in het algemeen alleen op de medewerkers van buiten de gemeentelijke

organisatie van toepassing.

De babs is een ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet. Omdat de CARUWO niet op hem van

toepassing is dient een afzonderlijke rechtspositieregeling te gelden (art. 125 Ambtenarenwet).

Doorgaans is de functie van babs een nevenfunctie, die in omvang sterk kan variëren.

Toelichting artikel 2 Aanstelling

In het lokale Reglement burgerlijke stand kan een benoemingstermijn geregeld zijn, vaak is dat 5 of 10

jaar. Het kan wenselijk zijn om kortere aanstellingen te verlenen. Het gevolg van een kortere

aanstellingsduur is onder meer dat de verplichtingen van de gemeente jegens de ambtenaar in het

kader van ziekte (doorbetaling bezoldiging, reïntegratie) eerder ophouden te bestaan, namelijk bij

einde van het dienstverband. Bovendien geldt voor de duur van het nog resterende dienstverband dat

van de werkgever geen onredelijke inspanningen gevergd worden door het UWV. Op de

toepasselijkheid van de arbeidsongeschiktheidswetgeving op de babs wordt verder ingegaan bij de

toelichting op artikel 4.

De aanstelling kan opnieuw tijdelijk verleend worden. De flexwetbepaling geldt niet omdat noch de

CARUWO, noch het Burgerlijk Wetboek (7:615 BW) van toepassing is.

Bij het benoemen van een personeelslid of raadslid (dan wel andere politieke ambtsdrager) tot babs is

het raadzaam de benoeming te beperken tot de periode waarin het (politieke) ambt wordt vervuld.

Toelichting artikel 3 Bezoldiging

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor de bezoldiging

moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Per huwelijk of geregistreerd

partnerschap wordt een vergoeding uitbetaald waarin de vakantietoelage en eindejaarsuitkering zijn

verdisconteerd. De berekeningsystematiek is dezelfde als die in de CAR/UWO, dat wil zeggen dat de

vakantietoelage wordt gebaseerd op de bezoldiging en de eindejaarsuitkering op het salaris.

Voorbeeld salarisberekening:

Salaris per verrichting 99,46 (5 maal 1/156e deel van 3103)

Vakantietoelage 7,96 (8% van 99,46)

Eindejaarsuitkering 5,97 (6% van 99,46)

Compensatie vakantie-uren 8,55 (8,6% van 99,46)

Totaal 121,93 (€ 24,39 bruto per uur)

Afkopen niet genoten vakantie

In het vierde lid wordt het recht op vakantie-uren, dat de ‘normale’ gemeenteambtenaar heeft op

grond van artikel 6:2 van de CAR, afgekocht door het toekennen van een vergoeding van 8,6%. Dit

percentage is gebaseerd op de breuk tussen het aantal vakantie-uren per jaar (158,4 uren) en de

arbeidsduur per jaar (1836 uren) van de gemeenteambtenaar. Vakantie-aanspraken worden

afgekocht vanwege het oproepkarakter van de werkzaamheden.

Het aanspraak maken op wettelijke vakantiedagen in het uurloon is niet meer toegestaan sedert de

uitspraak van het Europese Hof van 16 maart 2006. In deze rechtspositieregeling babs is de afkoop

van vakantie desalniettemin gehandhaafd. Reden daarvoor is dat de babs in verband met zijn

hoofdfunctie al gebonden zal zijn aan het opnemen van het wettelijk minimum aan vakantie. In de

praktijk zijn babsen bovendien veelal vrij om huwelijken in te plannen. In de meeste gemeenten zal op

basis van het bovenstaande gekozen kunnen worden voor handhaven van de afkoop. De uitspraak

van het Hof brengt echter wel met zich mee dat een babs formeel niet het recht ontzegd kan worden

om de in zijn nevenfunctie opgebouwde vakantie daadwerkelijk op te nemen, ondanks het feit dat

deze reeds is afgekocht. Per verrichting (gelijkgesteld aan 3 uur) wordt 0,26 uur vakantie opgebouwd.

Toelichting artikel 4 Aanspraken bij ziekte

De regeling verklaart de CAR/UWO op het punt van doorbetaling bezoldiging bij ziekte van toepassing

op de babs jonger dan 65 jaar. Achtergrond hiervan is het dwingende karakter van de sociale

wetgeving die zieke werknemers (voor zover jonger dan 65 jaar) rechten en plichten toekent. Artikel

76a van de Ziektewet geeft de persoon “krachtens publiekrechtelijke aanstelling gehouden tot het

verrichten van arbeid” bij ziekte het recht op 104 weken (of zolang als het dienstverband nog duurt)

doorbetaling van 70% van de bezoldiging of, indien de bezoldiging op een ander wijze dan naar

tijdruimte vastgesteld wordt, de gemiddelde bezoldiging die betrokkene, wanneer hij niet verhinderd

was geweest, gedurende die tijd had kunnen verdienen. De CAR/UWO geeft aanspraak op een hoger

doorbetalingpercentage dan 70%.

Eerste dag van ongeschiktheid: in lid 3 is bepaald (conform de Ziektewet) welke dag als eerste

ziektedag geldt. Het is niet de bedoeling dat de babs direct bij aanvang van het ziekteverzuim

bezoldiging krijgt doorbetaald, maar pas vanaf het tijdstip dat hij een huwelijk zou sluiten als hij niet

ziek was geweest.

In de praktijk van de babs zal het overigens niet altijd duidelijk zijn of en wanneer de eerste ziektedag

valt en daarmee op welk moment de doorbetaling bezoldiging ingaat, bijvoorbeeld omdat een rooster

ontbreekt en de babsen zelf voor vervanging zorgdragen. Men zou in dat geval een vaste termijn van

14 dagen of een maand na ziekmelding kunnen afspreken als zijnde de (fictieve) eerste ziektedag,

afhankelijk van de regelmaat waarmee de babs werkzaamheden verricht. Nadere regels zullen op de

lokale situatie toegesneden moeten worden.

Ook het tijdstip van uitbetalen van de doorbetaling bezoldiging dient lokaal nader bepaald worden

(bijvoorbeeld per maand, per jaar, na herstel).

De babs is verplicht zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven; in artikel 6 van

deze regeling is artikel 15:1d van de CAR/UWO op de babs van toepassing verklaard. Ook het artikel

7:9 lid 4 (verzuimprotocol) van de CAR/UWO is van toepassing verklaard op de babs.

Naast het recht op doorbetaling van bezoldiging staat de verplichting van werkgever en werknemer

(jonger dan 65 jaar) zich in te spannen tot reïntegratie in het arbeidsproces. In de praktijk wordt deze

verplichting niet altijd als wenselijk beschouwd. De babs is op grond van het Burgerlijk Wetboek

immers uitsluitend benoemd tot het verrichten van de formaliteiten rondom en sluiting van het

huwelijk/geregistreerd partnerschap.

Bovendien heeft de babs in de regel een hoofdfunctie waar van uit reïntegratieverplichtingen bestaan.

In de praktijk zal bezien moeten worden hoe arbodienstverleners en het UWV omgaan met de

verplichting tot reïntegratie van de gemeente ten aanzien van een zieke babs.

Toelichting artikel 5 Ontslag en schorsing

De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk

Wetboek, Boek 1: artikel 16). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en

uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de

ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de CAR/UWO.

Opgemerkt wordt dat ontslag na ouderdomspensioen niet verplicht is. Artikel 8:2 tweede lid en 8:2a

bieden de mogelijkheid om een gepensioneerde in dienst te houden dan wel te nemen. Het

dienstverband met een gepensioneerde is op grond van artikel 8:2a eenvoudig te beëindigen.

Toelichting artikel 6 Overige rechten en verplichtingen

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR/UWO worden hier voor een groot gedeelte ook

op de babs van toepassing verklaard. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de

CAR/UWO. Enkele opmerkingen hierover:

De eed of belofte is niet van toepassing verklaard op de babs omdat eedaflegging reeds op grond van

het BW verplicht is.

De personeelsbeoordeling is van toepassing omdat in de ontslaggrond ‘onbekwaamheid/ongeschiktheid anders dan’ aan de orde kan zijn. Een beoordeling kan bij

toepassing van die ontslaggrond van belang zijn, evenals bij een weigering om opnieuw een

aanstelling te verlenen.

De vergoeding van kosten bij dienstreizen is van toepassing verklaard. Deze vergoeding geniet de

voorkeur boven een vaste onkostenvergoeding die aan belastingheffing is onderworpen.

De reguliere bepalingen over schadevergoeding door en aan de ambtenaar zijn van toepassing

verklaard. In het algemeen kan gezegd worden dat de gemeente aansprakelijk is voor fouten van

ondergeschikten en een zorgplicht heeft ten aanzien van de ondergeschikten zelf. Gemeenten kunnen

bij aansprakelijkheid voor schade terugvallen op de aansprakelijkheidsverzekering die

personenschade, zaakschade en vermogensschade dekt. Onder deze verzekering valt een ruime

groep van ondergeschikten van de gemeente, waaronder de babs. Ook valt hieronder de babs die

slechts voor één enkele gelegenheid werkzaamheden verricht.

Geen toelichting opgenomen bij de artikelen 7, 8 en 9