Regeling vervallen per 15-12-2011

Verordening Wmo-raad gemeente Houten

Geldend van 12-12-2006 t/m 14-12-2011

Intitulé

Verordening Wmo-raad gemeente Houten

De raad van de gemeente Houten; 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 mei 2006; 

gezien het advies van de commissie Samenleving van 22 juni 2006; 

gelet op artikel 11 en 12 van de Wet maatschappelijk ondersteuning; 

besluit vast te stellen de

Verordening Wmo-raad gemeente Houten

Inhoudsopgave:

Artikel 1 Begrippen

Artikel 2 Doelstelling

Artikel 3 Taken

Artikel 4 Samenstelling Wmo-raad

Artikel 5 Aanwijzing en zittingsduur

Artikel 6 Overleg

Artikel 7 Advisering

Artikel 8 Ambtelijke ondersteuning

Artikel 9 Bevoegdheden

Artikel 10 Budget en faciliteiten

Artikel 11 Overige bepalingen

Artikel 12 Inwerkingtreding

Artikel 13 Citeertitel

Artikel 1 Begrippen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten;

    • b.

      Wmo: Wet Maatschappelijke Ondersteuning;

    • c.

      doelgroep: de personen/groepen, die vallen onder de werkingsfeer van de Wmo;

    • d.

      belangenorganisaties: organisaties die de belangen behartigen van de doelgroepen behorende bij de prestatievelden zoals beschreven in artikel 1 lid 1, onder g, van de Wmo;

    • e.

      Wmo-raad: overlegorgaan, zoals bedoeld in deze verordening;

    • f.

      relevante prestatievelden: de prestatievelden die op Houten betrekking hebben;

    • g.

      overlegvergadering: het overleg met de desbetreffende beleidsmedewerker(s) en/of de verantwoordelijk wethouder Wmo;

    • h.

      vergadering: een bijeenkomst van de Wmo-raad waarbij geen vertegenwoordigers van de gemeente aanwezig zijn.

  • 2. Voor zover niet anders is bepaald worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de Wmo.

Artikel 2 Doelstelling

  • 1. Het doel van de Wmo-raad is om de belangen van de doelgroepen die behoren bij de relevante prestatievelden te behartigen.

  • 2. Met de instelling van een Wmo-raad wordt beoogd meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering van de Wmo.

Artikel 3 Taken

  • 1. De Wmo-raad heeft tot taak het college gevraagd en ongevraagd te adviseren over onderwerpen die de vorming, controle en evaluatie van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de Wmo betreffen. Alle adviezen van de Wmo-raad aan het college worden onverkort ter kennisname aan de raad verstrekt.

  • 2. De Wmo-raad is alert op ontwikkelingen en knelpunten binnen de voor Houten relevante prestatievelden voor zover deze doelgroepen en/of individuen raken. De Wmo-raad geeft de signalen door aan de gemeente.

  • 3. De Wmo-raad informeert de organisaties die hij vertegenwoordigt adequaat over de ontwikkeling en praktische uitvoering van beleid en regelingen op het gebied van de Wmo.

Artikel 4 Samenstelling Wmo-raad

  • 1. De Wmo-raad bestaat uit maximaal 15 leden inclusief een onafhankelijk voorzitter, welke in zijn functie wordt benoemd door het college.

  • 2. In de Wmo-raad hebben zitting:

    • a.

      vertegenwoordigers van in de gemeente Houten zetelende representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning;

    • b.

      vertegenwoordigers van niet-georganiseerde doelgroepen in de gemeente Houten

    • c.

      betrokken burgers van de gemeente Houten

  • 3. De samenstelling van de Wmo-raad dient zoveel mogelijk evenredig te zijn samengesteld uit de in het vorige lid genoemde groepen.

Artikel 5 Aanwijzing en zittingsduur

  • 1. Teneinde leden van de doelgroepen en andere burgers de gelegenheid te geven zich kandidaat te stellen voor de Wmo-raad wordt een oproep geplaatst in het Houtens Nieuws.

  • 2. Teneinde representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning de gelegenheid te geven een kandidaat aan te leveren wordt deze een schriftelijk verzoek hiertoe gestuurd.

  • 3. De Wmo-raad brengt advies uit aan het college over de selectiecriteria voor kandidaten.

  • 4. Het college selecteert, benoemt, schorst en ontslaat de leden en de voorzitter. Het college raadpleegt hierover de Wmo-raad.

  • 5. De zittingsduur van de leden van de Wmo-raad is vier jaar, welke periode maximaal eenmaal verlengd kan worden.

  • 6. De voorzitter en de leden kunnen op ieder moment ontslag nemen.

Artikel 6 Overleg

  • 1. De Wmo-raad komt zoveel als nodig bijeen voor overleg, al dan niet met beleidsmedewerkers op het gebied van de Wmo.

  • 2. De beleidsmedewerkers betrekken de Wmo-raad in een zo vroeg mogelijk stadium bij de totstandkoming van beleid en regelingen betreffende de uitvoering van de Wmo.

  • 3. Ten minste tweemaal per jaar vindt een overlegvergadering plaats met de verantwoordelijk wethouder. De overlegvergadering wordt alternerend voorgezeten door de verantwoordelijke wethouder en de voorzitter van de Wmo-raad

  • 4. De Wmo-raad heeft het recht onderwerpen ter bespreking op de agenda van de overlegvergadering te plaatsen.

Artikel 7 Advisering

  • 1.

    Het college legt onderwerpen als bedoeld in artikel 3 lid 1 middels een schriftelijke adviesaanvraag voor aan de Wmo-raad. In de aanvraag wordt expliciet vermeld over welke punten advies wordt gevraagd.

  • 2.

    De Wmo-raad brengt binnen vier weken na ontvangst van de adviesaanvraag schriftelijk advies uit aan het college.

  • 3.

    • a.

      Het besluit omtrent de advisering wordt bij meerderheid van stemmen genomen.

    • b.

      Bij het staken van de stemmen beslist de voorzitter.

    • c.

      Minderheidsstandpunten kunnen apart worden vermeld.

  • 4.

    Indien het college het advies van de Wmo-raad niet overneemt, deelt het dat met redenen omkleed schriftelijk mee aan de Wmo-raad.

Artikel 8 Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De Wmo-raad wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris, die geen deel uitmaakt van de Wmo-raad.

  • 2. De ambtelijk secretaris draagt in zijn algemeenheid zorg voor een goede ondersteuning van de Wmo-raad, opdat deze zijn taken op een goede wijze kan uitvoeren.

  • 3. De ambtelijk secretaris stelt met inachtneming van het bepaalde in artikel 6 lid 4 en in overleg met de voorzitter de agenda voor de overlegvergaderingen op.

  • 4. De ambtelijk secretaris draagt er zorg voor dat de overlegvergaderingen worden genotuleerd.

  • 5. De ambtelijk secretaris draagt er zorg voor dat de adviezen van de Wmo-raad ter besluitvorming worden voorgelegd aan het college.

  • 6. De ambtelijk secretaris draagt in overleg met de Wmo-raad zorg voor de bewaking van het budget zoals dat opgenomen is in de begroting ten behoeve van de werkzaamheden van de Wmo-raad.

Artikel 9 Bevoegdheden

  • 1. De Wmo-raad kan werkgroepen instellen rond bepaalde onderwerpen. De bevindingen van de werkgroepen worden aan de Wmo-raad voorgelegd.

  • 2. Op verzoek van de Wmo-raad kunnen deskundigen worden uitgenodigd om een vergadering bij te wonen met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp.

  • 3. De leden van de Wmo-raad kunnen altijd derden raadplegen over de aangelegenheden waarmee zij als lid van de Wmo-raad te maken krijgen.

Artikel 10 Budget en faciliteiten

  • 1. Voor het uitvoeren van de taken van de Wmo-raad wordt in de gemeentelijke begroting een budget opgenomen voor:

    • a.

      kleine kosten als schrijfmateriaal en computerkosten;

    • b.

      kosten van deskundigheidsbevordering;

    • c.

      een vergoeding voor de leden van de Wmo-raad.

  • 2. De vergoeding voor de leden van de Wmo-raad bedraagt per bezochte (overleg)vergadering het maximumbedrag genoemd in tabel IV behorende bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Er komen maximaal toen (overleg)vergaderingen per jaar voor vergoeding in aanmerking.

  • 3. De vergoeding wordt tweemaal per jaar uitbetaald.

  • 4. Over de besteding van het budget als bedoeld in het eerste lid onder a en b wordt jaarlijks door de Wmo-raad in de maand januari schriftelijk verantwoording afgelegd.

  • 5. Op verzoek van de Wmo-raad kan het college faciliteiten beschikbaar stellen die noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van de Wmo-raad.

Artikel 11 Overige bepalingen

  • 1. De leden van de Wmo-raad zullen in de contacten met de gemeente Houten voordelen noch nadelen ondervinden als gevolg van het lidmaatschap van de Wmo-raad.

  • 2. De Wmo-raad behandelt geen klachten die op individuen betrekking hebben.

  • 3. Klachten over de wijze waarop door een persoon die werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van het college uitvoering wordt gegeven aan deze verordening worden behandeld overeenkomstig hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht en de Klachtenregeling van de gemeente.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Wmo-raad.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad 4 juli 2006.

De raad van de gemeente Houten,

de griffier,

de voorzitter,

E.A. Scholten-Quispel

C.H.J. Lamers