Regeling vervallen per 01-04-2012

Beleidsregel eigen vermogen en reserves subsidieontvanger

Geldend van 01-02-2010 t/m 31-03-2012

Intitulé

Beleidsregel eigen vermogen en reserves subsidieontvanger

Burgemeester en wethouders van de gemeente Houten stellen op grond van artikel 1.4 van de Algemene subsidieverordening vast de:

Beleidsregel eigen vermogen en reserves subsidieontvanger

Inhoudsopgave:

Artikel 1 Reikwijdte

Artikel 2 Doelstelling

Artikel 3 Verwijzing

Artikel 4 Beroep en afwijking

Artikel 5 Verplichtingen subsidieontvanger

Artikel 6 Bescheiden

Artikel 7 Gebruik subsidiegelden

Artikel 8 Omvang eigen vermogen

Artikel 9 Toestemming bestemmingreserves

Artikel 10 Vereisten bestemmingsreserves

Artikel 11 Vrije of verplichte egalisatiereserve

Artikel 12 Vereisten egalisatiereserve

Artikel 13 Werking

Artikel 14 Inwerkingtreding en publicatie

--------------------------------------------------------------------------------------

Artikel 1 Reikwijdte

De beleidsregel heeft betrekking op het eigen vermogen en de reserves van de subsidieontvanger.

Artikel 2 Doelstelling

De beleidsregel dient ervoor om aan te geven:

  • a.

    op welke wijze feiten (bewijsstukken) worden verzameld voor een zorgvuldige besluitvorming over het eigen vermogen en de reserves van de subsidieontvanger bij de subsidievaststelling;

  • b.

    op welke wijze wordt omgegaan met de afweging van belangen bij het nemen van beslissingen over eigen vermogen en reserves; en

  • c.

    welke grens wordt geaccepteerd bij de vermogensvorming door een instelling.

Artikel 3 Verwijzing

Ter motivering van een besluit door of namens het college genomen kan worden volstaan met een verwijzing naar deze beleidsregel (art. 4:82 Awb).

Artikel 4 Beroep en afwijking

Het college mag in bijzondere omstandigheden of bij onevenredige gevolgen van deze beleidsregel afwijken.

Artikel 5 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger moet op grond van artikel 2.6 en 3.7 van de Algemene subsidieverordening inzicht geven in zijn eigen vermogen, bestemmingsreserves en egalisatiereserves, overeenkomstig de begripsbepalingen genoemd in artikel 1.1 van de Algemene subsidieverordening.

  • 2. De subsidieontvanger heeft toestemming van het college nodig om reserves te vormen en/of de bestemming van een reserve te wijzigen (art. 2.7, 2.12, 3.8 en 3.13 Asv).

Artikel 6 Bescheiden

  • 1. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling moet de subsidieontvanger een financieel verslag dan wel een jaarrekening, een bestedingsplan van bestemmingsreserves en een vermelding van de omvang van een egalisatiereserve (art. 4:61 Awb) indienen.

  • 2. In een bestedingsplan staan vermeld: de bestemming, de onttrekkingen en/of toevoegingen, de omvang van de reserve per 31 december van enig jaar en de voorgenomen bestedingsdatum.

Artikel 7 Gebruik subsidiegelden

  • 1. De verleende subsidie moet gebruikt worden voor de uitvoering van de afgesproken activiteiten en/of prestaties.

  • 2. Na afloop van de subsidieperiode kunnen kleine restanten van subsidiegelden met toestemming van het college worden gebruikt voor de vorming van of toevoeging aan bestemmingsreserves of voor een egalisatiereserve.

  • 3. De bepalingen in de Algemene subsidieverordening en de Algemene wet bestuursrecht moeten hierbij in acht worden genomen.

Artikel 8 Omvang eigen vermogen

  • 1. Het hebben van voldoende gelden is een reden om de subsidie te weigeren.

  • 2. Bij deze beoordeling speelt de omvang van het eigen vermogen (zonder bestemmingsreserves en egalisatiereserve) een belangrijke rol.

Artikel 9 Toestemming bestemmingreserves

  • 1. De toestemming om reserves te vormen en/of de bestemming te wijzigen kan worden aangevraagd op het aanvraagformulier subsidieverlening.

  • 2. De subsidieontvanger kan ook per brief een verzoek daartoe aan het college doen.

  • 3. De toestemming om reserves te vormen en/of de bestemming te wijzigen moet vóór de daadwerkelijke vorming van een reserve worden verkregen.

  • 4. De toestemming wordt door het college schriftelijk verleend of gemotiveerd geweigerd.

  • 5. De motieven staan in artikel 10 van deze beleidsregel vermeld.

  • 6. Reeds gevormde reserves worden geaccepteerd tot de bedragen, zoals vermeld in de laatste beschikking tot subsidievaststelling van de subsidieontvanger.

Artikel 10 Vereisten bestemmingsreserves

  • 1. De bestemming van een reserve of de wijziging van een bestemming moeten passen binnen de doelstellingen van de subsidieontvanger, zoals vermeld in de statuten of notariële akten van de instelling.

  • 2. De bestemming van een reserve of de wijziging van een bestemming moet een direct verband of een directe relatie hebben met de afgesproken activiteiten en/of prestaties van de instelling.

  • 3. Voor bestemmingsreserves, die niet aan deze vereisten voldoen, wordt geen toestemming verleend.

  • 4. Als een instelling zonder toestemming bestemmingsreserves vormt met (restanten van) van verleende subsidiegelden dan kan dit leiden tot een lagere subsidievaststelling of tot een intrekking of wijziging van de subsidieverstrekking (verlening en vaststelling).

Artikel 11 Vrije of verplichte egalisatiereserve

  • 1. Een subsidieontvanger is vrij in het vormen van een egalisatiereserve, overeenkomstig artikel 2.7 of artikel 3.8 van de Algemene subsidieverordening.

  • 2. Het college kan een subsidieontvanger verplichten een egalisatiereserve te vormen, indien de exploitatie-uitgaven van de subsidieontvanger de afgelopen twee jaren voortdurend schommelden en/of de subsidiegelden niet volledig besteed behoeven te worden ter bekostiging van de afgesproken activiteiten en/of prestaties.

  • 3. Met deze reserve wil het college voorkomen dat een instelling jaarlijks hogere subsidiebedragen aanvraagt voor gelijkblijvende activiteiten, die in dat jaar duurder uitvallen ten gevolge van prijsstijgingen of door andere oorzaken.

  • 4. Een reeds gevormde egalisatiereserve wordt geaccepteerd tot de bedragen, zoals vermeld in de laatste beschikking tot subsidievaststelling van de subsidieontvanger.

Artikel 12 Vereisten egalisatiereserve

  • 1. De jaarlijkse toevoeging aan de egalisatiereserve mag ten hoogste 10% van de laatstelijk vastgestelde subsidie bedragen.

  • 2. De hoogte van de egalisatiereserve mag maximaal 15% van de laatstelijk verleende subsidie bedragen.

  • 3. Als een instelling een hogere egalisatiereserve vormt dan 15% van het laatstelijk verleende subsidiebedrag of de jaarlijkse toevoeging meer dan 10% bedraagt dan kan dit leiden tot een lagere subsidievaststelling of tot een intrekking of wijziging van de subsidieverstrekking (verlening en vaststelling).

Artikel 13 Werking

Deze beleidsregel geldt voor aanvragen voor structurele subsidies en budgetsubsidies en voor besluiten door of namens het college genomen naar aanleiding van die subsidieaanvragen.

Artikel 14 Inwerkingtreding en publicatie

Deze beleidsregel wordt gepubliceerd in het Houtens Nieuws van 27 januari 2010 en treedt in werking op 1 februari 2010.

Houten, 19 januari 2010

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,

de burgemeester,