Winkeltijdenverordening 2013

Geldend van 12-11-2022 t/m heden

Intitulé

Winkeltijdenverordening 2013

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Huizen;

in vergadering bijeen op 26 september 2013,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 september 2013; agendapunt 9;

gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet, zoals luidende met ingang van 1 juli 2013;

overwegende dat als gevolg van de wijziging van de Winkeltijdenwet per 1 juli 2013 voorheen geldende vrijstellingen uit het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet zijn vervallen en dat ter reparatie daarvan de Winkeltijdenverordening 1996 dient te worden aangepast;

b e s l u i t :

de Winkeltijdenverordening 2013 als volgt vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag en

    tweede kerstdag.

Artikel 2 Beslissingstermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een verzoek om ontheffing binnen 8 weken.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing voor ten hoogste 4 weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

  • 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2. Ingeval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffing doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Weigering, intrekking of wijziging van de ontheffing

Ontheffingen op grond van deze verordening kunnen worden geweigerd, ingetrokken of gewijzigd indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de

    ontheffing moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de

    belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de

    ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt gedurende 3 maanden of binnen 3 maanden na verlening

    ervan;

  • f.

    de houder van de ontheffing of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling

  • 1. Voor de in artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt een algemene vrijstelling op zon- en feestdagen van 06.00 uur tot 22.00 uur.

  • 2. Laden en lossen is toegestaan:

    • a.

      gedurende het tijdvak dat de winkel geopend is voor het publiek.

    • b.

      voor winkels in het Oude Dorp gedurende het tijdvak 12.00 uur tot 22.00 uur.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkend verzoek voor een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard (feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen) op feestdagen, niet zijnde zondagen, ontheffing verlenen van het verbod om voor 12.00 uur geopend te zijn.

Artikel 6 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkend verzoek ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

Artikel 7 Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkend verzoek ontheffing verlenen van de in

    artikel 2, eerste lid, onder a en b, vervatte verboden ten behoeve van winkels die gesloten zijn op de in die

    verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 0.00 en 16.00 uur.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen voor ten hoogste 2 winkels een ontheffing als bedoeld in het eerste

    lid verlenen.

  • 3.

    Aan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid worden de volgende voorschriften verbonden:

    • a.

      de winkel dient gesloten te zijn tussen 0.00 en 16.00 uur;

    • b.

      er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van

sterke drank zoals bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet;

  • c.

    de winkeloppervlakte mag niet meer bedragen dan 250 m².

    • 4.

      Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het vorige lid onder c.

Artikel 8 vervallen

Artikel 9a. Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.

    musea;

  • b.

    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren,

    alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter

    voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

  • c.

    winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

Artikel 9b. Openstelling anders dan voor verkoop

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

    • a.

      winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de

winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

b.winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor

zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

2.De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 9c. Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 9d. Begraafplaatsen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de

    zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen

    en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van

    de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieks-ingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

Artikel 9e. Culturele evenementen

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag

    en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of

    evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die

    rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen

    te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement

    tot een uur na afloop daarvan.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 9f. Sportcomplexen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag

    en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar

    uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar

    beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de

zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

Artikel 9g. Bejaardenoorden

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag

    en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar

    uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede

    bloemen en planten plegen te worden verkocht.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de

zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 9h. E.H. Communie

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag

    en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk foto-artikelen

    plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen

    van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

  • 2. De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 9i. Allerheiligen en Allerzielen

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de

    zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen

    te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de

zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

Artikel 9j. Ramadan

  • 1.

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de

    zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot

    zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is

    bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te

    worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

  • 2.

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de

zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot

zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het

bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

Artikel 9k. Carnaval

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de

    zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten aanzien van winkels,

    waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht.

  • 1. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen.

Artikel 9l. Kermis

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag

    en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen

    plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt

    gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de

    zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en

    speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

Artikel 10 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 11 Overgangsregeling

De ontheffingen, verleend op grond van de Winkeltijdenverordening 1996, worden geacht ontheffingen te zijn op grond van deze verordening.

Artikel 12 Citeertitel, inwerkingtreding

Deze verordening kan worden aangehaald als "Winkeltijdenverordening 2013". Zij treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2013.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 26 september 2013

de griffier, de voorzitter,