Regeling vervallen per 01-01-2013

verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

Geldend van 21-08-1998 t/m 31-12-2012

Intitulé

verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Nr. 12

De raad van de gemeente Huizen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 juni 1998;

gelet op artikel 105a1/105a2 van de Wet op het Basisonderwijs, artikel 102al/102a2 van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en artikel 96g/96h van de Wet op het voortgezet onderwijs;

gezien het advies van de commissie onderwijs, sociale zaken en volkshuisvesting;

gezien het gevoerde op overeenstemming gerichte overleg met de vertegenwoordigers van de schoolbesturen;

overwegende dat het noodzakelijk is de toekenning van voorzieningen in het kader van aanvullend gemeentelijk beleid ten aanzien van het onderwijs bij verordening te regelen;

bes1uit:

vast te stellen de volgende verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs.

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het Basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school of, voorzover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;

  • c.

    school: school voor basisonderwijs, school voor speciaal onderwijs, school voor voortgezet speciaal onderwijs, school dan wel instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor algemeen voortgezet onderwijs en voor voorbereidend beroepsonderwijs;

  • d.

    voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage voorzieningen, die onderdeel is van deze verordening;

  • e.

    indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • f.

    toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • g.

    tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • h.

    subsidieplafond: het door de raad of burgemeester en wethouders vastgestelde bedrag, voor een door de raad aangewezen voorziening, dat ten hoogste beschikbaar is binnen een bepaald tijdvak;

  • i.

    feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van burgemeester en wethouders waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • j.

    subsidievaststelling: de beschikking van burgemeester en wethouders waarin het subsidiebedrag voor een voorziening of aanvullende voorziening definitief wordt vastgesteld en een recht op uitbetaling ontstaat.

  • k.

    subsidieverlening: de beschikking van burgemeester en wethouders waarbij een voorwaardelijke financiële aanspraak ontstaat op het subsidiebedrag voor een voorziening of een aanvullende voorziening.

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1. De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2. De raad kan voor een voorziening de bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid overdragen aan burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders nemen daarbij de gemeentebegroting in acht.

  • 3. Burgemeester en wethouders maken het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 juli zenden burgemeester en wethouders aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen.

Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

HOOFDSTUK 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 4 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door burgemeester en wethouders.

Artikel 5 Indiening aanvraag

  • 1. Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij burgemeester en wethouders. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluiten burgemeester en wethouders om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2. De aanvraag vermeldt:

    • a.

      naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      de gewenste voorziening;

    • d.

      de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

    • e.

      een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

  • 3. Bij het ontbreken van één of meer gegevens delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslissen burgemeester en wethouders de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 6 Beslissingstermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslissen burgemeester en wethouders binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij de reden voor de verlenging aan.

  • 3. Burgemeester en wethouders stellen binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 4. Het niet beslissen binnen de termijn als genoemd in het eerste of tweede lid, eerste zin, staat gelijk aan een beschikking tot toekenning van de voorziening.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Burgemeester en wethouders wijzen de aanvraag in ieder geval af indien:

  • a.

    de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van de verordening;

  • b.

    niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • c.

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening; intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 8 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

  • 1. De beschikking van burgemeester en wethouders tot toekenning van een voorziening kan inhouden:

    • a.

      feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening of

    • b.

      een subsidieverlening of

    • c.

      een subsidievaststelling.

  • 2. De beschikking bevat:

    • a.

      het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is toegekend;

    • b.

      de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3. De beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling bevat voorts:

    • a.

      het bedrag van de subsidie of indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag niet vermeldt, het bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld;

    • b.

      het bedrag van het voorschot of de wijze van vaststelling daarvan indien de beschikking tot subsidieverlening bepaalt dat burgemeester en wethouders een voorschot verlenen;

    • c.

      voorzover van belang de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan burgemeester en wethouders.

  • 4. De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 9 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening

  • 1. Na een beschikking tot subsidieverlening dient het schoolbestuur uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in. Burgemeester en wethouders stellen de subsidie ambtshalve vast indien de aanvraag achterwege blijft.

  • 2. Bij de aanvraag toont het schoolbestuur aan dat de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen als genoemd in artikel 8 zijn nagekomen.

  • 3. Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stellen burgemeester en wethouders de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 10 Subsidievaststelling volgend op verlening

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel 9 of binnen acht weken na de verstrekking van de aanvullende informatie. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stellen burgemeester en wethouders het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 2. Burgemeester en wethouders betalen het subsidiebedrag onder verrekening van de betaalde voorschotten overeenkomstig de subsidievaststelling. De betaling vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 11 Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen:

    • a.

      op grond van feiten en omstandigheden waarvan burgemeester en wethouders bij de toekenning van de voorziening redelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de toekenning van de voorziening anderszins zou hebben plaatsgevonden;

    • b.

      indien het schoolbestuur niet voldoet aan de in de beschikking gestelde verplichtingen;

    • c.

      indien de beschikking onjuist was en het schoolbestuur dit wist of behoorde te weten.

  • 2. De intrekking of wijziging van een beschikking tot subsidievaststelling werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 12 Intrekken of wijzigen beschikking tot subsidieverlening

  • 1.

    Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kunnen burgemeester en wethouders een beschikking tot subsidieverlening intrekken of ten nadele van het schoolbestuur wijzigen, indien:

  • a.

    het bepaalde in artikel 11, eerste lid, onder b en c van toepassing is;

  • b.

    de voorziening niet of niet geheel heeft plaatsgevonden of

    zal plaatsvinden;

  • c.

    het schoolbestuur onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt

en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking zou hebben geleid.

2.De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip van toekenning van de voorziening, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 13 Terugvordering

Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd voorzover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de handelingen als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onder b, heeft plaatsgevonden, nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Ten onrechte feitelijk beschikbaar gestelde voorzieningen kunnen worden teruggevorderd voorzover na de dag waarop de voorziening is toegekend nog geen vijf jaren zijn verstreken en de aard van de voorziening dit mogelijk maakt.

Artikel 14 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van burgemeester en wethouders tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

HOOFDSTUK 3 Slotbepalingen

Artikel 15 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van burgemeester en wethouders nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 16 Beslissing van burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 17 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Huizen.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 juli 1998

De voorzitter,

De secretaris,