Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone centrumgebied e.o. Huizen.

Geldend van 09-12-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone centrumgebied e.o. Huizen.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Huizen;

in vergadering bijeen op 1 november 2012,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.23 oktober 2012, agendapunt 2.2.11 (bijlage 11) ;

gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BI-zones) en artikel 156, eerste lid, van de Gemeentewet; en gelet op de tussen de gemeente Huizen en Stichting Ondernemersfonds ’t Hart van Huizen gesloten Uitvoeringsovereenkomst;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone centrumgebied e.o. Huizen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deeluit-makende kaart. Het gebied is verdeeld in binnen de centrumring (rood) en buiten de centrumring (zwart) gelegen onroerende zaken;

  • b.

    de wet: de Experimentenwet BI-zones;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • d.

    Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Huizen en Stichting Ondernemersfonds “t Hart van Huizen gesloten Uitvoeringsovereenkomst Bedrijven Investeringszone centrumgebied Huizen en omgeving.

Artikel 2 Aanwijzing stichting

De Stichting Ondernemersfonds “t Hart van Huizen wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaar-heid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt gedurende een periode van 5 jaar jaarlijks geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2. De belasting wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de BI-zone gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruiken.

  • 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

  • 4. Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Belastingobject

  • 1. Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dient.

  • 2. Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienst-baar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het belastingjaar bedoeld in artikel 4, tweede lid, van deze verordening.

  • 2. De belasting wordt geheven naar gebied waarbij binnen het afgebakende gebied een centrumring en een buitenring zijn aangegeven.

  • 3. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 7 Belastingtarief

1.De belasting bedraagt voor onroerende zaken gelegen binnen de centrumring bij een waarde van:

a.

€ 1.100.000 of hoger

€ 1.640,00

b.

hoger dan € 150.000 doch minder dan € 1.100.000

€ 820,00

c.

€ 150.000 of lager

€ 410,00

De belasting bedraagt voor onroerende zaken gelegen buiten de centrumring bij een waarde van:

a.

hoger dan € 150.000

€ 410,00

b.

€ 150.000 of lager

€ 410,00

2.De belasting als bedoeld in het eerste lid wordt voor het jaar 2013 en volgende jaarlijks verhoogd met 2%.

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Artikel 11 Vrijstellingen

  • 1. Straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen.

  • 2. Onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwende aard alsmede begraafplaatsen en urnentuinen.

  • 3. Onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, en onroerende zaken die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwijs, diensten centra en hiermee gelijk te stellen instellingen zonder commercieel belang;

  • 4. In afwijking van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 12 Algemeen

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening voor de gemeente Huizen niet van toepassing.

Artikel 13 Subsidievaststelling

  • 1. De subsidie wordt verstrekt aan de stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

  • 2. De subsidie wordt vastgesteld op het werkelijk ontvangen bedrag van de BIZ-bijdragen die in de in artikel 4, eerste lid, bedoelde periode worden geheven, verminderd met de perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen zoals opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 14 Wijze van betalen

De subsidie wordt betaald in twee termijnen namelijk vóór 1 juli en 1 december van elk jaar waarin de BIZ-bijdrage wordt geheven. Waarbij de datum 1 december bezien moet worden als een nabetaling van nog ingekomen belastinggelden en variabele kosten e.e.a. conform de Uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 15 Melding van relevante wijzigingen

  • 1. De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

  • 2. De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van verandering of beëindiging van activiteiten.

Artikel 16 Delegatie van de bevoegdheid tot intrekken of wijzigen subsidievaststelling

Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

1.

De verordening BI-zone centrumgebied Huizen e.o. 2012 laatst vastgesteld bij raadsbesluit van 28 april 2011 wordt ingetrokken met ingang van het in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

3.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

4.

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening BI-zone centrumgebied Huizen e.o. 2013”

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 november 2012.

de griffier, de voorzitter,

J.Veenstra mr. A.Ph. Hertog