Regeling vervallen per 19-12-2019

verordenlng rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Huizen 2014

Geldend van 01-01-2015 t/m 18-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2014

Intitulé

verordenlng rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Huizen 2014

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Huizen;

in vergadering bijeen op 11 december 2014,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 december 2014; agendapunt 6.3;

gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid, en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Huizen 2014

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

-commissie:

ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;

-commissielid:

lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;

-raadspresidium:

de vergadering van fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen;

-college:

burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen

  • 1. Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de gemeentegrootte van Huizen vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

  • 3. Vanwege zijn deskundigheid en/of de zwaarte van zijn taak wordt, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, per bijgewoonde vergadering:

    • a.

      aan de voorzitter van de commissie bezwaarschriften een vergoeding toegekend van € 202,59;

    • b.

      aan een lid van de commissie bezwaarschriften een vergoeding toegekend van € 151,94;

    • c.

      aan de voorzitter en leden van de bezwarencommissie functiewaardering een vergoeding toegekend van € 373,78.

  • 4. De in lid drie vermelde vergoedingen worden aangepast overeenkomstig de procentuele wijzigingen van de lid 1 genoemde vergoeding.

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten

  • 1. Aan raadsleden en commissieleden worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte reis- en verblijfkosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2. Aan commissieleden, niet zijnde lid van de raad of het college, worden de reis- en verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.

  • 3. De vergoeding als bedoeld in het eerste en tweede lid is:

    • a.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

  • 4. De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed.

  • 5. In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.

  • 6. De reis- en verblijfkosten worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 4 Buitenlandse excursie of reis

  • 1. De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad of een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de gemeente wordt georgani-seerd. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 5 Scholing

  • 1. Raads- of commissieleden die aan scholing als bedoeld in artikel 13, eerste lid van het Rechtspositie-besluit raads- en commissieleden willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier. De griffier beslist op de aanvraag.

  • 2. De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kosten-specificatie.

  • 3. Kosten van scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komen altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in het eerste lid.

  • 4. Het opleidingsbudget voor raads- en commissieleden wordt jaarlijks vastgesteld op dezelfde wijze als bij de gemeentelijke diensten.

  • 5. Aanvragen die niet overeenkomstig de bepalingen in deze verordening worden ingediend komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 6. Bij twijfel of een aanvraag voldoet aan de eisen gesteld in dit artikel beslist het raadspresidium of scholingskosten vergoed moeten worden.

Artikel 6 Computer en internetverbinding

  • 1. Raads- of commissieleden aan wie op aanvraag een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen wordt gegeven, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Voor raads- en commissieleden die, in afwijking van het eerste lid, een tegemoetkoming willen voor het gebruik van de eigen computer, is de jaarlijkse tegemoetkoming gelijk aan 25% van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die van gemeentewege aan de overige raads- en commissieleden in bruikleen is/wordt gegeven.

  • 3. Voor raads- en commissieleden die, in afwijking van het eerste lid, een tegemoetkoming willen vanwege de aanschaf van een computer, is de tegemoetkoming:

    • a.

      in het eerste jaar van de raadsperiode gelijk aan 100% van de aanschafwaarde, met dien verstande dat de tegemoetkoming nooit meer kan zijn de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die van gemeentewege aan de overige raads- en commissieleden in bruikleen is gegeven;

    • b.

      in het tweede jaar van de raadsperiode gelijk aan 75% van de aanschafwaarde, met dien verstande dat de tegemoetkoming nooit meer kan zijn dan 75% van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die van gemeentewege aan de overige raads- en commissieleden in bruikleen is gegeven;

    • c.

      in het derde jaar van de raadsperiode gelijk aan 50% van de aanschafwaarde, met dien verstande dat de tegemoetkoming nooit meer kan zijn dan 50% van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die van gemeentewege aan de overige raads- en commissieleden in bruikleen is gegeven;

    • d.

      in het vierde jaar en laatste jaar van de raadsperiode gelijk aan 25% van de aanschafwaarde, met dien verstande dat de tegemoetkoming nooit meer kan zijn dan 25% van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die van gemeentewege aan de overige raads- en commissieleden in bruikleen is gegeven.

  • 4. De vergoeding in lid 3 wordt slechts eenmaal per raadsperiode verstrekt.

  • 5. De vergoeding voor de aanleg- en abonnementskosten voor een internetverbinding voor de computer bedoeld in dit artikel, bedraagt € 10 per maand.

  • 6. Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de griffier en gaat vergezeld van de benodigde bewijsstukken.

Artikel 7 Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 8 Reiskosten woon-werkverkeer

Indien en voor zolang de wethouder geen ingezetene is van de gemeente Huizen, geldt voor de berekening van reiskostenvergoeding tussen woning en werk de regeling die van toepassing is voor ambtenaren in dienst van de gemeente Huizen, met dien verstande dat het bedrag per kilometer gelijk is aan de norm genoemd in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 9 Zakelijke reiskosten

  • 1. Voor zakelijke reiskosten binnen het grondgebied van de gemeente Huizen ontvangt de wethouder een vergoeding voor 190 kilometer per maand op basis van de vergoedingsnorm als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders. Bij ziekte langer dan één maand wordt de vergoeding stopgezet.

  • 2. Wethouders hebben recht op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 3. De reis- en verblijfkosten als bedoeld in het tweede lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 10 Buitenlandse dienstreis

  • 1. Als de wethouders in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maken worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 11 Computer en internetverbinding

  • 1. De wethouders aan wie een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2. Voor wethouders die, in afwijking van het eerste lid, een tegemoetkoming willen voor het gebruik van de eigen computer, is gedurende vier kalenderjaren de jaarlijkse tegemoetkoming gelijk aan 25% van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die van gemeentewege aan wethouders in bruikleen ter beschikking wordt gesteld.

  • 3. Voor wethouders die, in afwijking van het eerste lid, een tegemoetkoming willen vanwege de aanschaf van een computer, is de tegemoetkoming:

  • a. in het eerste jaar van de raadsperiode gelijk aan 100% van de aanschafwaarde, met dien verstande dat de tegemoetkoming nooit meer kan zijn de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die van gemeentewege aan wethouders in bruikleen is gegeven;

  • b. in het tweede jaar van de raadsperiode gelijk aan 75% van de aanschafwaarde, met dien verstande dat de tegemoetkoming nooit meer kan zijn dan 75% van de aanschafwaarde van de computer; bijbehorende apparatuur en software die van gemeentewege aan wethouders in bruikleen is gegeven;

  • c. in het derde jaar van de raadsperiode gelijk aan 50% van de aanschafwaarde, met dien verstande dat de tegemoetkoming nooit meer kan zijn dan 50% van de aanschafwaarde van de computer; bijbehorende apparatuur en software die van gemeentewege aan wethouders in bruikleen is gegeven;

  • d. in het vierde jaar en laatste jaar van de raadsperiode gelijk aan 25% van de aanschafwaarde, met dien verstande dat de tegemoetkoming nooit meer kan zijn dan 25% van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die van gemeentewege aan wethouders in bruikleen is gegeven.

  • 4. De vergoeding in lid 3 wordt slechts eenmaal per raadsperiode verstrekt.

  • 5. De vergoeding voor de aanleg- en abonnementskosten voor een internetverbinding voor de computer bedoeld in dit artikel, bedraagt € 10 per maand.

  • 6. Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris en gaat vergezeld van de benodigde bewijsstukken.

Artikel 12 Communicatieapparatuur

De wethouders aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 13 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt, heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders, en

  • b.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 14 Werkkostenregeling

Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 15 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. Raads- en commissieleden en wethouders dragen ten behoeve van het vergoeden van kosten zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

  • 2. Verantwoording van de vergoeding door het raadslid, het commissielid respectievelijk de wethouder vindt plaats door een door het college vastgesteld formulier volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3. Facturen komen alleen voor vergoeding in aanmerking als voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening.

  • 4. Het formulier wordt ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar.

Artikel 16 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. Declaraties dienen binnen 3 maanden na afloop van de kalendermaand waarin de betreffende kosten zijn gemaakt, te worden ingediend.

  • 2. Declarant ondertekent de declaratie en voorziet deze in voorkomende gevallen van originele bewijs-stukken.

  • 3. Declaraties van raadsleden en van door de raad ingestelde commissies dienen voor akkoord te zijn meeondertekend door de griffier. Declaraties van door burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester ingestelde commissies, alsmede declaraties van wethouders dienen voor akkoord te zijn meeondertekend door de gemeentesecretaris.

Hoofdstuk V Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 17 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011 wordt ingetrokken.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015 en werkt terug tot en met 1 juli 2014.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Huizen 2014.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 11 december 2014,
de griffier, de voorzitter,
J.Veenstra mr. A.Ph. Hertog