Regeling vervallen per 01-07-2008

Exploitatieverordening gemeente Hulst 2003

Geldend van 11-04-2003 t/m 30-06-2008

Intitulé

Exploitatieverordening gemeente Hulst 2003

De raad van de gemeente Hulst;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 februari 2003 (rv2003/62)

gelet op artikel 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, artikel 222 Gemeentewet en deAlgemene wet bestuursrecht,

besluit

onder intrekking van het besluit d.d. 27 september 2001 tot vaststelling Exploitatieverordeninggemeente Hulst 2001 van de gemeenteraad van Hulst;

onder intrekking van het besluit d.d. 4 september 2002 tot vaststelling van deexploitatieverordening gemeente Hontenisse 2002 van de gemeenteraad van Hontenisse;

vast te stellen de volgende verordening houdende de voorwaarden waaronder de gemeentemedewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden:

Exploitatieverordening gemeente Hulst 2003

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      tand van gronden aan de gemeente: eigendomsoverdracht van gronden aan de gemeente;

    • b.

      bekostigingsbesluit: een besluit van de gemeenteraad waarin overeenkomstig artikel 222 van de Gemeentewet wordt besloten in welke mate de aan de voorzieningen verbonden lasten zullen kunnen worden verhaald op een daarbij aangeduid gebied;

    • c.

      exploitant: de genothebbende krachtens eigendom of anderszins rechthebbende van een in het exploitatiegebied gelegen onroerende zaak welke door het treffen van voorzieningen van openbaar nut wordt gebaat;

    • d.

      exploitatiegebied: een als zodanig door de gemeenteraad aangewezen gebied, dat wordt gebaat door het treffen van voorzieningen van openbaar nut;

    • e.

      exploitatieopzet: het vanwege de gemeente op te stellen overzicht van de kosten en baten van het exploitatiegebied teneinde de mogelijkheid van het verhaal van de gemeentelijke kosten op de exploitant(en) te beoordelen;

    • f.

      exploitatieovereenkomst: de overeenkomst, onder welke naam dan ook gesloten, waarin de gemeente met een exploitant de voorwaarden overeenkomt waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van het exploitatiegebied;

    • g.

      gebaat worden: het geschikt of beter geschikt worden voor bebouwing, dan wel anderszins in een voordeliger positie komen te verkeren;

    • h.

      (medewerking aan het) in exploitatie brengen: het (door of met medewerking van de gemeente) treffen van voorzieningen van openbaar nut en anderszins, waardoor de in het exploitatiegebied gelegen onroerende zaken worden gebaat;

    • i.

      (het treffen van) voorzieningen van openbaar nut: (het verrichten van) onder andere de in lid 2 vermelde werken en werkzaamheden binnen een exploitatiegebied, alsmede buiten het exploitatiegebied voor zover de binnen het exploitatiegebied liggende onroerende zaken door deze voorzieningen direct dan wel indirect worden gebaat.

  • 2.

    De volgende werken en werkzaamheden worden tenminste beschouwd als voorzieningen van openbaar nut in de zin van deze verordening:

    • a.

      riolering, met inbegrip van het realiseren van de bijbehorende werken, alsmede waterhuishoudkundige werken met inbegrip van drainagevoorzieningen;

    • b.

      weg- en waterbouwkundige werken, waaronder begrepen wegen, parkeervoorzieningen, pleinen, trottoirs, voet- en rijwielpaden, straatmeubilair, alsmede waterpartijen, drainages, watergangen, bruggen, tunnels, viaducten met inbegrip van bijbehorende of rechtstreeks verband houdende werken;

    • c.

      plantsoenen en andere groenvoorzieningen, waaronder begrepen openbare speelplaatsen en speelweiden, alsmede de sierende elementen welke rechtstreeks voortvloeien uit een juiste uitvoering van een verzorgd bestemmingsplan;

    • d.

      openbare verlichting, verkeersborden en andere borden, verkeersregelinstallaties en brandkranen met de nodige aansluitingen;

    • e.

      alle overige werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut.

Artikel 2 Algemeen

Voorzieningen van openbaar nut worden door de gemeente aangelegd, tenzij de aanleg behoort totde taken van een andere instantie, of de gemeenteraad uitdrukkelijk heeft ingestemd met gehele ofgedeeltelijke aanleg door de exploitant. De gemeenteraad neemt geen besluit om aanleg door deexploitant toe te staan dan nadat gebleken is, dat een kwalitatief goede uitvoering zowel feitelijkals financieel is gewaarborgd, daartoe voldoende garantie is gesteld en geen zwaarwegende ofbeleidsmatige belemmeringen voor een zodanige werkwijze bestaan.

Artikel 3 Kosten van exploitatie

Voor de berekening van kosten en de vaststelling van exploitatiebijdragen, wordt onder de kostenvan (het verlenen van medewerking aan) het in exploitatie brengen begrepen:

  • 1.

    de inbrengwaarde van de binnen het exploitatiegebied gelegen gronden van de gemeente,bestaande uit:

    • a.

      de waarde van de grond;

    • b.

      de waarde van de opstallen, die voor de verwezenlijking van de bestemming niet gehandhaafdkunnen worden;

    • c.

      de kosten van het vrijmaken van de gronden van opstallen;

    • d.

      de kosten van vrijmaken van de grond van zich in de grond bevindende resten, zoalsfunderingen, leidingen en kabels;

    • e.

      de kosten van het vrijmaken van de grond van persoonlijke rechten en lasten, zoals eigendom,bezit of beperkt recht, alsmede zakelijke rechten en lasten;

    • f.

      de kosten van schadevergoedingen en schadeloosstellingen;

De waarden bedoeld in sub a en b worden vastgesteld op basis van een marktwaardeberekening, doch niet lager dan het totaal van de gemeentelijke verwerving, beheer inclusief renteverliezen terzake van die gronden en opstallen;

  • 2.

    de kosten van het treffen van de in artikel 1, lid 2 omschreven voorzieningen van openbaar nutbinnen het exploitatiegebied;

  • 3.

    de inbrengwaarde van de binnen het exploitatiegebied gelegen gronden van derden, voor zoverdie inbrengwaarde ten behoeve van een redelijke en evenredige toerekening van kosten in deexploitatieopzet wordt betrokken.

  • 4.

    de kosten van het treffen van voorzieningen van openbaar nut buiten het exploitatiegebied voorzover de binnen het exploitatiegebied liggende onroerende zaken door deze voorzieningen directdan wel indirect worden gebaat, waaronder voorzieningen zoals bedoeld in artikel 1, lid 2 en artikel3 sub 1 en 5;

  • 5.

    de geldelijke gevolgen voor de gemeente van:

  • a.

    het dempen van sloten en het verrichten van grondwerken ten behoeve van voorzieningen vanopenbaar nut met inbegrip van het egaliseren, ophogen en afgraven van gronden;

  • b.

    het verrichten van bodemonderzoek en -sanering, voorzover het de ondergrond vanvoorzieningen van openbaar nut betreft en voorzover verhaal bij derden of subsidiëring van de daarmee verband houdende kosten niet in de rede ligt;

  • c.

    het treffen van in verband met de milieuwetgeving, milieutechnisch of ecologisch noodzakelijkemaatregelen en voorzieningen ter uitvoering van een bestemmingsplan, zoalsgeluidsvoorzieningen en noodzakelijke verplaatsing van milieuhinderlijke bedrijven; 

  • d.

    de verwerving van de ondergrond van voorzieningen van openbaar nut binnen, alsmede buitenhet exploitatiegebied voor zover de binnen het exploitatiegebied liggende onroerende zakendoor deze voorzieningen direct dan wel indirect worden gebaat;

  • e.

    het slopen van opstallen op de ondergrond van voorzieningen van openbaar nut binnen, alsmedebuiten het exploitatiegebied voor zover de binnen het exploitatiegebied liggende onroerende zaken door deze voorzieningen direct dan wel indirect worden gebaat;

  • f.

    de kosten van alle overige werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor (medewerking verlenenvan) het in exploitatie brengen van gronden, waaronder begrepen:

  • 1e.

    de kosten van planontwikkeling, planvoorbereiding en planbeheer en plantoezicht. Onder deze kosten wordt ten minste verstaan: de kosten verband houdende met het opstellen of vervaardigen van structuurplannen en bestemmingsplannen, het opstellen van planmatige uitwerkingen of wijzigingen, het vervaardigen van besluiten tot het verlenen van vrijstelling van een bestemmingsplan alsmede van overige planologische maatregelen voor zover deze nodig zijn voor het in exploitatie brengen van gronden,

  • 2e.

    de toe te kennen planschadevergoedingen ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, alsmede de kosten verband houdende met het in procedure nemen van de aanvraag tot planschadevergoeding;

  • 3e.

    de kosten verband houdende met onderzoeken, voorbereiding en toezicht ten behoeve vande voorzieningen van openbaar nut voor zover deze verband houden met het in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied;

  • 4e.

    de kosten van het gemeentelijk apparaat en ingeschakelde externe adviseurs, voor zover dierechtstreeks aan het in exploitatie brengen van gronden kunnen worden toegerekend;

  • 5e.

    de rente van geïnvesteerde kapitalen en overige lasten, verminderd met renteopbrengsten;

  • 6e.

    de kosten van tijdelijk beheer van de ondergrond van voorzieningen van openbaar nut,zijnde de kosten die tengevolge van een noodzakelijk actief verwervingsbeleid worden gemaakt en niet dan wel niet geheel door middel van tijdelijke verhuur worden gedekt, en van onderhoud van deze voorzieningen;

  • 7e.

    bijdragen aan fondsen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, lid 4.

  • 8e.

    overige kosten, die in beginsel ten laste van de grondexploitatie behoren te wordengebracht.

Artikel 4 Wijze van toerekening

  • 1.

    Ingeval er sprake is van een enkele exploitant in het exploitatiegebied wordt de bijdrage van de exploitant vastgesteld op het totaal van de op grond van de bepalingen van deze verordening doorde gemeente in rekening te brengen kosten, vergoedingen en bijdragen. Ingeval er sprake is vanmeer exploitanten in hetzelfde exploitatiegebied wordt voor de berekening van ieders bijdrage eenverdeelsleutel vastgesteld rekeninghoudende met de veronderstelde opbrengstcapaciteit (marktwaarde) van de gronden van de respectievelijke exploitanten na realisering, zoals geraamd ineen vanwege de gemeente op te stellen exploitatieopzet. De exploitanten dragen bij in de totalekosten van het exploitatiegebied naar rato van de opbrengstcapaciteit van hun gronden

  • 2.

    Indien eigendomsoverdracht plaatsvindt van gronden van de gemeente aan exploitant tenbehoeve van de exploitatie, is de exploitant terzake tevens een vergoeding verschuldigd, vast testellen op basis van de marktwaarde van die gronden, vermeerderd met de kosten terzake van deoverdracht.

  • 3.

    Indien op de in dit artikel onder 1 beschreven wijze de verschillen in profijt van de vangemeentewege getroffen voorzieningen van openbaar nut niet voldoende tot uitdrukking komen inde wijze van toerekening, geschiedt de toerekening op basis van een nader door de gemeenteraadte bepalen grondslag die beter uitdrukking geeft aan de aanwezige verschillen in profijt.

Artikel 5 Vaststelling exploitatiebijdrage

  • 1.

    De exploitant betaalt als bijdrage in de kosten verband houdende met het verlenen vanmedewerking aan het in exploitatie brengen van gronden het bedrag dat volgens de voorgaandebepalingen aan zijn onroerende zaak wordt toegerekend, vermeerderd met de kosten op de afstandvan de gronden bestemd voor de aanleg en/of aanpassing van voorzieningen van openbaar nutvallende en de kosten van kadastrale uitmeting.

    Indien en voor zover artikel 3, lid 3 c.q. artikel 4, lid 2 onder b van toepassing is, wordt deexploitatiebijdrage verminderd met de inbrengwaarde van de bij de exploitant in eigendom zijnde en voor exploitatie bedoelde gronden en van de gronden welke zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut en door exploitant aan de gemeente worden afgestaan.

  • 2.

    De waarde van de in lid 1, tweede volzin bedoelde grond die door de exploitant is ingebrachtwordt door de gemeente en de exploitant gezamenlijk door middel van taxatie vastgesteld. Indienhierover geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt deze waarde vastgesteld door eencommissie van drie deskundigen, van wie één aan te wijzen door de gemeente, één door deexploitant en een derde door de beide reeds aangewezen deskundigen of, indien zij het daaroverniet eens kunnen worden, door de terzake bevoegde kantonrechter.

  • 3.

    Indien de exploitant zelf conform artikel 6, lid 4, onder e, voorzieningen van openbaar nutaanlegt, wordt bij het bepalen van de exploitatiebijdrage rekening gehouden met de kosten van dedoor de exploitant uit te voeren werken en werkzaamheden.

  • 4.

    Van de exploitant kan een bijdrage worden verlangd in door de gemeenteraad ingestelde fondsen ten behoeve van buiten het exploitatiegebied aanwezige en/of te realiseren voorzieningen van openbaar nut dan wel ten behoeve van verrekening met exploitatiegebieden met eventuele tekorten in de exploitatie. De gemeenteraad stelt de hoogte van de bijdragen aan dergelijke fondsen periodiek vast.

Artikel 6 Inhoud exploitatieovereenkomst

  • 1.

    De voorwaarden waaronder de gemeente medewerking verleent aan het in bouwexploitatiebrengen van gronden worden vastgelegd in een door of vanwege de gemeente op te stellenexploitatie-overeenkomst.

  • 2.

    Het verhaal van kosten verband houdende met het verlenen van medewerking aan het inexploitatie brengen van gronden vindt plaats met inachtneming van de voorgaande artikelen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders besluiten tot het aangaan van een exploitatieovereenkomst op initiatief van de gemeente slechts nadat een bekostigingsbesluit is vastgesteld.

  • 4.

    De exploitatie-overeenkomst kan bepalingen bevatten over:

  • a.

    de aard, omvang en kwaliteit van de door de gemeente of exploitant aan te leggenvoorzieningen van openbaar nut;

  • b.

    het tijdvak waarbinnen deze voorzieningen worden uitgevoerd;

  • c.

    de ten laste van de exploitant komende bijdrage als bedoeld in artikel 5, lid 1, alsmedeeen sluitende waarborg voor tijdige betaling daarvan;

  • d.

    in voorkomende gevallen de afstand van gronden aan de gemeente, voorzover die gronden zijnbestemd voor de aanleg of aanpassing van voorzieningen van openbaar nut, en in deze gevallen het verrichten van onderzoek naar bodemverontreiniging op kosten van exploitant;

  • e.

    in gevallen waarbij de gemeenteraad besluit de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de doorde gemeente aan te leggen voorzieningen van openbaar nut aan de exploitant op te dragen:

    deze opdracht of aanlegverplichting en sluitende waarborging voor een tijdige en kwalitatiefgoede uitvoering en voor de nakoming van financiële verplichtingen van de exploitant;

  • f.

    een betalingsregeling;

  • g.

    in voorkomende gevallen een taakverdeling;

  • h.

    in voorkomende gevallen een regeling voor gewijzigde omstandigheden, wanprestatie,aansprakelijkheid en faillissement;

  • i.

    de overeengekomen prijs voor de inbreng van gronden door exploitant c.q. gemeente;

  • j.

    aanvullende voorwaarden ter waarborging van een goede en tijdige uitvoering van debouwwerkzaamheden en van de door het college van burgemeester en wethouders of degemeenteraad vastgestelde beleidsdoeleinden met betrekking tot het gebruik, de exploitatie enhet beheer van het exploitatiegebied.

Artikel 7 Aanvraag voor medewerking

  • 1.

    Op een schriftelijk bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag voor medewerking aanhet in exploitatie brengen van gronden gelden de bepalingen van dit artikel. Deze aanvraag dient inieder geval vergezeld te gaan van:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van de in exploitatie te brengen onroerende zaken;

    • b.

      gegevens, waaruit blijkt dat de belanghebbende genothebbende krachtens eigendom, bezit of

      beperkt recht van de in exploitatie te brengen onroerende zaken is of kan worden;

    • c.

      gegevens omtrent de door belanghebbende te treffen (bouw)werkzaamheden;

    • d.

      gegevens waaruit blijkt dat de belanghebbende financieel in staat is tot exploitatie over te gaanen de benodigde zekerheden te stellen.

  • 2.

    Ingeval door burgemeester en wethouders een aanvraag voor een bouwvergunning, eventueel incombinatie met een aanvraag voor vrijstelling, wordt ontvangen, waarbij in geval van verlening vande vrijstelling en/of bouwvergunning van gemeentewege voorzieningen van openbaar nut moetenworden getroffen, wordt hiervan zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval voor de beslissing op deaanvraag mededeling gedaan aan de aanvrager. Daarbij zal een zo nauwkeurig mogelijke raming vande voor rekening van de exploitant komende kosten, verband houdende met het in exploitatiebrengen van gronden, worden verstrekt. Tevens zal daarbij aan de aanvrager de gelegenheidworden gegeven tot het indienen van een aanvraag voor medewerking.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders reageren op een schriftelijke aanvraag voor medewerking alsbedoeld in lid 1 van dit artikel, hetzij met een weigering hetzij met de aanbieding van een conceptovereenkomst, binnen zes maanden na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. Deze termijn kan onder vermelding van de redenen daarvoor door burgemeester en wethouders worden verlengd met een maximum van zes maanden.

  • 4.

    De reactie op een aanvraag kan worden aangehouden:

    • a.

      ingeval de procedure tot goedkeuring van het van toepassing zijnde bestemmingsplan of eenherziening daarvan nog niet is afgerond, tot vier weken na het onherroepelijk worden van (hetbetreffende deel van) het bestemmingsplan of de herziening daarvan;

    • b.

      ingeval voorzienbaar is dat de in artikel 8 genoemde belemmeringen binnen afzienbare tijdzullen kunnen worden weggenomen, tot vier weken nadat deze belemmeringen zijnweggenomen.

Artikel 8 Weigeringsgronden voor een exploitatieovereenkomst

De medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden behoeft in ieder geval niet te wordenverleend, indien:

  • a.

    de in exploitatie te brengen grond niet is gelegen in een gebied waarvoor een bestemmingsplangeldt;

  • b.

    de door de exploitant aangegeven (bouw)werkzaamheden of de daartoe benodigdevoorzieningen van openbaar nut zouden leiden tot strijd met het bestemmingsplan, deWoningwet of andere wet- of regelgeving;

  • c.

    het treffen van de voorzieningen, hoewel overeenkomstig een bestemmingsplan, anderszins zouleiden tot strijd met belangen van een doeltreffende uitbreiding van bebouwing ofherinrichting;

  • d.

    het in exploitatie brengen van grond anderszins zou leiden tot ten laste van de gemeenteblijvende kosten van voorzieningen van openbaar nut of tot bezwaren ten aanzien van hetdoeltreffend voorzien in watervoorziening, openbare verlichting, riolering en anderevoorzieningen van openbaar nut;

  • e.

    de exploitant niet bereid of in staat is om sluitende waarborgen te stellen voor tijdige enkwalitatief goede uitvoering c.q. nakoming van zijn feitelijke en financiële verplichtingen;

  • f.

    exploitant geen afstand wil doen van gronden ten behoeve van aanleg van voorzieningen vanopenbaar nut;

  • g.

    exploitant de ondergrond van voorzieningen van openbaar nut niet wil onderzoeken op deaanwezigheid van bodemverontreiniging, dan wel de bodem niet wil saneren wanneer datnoodzakelijk is;

  • h.

    de exploitant niet bereid is de voorzieningen van openbaar nut door de gemeente te latenaanleggen, behoudens in

  • i.

    het geval van een verkregen opdracht als bedoeld in artikel 6, lid 4onder e.

Artikel 9 Relatie baatbelasting

In een gebied waarvoor een bekostigingsbesluit is genomen, zal, indien de exploitant eenexploitatieovereenkomst aangaat, in de overeenkomst worden bepaald dat, met betrekking tot deuitvoering van de in deze overeenkomst genoemde voorzieningen van openbaar nut, geenaanvullend kostenverhaal op basis van baatbelasting ten laste van de betreffende onroerende zaakzal plaatsvinden.

Artikel 10 Uitzonderingsbepalingen

De artikelen 3 lid 1, 5, en 6 van deze verordening zijn niet van toepassing op voorzieningen vanopenbaar nut van ondergeschikt belang, zoals een uitweg op de openbare weg of een aansluiting ophet openbare riool. In dergelijke gevallen besluiten burgemeester en wethouders onder welkevoorwaarden deze voorzieningen van openbaar nut door of met medewerking van de gemeentezullen worden aangelegd.

Artikel 11 Specifieke overeenkomsten

In de gevallen, waarin de gemeentelijke betrokkenheid bij de (her)ontwikkeling van gebiedenzodanig groot is dat daarvoor specifieke projectontwikkelingsovereenkomsten met grondeigenarendienen te worden aangegaan en de letterlijke toepassing van deze verordening daarvoorbelemmeringen opwerpt, kan de gemeenteraad besluiten in de met deze partijen te sluitenovereenkomsten af te wijken van bepalingen in deze verordening. De gemeenteraad geeft alsdan deredenen aan welke tot toepassing van dit artikel leiden en stelt de specifieke voorwaarden vast voorde te sluiten projectontwikkelingsovereenkomsten, zoals deze voortvloeien uit de door degemeenteraad geformuleerde beleidsdoelstellingen voor de ontwikkeling van het exploitatiegebied.

Artikel 12 Overgangsbepalingen

Ingeval vóór het moment van inwerkingtreding van deze verordening een bekostigingsbesluit isgenomen dan wel een aanvraag als bedoeld in artikel 7 is ingediend, kan deexploitatieovereenkomst worden gebaseerd op de ‘Exploitatieverordening gemeente Hulst 2001’,zoals vastgesteld op 27 september 2001 dan wel de ‘Exploitatieverordening gemeente Hontenisse

2002’, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 4 september 2002.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt na publicatie en met inachtneming van de tijdelijke referendumwet inwerking.

Op hetzelfde tijdstip vervallen de ‘Exploitatieverordening gemeente Hulst 2001’ zoals vastgesteldbij raadsbesluit van 27 september 2001 en de ‘Exploitatieverordening gemeente Hontenisse 2002’,zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 4 september 2002.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Exploitatieverordening gemeente Hulst 2003'.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Hulst 27 maart 2003.

De raadsgriffier, De raadsvoorzitter,