Herziene voorwaarden voor de ingebruikname van standplaatsen op kermisterreinen

Geldend van 09-03-2006 t/m heden

Intitulé

HERZIENE VOORWAARDEN VOOR DE INGEBRUIKNAME VAN STANDPLAATSEN OP KERMISTERREINEN

De raad van de gemeente Hulst;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 januari 2006;

gelet op het aangenomen amendement d.d. 24 maart 2005;

B E S L U I T :

Vast te stellen de volgende

HERZIENE VOORWAARDEN VOOR DE INGEBRUIKNAME VAN STANDPLAATSEN OP KERMISTERREINEN

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1 Kermissen

  • 1. De verhuurvoorwaarden als bedoeld in hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 van deze “Voorwaarden” zijn van toepassing op de kermis te Hulst, waar de voorjaarskermis plaatsvindt van Hemelvaartsdag tot en met de maandag daaropvolgend, en waar de najaarskermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaande aan de eerste maandag in oktober tot en met dinsdag daaropvolgend:

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 van deze “Voorwaarden” geheel of gedeeltelijk van toepassing te verklaren op de volgende kermissen:

    • a.

      Sint Jansteen

      waar de kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaande aan de laatste zondag in juni tot en met de dinsdag daaropvolgend;

    • b.

      Kloosterzande

      waar de juli-kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaande aan de eerste zondag van juli tot en met de maandag daaropvolgend, en waar

      de augustus-kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaande aan de zondag die het dichtst is gelegen bij 15 augustus tot en met de maandag daaropvolgend;

    • c.

      Clinge

      waar de kermis plaatsvindt van zaterdag voor de eerste zondag na of op 15 juli tot en met de dinsdag daaropvolgend;

    • d.

      Vogelwaarde

      waar de juli-kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaand aan de tweede

      zondag in juli tot en met de maandag daaropvolgend en waar

      de september–kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaand aan de tweede zondag in september tot en met de maandag daaropvolgend;

    • e.

      Heikant

      waar de kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaand aan de vierde zondag in oktober tot en met de dinsdag daaropvolgend;

    • f.

      Nieuw Namen

      waar de kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaand aan de tweede zondag in september tot en met de dinsdag daaropvolgend;

    • g.

      Graauw

      waar de kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaand aan de derde zondag in juni tot en met de maandag daaropvolgend.

    • h.

      Hengstdijk

      waar de kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaand aan de laatste zondag in augustus tot en met de maandag daaropvolgend;

    • i.

      Lamswaarde

      waar de eerste kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaand aan de tweede zondag na Pinksteren tot en met de maandag daaropvolgend en de

      septemberkermis plaatsvindt op de zondag gelegen tussen 16 en 22 september met de zaterdag daaraan voorafgaand en de maandag daaropvolgend;

    • j.

      Terhole

      waar de juli-kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaand aan de vierde zondag in juli tot en met de maandag daaropvolgend en de

      september-kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaand aan de laatste zondag in september tot en met de maandag daaropvolgend;

    • k.

      Kapellebrug

      waar de kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaand aan de derde zondag in oktober tot en met dinsdag daaropvolgend;

    • l.

      Ossenisse

      waar de kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaand aan de eerste zondag na Pinksteren tot en met de maandag daaropvolgend;

    • m.

      Zandberg

      waar de kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaand aan de eerste zondag in september tot en met de maandag daaropvolgend;

      n. Absdale

      waar de kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaand aan de eerste zondag in juli tot en met de dinsdag daaropvolgend;

    • o.

      Paal

      waar de kermis plaatsvindt van zaterdag voorafgaande aan de laatste zondag in augustus tot en met de maandag daaropvolgend;

    • p.

      Noordstraat

      waar de kermis plaatsvindt op zondag volgend op die waarop de augustuskermis te Kloosterzande wordt gevierd tot en met de maandag daaropvolgend.

Artikel 2 Wijziging duur kermis

Burgemeester en wethouders kunnen in afzonderlijke gevallen, waarin een bijzondere omstandigheid daar naar hun oordeel aanleiding toe geeft, bepalen dat de duur van een kermis wordt uitgebreid met ten hoogste twee dagen.

Artikel 3 Openingstijden kermis

  • 1. De eerste dag van de kermis mogen de kermisinrichtingen geopend worden vanaf 13.00 uur.

  • 2. Op zondag mogen geen openbare vermakelijkheden als bedoeld in de Zondagswet plaatsvinden dan na beëindiging van alle in de voormiddag gehouden godsdienstoefeningen.

  • 3. Op zondag en Hemelvaartsdag is het niet toegestaan om voor 13.00 uur muziek of ander rumoer te veroorzaken, hetwelk op meer dan 200 meter van het kermisterrein hoorbaar is.

  • 4. De overige dagen mogen de kermisinrichtingen geopend worden vanaf 12.00 uur.

Artikel 4 Sluitingstijden kermis

De kermisinrichtingen moeten telkens om uiterlijk 24.00 uur gesloten zijn.

Artikel 5 Aanwijzing kermisterreinen

Burgemeester en wethouders wijzen voor elk van de in artikel 1 genoemde woonkernen één of meer kermisterreinen aan.

Artikel 6 Parkeerplaatsen kermiswagens

Burgemeester en wethouders wijzen voor elk van de in artikel 1 genoemde woonkernen de parkeerplaatsen aan voor woon- en vrachtwagens van de kermisexploitanten.

HOOFDSTUK 2 INSCHRIJVING

Artikel 7 Inschrijving

  • 1.

    De verhuur van standplaatsen voor de kermis geschiedt bij inschrijving.

  • 2.

    Inschrijving dient te geschieden op daartoe door of vanwege burgemeester en wethouders vastgestelde en ter beschikking gestelde formulieren of op inschrijfformulieren, die door de kermisbonden worden uitgegeven.

  • 3.

    Inschrijvingen kunnen alleen worden gedaan door exploitanten van kermisinrichtingen zoals deze staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken of bij een vergelijkbare buitenlandse instantie, dan wel door hun gemachtigden. De bevoegdheid van gemachtigde moet blijken uit een aan het inschrijfformulier aangehangen, door de exploitant ondertekende, volmacht. Niemand kan optreden als gemachtigde van meer dan één exploitant.

  • 4.

    Op het inschrijfformulier moet ten minste worden vermeld:

    • a.

      naam, voornaam en adres van de inschrijver, dan wel correspondentieadres, indien de inschrijver geen vaste woonplaats heeft, telefoonnummer, zo mogelijk een bank- of gironummer, geboortedatum, alsmede handtekening van de inschrijver ;

    • b.

      naam en omschrijving van de inrichting, overeenkomstig de registratie in het handelsregister of bij een organisatie van kermisvakgenoten, alsmede het handelsregisternummer ;

    • c.

      de juiste afmetingen van de frontbreedte en diepte of doorsnede van de inrichting, alsmede van de uitsteekzeilen, oploopvloeren, kappen, luifels, kassa's e.d., wanneer deze buiten de maten van breedte, diepte of doorsnede-uitsteken, benevens voor-, zij- en achterschoren en voorts de exacte plaats van de eventuele voor-, zij- en achteringangen;

    • d.

      de benodigde aansluitwaarde in KWH en PK tijdens opbouw, kermis en afbouw;

    • e.

      het aantal woon-, slaap- en pakwagens, alsmede de afmetingen daarvan;

    • f.

      aanduiding van het terrein, waarvoor de inschrijving bedoeld is;

    • g.

      het bedrag, zowel in cijfers als in letters, dat geboden wordt;

      bij verschil van biedsom in letters en cijfers, geldt uitsluitend het bedrag inletters;

    • h.

      de verzekeringsmaatschappij, waarbij de exploitant verzekerd is tegen de risico’s van burgerrechtelijke aansprakelijkheid, waarin begrepen zowel wettelijke als contractuele aansprakelijkheid.

  • 5.

    Bij de inschrijving dient te worden gevoegd:

    • i.

      een plattegrond, waarop de juiste afmetingen van de inrichting staan aangegeven, de juiste posities van de kassa’s en de hoogte van de inrichting;

    • j.

      een kopie van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel of bij een vergelijkbare buitenlandse instantie, welke niet ouder is dan één jaar;

    • k.

      voor zover van toepassing, de volmacht als bedoeld in lid 3;

    • l.

      het geldige keuringsrapport van de attractie zoals bedoeld in het besluit veiligheid attracties en speeltoestellen (BVAS).

    • m.

      indien daarom wordt verzocht een recente foto, waarop het uiterlijk aanzien van de inrichting kan worden beoordeeld.

  • 6.

    Op één inschrijfformulier mag slechts voor één inrichting worden ingeschreven.

    Inschrijvingen met een combinatie van twee of meer inrichtingen, alsmede gecombineerde inschrijvingen door of voor verschillende exploitanten zijn niet toegestaan.

  • 7.

    Wanneer ten aanzien van een geboden huursom het voorbehoud “zonder concurrentie” of een ander voorbehoud van dezelfde strekking wordt gemaakt, moet daarbij nauwkeurig worden aangegeven:

    • n.

      welke inrichtingen de exploitant van concurrerende aard beschouwt, en

    • o.

      op welk gedeelte van het kermisterrein het voorbehoud betrekking heeft.

      Indien tussen burgemeester en wethouders en de exploitant verschil van mening bestaat over de aard van een bepaalde inrichting in verband met concurrentie, beslissen burgemeester en wethouders na het advies van een vakgroep van kermisexploitanten te hebben ingewonnen.

  • 8.

    Onvolledige en onduidelijke inschrijvingen alsmede inschrijvingen die voor meerdere uitleg vatbaar zijn, kunnen door burgemeester en wethouders terzijde worden gelegd.

    De exploitant wordt hiervan zo spoedig mogelijk in kennis gesteld.

  • 9.

    Inschrijvingen "onder voorbehoud" worden alleen geaccepteerd, indien de inschrijver binnen tweemaal 24 uur na de gunning meedeelt, dat het voorbehoud is vervallen.

  • 10.

    Telefonische inschrijvingen en wijzigingen en intrekkingen van inschrijvingen worden niet geaccepteerd. Inschrijvingen en wijzigingen of intrekkingen van inschrijvingen per telefax worden uitsluitend geaccepteerd indien binnen 24 uur het originele inschrijvingsformulier of de originele wijziging of intrekking wordt ontvangen. Inschrijvingen en wijzigingen of intrekkingen van inschrijvingen per elektronische post worden niet geaccepteerd.

  • 11.

    De inschrijver moet zijn aanbieding gedurende een periode van 3 weken na de uiterste inschrijfdatum gestand doen.

  • 12.

    Verhoging of verlaging van de geboden huursom kan uitsluitend geschieden door middel van een nieuw inschrijfformulier, waarop duidelijk is vermeld welk bod verhoogd of verlaagd wordt en dient te geschieden voor de in artikel 8 vermelde datum en tijdstip.

Artikel 8 Indienen inschrijfformulieren

De inschrijvingsformulieren moeten vóór een door of vanwege burgemeester en wethouders bepaalde datum en bepaald uur ten gemeentehuize, of op een andere aangegeven plaats zijn ingeleverd. Te laat ingeleverde formulieren worden ter zijde gelegd. Iedere inschrijver geeft door middel van inschrijving te kennen de verpachtingsvoorwaarden te hebben ontvangen en deze te accepteren. Voorts wordt de inschrijver geacht bekend zijn met de ligging en gesteldheid van de terreinen.

HOOFDSTUK 3 GUNNING STANDPLAATSEN

Artikel 9 Gesloten verpachting

De verpachting zal door middel van een gesloten inschrijvingsprocedure plaatsvinden. Het college van burgemeester en wethouders is, anders dan in algemene zin, geen verantwoording verschuldigd over het gevoerde toewijzingsbeleid.

Artikel 10 Toewijzing staanplaatsen

  • 1. Binnen maximaal 21 dagen na de uiterste inschrijfdatum beslissen burgemeester en wethouders omtrent de gunning van de standplaatsen. Zij hebben daarbij de bevoegdheid om uit de inschrijvingen een keuze te doen, om standplaatsen al dan niet aan de hoogste inschrijvers te gunnen en bij niet voldoende bezetting van het kermisterrein dan wel bij onvoldoende attractiviteit of diversiteit van inrichtingen op een bepaald terrein, onderhands standplaatsen toe te wijzen voor alle inrichtingen die zij wensen toe te laten.

  • 2. Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid, om ter verzekering van voldoende bezettingsgraad, meerjarige onderhandse contracten uit te geven.

  • 3. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor aan verschillende inschrijvers standplaatsen voor een zelfde soort inrichting te gunnen, behoudens hun verplichtingen in geval van gunning van een standplaats met concurrentiebeding.

  • 4. Bij gelijke omstandigheden zal door het lot worden beslist aan wie de standplaats wordt gegund.

  • 5. Aan elke inschrijver zal binnen 21 dagen na de uiterste inschrijvingsdatum als bedoeld in artikel 8, bericht worden gezonden of de standplaats(- en), waarvoor hij heeft ingeschreven, hem al dan niet is (zijn) gegund.

  • 6. Indien de exploitant te kennen geeft dit te wensen, zullen burgemeester en wethouders hun beslissing omtrent het wel of niet gunnen van een standplaats aan de exploitant nader motiveren.

Artikel 11 Toewijzing staanplaatsen betreffende kermissen ex. artikel 1, lid 2

  • 1. Bij soortgelijke inschrijvingen voor dezelfde kermis in dezelfde kern zijn de criteria voor het toekennen van een standplaats als volgt:

    • a.

      de inschrijver met de "oudste rechten" geniet voorrang.

    • b.

      wanneer a niet van toepassing is en meerdere inschrijvers zich aandienen met gelijke rechten, beslist het college.

  • 2. Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid, om ter verzekering van voldoende bezettingsgraad, meerjarige onderhandse gunningen uit te geven.

Artikel 12 Betaling

  • 1.

    1.De geboden huursom moet in twee termijnen worden betaald. De eerste termijn (25%) van de huursom dient binnen twee weken na de verzenddatum van de gunning van de standplaats door de gemeente te zijn ontvangen.

    De tweede termijn (75%) van de huursom dient veertien dagen voor aanvang van de kermis door de gemeente te zijn ontvangen.

  • 2.

    De betaling kan geschieden door middel van betaalcheque, per postwissel of door storting of overschrijving op girorekeningnummer 46514 ten gunste van de gemeente Hulst onder vermelding van de naam van de inrichting en de naam van de kermis.

  • 3.

    Indien de huursom niet is betaald binnen de termijnen in dit artikel genoemd, is de exploitant van de inrichting in gebreke door het enkele verloop van deze termijnen zonder dat daarvoor een ingebrekestelling nodig is en verliest hij het recht op de hem toegewezen plaats.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde nalatige exploitant verbeurt het door hem reeds gestorte deel van de huursom en blijft bovendien verplicht tot betaling van de volledige huursom.

  • 5.

    Toewijzing aan een ander laat de verplichtingen van degene, wiens recht vervallen is, tot betaling van de geboden pachtsom onverlet, met dien verstande dat burgemeester en wethouders een nieuwe huursom zullen verrekenen met de door de nalatige exploitant te betalen huursom.

Artikel 13 Restitutie pachtsom

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zijn, indien wegens buitengewone omstandigheden de kermis geen doorgang kan vinden, niet gehouden om aan de inschrijving of de reeds plaats gehad hebbende toewijzing gevolg of verder gevolg te geven. De exploitant kan alsdan geen aanspraak maken op enige vergoeding.

    Indien de kermis geen doorgang kan vinden of ophoudt door te gaan, worden de betaalde pachtsommen geheel dan wel gedeeltelijk naar rato van het aantal dagen, waarop de staanplaatsen niet kunnen worden gebruikt, terugbetaald.

  • 2.

    In gevallen waarin door overmacht, door onvoorziene en niet aan enige schuld of nalatigheid van de exploitant te wijten omstandigheden de toegewezen staanplaats niet kan worden ingenomen, zullen burgemeester en wethouders vermindering, teruggave of kwijtschelding van de pachtsom, dan wel het betaalde gedeelte, verlenen.

HOOFDSTUK 4 STANDPLAATSEN

Artikel 14 Innemen standplaats

  • 1.

    De standplaats en de grenslijnen daarvan worden door of namens het college van burgemeester en wethouders aangewezen, waarbij standplaatshouder geen recht kan doen gelden op een vroeger ingenomen standplaats. Indien de standplaats niet overeenkomstig de gunning c.q. deze aanwijzingen wordt ingenomen, verliest de exploitant het recht op een standplaats.

  • 2.

    Het is de exploitant niet toegestaan om een inrichting op te bouwen van kleinere of grotere afmeting dan waarvoor wordt ingeschreven, tenzij met schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders is niet gehouden om standplaatsen die niet ingenomen (kunnen) worden, als gevolg van het vervallen van het recht op een standplaats of anderszins, opnieuw te verhuren. Wel kan in voorkomende gevallen getracht worden om, zo nodig in overleg met de kermisvakorganisaties, een aanvaardbare vervangende attractie op de opengevallen standplaatsen te plaatsen.

  • 4.

    Ingeval een standplaats is gegund via inschrijving, is de exploitant verplicht om de hem toegewezen standplaats daadwerkelijk in te nemen met de attractie waarvoor hij heeft ingeschreven.

Artikel 15 Opbouwen en afbreken attracties.

  • 1. Indien er sprake is van een via inschrijving gegunde standplaats, mag met de opbouw van een attractie mag in geen geval begonnen worden indien de daarvoor geboden pachtsom niet volledig is betaald.

    Attracties mogen voorts eerst opgebouwd worden na melding bij en toestemming van de dienstdoende marktmeester.

  • 2. Een standplaats die 6 uur vóór de aanvang van de kermis door betrokkene niet is ingenomen, vervalt aan burgemeester en wethouders en kan aan een ander worden toegewezen.

  • 3. Met het opbouwen van de voorjaarskermis in de kern Hulst mag niet eerder worden begonnen dan de dinsdagavond voor aanvang van de kermis van 18.00 tot uiterlijk 22.00 uur.

  • 4. Behoudens het in het lid 3 gestelde, mag met het opbouwen van de kermis niet eerder worden begonnen dan twee dagen vóór de aanvangsdatum van de kermis.

    Burgemeester en wethouders kunnen hiervan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.

  • 5. Met de afbraak van de inrichtingen mag niet begonnen worden vóór het sluitingsuur der kermis noch mogen zich vóór het sluitingsuur pakwagens op het kermisterrein bevinden.

  • 6. Behalve voor opbouw- of afbraakactiviteiten mogen gedurende de kermis op het kermisterrein geen salon-, vracht- en pakwagens staan, zulks met uitzondering van een kassa-woonwagen, indien dit voor de exploitatie noodzakelijk is.

Artikel 16 Tarieven

Iedere exploitant is verplicht om op zijn attractie op een voor iedereen duidelijk zichtbare wijze alle entree- en/of ritprijzen aan te geven.

Artikel 17 Nutsvoorzieningen

Op het kermisterrein, alsmede op het terrein waarop de salonslaapwagens worden geplaatst, zal van gemeentewege worden gezorgd voor voldoende afvalcontainers, wateraftappunten en stroomtoevoercontacten. De kosten voor het verbruik van water en elektriciteit, en de eventueel extra gemaakte kosten voor huur en aansluiting van materiaal, zijn voor rekening van de exploitant. Ten aanzien van de aansluitingen van de diverse attracties op het elektriciteitsnet aanvaardt de gemeente overigens generlei aansprakelijkheid.

Exploitanten zijn verplicht gebruik te maken van de namens de gemeente beschikbaar gestelde elektriciteitsvoorzieningen. Het is exploitanten verboden om hun attracties en/of hun woon- en slaapwagens zelf van elektriciteit middels diesel- benzine of andere motoren tenzij hiervoor door burgemeester en wethouders toestemming is verleend.

HOOFDSTUK 5 VOORKOMEN GEVAAR, SCHADE HINDER

Artikel 18 Voorschriften van orde en veiligheid

De exploitanten zijn verplicht te allen tijde in hun inrichtingen toe te laten ambtenaren van politie, bouw- en woningtoezicht, brandweer alsmede andere vertegenwoordigers van de gemeente en de voorschriften op te volgen die door deze personen in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en/of goede zeden worden gegeven. Niet-naleving van deze voorschriften kan leiden tot uitsluiting van de exploitant voor volgende kermissen.

Artikel 19 Bodemverontreiniging

Onder alle stoom- en elektrische machines, alsmede onder alle toestellen, werktuigen en/of machinerieën, waarvan olie, benzine of dergelijke kan afdruipen, moet een voorziening worden getroffen ter voorkoming van verontreiniging van de bodem.

Artikel 20 Exploitatie attracties

Het is verboden:

  • 1.

    Pennen, wiggen of andere soortgelijke voorwerpen in de bestrating te slagen of te drijven, noch op enige andere wijze hierin gaten of kuilen te maken.

  • 2.

    muziek te maken buiten de openingsuren, behoudens voor afstellen en testen, en overigens muziek te maken op zodanige wijze dat de omwonenden van het kermisterrein en/of mede-exploitanten daarvan naar het oordeel van burgemeester en wethouders onaanvaardbare hinder ondervinden;

    indien door of namens burgemeester en wethouders, ter zake nadere aanwijzingen worden gegeven dienen deze - op straffe van onmiddellijke sluiting van de inrichting dan wel van uitsluiting voor volgende kermissen - stipt en terstond te worden nageleefd;

  • 7.

    gebruik te maken van sirenes, hoorns- anders dan in een draaizaak om het begin en einde van de rit aan te geven - en/of andere overmatig lawaaimakende apparaten; zowel gesproken woord als muziek de 90 dB(A) gemeten op drie meter afstand recht voor de geluidsboxen niet mag overschrijden;

  • 8.

    in verkoopzaken gebruik te maken van versterkers;

  • 9.

    in vermaakzaken consumptieartikelen of andere voorwerpen te verkopen of uit te geven of automaten te hebben;

  • 10.

    in oefeningsspelen gebruik te maken van versterkers anders dan voor het gesproken woord;

  • 11.

    gebruik te maken van een rookinstallatie, tenzij van deze installatie een goedgekeurde rookgenerator deel uitmaakt en van de (zuivere) vloeistof die wordt gebezigd een keuringsrapport aanwezig is;

  • 12.

    vanuit speelgoedkramen goederen met suikerwaren of snoepgoed in welke vorm dan ook al dan niet aangehecht of gevuld te verkopen, met uitzondering van de zogenaamde vulartikelen zoals trompetten, wandelstokken, paraplu’s, en flesjes met speen;

  • 13.

    vóór het sluitingsuur van de kermis inrichtingen te sluiten of onverlicht te laten, behoudens bijzondere gevallen;

Artikel 21 Veiligheidseisen

  • 1. In een attractie mogen op plaatsen die door het publiek moeten of kunnen worden gepasseerd geen windtunnels, ventilatoren en dergelijke in werking zijn.

  • 2. De exploitant van een consumptiezaak, waarin olie en/of vet wordt verwarmd, moet in de onmiddellijke nabijheid van het verwarmingstoestel:

    • a.

      een brandblusapparaat met een minimum-inhoud van 6 kg. CO2 of droogpoeder aanwezig hebben;

    • b.

      voldoende goedpassende metalen deksels, om elke pan c.q. bak waarin olie en/of vet wordt verwarmd te kunnen afsluiten, aanwezig hebben.

  • 3. Verwarmingstoestellen die worden gestookt met gas, moeten zijn aangesloten door middel van slangen die speciaal voor de gebruikte gassoort zijn bestemd. De slangen moeten op de verbindingsplaatsen door middel van doelmatige klemmen zijn bevestigd. De slangen moeten tegen oververhitting zijn beschermd.

  • 4. De exploitant van een attractie waarin benzinemotoren worden gebruikt moet in de attractie een voor die attractie geschikt blusapparaat van voldoende inhoud aanwezig hebben. Wanneer het naar het oordeel van de commandant van de brandweer noodzakelijk is, moeten meerdere blusmiddelen aanwezig zijn.

  • 5. Wanneer het naar het oordeel van de commandant van de brandweer noodzakelijk is, moeten houders van andere dan in de vorige leden genoemde attracties zorg dragen voor de aanwezigheid van de nodige blusmiddelen.

  • 6. Het is verboden ballonnen met brandbaar gas te vullen op of aan de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats.

  • 7. De exploitanten, bedoeld in het onder lid 2 van dit artikel bepaalde, moeten een bewijs kunnen tonen van de Keuringsdienst van Waren waaruit moet blijken, dat over een deugdelijke en goedgekeurde bereidingsplaats wordt beschikt. Dit bewijs mag geen oudere afgiftedatum hebben dan zes maanden.

Artikel 22 Regels omtrent veiligheid

  • 1. Door de exploitant zullen de van gemeentewege gestelde regelen omtrent veiligheid, zowel in het algemeen als bij brand, in acht genomen moeten worden.

  • 2. De exploitant is voorts verplicht ervoor te zorgen, dat in de inrichting al die maatregelen worden getroffen, welke redelijkerwijs kunnen worden verwacht ter waarborging van de veiligheid van het publiek, dat zich in of nabij de inrichting bevindt. Het “Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen”als bedoeld op de gevaarlijke werktuigen dient in acht te worden genomen.

Artikel 23 Algemene bepaling

Indien de exploitanten en/of hun personeel handelen of doen handelen in strijd met de vorenstaande bepalingen kan op last van de burgemeester de inrichting worden gesloten, zonder dat de exploitant aanspraak kan maken op terugbetaling van de pachtsom of een gedeelte daarvan.

Artikel 24 Wettelijke en contractuele aansprakelijkheid

  • 1. Houders van vermaakinrichtingen zijn verplicht het risico van burgerrechtelijke aansprakelijkheid, waarin begrepen zowel wettelijke als contractuele aansprakelijkheid, voor schade aan personen en goederen, alsmede de daaruit voortvloeiende schade, direct of indirect verband houdende met de exploitatie van de inrichting, te verzekeren.

  • 2. De exploitant vrijwaart de gemeente voor alle in lid 1 bedoelde aanspraken wegens geleden schade, tenzij de schade aanwijsbaar het gevolg is van, door of vanwege de gemeente voor de samenstelling van de kermis genomen of voorgeschreven maatregelen.

  • 3. De exploitant is aansprakelijk voor alle schade, toegebracht aan de bestrating, aan andere gemeentelijke eigendommen en aan eigendommen van derden, die aan hem te wijten is en welke is ontstaan door het plaatsen van en het rijden met kermisvoertuigen, het oprichten, onderhouden, wijzigen en afbreken van kermisinrichtingen, alsmede door het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van machines en werktuigen, of door welke andere oorzaak ook

Artikel 25 Geschillenregeling

Alle geschillen, die naar aanleiding van de verhuur van de standplaatsen mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daar onder mede begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter, tenzij partijen ter zake van die geschillen arbitrage overeenkomen.

HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 26 Aanwijzingen burgemeester en wethouders

De standplaatshouder is verplicht zich te houden aan de aanwijzingen van burgemeester en wethouders, van door hem aangewezen ambtenaren en van de politie en deze op eerste aanvraag alle gewenste inlichtingen te verstrekken betreffende zijn inrichting.

Artikel 27 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de hierboven genoemde bepalingen.

Artikel 28 Niet-naleving

  • 1. De gemeente behoudt zich het recht voor om bij niet-naleving door de exploitant van de voorwaarden hiervan mededeling te doen aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, teneinde de exploitant op de lijst van nalatige kermisexploitanten te laten plaatsen.

    Deze mededeling dient te geschieden binnen zes maanden na het signaleren van het niet- naleven van deze voorwaarden.

  • 2. De gemeente geeft hiervan tegelijkertijd kennis aan de betrokken onder mededeling dat deze zich tot een organisatie van kermisexploitanten kan wenden, teneinde zijn belangen te doen behartigen bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

  • 3. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft het recht om de in lid 1 bedoelde mededeling ter kennis te brengen van de daarvoor in aanmerking komende gemeentebesturen. Zij gaat daartoe niet over dan nadat de kalendermaand volgend op die waarin de mededeling van het gemeentebesturen is ontvangen, verstreken is. Indien twee jaar is verstreken, zonder dat opnieuw mededeling is gedaan van niet-naleving door de exploitant, zal de exploitant van de lijst worden geschrapt.

Artikel 29 Vervallen voorwaarden

Met de vaststelling van deze voorwaarden komen de “Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen” in de gemeente Hulst van 24 maart 2005 te vervallen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Hulst van 16 februari 2006.

De gemeenteraad van de gemeente Hulst,

De Raadsgriffier, De Raadsvoorzitter,