Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening forensenbelasting 2007

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening forensenbelasting 2007

De raad van de gemeente Hulst;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 21 november 2006;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

gezien het advies van 21 november 2006;

 

B E S L U I T :      

 

vast te stellen de volgende verordening: 

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN EEN FORENSENBELASTING

(Verordening forensenbelasting 2007).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:

WONING

een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3. Ingeval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting berekend naar de waarde.

  • 4. De vaststelling van de waarde geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet bedoelde belastingen.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt per woning 5,2 promille van de maatstaf van heffing.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6A Ontstaan van belastingschuld

De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen een maand later.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen forensenbelasting en andere heffingen minder bedraagt dan € 2.000,00 en aan de gemeente een machtiging tot automatische incasso is afgegeven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog kalendermaanden in het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste zes bedraagt.

    De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Ontheffing en omvang verschuldigdheid

Indien de belastingplichtige vóór 1 juli van het belastingjaar de woning blijvend gaat bewonen, wordt door het college van burgemeester en wethouders:

  • a.

    zo in het belastingjaar al een aanslag forensenbelasting is opgelegd, gedeeltelijke ontheffing verleend tot een bedrag gelijk aan de helft van de verschuldigde belasting;

  • b.

    zo in het belastingjaar nog geen aanslag forensenbelasting is opgelegd, de aanslag berekend op de helft van het krachtens de artikelen 3 en 4 berekende aanslagbedrag.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening Forensenbelasting 2005, zoals vastgesteld bij besluit van 11 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 01 januari 2007.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2007.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening forensenbelasting 2007'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Hulst van 21 december 2006.
De gemeenteraad van de gemeente Hulst,
De Raadsgriffier,                           De Raadsvoorzitter,
Bovenstaande verordening is gewijzigd bij raadsbesluit (Rb2011/77) van 10 november 2011. De wijzigingen zijn in deze verordening verwerkt.