Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening toeristenbelasting 2003

Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening toeristenbelasting 2003

De raad van de gemeente Hulst;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2002;

 

gelet op artikel 224 van de Gemeente­wet;

 

b e s l u i t  :

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

VERORDENING  OP  DE  HEFFING  EN  DE  INVORDERING  VAN

TOERISTENBELASTING

  (Verordening toeristenbelasting 2003)

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toer caravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vast standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie zijn opgenomen, wordt onder de naam toeristenbelasting een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

    door degene, die:

    • a.

      als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of ouden van dagen verblijft;

    • b.

      verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het beschikking houden van die woning woonforensenbelasting is verschuldigd;

Artikel 5 Maatstaf van Heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de heffingsgrondslag

  • 1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      vakantie-onderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op het aantal slaapplaatsen;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op 2,5;

    • c.

      mobiele kampeeronderkomens op niet vaste standplaatsen bepaald op de som van het aantal kampeeronderkomens vermenigvuldigd met 3,0;

  • 2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:

    • a.

      ingeval verblijf wordt gehouden in vakantie-onderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel op vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:

      • -

        ten hoogste negen maanden bepaald op 50;

      • -

        meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 54;

    • b.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet vaste standplaatsen bepaald op 365.

  • 3. Het aantal mobiele kampeeronderkomens als bedoeld in het eerste lid, letter c, wordt vastgesteld op het gemiddelde van een zestal tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling valt binnen een afzonderlijke periode van twee maanden.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire heffingsgrondslag

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de heffingsgrondslag vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen , indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op voet van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 0,65.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt vastgesteld indien het aantal overnachtingen waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belasting jaar minder dan tien zal of heeft belopen.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen Toeristenbelasting worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 14 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking per 31 december 2002.

  • 2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2003.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Toeristenbelasting 2003”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hulst van 19 december 2002.
 
De secretaris,                                De voorzitter,
 
Bovenstaande verordening is gewijzigd bij raadsbesluit (Rb2011/109) van 22 december 2011. De wijzigingen zijn in deze verordening verwerkt.