Regeling vervallen per 01-01-2021

Regionaal Preventie- en Handhavingsplan Alcohol, lokale uitwerking gemeente Hulst, voor de periode 2018 tot en met 2020

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2020

Intitulé

Regionaal Preventie- en Handhavingsplan Alcohol, lokale uitwerking gemeente Hulst, voor de periode 2018 tot en met 2020

Samenvatting

Het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol (PHA) focust zich op het gemeentelijk terrein waar educatieve maatregelen en handhaving van de Drank- en Horecawet (DHW) elkaar versterken. Onderliggend format is gebaseerd op een integrale benadering, steunend op de volgende vijf pijlers:

  • 1.

    Inrichting van een alcoholvrije omgeving;

  • 2.

    Door regelgeving en handhaving beperken van de beschikbaarheid van alcohol;

  • 3.

    Inzet op voorlichting en educatie om het draagvlak voor het beleid te versterken;

  • 4.

    Vroegtijdige signalering;

  • 5.

    Advies en ondersteuning bij concrete incidenten onder jongeren door alcoholgebruik.

In Zeeland hebben we de Zeeuwse Jeugd en Alcohol campagne ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’ (LZNVZ). Op basis van eerder opgedane ervaringen en ‘best practices’ uit het land is er in het plan van aanpak van deze campagne een overzicht gemaakt van educatieve maatregelen. De gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen staan niet toe dat de Zeeuws-Vlaamse jeugd haar toekomst verspilt en combineert een inzet van educatieve maatregelen met controle op de DHW door inzet van eigen toezichthouders zonder mystery-shoppers en mysterytoezichthouders met mysteryshoppers als handhavingsmethode.

Inleiding

Alle 13 Zeeuwse gemeenten, de GGD Zeeland, Indigo, Politie Zeeland-West-Brabant en andere partijen werken sinds 2010 samen onder de vlag ‘Laat ze niet verzuipen!’ (LZNVZ) met als doel het alcoholgebruik onder jongeren te voorkomen. De aanpak kenmerkt zich door een integrale benadering.

Gemeenten zijn sinds 2014 de belangrijkste uitvoerder van de Drank- en Horecawet (DHW) geworden. Zowel op juridisch-, handhavings-, en educatief vlak is de gemeente de regisseur van het Nederlandse alcoholbeleid. Het verplicht, door de gemeenteraad vast te stellen, Preventie- en Handhavingsplan Alcohol (hierna te noemen PHA) is in feite de wettelijke bekrachtiging van dit gegeven. Dit plan moet iedere vier jaar opnieuw worden vastgesteld.

De DHW kent meerdere belangen, zoals economische, openbare orde en veiligheid en volksgezondheid. Het laatstgenoemde belang is met name ook gericht op de bescherming van onze jeugd en jongvolwassenen tegen de schadelijke effecten die alcohol kan hebben.

Als basis voor dit plan is het landelijke PHA format 3.0 van het Trimbos-instituut gebruikt. De Zeeuwse invulling hiervan is tot stand gekomen met een Zeeuwse afvaardiging van gemeenteambtenaren vanuit zowel de veiligheid, handhaving en welzijn.

Het PHA focust zich op het gemeentelijke terrein waar alcoholpreventie en handhaving van de DHW samenkomen en elkaar kunnen versterken. Het is geen samenvoeging van het gehele preventie- en handhavingsbeleid voor alcohol binnen de gemeente. Hoewel is getracht het plan zo concreet mogelijk te maken is het geen uitvoeringsplan. Noem het een geoperationaliseerd beleidsplan. Voor zowel het preventie- als het handhavingsdeel zullen bepaalde zaken nog verder moeten worden vertaald naar de praktijk en de lokale situatie.

Elke vier jaar zal het plan worden geüpdatet parallel aan de cyclus van de nota volksgezondheid.

1. Probleemanalyse

Alcoholgebruik

Alcohol is het meest gebruikte genotmiddel in ons land. Het gebruik van alcohol is sociaal en economisch diep in onze samenleving geworteld. Ruim 80% van de volwassen Nederlanders drinkt alcohol. Een derde van de Nederlanders van 18 jaar of ouder voldeed in 2015 niet aan de nieuwe norm van de Gezondheidsraad om geen dan wel maximaal 1 glas alcohol per dag te drinken1. Ook onder jongeren wordt er verontrustend veel gedronken. Mede door de landelijke aandacht maar ook door de vele regionale campagnes is het alcoholgebruik onder Nederlandse scholieren van 12 t/m 16 jaar de afgelopen jaren wel spectaculair gedaald. Dit geldt ook voor de Zeeuwse situatie. Uit de resultaten van de Jeugdmonitor blijkt dat 72% van de 14/15 jarige ondervraagden wel eens alcohol heeft gedronken. De helft hiervan heeft het dan over één heel glas of meer. De andere helft over ‘een paar slokjes’. Een jongere die vaker dan 20 keer alcohol genuttigd heeft, komt voor onder een vijfde van de ondervraagde jongeren2.

De gemiddelde leeftijd waarop Nederlandse scholieren gaan drinken was in 2003 12 jaar en in 2015 13,2 jaar3. In Zeeland is die startleeftijd ook verhoogd, deze lag in 2016 op 15,1 jaar4.

Schadelijke gevolgen

Alcohol is een potentieel giftige stof met schadelijke gevolgen. Alcohol heeft een schadelijk effect op de ontwikkeling van de hersenen. Juist als de hersenen in ontwikkeling zijn, zijn ze erg kwetsbaar voor alcohol. Vooral het drinken van veel alcohol in korte tijd (het zogenaamde ‘bingedrinken’) is slecht voor het brein. Pubers met alcoholproblemen scoren lager dan andere jongeren op taalvaardigheid, intelligentie, aandacht en ruimtelijk inzicht. Hiernaast is door het gebruik van alcohol eerder sprake van seksueel risicovol gedrag. Bovendien is de kans om op latere leeftijd problemen te krijgen met alcohol ook groter naarmate men in de puberjaren veel drinkt5.

Alcohol brengt niet alleen veel schade toe aan de gezondheid van de drinkers maar ook aan de maatschappij. Alcohol is een niet te onderschatten aanjager van geweld en overlast, met name in het uitgaansleven. Tevens vergroot het de kans op verkeersongevallen en letselschade. Jongeren die frequent alcohol gebruiken, lopen een verhoogd risico om crimineel gedrag te vertonen6.

Meer dan de helft van de drinkende jongeren drinkt in thuissituatie

Uit het onderzoek van Youngworks in opdracht van het ministerie van VWS blijkt dat het grootste deel van de drinkende jongeren (13-23 jaar) bij vrienden thuis drinkt (66%). Daarnaast geeft 60% van de jongeren aan ook thuis bij hun ouders de alcoholische dranken te nuttigen. Met name de jongste jongeren (13-17 jaar) drinkt thuis bij hun ouders7.

Attitude ouders NIX18 afspraak

Ondanks het feit dat de meeste jongeren thuis drinken, is de attitude ten aanzien van de NIX18-norm onder ouders/verzorgers wel positief verbeterd. Ten tijde van de NIX-18 campagne zijn steeds meer ouders het normaal gaan vinden dat jongeren niet drinken (en roken) voor hun 18e. Echter, we zijn er nog lang niet. Zo vindt slechts 56% van de ondervraagde ouders dat jongeren onder de 18 jaar geen alcohol mogen drinken8. Ter indicatie: uit het Zeeuwse draagvlakonderzoek (2016) blijkt dat acht op de tien ouders (81%) het (een beetje) eens is met de stelling ‘jongeren onder de 18 jaar zouden helemaal geen alcohol mogen drinken’9.

Kosten alcoholproblematiek

De kosten ten gevolge van alcoholproblematiek zijn vele malen hoger dan de middelen die nodig zijn voor preventie. De kosten liggen per jaar rond de 8,1 miljard euro. Dagelijks worden we geconfronteerd met alcoholschade. Denk aan verkeersongelukken, productiviteitsverlies, vroegtijdig overlijden aan ziekten die verband houden met alcoholgebruik, zorgkosten, kosten voor inzet politie en justitie door alcoholgebruik, etc. De baten (consumentengeluksgevoel, accijnzen, producenten-surplus) liggen per jaar rond de 5,5 miljard euro. De netto kostenpost bedraagt 2,6 miljard euro per jaar10.

2. Beleidsfocus

2.1 Uitgangspunten en onderbouwing van beleid

Gedragsverandering van iets wat zo is geworteld in onze cultuur kost tijd en energie en vergt een gedegen, effectieve aanpak, gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie- én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten - en dus ook meerdere typen maatregelen - worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek. Hiernaast hebben de Zeeuwse gemeenten ook bepaalde eisen gesteld. Bij elkaar komen we tot een aanpak welke wordt gekenmerkt door de elementen die in onderstaande paragrafen worden beschreven.

2.2 Integrale benadering

Een integrale aanpak houdt in dat er wordt ingespeeld op de verschillende factoren die het alcoholgebruik beïnvloeden. Automatisch komen we dan terecht bij verschillende doelgroepen. Het alcoholbeleid richt zich immers niet alleen meer op de individuele jongeren maar ook op hun omgeving. Denk aan: sluitingstijden in de horeca, schenkbeleid van sportverenigingen, handhaving op straat, leeftijdscontroles in de horeca en supermarkten, voorlichting aan ouders, docenten, voetbaltrainers, etc. Voorheen hadden we het over een integrale aanpak gericht op handhaving, regelgeving en educatie (3 pijlers). Onderzoek onder succesvolle alcoholmatigingsprojecten11 en het onlangs uitgekomen Alcoholmanifest (2016) laten zien dat er meer inzet nodig is; een succesvolle integrale aanpak steunt op de volgende 5 pijlers:

Pijler 1 Inrichting van de omgeving

Het doel van deze pijler is het tegengaan van aanmoediging om te drinken. Tal van studies hebben aangetoond dat het drinkgedrag van jongeren wordt gestimuleerd door goedkope alcohol en alcoholreclame via radio, tv en internet en via sponsoring van sport- en culturele evenementen. Gemeenten kunnen niet zoveel veranderen aan de reclame via televisie maar wel bijvoorbeeld aan reclame op gemeentelijke reclamedragers, zoals bushokjes. Of ‘happy hours’ en supermarktstunts verbieden.

Pijler 2 regelgeving en handhaving

Het doel van deze pijler is het beperken van de beschikbaarheid van alcohol. Hoe makkelijker alcohol beschikbaar is, hoe meer er geconsumeerd wordt en hoe omvangrijker de schadelijke gevolgen. Maatregelen ten aanzien van omgevingsfactoren, zoals de beschikbaarheid van alcohol beperken, zijn het meest effectief12. Helaas is het nog steeds zo dat jongeren aan drank kunnen komen als ze dat willen. Het is ook in Zeeland nog relatief gemakkelijk; slechts iets minder dan de helft van de verkooppunten (54 %) geeft alcoholhoudende drank mee aan jongeren die er niet ouder uitzien dan 18 jaar zonder naar het ID te vragen13.Een voorbeeld van een interventie gericht op deze pijler is: inzetten op een optimale handhaving zodat er niet geschonken wordt aan jongeren onder de 18 jaar.

Pijler 3 Voorlichting en educatie

Inzet van publieke bewustwordingscampagnes om het draagvlak voor het beleid te versterken en de norm met betrekking tot alcoholgebruik positief te beïnvloeden zijn heel belangrijk. De NIX18-norm zal de geldende norm moeten worden en dat behoeft voorlopig blijvende aandacht. Kennisverhoging en opvoedgedrag verbeteren door regel- en normstelling zal alleen werken als het algemene publiek via allerlei invalswegen elke keer maar weer dezelfde boodschap krijgt voorgeschoteld. Dit kun je bijvoorbeeld doen door een Zeeuwse publiekscampagne maar ook in kleinere settings: voorlichting aan ouders en aan jongeren zelf.

Pijler 4 Signalering

Door vroegtijdig te signaleren kun je in een eerder stadium ingrijpen, zodat problemen bij kwetsbare jongeren voorkomen kunnen worden of minder ernstig zullen uitpakken. Bijvoorbeeld: mentoren in het VO trainen om dreigende alcoholproblematiek bij jongeren vroegtijdig te herkennen.

Pijler 5 Advies en ondersteuning

Het doel van deze pijler is het mogelijk te maken effectief in te grijpen bij concrete incidenten onder jongeren door alcoholgebruik. Bijvoorbeeld: een nazorgprogramma in samenwerking met het ziekenhuis voor jongeren die zijn opgenomen met een alcoholintoxicatie maar bijvoorbeeld ook afspraken maken met de politie indien jongeren laveloos langs de kant van de weg worden aangetroffen.

2.3 Terugblik

2.3.1. Evaluatie ZB| Planbureau

Sinds 2010 zijn we in Zeeland bezig met de integrale, gezamenlijke aanpak om het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Er zijn goede resultaten geboekt. Niet alleen op het bereiken van enkele doelstellingen maar ook op andere gebieden. Denk aan de samenwerking in Zeeland tussen gemeenten onderling maar ook met GGD, Indigo Preventie, Politie en andere partners. Men weet elkaar snel te vinden, werkt makkelijk samen en maakt gebruik van elkaars kennis en kunde. Ook de alcoholpoli en het bijbehorende nazorgtraject en de relaties met de landelijke instellingen zijn ontwikkelingen die voort zijn gekomen uit LZNVZ. Echter, op sommige punten is er ook minder vooruitgang geboekt dan gehoopt. Dit laat des te meer zien dat het tijd kost om een zo in de cultuur verweven gewoonte te veranderen. In 2016 is een tweetal SWOT14 analyses uitgevoerd met betrokkenen vanuit de samenwerkingspartners. De conclusie van de beide analyses is dat LZNVZ een sterk beeld naar buiten geeft maar dat er wel een soort moeheid is opgetreden bij een aantal betrokken ambtenaren van gemeenten en mogelijk ook ouders. Het zou goed zijn als er op lokaal niveau meer geld is om ook daadwerkelijk dingen te kunnen doen binnen de eigen gemeente. Ook borging is een belangrijk gespreksonderwerp geweest in deze sessies. Borging binnen de gemeenten zelf door bijv. een jaarplan plus uitvoeringsbudget maar ook borging van de coördinatiefunctie en inbedden en aansluiten bij bestaande structuren. De overall conclusie van het ZB| Planbureau is dat het wenselijk was om door te gaan op dezelfde integrale manier en tegelijkertijd te werken aan de borging.

2.3.2. Resultaten

Om effecten van de aanpak inzichtelijk te kunnen maken heeft de GGD Zeeland in opdracht van LZNVZ in 2016 het draagvlakonderzoek onder Zeeuwse jongeren en hun ouders, wat ook in 2013 en 2011 uitgevoerd is, herhaald. Hieronder worden de doelstellingen van de periode 2014-2016 beschreven en naast dit draagvlakonderzoek gelegd. De doelstellingen reikten echter verder dan het draagvlakonderzoek. Daarom is ook de Jeugdmonitor Zeeland (2015) en het Nalevingsonderzoek verkoop alcohol (2016) gebruikt om de resultaten van de jeugd en alcohol aanpak inzichtelijk te maken. Hieronder worden per doelstellingen de resultaten beschreven en worden er gelijk ook conclusies getrokken.

De inhoudelijke doelstellingen van 2014-2016

  • 1.

    Het percentage Zeeuwse jongeren onder de 18 jaar dat alcohol gebruikt zal aantoonbaarafnemen van 51% naar 41% of minder.

    Deze percentages kwamen uit de Jeugdmonitor Gezondheid 2010 (12 t/m 18 jarigen). Deze monitor is na 2010 niet meer herhaald. Daarom kan deze doelstelling niet getoetst worden. Wel laten de cijfers hieronder, afkomstig uit ander Zeeuws onderzoek (het Draagvlakonderzoek en de Jeugdmonitor Zeeland), zien dat het drankgebruik onder de jongeren de laatste jaren is afgenomen:

    2013 draagvlakonderzoek uitkomsten:

    • *

      12-15 jarigen: 45% heeft wel eens (iets met) alcohol gedronken

    • *

      16-17 jarigen: 96% heeft wel eens (iets met) alcohol gedronken

  • 2016 draagvlakonderzoek uitkomsten:

    • *

      12-15 jarigen: 43% heeft wel eens (iets met) alcohol gedronken (incl. een slokje)

    • *

      16-17 jarigen: 83% heeft wel eens (iets met) alcohol gedronken (incl. een slokje)

  • De Jeugdmonitor Zeeland van ZB| Planbureau (onder 14-15 jarigen) laat een wisselend beeld. In 2015 had 72% wel eens alcohol gedronken (in 2011 was dit 65%, in 2007 80% en in 2004 79%).

    afbeelding binnen de regeling

    Figuur 1 Jeugdmonitor Zeeland

    Conclusie: deze doelstelling is wetenschappelijk gezien niet te toetsen omdat de Jeugdmonitor Gezondheid uit 2010 niet herhaald is. Andere Zeeuwse onderzoeken waar alcoholgebruik onder jongeren onderzocht is, laten wel een dalende trend zien in het alcoholgebruik onder jongeren.

  • 2.

    De gemiddelde startleeftijd waarop Zeeuwse jongeren beginnen met het drinken van alcohol stijgt van 13,9 jaar naar tenminste 18 jaar.

    Uit het draagvlakonderzoek blijkt dat de gemiddelde startleeftijd waarop Zeeuwse 16 en 17-jarigen voor het eerst een glas alcohol dronken in 2016 ligt op 15,1 jaar. In 2011 was dit 14,5 jaar. In vergelijking met 2011 is de startleeftijd in 2016 significant toegenomen. In 2016 drinken 16- en 17-jarige jongeren hun eerste glas alcohol ruim zeven maanden later dan 16- en 17-jarigen deden in 2011.

    Conclusie: hoewel de gemiddelde startleeftijd in Zeeland is verhoogd, is deze doelstelling niet behaald.

  • 3.

    Terugdringen ‘bingedrinking’ van 25% naar 20% of minder.

    De percentages die voor deze doelstelling gebruikt zijn, komen uit de Gezondheidsmonitor 2010 van de GGD Zeeland. Dit onderzoek is niet meer herhaald. Wel laat de Jeugdmonitor van ZB| Planbureau zien dat er een dalende trend is wat ‘bingedrinken’ betreft: minder dan één op drie (31%) Zeeuwse scholieren van 14 en 15 jaar drinkt vijf of meer alcoholische drankjes bij één gelegenheid. Dit is flink minder dan in 2007 (44%) en iets minder dan in 2011 (34%). Ook blijkt uit het draagvlakonderzoek van LZNVZ dat de kennis t.a.v. de schadelijke gevolgen van ‘bingedrinken’ onder de doelgroep hoog is. ‘Bingedrinken’ wordt door bijna alle jongeren als schadelijk gezien (door 97 % van de 12 tot en met 15 jarigen en 98% van de 16 en 17 jarigen).

    Conclusie: deze doelstelling is wetenschappelijk gezien niet te toetsen omdat het onderzoek wat gebruikt is bij het maken van de doelstelling niet meer herhaald is. Wel laat de Jeugdmonitor van ZB| Planbureau zien dat het ‘bingedrinken’ in Zeeland is afgenomen.

  • 4.

    Toename van het draagvlak onder ouders/opvoeders voor de norm geen alcohol onder de18 jaar van 76% naar 85%.

    Uit het draagvlakonderzoek 2016 blijkt dat 89% van de ouders vindt dat jongeren op te jonge leeftijd alcohol drinken. Acht op de tien (81%) is het (een beetje) eens met de stelling ‘jongeren onder de 18 jaar zouden helemaal geen alcohol mogen drinken’. Bijna alle ouders (96%) geven daarnaast aan dat bingedrinken altijd schadelijk is voor jongeren onder de 18 jaar en 3% vindt dit een beetje schadelijk. In 2013, toen de wettelijke alcoholgrens nog op 16 jaar lag, gaf 80% van de ouders aan dat bingedrinken onder de 16 jaar altijd schadelijk is.

    Conclusie: Het is niet mogelijk om beide draagvlakonderzoeken op dit punt te vergelijken aangezien de wettelijk toegestane leeftijd voor het drinken van alcohol in 2014 gestegen is naar 18 jaar. In het eerste onderzoek is de vraagstelling gebaseerd op 16 jaar en in het laatste onderzoek op 18 jaar. Ondanks de verschillende leeftijden, is het percentage ouders dat bingedrinken altijd schadelijk vindt, gestegen.

  • 5.

    Een verbetering van de naleving van de voorschriften onder de verstrekkers van alcohol.

    In het Nalevingsonderzoek verkoop alcohol uit 2016 zien we ten opzichte van 2014 een stijging van de naleving onder commerciële horeca, slijterijen en supermarkten. Bijna de helft (47%) van de commerciële horeca leeft de regels voor de verkoop van alcohol na. In 2014 was dit nog 36%. Slijterijen en supermarkten scoren gemiddeld het best respectievelijk 73% en 72% nalevers in 2016. In 2014 scoorden slijterijen nog 64% (in 2011 47%) en supermarkten 63% (in 2011 35%).

    De naleving bij de paracommercie is echter gedaald ten opzichte van 2014. In 2014 scoorden zij 69%, nu hebben zij gezamenlijk een nalevingspercentage van 51%. Het betreft hier cijfers op Zeeuwse schaal. De resultaten van de individuele gemeenten verschillen op een aantal punten nogal van elkaar. Zo is er in de ene gemeente meer aandacht nodig voor alcoholverstrekking in de commerciële horeca, terwijl in de andere gemeente juist meer aandacht nodig is voor het schenken aan jongeren in sportkantines.

    Conclusie: Er is een stijging waargenomen bij de belangrijkste partij, de commerciële horeca (van 36% naar 47%) maar ook bij de slijterijen en supermarkten. Alleen de paracommercie is gedaald. Overall is het naleefpercentage hierdoor slechts met 1% toegenomen.

2.3.3 Conclusies

Bij de bepaling van de doelstellingen zijn de ambities hoog gelegd. Desondanks tonen de resultaten aan dat door de gezamenlijke inspanning van de betrokken partijen er wel degelijk succes geboekt is. Niet alle doelstellingen zijn behaald zoals beschreven. Toch is de startleeftijd gestegen, is het bingedrinken afgenomen en is het draagvlak voor de norm NIX18 groot. Ook is het naleefpercentage gestegen, met name bij de commerciële horeca, als belangrijkste setting. Deze resultaten zijn een stimulans om door te gaan.

3. Doelgroep

In de eerste jaren van LZNVZ ging het met name om de jongeren tot en met 23 jaar. In de praktijk waren de interventies echter vooral gericht om jongeren tot 18 jaar niet te laten drinken. Al een aantal jaren echter wordt ons er door de landelijke organisaties gericht op alcoholontmoedigingsbeleid op gewezen vooral óók aandacht te besteden aan jongeren tussen de 18 en 24 jaar. De hersenen groeien immers tot en met het 23e levensjaar en ook deze jongvolwassenen staan dus bloot aan hersenschade en alle andere problematiek door het gebruik van alcohol.

Hiernaast is er een subsidie aanvraag van € 300.000 gehonoreerd door Fonds Nuts Ohra gericht op alcoholpreventie binnen gezinnen met een lage Sociaal Economische Status (SES). Het project is aangevraagd door LZNVZ en zal worden uitgevoerd door Indigo Preventie en de GGD en kent een looptijd van 2,5 jaar (vanaf 1 mei 2017). De gezinnen worden geworven via drie verschillende kanalen: de voedselbanken, de sociale dienst en de sociale werkplaats. Uitgangspunt van het project is eerst de onderliggende problematiek aan te pakken met behulp van een coach. Hierdoor ontstaat er ruimte om het alcoholprobleem aan te pakken. De lage SES gezinnen worden ook een doelgroep binnen LZNVZ, maar zullen in het gemeentelijk Preventie- en Handhavingsplan niet als doelgroep met een doelstelling worden opgenomen. De Zeeuws-Vlaamse gemeenten zullen zich bij de uitvoering van dit Preventie- en handhavingsplan blijven richten op de jongeren tot 24 jaar.

4. Doelstellingen

Er wordt onderscheid gemaakt ten aanzien van de doelstellingen. Er zijn hoofddoelstellingen, inhoudelijke doelstellingen en procesdoelstellingen opgesteld. De hoofddoelstellingen zijn:

  • 1.

    Het tegengaan en terugdringen van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar;

  • 2.

    Het tegengaan van risicovol/schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 tot en met 23 jaar;

4.1 Inhoudelijke doelstellingen

De inhoudelijke doelstellingen verschillen in essentie niet van die van de afgelopen periode; op latere leeftijd, minder vaak en minder veel drinken onder jongeren in Zeeland stimuleren. De inhoudelijke doelstelling zullen getoetst worden aan cijfers die beschikbaar komen vanuit de reguliere monitoringssystemen. De inhoudelijke doelstellingen zijn:

  • 1.

    Het percentage Zeeuwse jongeren van 14/15 jaar dat alcohol drinkt, is afgenomen in 2022.

    Onderbouwing

    In de Jeugdmonitor van de ZB onder 14/15 jarigen zijn diverse vragen opgenomen over het gebruik van alcohol door jongeren. Deze vragen variëren van ‘wel eens alcohol gebruiken’ tot ‘een glas of meer’ tot ‘meer dan 10 keer alcohol’ gebruiken. Ook zal worden opgenomen op welke leeftijd de jongeren zijn begonnen met drinken zodat bekeken kan worden of de startleeftijd stijgt. De resultaten van al deze vragen worden getoetst. Het onderzoek vindt één keer in de vier jaar plaats, te weten in 2019 en vervolgens in 2023. In 2022 zijn er dus geen recente cijfers. Derhalve is deze eerste doelstelling algemeen gehouden.

  • 2.

    Terugdringen ‘bingedrinking’ (5 of meer alcoholische drankjes op een gelegenheid) onder 14-15 jarigen van 31% in 2015 naar 25% of minder in 2022.

    Onderbouwing

    Landelijke onderzoeken laten zien dat als jongeren eenmaal drinken ze ook veel drinken en veelal aan bingedrinking doen. De resultaten van de laatste Zeeuwse Jeugdmonitor uit 2015 laten zien dat het bingedrinken in Zeeland iets is afgenomen. Dat geeft vertrouwen en daarom borduurt LZNVZ voort op een verlaging van 6% of meer.

  • 3.

    Terugdringen van bingedrinking onder jongvolwassenen van 21-23 jaar van 51% in 2016 naar 40% in 2022.

    Onderbouwing

    Jongvolwassenen mogen wettelijk gezien alcohol drinken, ze wonen vaak niet meer thuis en zitten niet allemaal meer op school. Het is erg lastig om deze jongvolwassenen te bereiken. Desalniettemin is het een belangrijke doelgroep waar LZNVZ wel de aandacht richt en waarin gestreefd wordt naar een dalende trend.

  • 4.

    Handhaven van het draagvlak onder ouders/opvoeders voor de norm geen alcohol onder de 18 jaar van tenminste 81% in 2022.

    Onderbouwing

    Met 81% van de ouders die achter de NIX18-norm staan, zitten we al heel erg hoog. De verwachting is dat het lastig zal worden meer dan 81% te behalen. Derhalve houden we het op het handhaven van dit percentage.

  • 5.

    Een verbetering van de naleving onder de verstrekkers van alcohol van 54% in 2016 naar 80% in 2022.

    Onderbouwing

    Het beperken van de beschikbaarheid van alcohol is de kern van effectief alcoholbeleid. Zonder beperking van de beschikbaarheid is het uiterst moeilijk om resultaten te boeken in het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren. Met de nieuwe Drank- en Horecawet hebben gemeenten veel bevoegdheden gekregen om lokaal alcoholbeleid vorm te geven. Zowel op regelgeving als op handhaving. Gemeenten zijn zich op dit terrein steeds meer aan het inzetten. Dit wordt beschreven in de Preventie- en Handhavingsplannen Alcohol van de gemeenten. De verwachting is dat de naleving dan ook verbeterd wordt. Het Zeeuws-brede Nalevingsonderzoek vindt eens per twee jaar plaats (2018, 2020 en 2022).

4.2 Monitoring

De meeste doelstellingen worden getoetst door de Jeugdmonitor onder de 3e klassers van het voortgezet onderwijs (14-15 jarigen) en de monitor jongvolwassenen van het ZB| Planbureau onder 21-23 jarigen. In 2019 vindt er weer een Jeugdmonitor onderzoek plaats. In 2020 zal het onderzoek voor de jongvolwassenen worden herhaald. Naast de cijfers uit deze monitors zal voor een algemeen beeld ook gekeken worden naar andere monitoring systemen, zoals bijvoorbeeld politieregistratie en de cijfers van de alcoholpoli. Tevens bestaat er de mogelijkheid om het draagvlakonderzoek van 2016 opnieuw te herhalen waarin bijvoorbeeld ook het draagvlak onder ouders gemeten kan worden. Ook kunnen deze vragen uitgezet worden via het ZB panel. Een vergelijking zal gemaakt worden met de landelijke onderzoeken van de NIX18 campagne.

4.3 Procesdoelstellingen

Onder procesdoelstellingen wordt verstaan doelstellingen op het gebied van samenwerking en inbedding van interventies.

  • 1.

    De partners van LZNVZ leveren een actieve bijdrage in het ontwikkelen en uitdragen van beleid en regelgeving en het (door)ontwikkelen, uitzetten, uitvoeren en borgen van interventies met als uiteindelijk resultaat een stevig verankerd integraal alcoholbeleid. Dit houdt in dat de partners middelen en tijd beschikbaar stellen voor deze taken.

  • 2.

    De partners van LZNVZ werken structureel mee aan het inbedden van succesvolle onderdelen van de Zeeuwse samenwerking ten aanzien van alcoholpreventie binnen de reguliere overlegstructuren.

  • 3.

    De partners van LZVNZ dragen structureel bij aan de preventie van alcoholgebruik door zoveel mogelijk participatie te vragen van: jongeren, alcoholverstrekkers, onderwijs, jeugd- en jongerenwerk, sportverenigingen en ouders/verzorgers, etc.

5. Risicoanalyse en interventiestrategie

In dit hoofdstuk wordt geïnventariseerd welke risicogevende settings er zijn en vanuit welke beleidspijler (handhaving, regelgeving, bewustwording en educatie) interventies moeten worden ingezet. Periodiek wordt een risicoanalyse opgesteld op basis waarvan doelstellingen aangescherpt kunnen worden en de focus verlegd kan worden. De risicoanalyse geeft inzicht in de verschillende soorten settings en de daarbij behorende risicokenmerken (tabel 1). Op basis van deze analyse is vervolgens een interventiestrategie gemaakt (tabel 2). De interventiestrategie geeft aan welke soorten interventies ingezet worden om de risico’s te verkleinen. Interventies die te maken hebben met controle en handhaving worden verder uitgewerkt in hoofdstuk 6, interventies bestaande uit regelgeving in hoofdstuk 7 en interventies voor bewustwording en educatie in hoofdstuk 8. Door het periodieke karakter van deze analyse, is het tevens een evaluatie-instrument dat inzicht geeft in de resultaten van het lokale alcoholbeleid, dat aanknopingspunten biedt voor een volgend PHA-plan.

5.1 Gegevens uit onderzoek

De naleving van de wet door alcoholverstrekkers wordt in Zeeland vastgesteld aan de hand van mysteryshop onderzoek. Hierbij worden jongeren ingezet, die 18 jaar zijn maar er jonger dan 18 uitzien, om de naleving van de leeftijdsgrens te toetsen. Met het nalevingsonderzoek kan per setting en zelfs per locatie worden bepaald hoe de naleving van de leeftijdsgrens in de praktijk wordt uitgevoerd. Alcoholverstrekkers worden in algemene zin in kennis gesteld van het feit dat dergelijke onderzoeken worden uitgevoerd. De onderzoeken zelf zullen in het geheim worden uitgevoerd om betrouwbare informatie te kunnen verzamelen.

De kenmerken van het alcoholgebruik onder jongeren (startleeftijd, bingedrinken) stellen we vast met de Jeugdmonitor (ZB| Planbureau). Deze monitor wordt eens per vier jaar afgenomen. De intoxicatiecijfers worden op basis van de ziekenhuisgegevens van het ADRZ en ZorgSaam jaarlijks verzameld.

5.2 Gegevens van informanten

Om een praktijkgerichte risicoanalyse uit te voeren, ter aanvulling op de bovengenoemde onderzoeken, raadplegen we ook andere bronnen. In eerste instantie zijn dat: politie, jongerenwerk, veldwerk verslavingszorg, de DHW-BOA’s en de registraties bij de alcoholpoliklinieken in Zeeland. Van deze partners zal jaarlijks worden gevraagd aan te geven wat zij als de belangrijkste risico’s zien. De risicokenmerken, -locaties en tijdstippen in onderstaande tabel staan daarbij centraal.

Risicoanalyse

De risicoanalyse geeft de kans weer dat een jongere of jongvolwassene in een bepaalde setting (te veel) alcoholhoudende drank krijgt. De settings van waaruit dit kan plaatsvinden, zijn in de tabel hieronder geïnventariseerd. Dit betekent niet dat al deze risico's zich ook voordoen in onze gemeente.

Setting

Risico kenmerken

Detailhandel

• Aankoop door minderjarigen t.b.v. indrinken.

• Bij bepaalde zaken beperkte naleving.

Horeca/Evenementen

• Aankoop en consumptie door minderjarigen.

• doorgeven consumpties door ouderen aan minderjarigen.

• Doorschenken bij dronkenschap.

Club huizen en jongeren centra

• Aankoop en consumptie door minderjarigen.

• Doorschenken bij dronkenschap

• Ontbreken van duidelijke huisregels

• Niet houden aan schenktijden (paracommercie)

Thuis/ouders

• Ontbreken van duidelijke afspraken m.b.t alcohol en uitgaan.

• Thuis indrinken.

• Verkeerd voorbeeld ouders

Sport

• Aankoop en consumptie door minderjarigen.

• Doorschenken bij dronkenschap

• Ontbreken van duidelijke huisregels

• Niet houden aan schenktijden (paracommercie)

Scholen

• Ontbreken van duidelijke regels rondom alcohol, ook tijdens excursies, studiereizen, schoolfeesten e.d.

• Communicatie over deze regels

• Gebrek aan toezicht en sancties op (huis)regels door schoolleiding.

Openbare ruimte

• Alcoholgebruik op straat door minderjarigen.

• Openbare dronkenschap en daaraan

• gerelateerde overlast

(Jongeren) campings

• Aankoop en consumptie door minderjarigen.

• Ontbreken van duidelijke (huis)regels

Hokken / Keten

• Alcoholconsumptie door jeugd zonder toezicht

• van volwassenen.

Overigen

• Overmatige alcoholconsumptie

• Alcoholconsumptie door minderjarigen

5.3 Interventiestrategie

De kern van de interventiestrategie is gebaseerd op de beleidspijlers handhaving, regelgeving en educatie. De risicoanalyse bepaalt in welke mate op een specifieke pijler wordt ingezet en welke setting de meeste aandacht krijgt. De analyse is dus niet bedoeld om te bepalen welke interventies er worden ingezet, maar waar, wanneer en hoe interventies het beste kunnen worden ingezet. Op basis van de uitkomsten bepalen we de uitvoeringsstrategie die we in opvolgende jaren verfijnen en bijsturen. Omdat alcoholproblematiek onderhevig is aan trends, voeren we de analyse idealiter elk jaar opnieuw uit.

Toelichting

Het kan zijn dat uit de risicoanalyse blijkt dat de naleving van de leeftijdsgrens bij supermarkten veel beter is dan in de horeca. De verklaring hiervoor kan zijn dat de supermarkten een effectief leeftijdsverificatiesysteem hebben ontwikkeld. In dat geval kan de nadruk in de handhaving beter worden gelegd op de horeca.

Tabel 2 schetst een overzicht van de maatregelen per beleidspijler. Uitgangspunt van dit plan is dat we per setting zoveel mogelijk combinaties maken van elementen van de verschillende pijlers die elkaar versterken. Idealiter stellen we per setting een geschikte maatregelenmix op. In de volgende hoofdstukken lichten we per beleidspijler de verschillende maatregelen toe.

Tabel 2: Maatregelenmix per setting

Setting

Handhaving

Regelgeving

Educatie

Detailhandel

• Toezicht leeftijdsgrenzen.

• Sanctiestrategie

• Three strikes out

• Toezicht door detailhandel zelf

Drank- en Horecawet

• interne regels van detailhandelbranche

• Nalevingscommunicatie

• Training caissières

• Communicatie over DHW en alcoholregels

Horeca/Evenementen

• Toezicht leeftijdsgrenzen

• Toezicht doorschenken

• Toezicht regels DHW

• Sanctiestrategie

• Aanvullende eisen t.a.v. ontheffing DHW bij evenementen

• Beleidsregels ontheffingen art. 35 DHW

• Nalevingscommunicatie

• IVA Training barpersoneel

• Communicatie over DHW en alcoholregels

Club huizen en jongeren centra

• Toezicht leeftijdsgrenzen

• Toezicht doorschenken

• Toezicht regels DHW

• Toezicht schenkregels paracommercie

• Sanctiestrategie

• Schenktijden beperken

• Verbod sterke drank

• Alcoholregels duidelijk zichtbaar

• Uitgaansopvoeding

• Communicatie over DHW en alcoholregels

• IVA training barpersoneel

Thuis/ouders

• politie en Indigo en andere betrokkenen kunnen ouders alleen adviseren duidelijke regels op te stellen

• ouders adviseren duidelijke regels te stellen en hier ook consequenties aan verbinden

• adviezen tav alcoholopvoeding verspreiden door FB pagina, artikelen op gemeentelijke pagina’s, www.lznvz.nl, voorlichtingsavonden, etc.

• inzet politie n.a.v. aantreffen dronken jongeren op straat

• inzet Indigo n.a.v. alcoholintoxicatie

• huiskamergesprekken

Sport

• Toezicht leeftijdsgrenzen

• Toezicht doorschenken

• Toezicht regels DHW

• Toezicht schenkregels paracommercie

• Sanctiestrategie

• Schenktijden beperken

• Verbod sterke drank

• Communicatie over DHW en alcoholregels

• alcoholregels duidelijk zichtbaar

• IVA training

• barpersoneel/vrijwilligers

• Training vroegsignalering

• Voorlichting voor jongeren

• Voorlichting voor ouders en vrijwilligers

Scholen

• Toezicht bij evenementen en feesten

• Overleg over interne regels op school

• Overleg over integrale aanpak alcoholpreventie -alcoholvoorlichting aan ouders

• Alcoholvrije school

• Blijf Cool

Openbare ruimte

• Toezicht en handhaving in de openbare ruimte

• APV

• Nalevingscommunicatie

• Campagne

(Jongeren) campings

• Toezicht leeftijdsgrenzen

• Toezicht doorschenken

• Toezicht regels DHW

• Toezicht schenkregels paracommercie

• Sanctiestrategie

• Overleg over (huis)regels

• Nalevingscommunicatie

• Alcoholvoorlichting aan ouders en jongeren zelf

Hokken / Keten

• Toezicht en handhaving in de openbare ruimte

• Voorlichting aan ouders

Afhankelijk van de setting en de omstandigheden met betrekking tot de alcoholconsumptie daaromheen, is de ene maatregel effectiever dan de andere. In sommige gevallen zal een situatie activiteiten op het gebied van handhaving eisen, in andere gevallen regelgeving en in weer andere gevallen educatie. Een mix van activiteiten uit alle drie de pijlers is het meest aan te bevelen.

Uit de cijfers van het nalevingsonderzoek blijkt dat de preventieve activiteiten in het kader van LZNVZ en de extra inzet vooral op de pijlers voorlichting en educatie niet hebben geleid tot het behalen van de doelstellingen, zoals deze zijn geformuleerd in het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2014-2018. De pijler handhaving zal de komende jaren daarom meer aandacht moeten krijgen.

6. Handhavingsactiviteiten

Met de gewijzigde Drank- en Horecawet is de burgemeester bevoegd gezag voor het toezicht en de handhaving van de gehele DHW. Handhaving van de wetgeving rond alcohol is dus een relatief nieuwe taak voor de gemeente. Op basis van ervaringen en inzichten van eerdere toezichthouders (NVWA, Pilotgemeenten) is gekozen voor een programmatische aanpak.

Zoals eerder aangegeven ligt de gemeentelijke prioriteit in dit plan, zowel als het gaat om preventie als om handhaving, bij de problemen rondom alcoholverstrekking aan minderjarigen en het voorkomen van dronkenschap onder jongvolwassenen. Deze doelstellingen sluiten aan bij de volgende wettelijke bepalingen:

Leeftijdsgrens 18 jaar

  • -

    Artikel 20, (lid 1) van de Drank- en Horecawet. Oftewel het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

  • -

    Artikel 20, lid 4 van de Drank- en Horecawet. Het verplicht aanduiden van de leeftijdsgrens.

Dronkenschap/doorschenken

  • -

    Artikel 20, lid 5 van de Drank- en Horecawet. Het verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap toe te laten in een horecazaak of op het terras.

  • -

    Artikel 252 Wetboek van Strafrecht. Verbod om dronken personen te schenken.

  • -

    Artikel 453 Wetboek van Strafrecht. Verbod om zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg te begeven.

Overige regels

In de Drank- en Horecawet zijn nog tal van andere regels opgenomen waaraan alcohol- verstrekkers dienen te voldoen. Zo moet er altijd een leidinggevende aanwezig zijn tijdens openingstijden, moeten inrichtingen voldoen aan de zogenaamde inrichtingseisen en gelden er specifieke schenktijden/schenkregels voor de paracommerciële horeca.

6.1 Toezicht

Risico-analyse

Het toezicht op de DHW bestaat uit twee typen controles, namelijk reguliere inrichtingencontroles (type 1) en controles op leeftijdsgrenzen, dronkenschap en schenktijden (type 2). Om te bepalen welk type controle moet worden ingezet en met welke frequentie, is een risicoanalyse uitgevoerd op inrichtingenniveau. De risicoanalyse gaat uit van de kans dat de regels worden overtreden maal het effect dat daarmee wordt veroorzaakt. Daarnaast wordt bezien of in een bepaalde gelegenheid veel jongeren komen en of het wel of niet paracommercie betreft.

De basis van de risicoanalyse wordt gevormd door de formule: Risico = Kans X Effect. De kans wordt in dit verband ook wel genoemd: het overtredersniveau, dus de kans dat de regels niet worden nageleefd. De kans op het overtreden van de regels hangt af van meerdere factoren. Te denken valt aan de drukte, het in werking hebben van een eigen (leeftijdscontrole)systeem en het nalevingsgedrag van de ondernemer in het verleden. Het overtrederniveau wordt ingeschat op basis van de beschikbare informatie en de lokale kennis binnen de gemeente. Indien na controle blijkt dat een ondernemer een betere of slechtere nalever is, dan wordt de score in de risicoanalyse bijgesteld. Dit gebeurt in ieder geval jaarlijks voorafgaande aan de jaarplanning.

Het effect is hoger naarmate er bijvoorbeeld meer jongeren of jongvolwassenen in de inrichting komen. Maar het kan ook zijn dat het effect bepaald wordt doordat bij overtreding van de regels meer oneerlijke concurrentie wordt veroorzaakt of dat er meer problemen van openbare orde en veiligheid mee gepaard gaan.

Concreet is het de bedoeling dat de controlecapaciteit dus vooral ingezet wordt naarmate de regels minder goed worden nageleefd en juist op die plekken waar veel jeugd komt. Beide variabelen bevinden zich op een geleidende schaal.

Een voorbeeld-risicoanalyse is bijgevoegd als bijlage 2. Uit de kolom of er veel of weinig jongeren in de inrichting komen en of het al dan niet een paracommerciële instelling betreft, kan worden afgeleid of controles van het type 2 moeten worden uitgevoerd.

Opgemerkt dient te worden dat de frequentie van de controles, zowel bij type 1 als bij type 2, afhankelijk is van de beschikbare capaciteit.

Inzet toezicht per type controle

Type 1: Inrichtingencontroles

Bij de inrichtingencontroles wordt gekeken naar de aanwezigheid en actualiteit van de vergunning of ontheffing, het voldoen aan de voorschriften van de vergunning/ontheffing en andere bepalingen uit de DHW, zoals de aanwezigheid van leidinggevenden tijdens openingstijden, inrichtingseisen, etc. Deze controles vinden overdag plaats en er is direct contact met de ondernemer. Om de beschikbare middelen zo effectief mogelijk in te zetten wordt een lage controlefrequentie aangehouden voor deze controles, zodat vooral ook ingezet kan worden op controles van het type 2. Voor controles van het type 1 laat dit het volgende overzicht zien.

Uitgangspunten voor type 1 controles

Soort

Aantal

Prioriteitscore

Cafés

39

G

Restaurants

24

L

Cafetarias

4

G

Hotels

3

L

Dorps- en buurthuizen

11

G

Supermarkten

12

L

Clubhuizen/sportkantines

22

G

Slijterijen

6

L

Campings

3

G

L = Laag

G = Gemiddeld

H = Hoog

Type 2: Leeftijdsgrenzen-inspecties/ dronkenschap/schenkregels15

Naast de reguliere inrichtingencontroles die zijn opgenomen in het Handhaving Uitvoeringprogramma (HUP) richten de type 2 controles zich op leeftijdsgrenzeninspecties bij drankverstrekkers. De controles richten zich in hoofdzaak op het controleren van verstrekking van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de 18 jaar. Daarnaast worden controles uitgevoerd op dronkenschap en op schenktijden binnen de paracommercie. Het toezicht bestaat uit observaties op de plaatsen en tijdstippen waarop (’s avonds en in de weekenden) jongeren alcoholhoudende dranken kopen en gebruiken.

De scores uit de bijgevoegde risico-analyse worden als volgt vertaald in controlefrequentie.

De indicatie aspecten behorend bij de prioriteringsscore zijn:

  • Alcoholverstrekking aan jongeren

  • Verstoring openbare orde

  • Oneerlijke concurrentie

De scores worden als volgt vertaald:

L = zeer gering

G = reëel

H = zeer groot

Uitgangspunten voor type 2 controles

Leeftijdsgrenzeninspecties/ dronkenschap/schenkregels

Soort

aantal

Prioriteits score

Discotheken

0

H

Café’s (hotspots)

5

H

Café’s

34

G

Restaurants

24

L

Hotels

3

L

Cafetaria

4

L

Evenementen (voor zover relevant)

12

G

Clubhuizen/sportkantines

22

G

Dorps- en gemeenschapshuizen

11

G

Slijterijen

6

G

Campingbedrijven met horeca

3

L

supermarkten

12

G

Bonus/Malus

Op individuele bedrijven kan een bonus/malus kwalificering worden toegepast. Bij een geconstateerde overtreding en bijvoorbeeld bij veelvuldige aannemelijke signalen van overtreding kan een individueel bedrijf in een hogere prioriteitscategorie geplaats worden.

En het geval van perfect naleefgedrag, bijvoorbeeld bij het deelnemen aan een convenant ‘jong proef’ kan een individueel bedrijf in een lagere prioriteitscategorie geplaatst worden.

Overige controles

Naast bovengenoemde activiteiten inzake controle en handhaving van de DHW zal de gemeente reageren op klachten en meldingen en kan er zo nodig in de openbare ruimte worden opgetreden. Hier ligt een gedeelde taak tussen de eigen toezichthouders / BOA’s en de politie. Daarnaast kunnen gemeentelijke BOA’s zich bij wijze van preventie zo nu en dan laten zien bij horeca-inrichtingen zonder een formele controletaak te vervullen.

6.2 Interventiestrategie bepalen

Op basis van de risicoanalyse en de hotspotlijst worden prioriteiten vastgesteld. Daarbij wordt een afweging gemaakt tussen de aandacht voor de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop van 18 jaar en de bepalingen rondom dronkenschap, zoals het niet toelaten van dronken personen in een horecagelegenheid en het niet schenken aan klanten in kennelijke staat van dronkenschap. Elk jaar worden met het herijken van de hotspots tevens de handhavings-prioriteiten opnieuw vastgesteld.

Basiscontrole

Voordat de leeftijdsgrens/dronkenschap inspecties worden uitgevoerd is het zaak de vergunningen van in ieder geval de hotspots actueel te hebben. Door middel van een type 1 controle wordt vastgesteld of de vergunning nog op orde is (of er überhaupt een vergunning is) en of de leidinggevende ook echt aanwezig is.

Leeftijdsgrens/dronkenschap inspectie

Er wordt naar gestreefd om hotspots met een hoog risico frequenter te controleren dan inrichtingen met een lagere prioritetsscore. Ook worden controle-accenten gelegd bij de evenementen waar veel jongeren aanwezig zijn .

De inspecties zullen met name in de weekenden plaats vinden, tenzij de risicoanalyse anders bepaalt. Samenwerking met de politie is heel belangrijk voor dronkenschap-inspecties. De gemeentelijke BOA heeft slechts de bevoegdheid om toezicht te houden op de DHW artikelen (toegang bieden aan dronken personen en naleving leeftijdsgrens). Handhaving met betrekking tot het schenken aan dronken personen is voorbehouden aan de politie.

Artikel 45

Artikel 45 van de DHW omschrijft het verbod op het aanwezig hebben van alcohol onder de 18 jaar op voor publiek toegankelijke plaatsen. De mogelijkheid om jongeren te beboeten is in 2013 toegevoegd aan de wet en is zodoende een aanvulling op het bestaande handhavingspallet. In 2015 communiceerden de Ministeries van VWS en VenJ dat gemeentelijke BOA’s in de domeinen I (Openbare ruimte) en II (Milieu, welzijn en infrastructuur) ook zonder een DHW diploma bevoegd zijn om hun opsporingsbevoegdheden toe te passen ter handhaving van artikel 45, inclusief de bevoegdheid om een strafrechtelijke geldboete op te leggen. 

Voor dit artikel wordt onderscheid gemaakt tussen de openbare (buiten)ruimte en de horeca. De handhaving op artikel 45 van de DHW in de horeca geschiedt alleen door de daarvoor opgeleide DHW BOA’s. De complexiteit van het uitgaansleven maakt dat goede scholing en ervaring met dit terrein noodzakelijk is om effectief te kunnen handhaven. Voor de openbare ruimte (met name daar waar jongeren overdag hangen) kan ook de BOA zonder DHW bevoegdheid handhaven. Het is aan te bevelen dat deze hiervoor wel een speciale training krijgt voor het omgaan met weerstand en agressie.

In Zeeland hebben de gemeenten overigens een samenwerkingsovereenkomst gesloten waardoor over en weer gebruik kan worden gemaakt van elkaars BOA’s. Hierdoor kan worden voorzien in een eventuele controlevraag, die zowel kwalitatief als kwantitatief van aard kan zijn

6.3 Handhavingsmethoden

Huidige manier van handhaven

De huidige manier van handhaven vindt plaats op basis van het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2014-2018 en het Integraal Handhavingsplan Zeeuws-Vlaanderen 2017-2020.

Nalevingscommunicatie

Communicatie versterkt het effect van de handhaving. Het draagt bij aan een verhoogde subjectieve pakkans en aan meer draagvlak voor de maatregelen. Het is van belang de communicatie naar de diverse doelgroepen in goed overleg met andere afdelingen en partijen vorm te geven. Aangezien communicatie in dit plan vooral een educatief (uitleggen regels) en persuasief (aanzetten tot betere naleving) doel heeft, werken we ze verder uit in het hoofdstuk 6 dat gaat over educatieve activiteiten.

Sanctiestrategie

Na controle wordt een controlerapport of boeterapportage opgemaakt. Indien is gebleken dat de gecontroleerde zich niet (geheel) aan de regels houdt, kan het bevoegd gezag verschillende sancties toepassen teneinde de overtreder ertoe te bewegen zich in het vervolg wel te houden aan de voor hem geldende regels. Niet alle overtredingen zijn even ernstig. Bijlage 1 van dit preventie- en handhavingsplan geeft de sanctiestrategie weer waarin is bepaald met welk sanctiemiddel de burgemeester in beginsel reageert op overtredingen. Voor de lichtere overtredingen wordt eerst een waarschuwing gegeven, voor de ernstigere overtredingen wordt direct een daadwerkelijke sanctie opgelegd zoals een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom. Ook intrekken of schorsen van de vergunning behoort tot de mogelijkheden die de burgemeester ter beschikking staan.

Hardheidsclausule

Afwijken van de sanctiestrategie is mogelijk. Dat kan ten eerste in spoedeisende gevallen, waarbij direct handhavend optreden vereist is en de waarschuwing derhalve achterwege wordt gelaten. Ten tweede kan ook op basis van bijzondere feiten en omstandigheden worden afgeweken van de sanctiestrategie. De sanctie dient immers in alle gevallen proportioneel te zijn. Het toezicht en de handhaving hebben tot doel te komen tot preventie en een betere naleving en waarborging van de geldende wet- en regelgeving. In uitzonderlijke gevallen kan dit doel beter bereikt worden door af te wijken van de sanctiestrategie, waarbij deze afwijking wordt gemotiveerd.

6.4 Effectmeting en evaluatie

Het effect van het toezicht en de handhaving op de naleving van de leeftijdsgrens wordt gemeten met nalevingsonderzoek.

7. Regelgevende activiteiten

De Drank- en Horecawet geeft gemeenten verschillende verordenende bevoegdheden. De modelverordeningen die gemaakt zijn door de VNG en door het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP) geven mooi aan welke mogelijkheden er zijn. Regelgeving is een onmisbare factor van een integraal alcoholbeleid. Om die reden wordt in dit hoofdstuk kort uiteengezet welke soorten regels er zijn.

Regels centraal en decentraal

Er zijn regels die van rijkswege gelden en regels die door de gemeenten zijn opgesteld. De door het rijk opgestelde regelgeving staat vermeld in de DHW (bijvoorbeeld niet schenken aan jongeren < 18 jaar). De regels van gemeentewege zijn neergelegd in de verordening paracommercie en/of de Algemene Plaatselijke Verordening. Daarnaast verstrekt de gemeente vergunningen en ontheffingen, al dan niet onder voorwaarden en stelt de gemeente het toetsingskader vast voor beleidsregels van de burgemeester inzake de ontheffingen ex. artikel 35 van de Drank- en Horecawet en de ontheffing op grond van artikel 4 van de Drank- en Horecawet.

Verordening

Het vastleggen van de schenktijden in de paracommercie is een wettelijke verplichting voor gemeenten (artikel 4 van de Drank- en Horecawet). Doel is het voorkomen van oneerlijke concurrentie tussen paracommercie en commerciële horeca. Met het stellen van regels is rekening gehouden met de pijler alcohol en jeugd. Het is verstandig de schenktijden in sportverenigingen en jongerencentra, zeker daar waar veel jongeren komen, niet te ruim te maken. Achterliggende gedachte is de wetenschap dat ruime schenktijden leiden tot meer consumptie. Ook is het de vraag of vanuit normatief oogpunt wenselijk is dat jongeren tijdens sport en spel van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat geconfronteerd worden met het alcoholgebruik van anderen. De schenktijden kunnen in een aparte verordening paracommercie worden opgenomen of deel uit maken van de Algemene Plaatselijke Verordening. De DHW biedt gemeenten daarnaast de mogelijkheid in de verordening regels op te nemen op grond van artikel 25a t/m 25d van de DHW (bijvoorbeeld prijsacties en happy hours beperken of het hanteren van toegangsleeftijden tot 21 jaar bij horecalocaliteiten en terrassen op bepaalde tijdstippen).

Wat betreft onze gemeente zijn de schenktijden opgenomen in de ‘Verordening paracommercie gemeente Hulst’.

Beleidsregels ontheffingen

Het naleven van de leeftijdsgrens voor alcohol is moeilijk voor veel alcoholverstrekkers weten we uit diverse onderzoek (Roodbeen e.a., 2014 en Zeeuws naleefonderzoek). Dit geldt ook voor het naleven van bepalingen rondom dronkenschap en doortappen. Op evenementen is de naleving nog een fractie lastiger. Door de schaalgrootte, tijdelijke personeelskrachten en het gebrek aan een structurele controlesystematiek is de naleving vaak slecht. De DHW biedt gemeenten de mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan het verlenen van een ontheffing van de DHW.

Gemeenten kunnen beleidsregels vaststellen om te bepalen of een paracommerciële inrichting op aanvraag een ontheffing krijgt van de schenkregels voor tijdelijke gelegenheden van bijzondere aard (artikel 4 DHW). Daarnaast kan de gemeente beleidsregels hanteren om te bepalen of en onder welke voorwaarden alcoholhoudende drank geschonken mag worden tijdens evenementen (artikel 35 DHW).

De burgemeester van Hulst heeft een beleidsregel vastgesteld met betrekking tot artikel 35 DHW. Deze beleidsregel is (ter informatie) als bijlage 3 bij dit plan gevoegd.

8. Educatieve/communicatieve activiteiten

Dit plan kent twee einddoelgroepen: jongeren onder de 18 jaar en 18 tot en met 23 jarigen. Meer dan in voorgaande jaren zullen mensen met een lage sociaal-economische status opgezocht worden. In hoofdstuk 2 werd al uitgelegd dat preventie activiteiten het beste gericht kunnen zijn op de omgeving. Voor een belangrijk deel gaat het daarbij om de sociale en professionele omgeving. Daarom staan omgevingsgerichte educatieve activiteiten centraal in dit hoofdstuk. Daarbij onderscheiden we drie doelgroepen die invloed kunnen hebben op het alcoholgebruik van jongeren:

  • 1.

    Alcoholverstrekkers

  • 2.

    Scholen: BO (in mindere mate), VO, MBO en HBO

  • 3.

    Ouders/opvoeders/andere volwassenen die (veel) met jongeren te maken hebben.

Daarnaast moeten de jongeren zelf niet worden vergeten. Hoewel we weten dat zij minder open staan voor voorlichting is het wel van belang dat zij weten wat de consequenties van alcoholgebruik kunnen zijn en wat regels zijn zodat zij deze ook na kunnen leven.

Binnen de Zeeuws-brede jeugd- en alcoholaanpak LZNVZ zijn diverse interventies ontwikkeld en uitgevoerd die zich richten op deze doelgroepen. Een overzicht hiervan is te vinden in de bijlagen 4 en 5. Dit overzicht is geen vaststaand overzicht maar kan continu aangevuld worden met nieuwe interventies. Bovendien zijn er ook interventies die onze partner Indigo Preventie uitvoert die niet onder de vlag van LZNVZ vallen en dus niet zijn opgenomen in het overzicht maar die wel aan alcoholpreventie bijdragen.

Meer en meer komt de nadruk te liggen handhaving. Educatie en communicatie zijn ondersteunend hieraan en zijn belangrijk om draagvlak te creëren voor de nieuwe NIX18-norm. Ter illustratie worden hieronder enkele mogelijkheden per doelgroep toegelicht.

8.1 Alcoholverstrekkers

Met de term alcoholverstrekkers worden alle personen bedoeld die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in de DHW. Dat kunnen zijn horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières, filiaalmanagers etc. Van deze professionals wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, vereniging of het evenement. In tabel 1 van Hoofdstuk 5 ziet u de verschillende settings van waaruit de alcoholverstrekkers opereren. Het gaat in deze paragraaf concreet om: de detailhandel, de horeca/evenementen en de sportkantines. Hieronder worden enkele interventies die van toepassing zijn op deze settings toegelicht.

Training

Belangrijk is vooral dat een alcoholverstrekker zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheid en in staat is juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om alcoholverstrekkers hierin te bekwamen zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals de IVA (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik) training voor barvrijwilligers en de Evenementen IVA.

Gekoppeld aan het handhavingsplan kunnen horecaondernemers en sportverenigingen bij wie voor een tweede maal een overtreding is vastgesteld op bovengenoemde zaken worden verplicht een training barcode/IVA door hun personeel/vrijwilligers en management te laten volgen.

Voor DHW-vergunningsvrije verkooppunten zoals supermarkten wordt geadviseerd overleg te laten plaatsvinden met de ondernemers(verenigingen) om helder te krijgen wat men intern aan training van personeel doet. Indigo Preventie biedt deze trainingen aan.

Nalevingscommunicatie

Naleving van de wet kan naast individuele training worden beïnvloed door nalevings-communicatie. Doel van nalevingscommunicatie is om een gedragsverandering bij de doelgroep te creëren en om de subjectieve pakkans te vergroten. Daarom is een nalevingscommunicatieplan ontwikkeld. Dit kan ook worden ingezet voor andere nalevingsproblemen die in de gemeente spelen.

De volgende elementen maken in ieder geval onderdeel uit van de nalevingscommunicatiestrategie:

  • -

    Educatieve communicatie

    Uitleg van de regels, de argumenten voor deze regels, uitleg over mogelijke hulpmiddelen om na te kunnen leven. Dit is nodig als onduidelijkheid over (het belang van) de regels naleving in de weg staat.

  • -

    Dreigende communicatie

    Communicatie over controles, inzet mysteryshoppers, sancties, uitbreiding toezichtcapaciteit, etc. Deze vorm beïnvloedt de subjectieve pakkansbeleving en kan effectief zijn als blijkt dat de regels bewust overtreden worden.

  • -

    Normatieve communicatie

    Bijvoorbeeld een interview met een ondernemer die de regels goed naleeft, een nieuwsbericht waarin het percentage nalevers wordt genoemd in plaats van het aantal overtreders. Oftewel: het communiceren van de gewenste norm, ervan uitgaande dat de gemiddelde mens graag aan de algemeen geldende norm wil voldoen.

Evenementenbeleid

Gemeenten passen waar mogelijk het evenementenbeleid aan en geven tips aan organisator op het gebied van alcoholverstrekking. Hier is een folder en informatiepakket vanuit LZNVZ voor beschikbaar.

8.2 Onderwijs

De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Gedragsverandering creëren via voorlichtingsprogramma's blijkt lastig, zo niet onmogelijk (Babor, 2010). Toch is het relevant dat jongeren geïnformeerd raken over de risico's van alcoholgebruik. Met name de informatie over wat alcohol met de hersenontwikkeling doet is hierbij bruikbaar. Dat geld niet alleen voor jongeren, maar ook voor hun ouders.

De scholen voor voorgezet onderwijs worden middels het overleg rondom de Lokale Educatieve Agenda geadviseerd met dit thema aan de slag te gaan.

Zoals al eerder aangegeven kent de Zeeuwse jeugd- en alcoholaanpak diverse interventies die gericht zijn op de setting onderwijs. Enkele voorbeelden worden hieronder aangehaald.

Alcoholvrije school

Gezien de nieuwe leeftijdsgrens mogen vrijwel alle leerlingen in het voortgezet onderwijs nog geen alcohol in bezit hebben in openbare gelegenheden en daarmee lijkt een alcoholvrij schoolbeleid de meest voor de hand liggende keuze. Een goed schoolprogramma biedt meer dan voorlichting en besteedt ook aandacht aan regels voor leerlingen en personeel met betrekking tot alcoholgebruik bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen. Een interventie die wij in Zeeland gebruiken die dit alles omvat is de ‘Alcoholvrije School’. Bekeken wordt of scholen moeite hebben met de handhaving van de regels bij bijvoorbeeld feesten. Daar waar mogelijk wordt Indigo ingezet voor ‘blaasacties’ voorafgaand aan de schoolfeesten en zal bekeken worden of toezichthouders van de gemeente een ondersteunende rol kunnen spelen.

Ouderavond via school

Jongeren zijn gemakkelijk via scholen te bereiken. Ouders van deze jongeren zijn echter steeds minder makkelijk via scholen te bereiken. Om toch een zo groot mogelijke groep ouders te bereiken wordt aangeraden thema’s te combineren. Als ouders bijvoorbeeld toch naar school komen voor een mentoravond, wordt die avond ook ingezet op voorlichting over jeugd en alcohol te geven. Ook theater of social-media zijn thema’s waar ouders graag meer informatie over krijgen.

Vloggen

Indigo Preventie geeft leerlingen van VO scholen workshops over vloggen. Leerlingen mogen zelf een vlog maken met als thema jongeren en alcohol. Deze vlogs zullen ingezet worden op de social-media accounts van LZNVZ.

Voorlichting ‘Help mijn kind wordt een puber!’ voor ouders van het BO en brugklasleerlingen

‘Help mijn kind wordt een puber!’ omvat een bovenlokale ouderavond voor ouders van kinderen uit groep 7 en 8 en de brugklas met als thema’s voorbereiding op pubergedrag en alcohol. Deze ouderavond wordt uitgevoerd door de GGD en Indigo Preventie.

Training Vroegsignalering

Door vroegtijdig te signaleren kun je in een eerder stadium ingrijpen zodat problemen bij kwetsbare jongeren voorkomen kunnen worden of minder ernstig zullen uitpakken. Mentoren uit het VO zullen getraind worden om dreigende alcoholproblematiek bij jongeren vroegtijdig te herkennen.

8.3 Ouders en de thuissituatie

Alcoholopvoeding

Ouders denken veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door ‘peers’ (o.a. vrienden), terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen (van der Vorst, 2006). Uit diverse onderzoeken blijkt dat veel jongeren thuis drinken en zelfs drank van hun ouders krijgen.

De beschikbaarheid van alcohol in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels zijn andere beschermende factoren: een goede band tussen ouder en kind en een autoritatieve opvoedstijl.

Normverandering en opvoedondersteuning

Adviezen met betrekking tot alcoholopvoeding zullen wijd onder de ouders verspreid worden. Via diverse invalswegen zullen ouders geconfronteerd worden met de NIX18-norm zodat die nieuwe norm voor hen normaal gaat worden. Ook zullen zij handvaten aangereikt krijgen om die norm toe te kunnen passen bij hun eigen kinderen. Dit gaat onder andere door:

  • -

    in samenwerking met VO-scholen de NIX18-norm en de daarbij behorende opvoedadviezen aan te bieden (bijv. door informatieve stukjes in nieuwsbrieven en website van de school)

  • -

    het organiseren van stapavonden voor ouders van kinderen tussen de 14 en 18 jaar, waarbij ouders zelf kennis kunnen maken met de uitgaansgelegenheden waar hun kinderen komen en daar workshops van o.a. politie en GGD krijgen, over alcohol maar mogelijk ook drugs en/of social-media. Vaak ook gecombineerd met een theatervoorstelling.

  • -

    De inzet van Indigo aangaande de nazorg voor jongeren die terecht zijn gekomen op de alcoholpoli.

  • -

    De inzet van de politie bij het aantreffen van laveloze jongeren; ouders en kind zullen worden uitgenodigd op gesprek en krijgen beelden van de bodycam van de politie te zien. Hierna volgt een gesprek tussen politie, ouders en kind.

  • -

    Het houden van zogenaamde ‘huiskamergesprekken’ waarbij bij ouders thuis een gesprek wordt gevoerd met andere ouders over jongeren en alcohol.

8.4 Sportverenigingen

Wij willen ook sportverenigingen ondersteunen bij hun rol ten aanzien van bewustwording, beleid en regelgeving. Verenigingen geven zelf aan vaak in een spagaat te zitten; enerzijds hebben zij de inkomsten vanuit de verkoop van alcoholische dranken hard nodig. Anderzijds willen zij niet het verkeerde voorbeeld geven aan de jeugd. Hiernaast heerst binnen veel sportverenigingen nog de norm dat een biertje erbij hoort (denk aan de zogenaamde ‘3e helft’). Het kost tijd om deze norm te kunnen veranderen. De beste methode om dit te doen, is het opbouwen van een goede relatie met de sportverengingen en samen met hen nagaan wat er verbeterd kan worden om tot een goede aanpak te komen. Hier zijn o.a. de volgende mogelijkheden voor:

  • -

    IVA training

  • -

    Voorlichtingsavond voor ouders en vrijwilligers

  • -

    Voorlichtingsavond voor jongeren

  • -

    Training vroegsignalering voor vrijwilligers

8.5 Publiekscommunicatie

Inzet van publieke bewustwordingscampagnes om het draagvlak voor het beleid te versterken en de norm met betrekking tot alcoholgebruik positief te beïnvloeden zijn heel belangrijk. De NIX18-norm zal de geldende norm moeten worden en dat behoeft voorlopig blijvende aandacht. Kennisverhoging en opvoedgedrag verbeteren door regel- en normstelling zal alleen werken als het algemene publiek via allerlei invalswegen elke keer maar weer dezelfde boodschap krijgt voorgeschoteld. Dit doen we door een Zeeuwse publiekscampagne waarin deelcampagnes als de Ikpas en de NIX18-campagne een belangrijke plek innemen. Ook worden er regelmatig via social media en via de nieuwsbrief berichten verspreid en proberen we zoveel mogelijk free-publicity te verwerven als we regionaal of in onze eigen gemeente een activiteit uitvoeren.

8.6 Jongeren

Jongeren zelf zijn nauwelijks vatbaar voor sec voorlichtingsactiviteiten (Roodbeen, 2014). Het is daarom van belang nooit in te zetten op alleen maar voorlichtingsactiviteiten voor jongeren. Toch is het relevant dat jongeren weet hebben van de risico’s die alcoholgebruik met zich meebrengen en kennis hebben over de wet- en regelgeving. We richten ons met LZNVZ met name om de schil rond jongeren heen. Als zij goed op de hoogte zijn zullen zij deze informatie aan de jongeren doorgeven. Hiernaast krijgen ook de jongeren zelf via onze media campagne de boodschap NIX18 mee en willen wij ze laten ervaren dat je ook veel lol kunt hebben zonder alcohol. Een activiteit die hiervoor ontstaan is zijn de zogenaamde ‘frisfeesten’. Belangrijk hierbij is jongeren ook zelf te betrekken zodat je weet dat je een goede line-up, coole drankjes en een goede locatie hebt. Indigo Preventie werkt volgens een protocol op basis van eerder georganiseerde frisfeesten zodat incidenten zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden.

8.7 Effectmeting en evaluatie

Het effect van de educatieve maatregelen uit dit plan worden gemeten met de Jeugdmonitor en de jongvolwassenmonitor van het ZB| Planbureau. Deze worden respectievelijk in 2019 en 2020 herhaald. Eveneens kan het ZB| Planbureau haar ZB panel inzetten voor extra vragen bij de ouders/verzorgers.

9. Uitvoering

Uitgangspunt van dit plan is het beïnvloeden van de omgeving van de jonge drinker opdat deze meer gezonde en veilige keuzes kan maken met betrekking tot alcohol. In de interventiestrategie (hoofdstuk 5) is vastgesteld op welke pijlers wordt ingezet om jongeren te beïnvloeden richting een verantwoorde leefstijl. De daadwerkelijke uitvoering waarvan de kaders in hoofdstuk 6 (toezicht en handhaving) en hoofdstuk 8 (educatie) zijn aangegeven wordt in jaarlijkse uitvoeringsplanningen opgenomen. Zo kennen we voor toezicht en handhaving het integrale handhaving uitvoeringsprogramma, waarin op basis van deze nota een hoofdstuk wordt toegevoegd ten aanzien van de Drank- en Horecawet. Voor educatie en bewustwording is er het jaarwerkplan educatie en bewustwording.

Zoals in hoofdstuk 2 is geschetst, werkt alcoholbeleid het beste als op meerdere beleidspijlers tegelijkertijd wordt ingezet. Dat impliceert ook dat er in de uitvoering meerdere partners en stakeholders betrokken zijn. Hieronder een beschrijving van de belangrijkste samenwerkingspartners en de organisatiestructuur.

9.1 Samenwerking met externe partners

Op een integraal dossier als het alcoholbeleid is samenwerking essentieel voor een goede uitvoering. De volgende partners zijn daarbij concreet in beeld:

Politie

Hotspots in kaart brengen, veiligheid tijdens inspecties, jongeren vragen naar ID, inzet bodycams en eventuele samenwerking met betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 resp. 453 WvSr).

Ondernemers/Verenigingen

Naleving DHW, nalevingscommunicatie, training personeel.

Scholen

Halfjaarlijks overleg over intern schoolbeleid (in kader van Lokale Educatieve Agenda) en over informatievoorziening richting ouders.

Gezondheidsorganisaties

Partners als de GGD, ziekenhuizen en Indigo, de Instelling voor verslavingszorg zijn belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve interventies.

Provinciale Samenwerking

In Zeeland wordt op provinciaal en regionaal niveau samengewerkt door middel van een Zeeuwse Jeugd en Alcoholaanpak, ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’. In deze aanpak staat de integrale benadering en samenwerking centraal.

9.2 Financiën

Voor de komende jaren is er in beginsel structureel 90 uur beschikbaar voor het houden van toezicht. Dat houdt in de voorbereiding, het toezicht (de controles) zelf en de rapportage.

Het uitvoeren van een jaarlijks mysterieshoponderzoek kost € 3.000.

Voor educatie en voorlichting is er jaarlijks een bedrag van € 5.500 beschikbaar.

Hieruit wordt ook de coördinatie vanuit LZNVZ betaald.

Ondertekening

Literatuurlijst

Babor e.a. (2010). Alcohol no ordinary commodity. Oxford: University press.

Bieleman, B., Kruize, A. & Zimmerman, C. (2011). Monitor alcoholverstrekking jongeren 2011. Groningen: Intraval.

Crews, F.T., Braun, C.J., Hoplight, B., Switzer, R.C. 3rd, & Knapp, D.J. (2000). Binge ethanol consumption causes differential brain damage in young adolescent rats compared with adult rats. Alcohol: clinical and experimental research, 24(11), 1712-1723.

Dalen, W.E. van, Franken, F., de Greeff, J., Mulder, J., van Straten, P. & van der Wulp, N.Y. (2013). Het perspectief voor de Alcoholvrije School in Nederland. Utrecht: STAP

Dijck, D. van, & Knibbe, R.A. (2005). De prevalentie van probleemdrinken in Nederland: Een algemeen bevolkingsonderzoek. Maastricht: Universiteit van Maastricht.

Hibell, B., Guttormsson, U., Ahlström, S., Balakireva, O., Bjarnason, T., Kokkevi, A., & Kraus, L. (2012). The 2011 ESPAD report: Substance use among students in 36 European countries. Stockholm: The Swedish Council for Information and Alcohol and Other Drugs (CAN).

Holder, H. D. (1998). Alcohol and the Community: A Systems Approach to Prevention. Cambridge: Cambridge University Press.

Meier , P. et al. (2008). The independent review of the effects of alcohol pricing and promotion. Summary of Evidence to Accompany Report on Phase 1: Systematic Reviews. School of Health and Related Research, University of Sheffield, UK.

Reynolds, R.I. (2003). Building Confidence in Our Communities. London: London Drug Policy Forum.

Roodbeen, R., Lie, K.J. & Schelleman-Offermans, K. (2014). Alcoholverkoop aan jongeren 2013. Nuchter, kenniscentrum leeftijdsgrenzen.

Van der Vorst, H., Engels, R.C.M.E., Meeus, W., & Dekovic, M. (2006). Parental Attachment, Parental Control, and Early Development of Alcohol Use: A Longitudinal Study. Psychology of Addictive Behaviors , Vol. 20, No. 2, 107–116

Verdurmen, J., Monshouwer, K., Dorsselear, S. van, Lokman, S., Vermeulen-Smit, E., & Vollebergh, W. (2012). Jeugd en riskant gedrag 2011: Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut.

Wagenaar, A.C., Toomey, T.L. & Erickson, D.J. (2005). Complying With the Minimum Drinking Age: Effects of Enforcement and Training interventions. Alcoholism: Clinical and Experimental Research, 29, 2, 255-262


Noot
1

Van Laar (2016)

Noot
2

Jeugdmonitor Zeeland (2015)

Noot
3

Van Dorsselaer (2016)

Noot
4

Ter Voert (2016)

Noot
5

Van Dorsselaer (2016)

Noot
6

Hasselt (2010)

Noot
7

Youngworks (2016)

Noot
8

Ter Voert (2016)

Noot
9

Ter Voert (2016)

Noot
10

De Wit et al (2016)

Noot
11

RIVM (2013)

Noot
12

Babor (2010)

Noot
13

Boomgaard (2016)

Noot
14

SWOT: strengths (sterkten), weaknesses (zwaktes), opportunities (kansen) en threads (bedreigingen)

Noot
15

Controles type 2 is in dit document de verzamelnaam voor de leeftijdscontroles, het binnenlaten van dronken personen, het doorschenken van alcohol aan dronken personen en het schenken buiten de schenktijden in paracommerciële instellingen.