Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Geldend van 14-06-2018 t/m 31-12-2018 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen

De raad van de gemeente Hulst;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 mei 2018;

gelet op de artikelen 147 artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en het besluit Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;

BESLUIT:

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen

Artikel 1. Toepassing

  • 1. Deze regeling vindt toepassing met betrekking tot een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen verschuldigd door een natuurlijk persoon en een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent.

  • 2. Met betrekking tot een verzoek om kwijtschelding van de in artikel 2 genoemde gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep, zijn de afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2. Heffingen waar kwijtschelding voor mogelijk is

  • 1. Kwijtschelding wordt uitsluitend verleend ten aanzien van de volgende heffingen:

    • a.

      Afvalstoffenheffing

    • b.

      Rioolheffing

  • 2. Voor alle niet onder het vorige lid genoemde heffingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 3. Kosten van bestaan

In afwijking van de krachtens artikel 26 van de Invorderingswet 1990 door de Minister van Financiën bij ministeriële regeling gestelde regels en met inachtneming van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij ministeriële regeling gestelde regels, wordt bij de berekening van de betalingscapaciteit:

  • a.

    Voor belastingschuldigen die op het moment van indiening van het verzoek de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, het bedrag van de kosten van bestaan gesteld op 100 procent van de normuitkering (bijstandsnorm) die de belastingschuldige naar de maatstaven van de Wet werk en bijstand (medio 2014 Participatiewet) per maand telkens zou kunnen ontvangen;

  • b.

    Voor een echtpaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand, voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4 van de Wet werk en bijstand, die op het moment van indiening van het verzoek de pensioengerechtigde leeftijd, als bedoeld in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene ouderdomswet heeft bereikt, het bedrag van de kosten van bestaan gesteld op 100 procent van het toepasselijke bruto-ouderdomspensioen, bedoeld in artikel 9, zesde lid, van die wet, verminderd met de verschuldigde loonbelasting, de premies voor de volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet (netto AOW-norm), en verhoogd met het eerste bedrag, genoemd in artikel 16, tweede lid, onderdeel a van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, voor een echtpaar waarvan beide echtgenoten de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt,

het bedrag, genoemd in artikel 16, tweede lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder, of voor een echtpaar waarvan één van de echtgenoten de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt.

Artikel 4. Kwijtschelding van privé-belastingen aan ondernemers

Met betrekking tot een verzoek om kwijtschelding van de in artikel 2 genoemde belastingen en heffingen verschuldigd door een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent en die geen verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep zijn de afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing, waarbij

  • a.

    ten aanzien van het bepalen van het inkomen van een ondernemer wordt aangesloten bij de wijze waarop dit wordt getoetst conform het Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen 2004 en dat;

  • b.

    ten aanzien van het bepalen van het voor de uitoefening van dat bedrijf of beroep noodzakelijke bedrijfsvermogen wordt aangesloten bij de wijze waarop dit vermogen wordt getoetst conform het Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen 2004, met uitzondering van de opgenomen vrijstelling voor de eigen woning, zoals genoemd in artikel 7 van dit Besluit.

Artikel 5. Eigen bijdrage kinderopvang

  • 1. Bij de beoordeling van een kwijtscheldingsverzoek wordt bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, mede in aanmerking genomen de overeenkomstig artikel 1.7, eerste en tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen bepaalde kosten van kinderopvang verminderd met de kinderopvangtoeslag of met de tegemoetkoming van de gemeente of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen in de te betalen kosten van kinderopvang, bedoeld in hoofdstuk 1, afdeling 2, van die wet.

  • 2. Voor de berekening van de kosten wordt gerekend met de maximum-uurprijs zoals vermeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in de kosten kinderopvang.

Artikel 6. Belastingteruggave als gevolg van zorgkosten

  • 1. Bij de beoordeling van een verzoek om kwijtschelding wordt in afwijking van artikel 18, lid c van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 een teruggaaf aan inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen buiten beschouwing gelaten, voor zover deze teruggaaf is ontvangen vanwege gemaakte zorgkosten.

  • 2. Uitbetalingen op grond van het Besluit tegemoetkoming specifieke zorgkosten worden bij de beoordeling van een verzoek om kwijtschelding buiten beschouwing gelaten.

Artikel 7. Nadere regels

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven omtrent de uitvoering van het kwijtscheldingsbeleid.

Artikel 8. Slotbepalingen

  • a. Deze Verordening Kwijtschelding gemeentelijke belastingen vervangt de Verordening Kwijtschelding gemeentelijke belastingen, die laatstelijk is vastgesteld d.d. 12 december 2013;

  • b. De intrekking van de Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen, die wordt vervangen door de nieuwe Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen geschiedt met ingang van 14 juni 2018 en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

  • c. Besluiten genomen op basis van de hiervoor genoemde verordening in de periode van 1 januari 2018 tot 14 juni 2018 worden geacht te zijn genomen op basis van deze nieuwe verordening;

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 14 juni 2018 en werkt terug tot en met 1 januari 2018;

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 juni 2018.

De gemeenteraad van de gemeente Hulst,

De Raadsvoorzitter,

De Raadsgriffier,