Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2008

Geldend van 15-05-2008 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2008

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

    • b.

      gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21 onder c van de wet;

    • c.

      verzorgingsbehoevende: degene die is aangewezen op verzorging ter voorkoming van opname in een verpleeg- of verzorgingstehuis.

Artikel 2 Doelgroep

      • 1.

        De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar.

      • 2.

        In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn.

      • 3.

        De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing van artikel 18, eerste lid van de wet onverlet.

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Artikel 3 Toeslagen

      • 1.

        De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.

      • 2.

        De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning één of meer anderen hun hoofdverblijf hebben en indien de woonlasten minder bedragen dan € 250,00 per maand.

      • 3.

        De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm indien de alleenstaande en alleenstaande ouder in de daklozenopvang verblijft en daarvoor kostgeld moet betalen.

      • 4.

        In afwijking van het gestelde in het tweede lid worden de volgende personen niet beschouwd als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

      • a.

        meerderjarige kinderen in de leeftijd tot 21 jaar;

      • b.

        kinderen van 21 jaar of ouder met studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;

      • c.

        kinderen van 21 jaar of ouder met een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

      • d.

        verzorgingsbehoevenden die door belanghebbende worden verzorgd.

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag

Artikel 4 Verlaging gehuwden

      • 1.

        De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor gehuwden die een woning delen met één of meer anderen en wiens woonlasten minder bedragen dan € 250,00 per maand.

      • 2.

        Verlaging als bedoeld in het eerste lid vindt niet plaats bij gehuwden die in daklozenopvang verblijven en daarvoor kostgeld moeten betalen.

      • 3.

        In afwijking van het gestelde in het eerste lid worden de volgende personen niet beschouwd als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

        • a.

          meerderjarige kinderen tot de leeftijd van 21 jaar;

        • b.

          meerderjarige kinderen met studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;

        • c.

          meerderjarige kinderen met een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

        • d.

          verzorgingsbehoevenden die door belanghebbende worden verzorgd.

Artikel 5 Verlaging woonsituatie

    • De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:

      • a.

        20% van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn;

      • b.

        10% van de gehuwdennorm indien geen woning bewoond wordt.

Artikel 6 Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar

      • 1.

        De verlaging als bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt:

        • a.

          20% van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 21 jaar betreft;

        • b.

          10% van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 22 jaar betreft.

      • 2.

        In afwijking van het eerste lid wordt de verlaging vastgesteld op de hoogte van de op grond van artikel 3 toegekende toeslag, indien deze toeslag minder bedraagt dan de verlaging waartoe toepassing van het eerste lid zou leiden.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7 Uitvoering

    • De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 8 Inwerkingtreding

    • Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de openbare bekendmaking.

Artikel 9 Citeertitel

    • Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2008”.