Regeling vervallen per 01-01-2012

Maatregelenverordening Wet investeren in jongeren gemeente IJsselstein 2010

Geldend van 01-07-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Maatregelenverordening Wet investeren in jongeren gemeente IJsselstein 2010

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    cliëntenraad: de cliëntenraad van de afdeling Sociale Zaken te IJsselstein.

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente IJsselstein.

  • c.

    WWB: de Wet werk en bijstand.

  • d.

    WIJ: de Wet investeren in jongeren.

  • e.

    Voor de toepassing van deze verordening dient onder Wet werk en bijstand tevens te worden verstaan de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en het Bijstandsbesluit zelfstandigen 2004.

HOOFDSTUK 2 DOEL CLIËNTENPARTICIPATIE

Artikel 2 Doel

Het doel van cliëntenparticipatie is;

  • a.

    het bevorderen van de betrokkenheid van de cliënt - als vertegenwoordiger van zijn achterban – bij de beleidsvoorbereiding, uitvoering en evaluatie van de wetten en regelingen die onder de verantwoordelijkheid van de afdeling Sociale Zaken vallen.

  • b.

    het bewaken en vergroten van de kwaliteit van de dienstverlening.

HOOFDSTUK 3 VERPLICHTINGEN COLLEGE

Artikel 3 Besluitvorming

Het college neemt adviezen van de cliëntenraad op in haar besluitvormingsprocedure met betrekking tot de uitwerking van beleidsvoornemens met betrekking tot de regelingen als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Informatieverstrekking

Het college verstrekt binnen een redelijke termijn aan de cliëntenraad alle voor zijn taak relevante informatie die op het gebied van de WWB, de WIJ en aanverwante regelingen aan de gemeente wordt verstrekt. Van belang zijnde actuele informatie (vakbladen, brochures e.d.) op het van toepassing zijnde beleidsterrein zal door de gemeente aan de cliëntenraad worden toegezonden.

Artikel 5 Periodiek overleg

Het college voert periodiek overleg met de cliëntenraad waarbij in ieder geval de voortgang van de cliëntenparticipatie in haar uitvoering aan de orde dient te worden gesteld.

HOOFDSTUK 4 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 6 Advisering

  • 1. De cliëntenraad heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van het college over de beleidsvoorbereiding, uitvoering en evaluatie met betrekking tot de wetten en regelingen die onder de verantwoordelijkheid van de afdeling Sociale Zaken vallen, alsmede de hierbij toegepaste procedures.

  • 2. De cliëntenraad is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben, met uitzondering van de hierbij gehanteerde algemeen geldende procedures en regelingen.

Artikel 7 Signaalfunctie

De cliëntenraad is alert op ontwikkelingen en knelpunten in het bestaande stelsel van sociale zekerheid en reïntegratie. Zij heeft een signaalfunctie in deze.

HOOFDSTUK 5 WERKWIJZE COLLEGE

Artikel 8 Voorleggen van beleidsvoornemens

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat alle voorstellen tot nieuw of gewijzigd beleid met betrekking tot de onder artikel 2 onder a. genoemde onderwerpen ter advisering worden voorgelegd aan de cliëntenraad.

  • 2. Door het college aan de cliëntenraad voorgelegde voorstellen dienen vertrouwelijk te worden behandeld, aangezien deze zich nog in de conceptfase bevinden.

  • 3. Indien het college afwijkt van het uitgebrachte advies van de cliëntenraad, stelt zij de cliëntenraad daarvan gemotiveerd schriftelijk in kennis.

  • 4. Indien het College een besluit wil nemen maar dit gezien de inspraakprocedure geen lange periode kan verdragen dient dit aan de voorzitter van de cliëntenraad te worden medegedeeld. De voorzitter kan dan besluiten af te zien van de officiële procedure, en op basis van een voorlopig oordeel het college in staat stellen het besluit alsnog te nemen.

HOOFDSTUK 6 BESLUITVORMING CLIËNTENRAAD

Artikel 9 Stemming

  • 1. Voor het vaststellen van zowel interne als externe adviezen en standpunten worden binnen de cliëntenraad besluiten éénstemmig of bij meerderheid van stemmen (de helft plus één) genomen. Daarbij worden meerderheid- en minderheidsstandpunten vermeld met aantallen.

  • 2. De leden van de cliëntenraad hebben stemrecht. Voor een geldige stemming is de aanwezigheid van tenminste de helft van het aantal leden vereist.

HOOFDSTUK 7 SAMENSTELLING, BENOEMING EN ZITTINGSDUUR

Artikel 10 Aantal leden en samenstelling

  • 1. In de cliëntenraad hebben minimaal 5 en maximaal 9 personen zitting die deskundig zijn op het gebied van en actief betrokken zijn bij de uitvoering van de sociale zekerheidswetgeving;

  • 2. De cliëntenraad bestaat uit minimaal 3 en maximaal 5 cliënten van de afdeling Sociale Zaken en uit minimaal 2 en maximaal 4 vertegenwoordigers van een maatschappelijke belangenorganisatie;

  • 3. De cliëntenraad kiest uit haar midden een voorzitter;

  • 4. De cliëntenraad kiest uit haar midden een secretaris;

  • 5. Het college wijst een ambtelijk secretaris aan;

  • 6. Wanneer de cliëntenraad niet het aantal personen telt als vermeld in het eerste lid, behoudt zij haar adviserende bevoegdheden.

Artikel 11 Aan- en aftreden en zittingsduur

  • 1. Van het aan- of aftreden van nieuwe of vervangende leden van de cliëntenraad wordt het college op de hoogte gesteld.

  • 2. De zittingsduur van de leden wordt, behoudens tussentijds aftreden, bepaald op 4 jaar, gerekend vanaf de dag dat het lid zitting heeft genomen in de cliëntenraad.

  • 3. De leden treden gelijktijdig af. De zittingsduur van een lid van de cliëntenraad bedraagt maximaal twee aaneengesloten perioden van 4 jaar.

  • 4. Indien in de situatie van een lid van de cliëntenraad gedurende zijn zittingsperiode verandering optreedt zodanig dat daardoor de (cliënt)relatie met de afdeling wordt verbroken, dan kan hij de functie blijven waarnemen totdat de plaatsvervanger is aangetreden met een maximale termijn van 6 maanden.

  • 5. Indien iemand, zijnde een vertegenwoordiger uit een belangenorganisatie, uit de cliëntenraad treedt dan dient uit die organisatie die hij vertegenwoordigde een voordracht voor opvolging te komen. Hiervan kan worden afgeweken wanneer met het oog op een betere afspiegeling de voorkeur moet worden gegeven aan een andere organisatie dan wel wanneer uit een beoogde organisatie geen kandidaten kunnen worden voorgedragen.

HOOFDSTUK 8 FACILITEITEN EN KOSTEN

Artikel 12 Kosten en middelen

  • 1. De kosten van de cliëntenraad komen in beginsel ten laste van de gemeente. Kosten kunnen worden gemaakt voor het inhuren van deskundigen, voor vorming en scholing van de leden, en kosten van administratieve en communicatieve aard en onkosten die gemaakt worden door leden van de cliëntenraad.

  • 2. Het college stelt daartoe aan de cliëntenraad, binnen het redelijke, voldoende middelen beschikbaar.

Artikel 13 Uitvoeringsreglement

Het college stelt een uitvoeringsreglement vast waarin zijn opgenomen:

  • 1.

    de vergaderfrequentie van de cliëntenraad;

  • 2.

    vergaderfrequentie van de cliëntenraad met het college.

HOOFDSTUK 9 CITEERTITEL, INWERKINGTREDING

Artikel 14 Citeertitel en inwerkingtreding

  • a. deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ 2010;

  • b. deze verordening treedt in werking op 1 juli 2010.

Artikel 15 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college, evenwel na advisering door de cliëntenraad.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente IJsselstein, gehouden op 10 juni 2010.