Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening bestuurscommissie van het stadsmuseum te IJsselstein

Geldend van 01-05-1996 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening bestuurscommissie van het stadsmuseum te IJsselstein

Verordening bestuurscommissie stadsmuseum

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

a.de bestuurscommissie: de commissie die door de gemeenteraad is belast met het bestuur en

het beheer van het stadsmuseum te IJsselstein;

  • b.

    het stadsmuseum: het stadsmuseumgebouw met daarin opgenomen de inventaris;

  • c.

    het stadsmuseumbeheer: dagelijks beheer van gebouw, inventaris en middelen en de werkzaamheden

die daartoe leiden, zulks volgens de richtlijnen die de bestuurscommissie daartoe

uitvaardigt;

d.de beheerder: functionaris, in dienst van het gemeentebestuur van IJsselstein, die onder

het gezag van het bestuur beheerstaken verricht ten behoeve van het stadsmuseum.

Paragraaf 2 Samenstelling en werkwijze

Artikel 2

De bestuurscommissie bestaat uit minimaal zeven, doch maximaal negen stemhebbende leden, die

als volgt benoemd worden:

  • -

    een lid wordt gekozen uit en door de gemeenteraad;

  • -

    de overige leden worden, de bestuurscommissie gehoord, op voordracht van burgemeester

en wethouders van IJsselstein benoemd door de gemeenteraad;

  • -

    de voorzitter wordt door de gemeenteraad in functie benoemd;

  • -

    de secretaris en de penningmeester worden benoemd door en uit de bestuurscommissie.

Artikel 3

1.De zittingsperiode van de leden van de bestuurscommissie bedraagt vier jaar en begint bij

de aanvang van de zittingsperiode van de gemeenteraad.

2.De zittingsperiode van de eerste leden van de bestuurscommissie eindigt bij de aanvang van

de eerstkomende nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad na de datum van inwerkingtreding

van de verordening.

Artikel 4

De bestuurscommissie heeft domicilie in het stadsmuseum te IJsselstein.

Artikel 5

1.Het lidmaatschap van de bestuurscommissie voor de leden, niet zijnde het raadslid, is onverenigbaar

met:

a.de functie van ambtenaar, door of vanwege het gemeentebestuur IJsselstein aangesteld

of daaraan ondergeschikt, met uitzondering van hen die als onderwijsgevenden

werkzaam zijn bij het openbaar basisonderwijs te IJsselstein;

b.de betrekking als adviseur/consulent voor stadsmuseumbeleid binnen de provinciegrenzen

van Utrecht.

2.Met ambtenaar, bedoeld onder a. in het vorige lid, worden voor de toepassing van dit artikel

gelijkgesteld zij, die in dienst der gemeente op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht

werkzaam zijn.

3.Een lid van de bestuurscommissie dat een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking

vervult, houdt op lid van de bestuurscommissie te zijn.

4.De leden van de bestuurscommissie mogen middellijk noch onmiddellijk deelnemen aan leveringen

en aannemingen ten behoeve van het stadsmuseum.

Artikel 6

  • 1.

    De leden kunnen tussentijds ontslag nemen.

  • 2.

    De vervulling van een tussentijdse vacature geschiedt binnen drie maanden nadat zij is ontstaan.

  • 3.

    Bij benoeming ter vervulling van een tussentijdse vacature heeft de benoemde zitting tot

het einde van de zittingsduur van degene in wiens plaats hij is benoemd.

4.De bij het einde van de zittingsduur aftredende leden zijn terstond opnieuw benoembaar. Zij

blijven in functie, totdat hun opvolgers hun benoeming hebben aanvaard.

Artikel 7

De bestuurscommissie vergadert tenminste zesmaal per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter

nodig wordt geoordeeld, of door tenminste twee leden schriftelijk en met opgaaf van redenen

aan de voorzitter wordt gevraagd.

Artikel 8

De vergaderingen van de bestuurscommissie worden belegd door de voorzitter, die zorgt dat ieder

lid, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste vijfmaal 24 uur voor het houden van de vergadering

schriftelijk wordt opgeroepen. De agenda wordt door de voorzitter, secretaris en penningmeester

gezamenlijk vastgesteld dan wel, indien het een vergadering betreft, bijeengeroepen door

tenminste twee leden van de bestuurscommissie, door middel van vermelding van de door hen opgegeven

redenen c.q. te bespreken onderwerpen.

Artikel 9

  • 1.

    De vergaderingen van de bestuurscommissie zijn openbaar.

  • 2.

    De deuren van de vergadering worden gesloten wanneer een der aanwezige leden dit vordert

of wanneer de voorzitter dit nodig acht.

3.De bestuurscommissie besluit vervolgens of besloten wordt vergaderd. Dit besluit wordt

rechtsgeldig genomen met een meerderheid van tweederde van het aantal uitgebrachte

stemmen, ongeacht het aanwezige aantal leden.

4.Verslagen van bestuurscommissievergaderingen worden binnen veertien dagen aan de gemeenteraad

gezonden.

5.De bestuurscommissie kan besluiten nemen in vergaderingen waarbij tenminste tweederde

van het werkelijk aantal zitting hebbende leden aanwezig is. Wanneer er geen sprake is van

het vereiste quorum kan door de voorzitter een nieuwe vergadering belegd worden, welke

binnen veertien dagen wordt gehouden. Alsdan kan besluitvorming plaatsvinden ongeacht

het aantal aanwezige leden.

6.Met uitzondering van besluiten waarvoor op grond van het gestelde in deze verordening anders

is bepaald, kunnen besluiten genomen worden met gewone meerderheid van stemmen.

Artikel 10

1.De voorzitter en secretaris van de bestuurscommissie tekenen tezamen alle stukken die van

de bestuurscommissie uitgaan.

2.De bestuurscommissie kan bepalen dat door haar aan te wijzen stukken alleen door de secretaris

worden getekend.

3.De voorzitter en de secretaris vertegenwoordigen de bestuurscommissie naar buiten.

Artikel 11

Voor zover deze verordening daarin niet voorziet, gelden met betrekking tot de werkwijze van de bestuurscommissie

en de orde van de vergaderingen, alsmede de voorbereiding, de uitvoering, de

openbaarmaking van de besluiten en de geheimhouding de regels voor overeenkomstige gevallen

gegeven in de Gemeentewet en in het Reglement van orde voor vergaderingen van de gemeenteraad.

Paragraaf 3 Taken en bevoegdheden

Artikel 12

  • 1.

    Aan de bestuurscommissie worden het bestuur en beheer van het stadsmuseum overgedragen.

  • 2.

    De bestuurscommissie staat de belangen van het stadsmuseum voor bij burgemeester en

wethouders en de gemeenteraad en geeft deze alle gewenste inlichtingen.

Artikel 13

1.Burgemeester en wethouders stellen de taakomschrijving, de omvang van de functie en de

bezoldiging van de beheerder vast, gehoord de bestuurscommissie.

2.Aan de bestuurscommissie wordt overgedragen de bevoegdheid tot het opdragen van taken

aan de beheerder. De bestuurscommissie zal hiervoor in een afzonderlijke regeling nadere

regels vastleggen.

3.Benoeming, schorsing en ontslag van de beheerder behoren tot de bevoegdheid van burgemeester

en wethouders van IJsselstein, de bestuurscommissie hiervoor gehoord hebbende.

Artikel 14

1.Aan de bestuurscommissie wordt overgedragen de zorg voor het dagelijks onderhoud van het

stadsmuseum en de zich daarin bevindende goederen en inventaris.

2.Het groot onderhoud van het stadsmuseum wordt uitgevoerd door de gemeente IJsselstein

in overleg met de bestuurscommissie.

3.Burgemeester en wethouders zien toe op de staat van onderhoud waarin het stadsmuseum

zich bevindt en treffen, zo nodig ter zake passende maatregelen.

4.De bestuurscommissie is niet bevoegd tot het verhuren of anderszins ter beschikking stellen

van ruimten behorende tot het stadsmuseum, tenzij voor activiteiten die rechtstreeks passen

binnen de doelstellingen van het stadsmuseum.

Artikel 15

Aan de bestuurscommissie wordt de inhoudelijke ontwikkeling van de museale taken en het beleid

opgedragen.

Artikel 16

Ter nadere uitwerking van het financieel beheer van het stadsmuseum, waaronder de bevoegdheden

van de bestuurscommissie ter zake, zal een afzonderlijke regeling door de gemeenteraad worden

vastgesteld.

Artikel 17

Burgemeester en wethouders plegen ten aanzien van al haar besluiten en voorstellen aan de gemeenteraad

welke betrekking hebben op het stadsmuseum tevoren overleg met de bestuurscommissie.

Paragraaf 4 Toezicht en verantwoording

Artikel 18

1.Besluiten van de bestuurscommissie die rechtsgevolg hebben, worden aan burgemeester en

wethouders en de gemeenteraad ter inzage gezonden, uiterlijk binnen vijf dagen nadat het

besluit is genomen.

2.Burgemeester en wethouders kunnen een besluit van de bestuurscommissie, dat naar hun

oordeel in strijd is met het belang van de gemeente, schorsen. Zij onderwerpen dat besluit

aan het oordeel van de gemeenteraad.

3.De gemeenteraad neemt een met redenen omklede beslissing, het advies van de bestuurscommissie

gehoorde hebbende:

a.houdt deze beslissing de verklaring in dat het besluit van de bestuurscommissie

strijdig is met het belang van de gemeente, dan doen burgemeester en wethouders

daarvan onverwijld mededeling aan de bestuurscommissie. De gemeenteraad regelt

zo nodig de gevolgen van zijn beslissing. De bestuurscommissie neemt binnen een

maand een nieuw besluit met inachtneming van de beslissing van de gemeenteraad;

b.houdt de beslissing in dat het besluit niet strijdig is met het belang van de gemeente,

dan wordt daardoor de schorsing opgeheven. Burgemeester en wethouders

geven hiervan onverwijld kennis aan de bestuurscommissie.

4.Binnen drie maanden na afloop van elk kalenderjaar zendt de bestuurscommissie aan burgemeester

en wethouders toe een jaarverslag over het gevoerde beleid, beheer en bestuur van

het stadsmuseum.

Artikel 19

De leden van de bestuurscommissie zijn voor de uitoefening van taken en bevoegdheden van de bestuurscommissie

ieder voor zich en tezamen verantwoording schuldig aan burgemeester en wethouders.

Zij geven te dien aanzien alle verlangde inlichtingen.

Artikel 20

  • 1.

    Een lid van de bestuurscommissie, indien dit door zijn handelwijze schade toebrengt aan de belangen van het stadsmuseum, kan als zodanig door burgemeester en wethouders worden geschorst, nadat de bestuurscommissie daaromtrent is gehoord.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders onderwerpen de schorsing van het betrokken lid aan het oordeel van de gemeenteraad, die, na de geschorste in de gelegenheid te hebben gesteld zich voor een uit en door de gemeenteraad aan te wijzen commissie van drie leden te verdedigen, hem van zijn lidmaatschap vervallen kan verklaren.

  • 3.

    In de in het tweede lid genoemde commissie van drie leden kan geen zitting hebben het

raadslid dat is aangewezen als lid van de bestuurscommissie.

4.Indien de gemeenteraad geen aanleiding vindt het lid van zijn lidmaatschap vervallen te

verklaren, heft hij de schorsing op.

5.De van zijn lidmaatschap vervallen verklaarde is gedurende twee jaren, te rekenen vanaf de dagtekening van het raadsbesluit tot vervallenverklaring van het lidmaatschap niet tot lid

van de bestuurscommissie benoembaar.

6.Burgemeester en wethouders kunnen ingeval van schorsing van een of meer leden alle maatregelen nemen die zij in het belang van het stadsmuseum nodig achten. Zij kunnen zo nodig tijdelijk het gehele bestuur en het beheer van het stadsmuseum overnemen.

Paragraaf 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 21

Ter nadere regeling van de werkzaamheden en werkwijze van de bestuurscommissie, stelt de bestuurscommissie

reglementen op. In ieder geval zal in afzonderlijke reglementen de verhouding tot

personeel, financieel beheer nader worden geregeld. Reglementen behoeven goedkeuring van de

gemeenteraad alvorens zij in werking kunnen treden.

Artikel 22

1.Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften

stellen, de bestuurscommissie gehoord hebbend.

2.Geschillen betreffende de uitvoering en toepassing van deze verordening, alsmede alle overige

gevallen waarin deze verordening voorziet, worden door burgemeester en wethouders

beslist. Binnen dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing kunnen belanghebbenden

daartegen beroep instellen bij de gemeenteraad.

Artikel 23

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening bestuurscommissie stadsmuseum en treedt in werking per 1 mei 1996, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening beheerscommissie stadsmuseum.