Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de heffing en invordering van de marktgelden in de gemeente IJsselstein 2017

Geldend van 29-12-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van de marktgelden in de gemeente IJsselstein 2017

De raad van de gemeente IJsselstein;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016, zaaknummer 376753

BESLUIT:

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van de marktgelden in de gemeente IJsselstein 2017

(verordening Marktgelden 2017)

Artikel 1 Algemene Bepalingen

Voor de toepassing van deze verordening gelden, voor zover niet anders is vermeld, de volgende bepalingen:

De benodigde opmetingen geschieden van gemeentewege:

  • a.

    Onder een standplaats wordt mede verstaan een vaste standplaats, een dagplaats en een standwerkersplaats:

  • b.

    Een kwartaal is gelijk aan een kalenderkwartaal.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “marktgelden” wordt een recht geheven voor het in gebruik nemen van een standplaats op de wekelijkse markt ten behoeve van de verkoop van gebruiks- , verbruiks- en genotsartikelen, als bedoeld in de “Marktverordening IJsselstein 2009”.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is degene aan wie een standplaats, als bedoeld in artikel 2, is toegewezen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Voor het innemen van een standplaats per strekkende meter, met een minimum van 4 m1:

  • 1.

    met licht en pinautomaat: € 2,96;

  • 2.

    met licht, pinautomaat, plus kassa en weegschaal: € 3,22

  • 3.

    met licht, pinautomaat, plus koeling en/of bakapparatuur: € 3,75

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. Het marktgeld bedoeld in artikel 4 wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur waarop het te vorderen bedrag is vermeld.

  • 2. Het marktgeld voor een vaste standplaats wordt geheven per kwartaal.

Artikel 6 Bepalingen omtrent het einde van de belastingplicht in de loop van een kwartaal

Indien de belastingplicht in de loop van een kwartaal eindigt wordt voor de in artikel 5, lid 2 bedoelde marktgelden ontheffing verleend over zoveel derde gedeelten als er in dat kwartaal na het tijdstip van het beëindigen van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het gevorderde bedrag op de kennisgeving, nota of andere schriftuur, als bedoeld in artikel 5, lid 1, worden betaald bij de toewijzing van de standplaats.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld als bedoeld in artikel 5, lid 2 worden betaald vóór de aanvang van het kwartaal waarin de vaste standplaats wordt ingenomen.

  • 3. De algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden vastgestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgelden.

Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeerartikel

  • 1. De ‘verordening Marktgelden 2016 vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2015 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4. De verordening wordt aangehaald als ‘verordening Marktgelden 2017.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente IJsselstein, gehouden op donderdag 15 december 2016.

De griffier,
A.J.O. van Kooij
De voorzitter,
mr. P.J.M. van Domburg