Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register Gemeente IJsselstein 2018

Geldend van 31-05-2018 t/m heden

Intitulé

Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register Gemeente IJsselstein 2018

Inleiding

Het tegengaan van heling, als ondermijnende criminaliteit, is naar verwachting één van de prioriteiten in het integraal veiligheidsplan 2018-2022 van de gemeente IJsselstein, als onderdeel van de aanpak tegen woninginbraak, autokraak en diefstal. Samen met de opkopers willen wij de strijd tegen heling aangaan.

Momenteel zijn alle opkopers verplicht om een papieren in- en verkoopregister bij te houden. Het schriftelijk bijhouden van goederen is een tijdrovende klus voor zowel de opkopers als voor de gemeente. Het register is door de gemeente niet goed te handhaven en dit heeft ertoe geleid dat opkopers hun goederen niet actief registeren. Om het registreren efficiënter te maken, heeft de politie in 2011 het Digitaal Opkopers Register (DOR) ontwikkeld. Dit systeem maakt het registreren eenvoudiger, sneller en vergroot de kans op het opsporen van gestolen goederen. Het systeem is gekoppeld aan de database van stopheling.nl. Zodra een gestolen goed wordt geregistreerd, volgt er automatisch een melding. De politie kan vervolgens het gestolen goed in beslag nemen en onderzoek gaan doen naar de herkomst.

Doelgroep

Deze nota/handhavingsbeleid richt zich op opkopers en handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen, metalen, edelstenen, uurwerken, kunstvoorwerpen, auto’s, motorfietsen, bromfietsen, fietsen, foto-, film-, radio-, audio- en videoapparatuur.

Opbouw

In deze nota worden een aantal punten benoemd die betrekking hebben op het handhavingsbeleid. Te beginnen met de invoering van het DOR. Wat is het belang van het DOR en hoe wordt dit wettelijk geregeld. Daarna wordt de bevoegdheid van de burgemeester toegelicht.

Het handhavingsarrangement benoemd wie het toezicht uitvoert en waarop de verschillende maatregelen gebaseerd zijn. De handhavingsmatrix geeft een schematische weergave van de overtredingen en de daarbij behorende maatregel.

Invoering Digitaal Opkopers Register (DOR)

In het belang van de aanpak van heling, is het gewenst dat alle opkopers in geregelde en ongeregelde goederen, een doorlopend en gewaarmerkt register bijhouden. Zij houden aantekeningen bij van alle goederen die zij verwerven, voorhanden hebben, verkopen of op andere wijze worden overgedragen.

De wettelijke verplichting tot het bijhouden van een in- en verkoopregister, is vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht en de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). Het DOR is middels een aanwijzingsbesluit, aangemerkt als doorlopend gewaarmerkt register. Dit houdt in dat alle opkopers binnen de gemeente verplicht zijn om gebruik te maken van het DOR.

Wettelijk kader

Verschillende wet- en regelgeving zorgt voor de wettelijke onderbouwing van het in- en verkoopregister. Deze regelgeving is opgenomen in het Wetboek van Strafrecht en in de Algemeen Plaatselijke Verordening.

Inkoopregister

De verplichting met betrekking tot het inkoopregister is opgenomen in artikel 437 Wetboek van Strafrecht en het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De handhaving van deze strafrechtelijke regels behoort tot de bevoegdheid van de politie en het Openbaar Ministerie.

Verkoopregister

De verplichting tot het bijhouden van het verkoopregister is opgenomen in de Algemeen Plaatselijke Verordening. Tevens is de bewaarplicht daarin opgenomen. Deze regels kunnen bestuursrechtelijk en strafrechtelijk worden gehandhaafd. Het beleid betreft handhaving van de APV-regels en is gebaseerd op artikel 125 Gemeentewet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht. In deze nota is een handhavingsmatrix toegevoegd.

Meldplicht

In artikel 2:68 APV wordt ook de meldplicht verplicht gesteld. Alle opkopers zijn verplicht om zich bij de burgemeester te melden als zijnde opkoper. Deze meldplicht wordt gefaciliteerd door middel van het Digitaal Opkopers Loket (DOL).

Vrijstelling registratieplicht

Het tweede lid van artikel 2:67 APV, verschaft de burgemeester de bevoegdheid vrijstelling te verlenen van de registratieplicht. Deze vrijstellingsmogelijkheid kan onder meer worden ingezet om handelaren voor wie het verplichte gebruik van het digitale register onevenredig bezwarend is, tegemoet te komen. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij een zeer beperkte omvang van de handelsactiviteiten en/of andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan het niet redelijk zou zijn vast te houden aan het voor het DOR noodzakelijke gebruik van een internetverbinding en bijbehorende apparatuur. Aan een eventuele vrijstelling kunnen voorschriften worden verbonden om de registratieverplichting beoogde doelstellingen zoveel mogelijk te verwezenlijken. De burgemeester kan in dit geval bijvoorbeeld het papieren register waarmerken. Een vrijstelling moet door de handelaar worden aangevraagd bij de gemeente. Dit geldt niet voor de handelaren die middels het aanwijsbesluit al zijn vrijgesteld van de registratieplicht.

Bevoegdheden burgemeester

Controle is een onmisbaar aspect bij de invoering van het DOR. Zonder toezicht en handhaving is de kans groot dat opkopers zich niet aan de gestelde eisen houden. Om heling daadwerkelijk tegen te gaan moeten de opkopers jaarlijks gecontroleerd worden. Dit handhavingsbeleid wordt vastgesteld om op eenduidige wijze te kunnen reageren bij geconstateerde overtredingen van de wet- en regelgeving. Het is belangrijk om hierbij onderscheid te maken tussen het inkoop- en verkoopregister.

De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente. Deze verantwoordelijkheid en de daarbij behorende bevoegdheden zijn vastgelegd in de gemeentewet. De burgemeester beschikt over verschillende bestuurlijke middelen om de openbare orde en veiligheid te beschermen. Op grond van artikel 125, lid Gemeentewet is hij bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang. In het handhavingsarrangement is opgenomen hoe de burgemeester in principe optreedt bij geconstateerde overtredingen.

Tweesporenbeleid

Constateringen of overtredingen kunnen zowel op basis van het strafrecht als op basis van bestuursrecht tot een sanctie of maatregel leiden. Strafrecht is punitief. Op een overtreding van een wetsartikel volgt als straf een sanctie. Een bestuursrechtelijke maatregel die de burgemeester treft is meestal een reparatoire maatregel. Deze heeft als doel om de aangetaste openbare orde en veiligheid te herstellen, dan wel te voorkomen dat deze wordt verstoord. Bestuursrecht en strafrecht kunnen naast elkaar worden toegepast. Een voorbeeld hiervan is een constatering op het gebied van heling. De burgemeester kan, wanneer er sprake is van een aantasting van de openbare orde, een maatregel treffen. De overtreding kan daarnaast tot een strafrechtelijke procedure leiden.

Zienswijze

Bij een overtreding met een bestuurlijke maatregel als gevolg, zal de burgemeester een voorgenomen besluit doen uitgaan. De handelaar krijgt de mogelijkheid hierop te reageren door een zienswijze in te dienen. De zienswijze kan schriftelijk of mondeling kenbaar gemaakt worden.

Besluit

Op basis van het voorgenomen besluit en eventueel ingediende zienswijze neemt de burgemeester een besluit. Het besluit wordt bekendgemaakt aan de handelaar, de handhavingspartner en eventuele andere belanghebbenden, zoals de pandeigenaar. Indien de handelaar of een andere belanghebbende zich niet kan verenigen met het besluit van de burgemeester dan kan hiertegen bezwaar worden gemaakt.

Bezwaar

Tegen het besluit kan diegene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van verzending van het besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet tenminste bevatten:

de naam en het adres van de indiener;

de dagtekening;

een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

de gronden van het bezwaar.

Dit bezwaarschrift schorst de werking van het besluit niet. De belanghebbende kan de voorzieningenrechter verzoeken een voorlopige voorziening te treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voorwaarde is dat verzoeker ook een bezwaarschrift heeft ingediend. Een verzoek moet worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de sector bestuursrecht van de Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling bestuursrecht, o.v.v. voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht.

Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over een te treffen maatregel een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in de handhavingsmatrix gelden als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan de burgemeester, afwijken van de uitgangspunten.

Handhavingsarrangement

Het toezicht op het bijhouden van het DOR wordt uitgeoefend door twee partijen, de politie en gemeente. Dit handhavingsbeleid wordt vastgesteld om op eenduidige wijze te kunnen reageren bij geconstateerde overtredingen van de diverse verplichtingen. Daarbij moet onderscheid gemaakt worden tussen de verplichtingen met betrekking tot het inkoopregister (handhaving door politie en Openbaar Ministerie) en de verplichting met betrekking tot het verkoopregister (handhaving door gemeente).

Het handhavingsbeleid biedt handelaren duidelijkheid over de te nemen maatregelen bij het niet naleven van de wet- en regelgeving. De maatregelen sluiten aan op de bevoegdheid van de burgmeester om de openbare orde en veiligheid te handhaven. Het arrangement is alleen gericht op bestuursrechtelijke maatregelen. Strafrechtelijke overtredingen worden geregeld door een op te maken proces-verbaal door de politie.

Ondertekening

Handhavingsmatrix

 

Overtreding

 

 

Wettelijke grondslag

 

 

Bestuurlijke maatregel

 

Strafrechtelijke maatregel

 

Meldplicht

Geen schriftelijke opgave gedaan van woonadres en/of handelslokaliteit(en) dan wel wijzigingen binnen gestelde termijn i.v.m. een beroep of gewoonte maken van het opkopen.

 

Art. 2:68 APV

 

Eerste overtreding: waarschuwing.

 

Tweede overtreding binnen twee jaar na constatering eerste overtreding: last onder dwangsom met een maximum van €5000.

 

Derde overtreding binnen twee jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren last onder dwangsom met een maximum van €5000.

 

Vierde overtreding binnen twee jaar na constatering derde overtreding: verbeuren last onder dwangsom €10.000.

 

Vijfde overtreding binnen twee jaar na constatering vierde overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van acht weken op basis van artikel 2:80 APV.

 

 

Afdoening met proces-verbaal. Hoogte van de boete wordt vastgesteld door het Openbaar Ministerie.

 

Geen register

De handelaar houdt

geen in- of

verkoopregister bij in een gewaarmerkt register.

   

 

Art. 2:67 APV

 

Eerste overtreding: waarschuwing.

 

Tweede overtreding binnen twee jaar na constatering eerste overtreding: last onder dwangsom met een maximum van €5000.

 

Derde overtreding binnen twee jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren last onder dwangsom met een maximum van €5000.

 

Vierde overtreding binnen twee jaar na constatering derde overtreding: verbeuren last onder dwangsom €10.000.

 

Vijfde overtreding binnen twee jaar na constatering vierde overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van acht weken op basis van artikel 2:80 APV.

 

 

Afdoening met proces-verbaal, feitnummer D 524 van het feitenboekje. Hoogte van de boete wordt vastgesteld door het Openbaar Ministerie.

 

Verkeerde registratie Verkoopregister wordt niet juist bijgehouden in een gewaarmerkt register

 

 

Art. 2:67 APV

 

Eerste overtreding: waarschuwing.

 

Tweede overtreding binnen twee jaar na constatering eerste overtreding: last onder dwangsom met een maximum van €5000.

 

Derde overtreding binnen twee jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren last onder dwangsom met een maximum van €5000.

 

Vierde overtreding binnen twee jaar na constatering derde overtreding: verbeuren last onder dwangsom €10.000.

 

Vijfde overtreding binnen twee jaar na constatering vierde overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van acht weken op basis van artikel 2:80 APV.

 

 

Afdoening met proces-verbaal, feitnummer D 521, D 522 en D 523 van het feitenboekje. Hoogte van de boete wordt vastgesteld door het Openbaar Ministerie.

 

Bewaarplicht Vervreemding of verandering goed binnen 3 dagen na verkrijgen.

 

 

Art. 2:68 APV

 

Eerste overtreding: waarschuwing.

 

Tweede overtreding binnen twee jaar na constatering eerste overtreding: last onder dwangsom met een maximum van €5000.

 

Derde overtreding binnen twee jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren last onder dwangsom met een maximum van €5000.

 

Vierde overtreding binnen twee jaar na constatering derde overtreding: verbeuren last onder dwangsom €10.000.

 

Vijfde overtreding binnen twee jaar na constatering vierde overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van acht weken op basis van artikel 2:80 APV.

 

Afdoening met proces-verbaal. Hoogte van de boete wordt vastgesteld door het Openbaar Ministerie.

 

Obstructie Nalaten medewerking te verlenen aan de toezichthouder bij de controle van het in- en/of verkoopregister

 

 

Art. 2:68 APV

 

Eerste overtreding: waarschuwing.

 

Tweede overtreding binnen twee jaar na constatering eerste overtreding: last onder dwangsom met een maximum van €5000.

 

Derde overtreding binnen twee jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren last onder dwangsom met een maximum van €5000.

 

Vierde overtreding binnen twee jaar na constatering derde overtreding: verbeuren last onder dwangsom €10.000.

 

Vijfde overtreding binnen twee jaar na constatering vierde overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van acht weken op basis van artikel 2:80 APV.

 

 

Afdoening met proces-verbaal, feitnummer D 525 van het feitenboekje. Hoogte van de boete wordt vastgesteld door het Openbaar Ministerie.