Regeling vervallen per 01-10-2010

Verordening op de heffing en invordering van de brandweerrechten 2010

Geldend van 07-01-2010 t/m 30-09-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van de brandweerrechten 2010

Verordening op de heffing en de invordering van brandweerrechten 2010

(Verordening brandweerrechten 2010)

Artikel 1 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘brandweerrechten’ worden geheven:

    • a.

      rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in onderhoud zijn;

    • b.

      rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.

  • 2. Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven ter zake van:

    • a.

      het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;

    • b.

      het beperken van brandgevaar;

    • c.

      het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;

    • d.

      al hetgeen met de onderdelen a, b en c verband houdt;

    • e.

      het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    • f.

      de bestrijding en beperking van rampen en zware ongevallen, als bedoeld in artikel 1 van de wet rampen en zware ongevallen.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is:

  • a.

    degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a;

  • b.

    degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b.

Artikel 3 Maatstaf van heffing en tarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 4 Belastingjaar

Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,-.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 5,- worden niet geheven.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2. Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten ter zake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 7 Termijn van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 6 bedoelde kennisgeving, danwel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening Brandweerrechten 2009' van 18 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening Brandweerrechten 2010'.

Tarieventabel

Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening Brandweerrechten 2010’.

Algemeen

Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1.

Wacht- en controlediensten

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

1.1

het verrichten van bewakingsdiensten:

per mens-uur:

106,70

1.2

het houden van een herinspectie van gebouwen:

Met dien verstande, dat eenmaal per jaar voor een eerste inspectie, hetzij gevraagd, hetzij ongevraagd, geen rechten verschuldigd zijn.

per mens-uur:

106,70

1.3

het uitoefenen van toezicht en het geven van leiding:

per mens-uur:

106,70

1.4

voor het verrichten van overige diensten:

per mens-uur:

106,70

Hoofdstuk 2.

Behandeling brandslangen

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

2.1

het persen en drogen van brandslangen

per slang:

12,80

2.2

het repareren van brandslangen

per uur exclusief materiaalkosten

40,00

2.3

het bendelen van brandslangen

per uur exclusief materiaalkosten

40,00

Hoofdstuk 3.

Beschikbaar stellen van brandblusmiddelen

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beschikbaar stellen van:

3.1

Brandslangen, met inbegrip van het gebruik van twee storzkoppelingen:

a.gedurende het eerste etmaal of een gedeelte daarvan

per slang:

21,30

b.gedurende elk volgend etmaal of een gedeelte daarvan

per slang:

6,40

3.2

Straalpijpen, per etmaal of een gedeelte daarvan

per straalpijp:

6,40

3.3

Brandblusapparaten

a.gedurende het eerste etmaal of een gedeelte daarvan

per apparaat:

18,70

b.gedurende elk volgend etmaal of een gedeelte daarvan

per apparaat:

18,70

3.4

Persluchttoestellen per etmaal of een gedeelte daarvan

per toestel:

90,70

Hoofdstuk 4.

Beschikbaar stellen van voertuigen

Voor zover daarvoor niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen, bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het ter beschikking stellen van:

4.1

een autospuit,

138,75

4.2

een hulpverleningswagen:

160,10

4.3

een redvoertuig

373,55

4.4

Overige niet met name genoemde motorvoertuigen:

80,05

Hoofdstuk 5.

Verrichtingen ten behoeve van de adembescherming

Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vullen van persluchtcilinders met een waterinhoud van:

5.1

ten hoogste drie liter

per cilinder:

26,70

5.2

Meer dan drie doch ten hoogste vijf liter

per cilinder:

29,40

5.3

Meer dan vijf doch ten hoogste zeven liter

per cilinder:

32,00

5.4

Meer dan zeven liter

per cilinder:

37,35

Hoofdstuk 6.

Overige diensten

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

6.1

het ter beschikking stellen van een leslokaal

Per uur

€ 10,70

6.2

het ter beschikking stellen van een motorzaag

Per uur

€ 10,70

6.3

het ter beschikking stellen van een lichtaggregaat

per uur

€ 10,70

6.4

het ter beschikking stellen van meetapparatuur

per apparaat, per etmaal

€ 10,70

6.5

het verrichten van diensten in geval van storing in een perceel

per uur

€ 117,40

6.6

het verrichten van diensten in geval van opheffing van de afsluiting van een perceel

per uur

€ 117,40

6.7

het verrichten van verwijderings- en schoonmaakwerkzaamheden

per uur

€ 117,40

Hoofdstuk 7 Aanvullende bepalingen

Indien het beschikbaar gestelde materiaal in beschadigde toestand wordt teruggebracht of verloren is gegaan of een leeggespoten brandblusapparaat betreft, is daarvoor verschuldigd: de kostprijs van herstel dan wel hernieuwde aanschaf.