Beleidsregels proceskostenvergoeding en wegingsfactoren in bezwaarfase van belastingzaken, niet zijnde procedures in het kader van de Wet WOZ

Geldend van 25-01-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2020

Intitulé

Beleidsregels proceskostenvergoeding en wegingsfactoren in bezwaarfase van belastingzaken, niet zijnde procedures in het kader van de Wet WOZ

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem;

gelet op het bepaalde in:

  • artikel 1:3 vierde lid Awb;

  • artikel 7:15 Awb;

  • artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel a, b en d en artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht;

  • onderdeel C.1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht.

Besluit vast te stellen de volgende:

Beleidsregels proceskostenvergoeding en wegingsfactoren in bezwaarfase van belastingzaken, niet zijnde procedures in het kader van de Wet WOZ

1. Algemeen

  • 1.1

    Deze beleidsregels zijn slechts van toepassing:

    • 1.1.1

      indien belanghebbende uitdrukkelijk schriftelijk heeft verzocht om kostenvergoeding, voordat op zijn bezwaar is beslist, en

    • 1.1.2

      indien het door belanghebbende bestreden besluit wegens onrechtmatigheid wordt herroepen en deze onrechtmatigheid aan de heffingsambtenaar is te wijten.

2. Wegingsfactoren

Voor de toepassing van de wegingsfactoren, die zijn genoemd in onderdeel C.1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt de zwaarte van de zaak beoordeeld. De wegingsfactor wordt berekend met inachtneming van de bewerkelijkheid en complexiteit van de zaak en de daarmee verband houdende werkbelasting.

Een zaak wordt aangemerkt als:

  • a.

    zeer licht (0,25) indien de inspanning van de beroepsmatige derde en de bewerkelijkheid van de zaak van geringe omvang is te achten dan wel de complexiteit van de zaak als zeer laag is aan te merken, zoals, maar niet uitputtend:

    • 1.

      het bezwaar kennelijk gegrond is;

    • 2.

      een onjuiste tenaamstelling van het aanslagbiljet;

    • 3.

      het al dan niet eigenaar of gebruiker zijn van een object;

    • 4.

      het al dan niet hebben van een directe of indirecte aansluiting op het gemeentelijk rioolstelsel;

    • 5.

      Een onjuiste grondslag voor de afvalstoffenheffing;

  • b.

    In alle overige gevallen wordt voor de toepassing van de wegingsfactoren, genoemd in onderdeel C.1. van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, een zaak aangemerkt als:

    • 1.

      licht (0,50), de complexiteit als laag is aan te merken;

    • 2.

      gemiddeld (1), als de complexiteit als gemiddeld is aan te merken;

    • 3.

      zwaar (1,5), als de complexiteit als meer dan gemiddeld is aan te merken;

    • 4.

      zeer zwaar (2), als de complexiteit als hoog is aan te merken.

3. Uitbetaling van de proceskostenvergoeding

Betaling van de kostenvergoeding vindt plaats aan degene die de belastingaanslag heeft ontvangen en niet aan derden, tenzij deze daar uitdrukkelijk door belanghebbende voor gemachtigd zijn.

4. Gemotiveerd afwijken

De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheid om in bijzondere omstandigheden van de vaststelling van de wegingsfactoren zoals in artikel 2 van deze beleidsregels zijn vastgelegd, af te wijken. Afwijkingen van hetgeen gesteld in deze beleidsregels is bepaald, wordt in de beslissing op bezwaar uitdrukkelijk gemotiveerd.

5. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels proceskostenvergoeding en wegingsfactoren in bezwaarfase van belastingzaken, niet zijnde procedures in het kader van de Wet WOZ”.

  • 2.

    Zij treden in werking met ingang van 1 januari 2020.

Ondertekening

Roelofarendsveen, 10 december 2019

Het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem,

de gemeentesecretaris,

M.E. Spreij

de burgemeester,

K.M. van der Velde-Menting