Regeling vervallen per 20-02-2018

Gedragscode voor bestuurders van de gemeente Kaag en Braassem

Geldend van 31-03-2011 t/m 19-02-2018

Intitulé

Gedragscode voor bestuurders van de gemeente Kaag en Braassem

De raad van de gemeente Kaag en Braassem;

overwegende dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2007 een herziene Handreiking integriteit van politieke ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen heeft toegezonden;

dat die publicatie ook een geactualiseerde gedragscode bevat;

dat de raad het wenselijk vindt om de gedragscode voor politieke ambtsdragers bij de gemeente Kaag en Braassem zo veel mogelijk aan te laten sluiten bij de hiervoor bedoelde landelijke modelgedragscode;

dat ook het college heeft ingestemd met de geactualiseerde gedragscode bij besluit van18 januari 2011;

gelet op de artikelen 15, 3e lid, 41c, 2e lid en 69, 2e lid van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 10 januari 2011 ;b e s l u i t :

vast te stellen de “Gedragscode voor bestuurders van de gemeente Kaag en Braassem”

Deel I Kernbegrippen integriteit van politieke ambtsdragers

Leden van het college van burgemeester en wethouders en van de gemeenteraad stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Integriteit van politieke ambtsdragers houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders en gekozen volksvertegenwoordigers hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van politieke ambtsdragers in een breder perspectief:

Dienstbaarheid Het handelen van een politieke ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit Het handelen van een politieke ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid Het handelen van een politieke ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid Het handelen van een politieke ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politieke ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid Op een politieke ambtsdrager moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid Het handelen van een politieke ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Deel II Gedragscode politieke ambtsdragers

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1 Deze gedragscode geldt voor de leden van het college van burgemeester en wethouders en de leden van de raad.

  • 2 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is vindt bespreking plaats in het college van burgemeester en wethouders of in de raad.

  • 3 De code is openbaar en op toegankelijke wijze te raadplegen.

  • 4 Politieke ambtsdragers ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 5 Een politieke ambtsdrager is aanspreekbaar op de naleving van deze code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling

  • 1 Een politieke ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2 Bij privaatpublieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politieke ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 3 Een oud-politieke ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente waaraan hij verbonden was.

  • 4 Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politieke ambtsdrager over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 5 Een politieke ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 6 Een politieke ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

  • 7 Een politieke ambtsdrager vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie.

  • 8 Een politieke ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn nevenfuncties en q.q-nevenfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht. De leden van het college van burgemeester en wethouders geven aan wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

  • 9 Een politieke ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie (tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan). De inkomsten komen ten goede aan de kas van gemeente.

Artikel 3 Informatie

  • 1 Een politieke ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 2 Een politieke ambtsdrager houdt geen informatie achter.

  • 3 Een politieke ambtsdrager verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 4 Een politieke ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 5 Een politieke ambtsdrager gaat verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten van de gemeente.

Artikel 4 Geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 1 Een politieke ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 2 Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd bij, respectievelijk door de gemeentesecretaris voor leden van het college dan wel de griffie voor leden van de raad.

  • 3 Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50,00 vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50,00 of minder vertegenwoordigen kunnen worden behouden.

  • 4 Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt een politieke ambtsdrager dit in het bestuursorgaan waarvan hij deel uit maakt, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 5 Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen worden niet geaccepteerd.

  • 6 Een politieke ambtsdrager maakt in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt melding van uitnodigingen voor excursies en evenementen uit hoofde van zijn functie op kosten van derden.

Artikel 5 Bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, buitenlandse reizen en voorzieningen

  • 1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een politieke ambtsdrager is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

  • 2 Een politieke ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 3 In geval van twijfel omtrent een declaratie van een lid van het college, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester en zo nodig ter besluitvorming aan het college voorgelegd. In geval van twijfel omtrent een declaratie van de burgemeester, wordt deze voorgelegd aan de loco-burgemeester en zo nodig ter besluitvorming aan het college.

  • 4 In geval van twijfel omtrent een declaratie van een lid van de raad, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester en zo nodig ter besluitvorming aan het overleg van fractievoorzitters en de burgemeester voorgelegd.

  • 5 Een politieke ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Indien het toestemming aan een bestuurder betreft wordt de gemeenteraad van de besluitvorming in het college van burgemeester en wethouders op de hoogte gesteld.

  • 6 Een politieke ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe uit hoofde van zijn functie in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 7 Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politieke ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 8 Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming betrokken.

  • 9 Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de politieke ambtsdrager.

  • 10 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan tenzij het betreft de bruikleen van een fax, mobiele telefoon en computer die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.

  • 11 De in verband met de buitenlandse reis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

Artikel 6 Sancties

  • 1 De raad kan op voordracht van het presidium en de burgemeester wegens schending van de gedragscode besluiten tot een sanctie. Indien de sanctie is gericht tot een raadslid, onthoudt het raadslid zich daarbij van stemming.

  • 2 Indien de politieke ambtsdrager zich in strijd met de gedragscode gedraagt, dan kan de raad de volgende sancties toepassen:a. een openbaar oordeel uitspreken (bijvoorbeeld het ongenoegen uitspreken, motie van afkeuring)b. het ontslaan uit een bijkomende functie die hij als politieke ambtsdrager vervult en waarin hij door de raad is benoemd (bijvoorbeeld externe organen, voorzitter politiek forum, plaatsvervangend voorzitter van de raad)c. het afnemen van faciliteiten die aan de politieke ambtsdrager door de gemeente ter beschikking zijn gesteld en het in rekening brengen van kosten bij misbruik van faciliteitend. niet deelnemen aan voor de raad georganiseerde activiteiten (bijvoorbeeld werkbezoeken)

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze gedragscode treedt in werking op de achtste dag na de datum van de bekendmaking.

Artikel 8 Slotbepalingen

Deze regeling kan worden aangehaald als “Gedragscode voor bestuurders van de gemeente Kaag en Braassem”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Kaag en Braassem gehouden op 14 maart 2011de griffier, De voorzitter,drs. B.S.M. Sepers mr. K. M. van der Velde-Menting