Regeling vervallen per 01-01-2017

Regeling buitengewoon verlof voor jeugd- en jongerenwerk

Geldend van 04-07-2001 t/m 31-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2001

Intitulé

Regeling buitengewoon verlof voor jeugd- en jongerenwerk

Burgemeester en wethouders van Kampen;

 

gelet op artikel 6:4:4 van de Lokale Arbeidsvoorwaardenregeling Regeling Kampen;

 

gelet op de verkregen overeenstemming met het Bijzonder Georganiseerd Overleg;

 

Besluiten vast te stellen de volgende:

Regeling buitengewoon verlof voor jeugd- en jongerenwerk

Artikel 1 Jeugd- en jongerenwerk

  • 1.

    Aan een ambtenaar kan, mits het dienstbelang zich hiertegen niet verzet, buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging worden verleend, voor

    • a.

      het leiden of volgen van een cursus, gericht op vrijwilligers die zich met jeugd- en jongerenwerk bezighouden;

    • b.

      het leiden van een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit als hoofdleider (leidercoördinator);

    • c.

      het assisteren van de hoofdleider van een jeugdkamp/kindervakantie-activiteit op basis van één vrijwillig medewerkende op elke drie deelnemers wanneer het een kamp/vakantie-activiteit betreft voor lichamelijk of geestelijk gehandicapte jeugd.

  • 2.

    Voor de in onderdeel c bedoelde gevallen kan alleen buitengewoon verlof worden verleend indien de aanwezigheid voor het welslagen van een jeugdkamp/kindervakantie-activiteit dringend gewenst is en geen andere persoon beschikbaar is.

Artikel 2 Cursus

Een cursus als bedoeld onder artikel 1, onderdeel a moet uitgaan van een landelijke of een provinciale oraganisatie voor jeugd- en jongerenwerk of van een landelijke of provinciale jeugdafdeling van een sportorganisatie, dan wel door een van deze organisaties worden aanbevolen als belangrijk voor de vorming van de vrijwilliger.

De cursus moet tenminste drie achtereenvolgende dagen duren.

Artikel 3 Jeugdkamp of kindervakantie-activiteit

Een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit bedoeld onder artikel 1, onderdelen b en c moet uitgaan van een landelijk werkende jeugd- of sportorganisatie dan wel van een plaatselijk, regionaal of provinciaal werkende jeugd- of sportorganisatie, of worden georganiseerd door een instelling die geheel of gedeeltelijk ten behoeve van de jeugd werkzaam is.

Een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit met minder dan tien deelnemers valt niet onder deze regeling.

Artikel 4 Jeugdkamp

Onder een jeugdkamp wordt verstaan het kamperen (hetzij in tenten, hetzij in een ander daarvoor geschikt verblijf) van jongeren in groepsverband.

De leiding van een jeugdkamp moet geheel of voornamelijk bestaan uit vrijwillig medewerkenden. Gezinskampen valllen niet onder deze regeling.

Onder een jeugdkamp wordt mede verstaan een jeugd-sportkamp voor zover de leiding geheel of voornamelijk berust bij vrijwillig medewerkenden.

Uitgesloten zijn wedstrijdkampen, sporttournooien en sport- wervings- of selectiekampen.

Jeugdkampen kunnen zowel in Nederland als in het buitenland worden gehouden.

Een jeugdkamp moet tenminste vier achtereenvolgende dagen duren.

Artikel 5 Kindervakantie-activiteit

Onder een kindervakantie-activiteit wordt verstaan een door een plaatselijk of regionaal werkende jeugdorganisatie of gemeentelijke instantie georganiseerde vakantie-activiteit voor jeugd en jongeren.

Een kindervakantie-activiteit moet tenminste drie achtereen volgende dagen duren.

Artikel 6 Vrijwillig medewerkende

Onder vrijwillig medewerkende wordt in deze regeling verstaan iemand die gedurende het hele jaar zonder vaste vergoeding (onkostenvergoeding uitgezonderd) in zijn of haar vrije tijd in enig organisatorisch verband (mede) leiding geeft aan een groep of aan groepen jongeren.

Artikel 7 Buitengewoon verlof

Het buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging bedraagt voor de in artikel 1, onder a tot en met c bedoelde gevallen telkens ten hoogste vijf werkdagen, met dien verstande dat per kalenderjaar in totaal niet meer dan tien dagen kunnen worden toegekend.

Artikel 8 Procedure

Een aanvraag om buitengewoon verlof moet tenminste twee maanden voordat het kamp/de activiteit een aanvang neemt, worden ingediend

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 3 juli 2001,
de secretaris, l.s.,                                                   de burgemeester,
 
 
 
mr. ing. H.A.G. Verheyen                                         mr. ing. J. Oosterhof

Toelichting Regeling buitengewoon verlof voor jeugd- en jongerenwerk

Naar aanleiding van de inventarisatie van de overeenkomsten en verschillen van de arbeidsvoorwaarden/ rechtspositionele regelingen van de oude gemeenten IJsselmuiden en Kampen zijn voorstel­len gedaan over de arbeidsvoorwaarden en rechtspo­sitie welke in de nieuw te vormen gemeente zullen gelden, alsmede de wijze waarop de harmonisatie van arbeids­voorwaar­den en rechtspositie zal plaats­vinden en op welke wijze eventuele gevolgen voor individu­ele ambtenaren zullen worden opgevangen (artikel 4.2 van het sociaal statuut).

Onder verwijzing naar uw besluit van 3 april 2001, nr. A-18 tot formalisering van onder meer de voorstellen toepassing rechtspositie voor de nieuwe gemeente Kampen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001, heeft dit geleid tot de regeling buitengewoon verlof voor jeugd- en jongerenwerk.

 

Over het voorstel toepassing buitengewoon verlof voor jeugd- en jongerenwerk (nr.38) is overeenstemming met het Bijzonder Georganiseerd Overleg bereikt op 12 december 2000 en de Commissie 2 is hierover gehoord in zijn vergadering van 15 februari 2001.

 

In artikel 6:4:4 van de Lokale arbeidsvoorwaardenregeling van de nieuwe gemeente Kampen is opgenomen dat burgemeester en wethouders kunnen aan een ambtenaar om bepaalde redenen buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging verlenen.

Een van die redenen, die beide gemeenten hanteerden, is het toekennen van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging voor activiteiten van het personeel ten behoeve van jeugd- en jongerenwerk.

 

De regeling buitengewoon verlof voor jeugd- en jongerenwerk luidt overeenkomstig de gedragslijn zoals die bij het rijk wordt gevolgd.

 

Een van de voorwaarden om voor buitengewoon verlof in aanmerking te komen is dat er sprake zal moeten zijn van het leidinggeven aan of assisteren bij een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit uitgaande van een landelijk, danwel provinciaal, regionaal of plaatselijk werkende jeugd- of sportorganisatie.

Het buitengewoon verlof kan voor ten hoogste vijf dagen worden toegekend, met dien verstande dat per kalenderjaar in totaal niet meer dan tien verlofdagen kunnen worden toegekend en voorzover de dienst dit toelaat.

Voor een nadere toelichting op deze regeling wordt verwezen naar de rijksregeling (zie bijgaande circulaire Biza van 10 maart 1982, nummer AB82/U18).

 

Artikel 6:4:4 LAR                               

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen, indien daartoe naar hun oordeel termen bestaan, aan een ambtenaar op diens ver­zoek, al dan niet met behoud van het genot van gehele of gedeeltelijke bezoldiging en al dan niet onder bepaal­de nadere voor waarden, verlof verlenen om andere redenen dan die welke zijn ge­noemd in de artikelen 6:4:1 en artikel 6:4:2.

    Verloven van langer dan een jaar worden in elk geval buiten genot van bezoldiging verleend, tenzij het verlof in het openbaar belang gegeven wordt.

  • 2.

    Aan de ambtenaar, benoemd tot bezoldigd bestuurder van een vereniging van ambtenaren, kunnen burgemees­ter en wethou­ders op zijn verzoek verlof buiten genot van bezol­diging verlenen voor de duur van de vervulling der func­tie, evenwel slechts voor ten hoogste twee jaren.