Aanwijzingsbesluit cameratoezicht

De burgemeester van Kampen;

gelezen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2012 en van de gemeenteraad van 13 december 2012, waarbij een positief standpunt is ingenomen ten opzichte van het instellen van cameratoezicht in de binnenstad van Kampen en waarbij een voorkeur is uitgesproken voor variant 2 (zeven camera’s);

gelet op artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2.1.7.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Kampen 2001 (hierna APV);

overwegende:

• -

  dat in het weekend in de binnenstad op vrijdag- en zaterdagnacht regelmatig uitgaansgeweld en –overlast wordt ondervonden;

• -

  dat uit onderzoek in KVU-verband (Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan) blijkt dat een kwart van het uitgaanspubliek zich (wel eens) onveilig voelt in de openbare ruimte tijdens uitgaansavonden;

• -

  dat uit onderzoek van I-Watch blijkt dat cameratoezicht in de binnenstad kan worden aangemerkt als een goede aanvulling op de maatregelen die worden ingezet tegen uitgaansgeweld;

• -

  dat uit hetzelfde onderzoek blijkt dat cameratoezicht naar verwachting een substantiële meerwaarde heeft bij het handhaven van de openbare orde en bij strafvervolging;

• -

  dat het cameratoezicht in de hierna genoemde gebieden/straten voldoet aan de eisen die artikel 151c Gemeentewet hieraan stelt zoals kenbaarheid van cameratoezicht, proportionaliteit en subsidiariteit;

• -

  dat de belangen van openbare orde en veiligheid in dit geval zwaarder wegen dan het individuele belang van de burgers;

• -

  dat de te gebruiken camera’s worden voorzien van een afschermingssysteem waardoor inbreuk op het individuele belang van de burgers wordt beperkt;

• -

  dat de burgemeester overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2.1.7.1 van de APV kan besluiten tot plaatsing van vaste camera’s voor het houden van toezicht op een openbare plaats in het kader van handhaving van de openbare orde;

• -

  dat de gemeenteraad in artikel 2.1.7.1 van de APV geen kaders heeft gesteld voor de openbare gebieden en de periode van cameratoezicht;

• -

  dat toepassing is gegeven aan de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals vastgelegd in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht; 

• -

  dat het ontwerp-besluit en bijbehorende stukken met ingang van 23 januari 2013 gedurende zes weken ter inzage hebben gelegen ten behoeve van het bieden van de mogelijkheid zienswijzen tegen het ontwerp-besluit in te dienen door belanghebbenden, waarvan mededeling is gedaan in de gemeentelijke informatiepagina in huis-aan-huis weekblad De Brug op 22 januari 2013;

• -

  dat geen zienswijzen naar aanleiding van het ontwerp-besluit zijn ontvangen;

  besluit: