Regeling vervallen per 01-01-2020

REGELING REIS- EN VERBLIJFKOSTEN

Geldend van 02-02-2017 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017

Intitulé

REGELING REIS- EN VERBLIJFKOSTEN

Burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen,

gelet op het bepaalde in artikel 15:1:22 van de Lokale Arbeidsvoorwaardenregeling Kampen (LAR);

gelet op de verkregen overeenstemming met het Bijzonder Georganiseerd Overleg;

Besluiten vast te stellen de volgende:

Regeling Reis- en Verblijfkosten

Artikel 1

Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    betrokkene:

    hij die van of namens burgemeester en wethouders opdracht krijgt om zich te verplaatsen in de zin van deze regeling;

  • b.

    dienstreis:

    een naar het oordeel van of namens burgemeester en wethouders noodzakelijke incidentele verplaatsing van een betrokkene tot het verrichten van dienst buiten de plaats van tewerkstelling, alsmede het hiermee verband houdende verblijf buiten deze plaats;

  • c.

    plaats van tewerkstelling:

    het gebouw, gebouwencomplex, terrein of vaartuig waar of van waaruit de betrokkene naar het oordeel van burgemeester en wethouders gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.

Artikel 2 Openbaar vervoer

De kosten van het openbaar vervoer die in verband met een dienstreis zijn gemaakt worden vergoed op basis van het 2e klasse tarief.

Artikel 3 Eigen motorvoertuig indien openbaar vervoer niet mogelijk of niet doelmatig is

  • 1. Indien een dienstreis naar het oordeel van of namens burgemeester en wethouders niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden ondernomen, kan aan de betrokkene toestemming worden verleend voor een dienstreis gebruik te maken van een eigen motorvoertuig, in welk geval hem een vergoeding wordt verleend conform het volgende lid.

  • 2. In afwijking van het daarvoor bepaalde in het Reisbesluit Binnenland en de Reisregeling Binnenland van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bedraagt de kilometervergoeding voor het gebruik van een eigen motorvoertuig netto € 0,28.

  • 3. Parkeer-, veer- en tolgelden worden onder overleg van de betaalbewijzen vergoed. Deze vergoeding is fiscaal belast.

Artikel 4 Eigen motorvoertuig of bromfiets indien openbaar vervoer wel mogelijk of wel doelmatig is

Indien een dienstreis naar het oordeel van of namens burgemeester en wethouders op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden ondernomen, doch betrokkene maakt uit eigener beweging gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets dan bedraagt de kilometervergoeding overeenkomstig het daarvoor bepaalde in het Reisbesluit Binnenland en de Reisregeling Binnenland van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 5 Fiets

Indien voor een dienstreis gebruik wordt gemaakt van een eigen fiets bedraagt de vergoeding per kilometer overeenkomstig het in artikel 4, sub b van de Reisregeling Binnenland van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties genoemde bedrag.

Artikel 6 Taxi

Indien naar het oordeel van of namens burgemeester en wethouders het dienstbelang er mee is gebaat dat tijdens een dienstreis naast openbaar vervoer tevens gebruik wordt gemaakt van een taxi, worden de aan dat taxigebruik verbonden kosten volledig vergoed.

Artikel 7 Verblijfkosten

  • 1. De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies en voor kleine uitgaven overdag en 's avonds worden vergoed conform de bedragen genoemd in het Reisbesluit Binnenland en de Reisregeling Binnenland van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2. De aanspraak op de onder het tweede lid bedoelde vergoedingen bestaat slechts indien voor het verkrijgen van de respectievelijke verstrekkingen in een daarvoor bestemde gelegenheid door betrokkene daadwerkelijk kosten zijn gemaakt.

  • 3. Voor een dienstreis worden de uit te keren bedragen voor verblijfkosten berekend overeenkomstig het tweede en derde lid met dien verstande dat:

    • a.

      de ontbijtcomponent, de logiescomponent en de avondcomponent slechts wordt toegekend, indien mede wordt voldaan aan de voorwaarde dat een overnachting in een dienstreis valt;

    • b.

      de lunchcomponent slechts wordt toegekend, indien mede wordt voldaan aan de voorwaarde dat de tijd tussen 12.00 uur en 14.00 uur geheel in een dienstreis valt.

    • c.

      de dinercomponent slechts wordt toegekend, indien mede wordt voldaan aan de voorwaarde dat de tijd tussen 18.00 en 21.00 uur geheel in een dienstreis valt.

    • d.

      de dagcomponent slechts wordt toegekend, indien mede wordt voldaan aan de voorwaarde dat ten minste 4 uren in de dienstreis vallen;

  • 4. Geen aanspraak op vergoeding wegens verblijfkosten bestaat voor een dienstreis korter dan vier uur.

Artikel 8 Reisdeclaraties

Het declareren van de reis- en verblijfkosten geschiedt op een door burgemeester en wethouders voorgeschreven wijze, onder overlegging van vereiste bewijsstukken.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Voor gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2001.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2003
de secretaris, de burgemeester,
J.F. Goedegebure mr. ing. J. Oosterhof

Toelichting regeling reis- en verblijfkosten

Algemeen

In artikel 15:1:22 van de CAR/LAR is opgenomen dat de ambtenaar recht heeft op vergoeding van reis- en verblijfkosten voor reizen in het belang van de dienst. Deze vergoeding wordt vastgesteld en uitgekeerd overeenkomstig de daarvoor door burgemeester en wethouders gestelde regelen.

Onder verwijzing naar uw besluit van 3 april 2001, nr. A-18 tot formalisering van onder meer de voorstellen toepassing rechtspositie voor de nieuwe gemeente Kampen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2003, heeft dit geleid tot de Regeling Reis- en verblijfkosten gemeente Kampen.

Uitgangspunten van deze voorstellen per 1 januari 2003 voor zakelijke dienstreizen zijn:

  • -

    De regeling van IJsselmuiden toepassen, die gebaseerd is op rijksregeling;

  • -

    De regeling vaste rijwieltoelage en vaste bromfietsvergoeding vervalt met als uitgangspunt gebruik van dienstfietsen of vergoeding op declaratiebasis conform de rijksregeling. Afbouw conform sociaal statuut.

Over de voorstellen toepassing rechtspositie (nr’s 21, 22 en 23 is overeenstemming met het Bijzonder Georganiseerd Overleg bereikt op 12 december 2000 en de Commissie 2 is hierover gehoord in zijn vergadering van 15 februari 2001.

De reis- en verblijfkostenregeling heeft betrekking heeft op het zakelijk verkeer (dienstreizen).

Doel

Met rijksregeling reis- en verblijfkosten c.q. regeling van de voormalige gemeente IJsselmuiden wordt beoogd het gebruik van de auto voor dienstreizen terug te dringen.

Uitgangspunt is dat er primair gebruik moet worden gemaakt van het openbaar vervoer.

De regeling vertoont t.o.v. de regeling van de oude gemeente Kampen een aantal verschillen, waarvan als meest belangrijke kunnen worden genoemd:

Reiskosten:

  • *

    de mogelijkheid van het 1e klasse reizen per trein voor iedereen

    (het schaalcriterium/onderscheid in twee categorieën personen is vervallen)

  • *

    bij de declaratie van openbaar vervoerkosten moet door overlegging van bewijsstukken worden aangetoond dat daadwerkelijk met openbaar vervoer wordt gereisd;

  • *

    de mogelijkheid dat naast vergoeding voor het openbaar vervoer ook (trein)taxikosten kunnen worden vergoed;

  • *

    het invoeren van een hoge kilometervergoeding (openbaar vervoer niet mogelijk of niet doelmatig) en lage kilometervergoeding (openbaar vervoer wel mogelijk of wel doelmatig);

Verblijfkosten:

  • *

    het systeem van verblijfkostenvergoedingen kent een systeem van opbouwelementen;

  • *

    bij dienstreizen korter dan vier uur vindt geen vergoeding van verblijfkosten plaats (was 3 uur);

Artikelsgewijze toelichting regeling reis- en verblijfkosten

Artikel 1 Begripsbepalingen

Sub a

Met de omschrijving van het begrip "betrokkene" wordt beoogd deze regeling, overeenkomstig de oude regeling, van toepassing te laten zijn op zowel het personeel als de bestuurders van de gemeente Kampen.

Voor de burgemeester geldt overigens ook het Reisbesluit binnenland (artikel 33 Rechtspositiebesluit burgemeesters 1994).

Artikel 2 Openbaar vervoer

[Vervallen]

Artikel 3 Eigen motorvoertuig indien openbaar vervoer niet mogelijk of niet doelmatig is

Met uitzondering van artikel 3 lid 2 van deze regeling komt artikel 3 inhoudelijk overeen met artikel 7 van het Reisbesluit Binnenland.

Door of namens burgemeester en wethouders dient beoordeeld te worden of het gebruik van een eigen motorvoertuig noodzakelijk is.

Indien dit het geval is, bestaat aanspraak op een kilometervergoeding van netto € 0,28.

Bij de beoordeling of het gebruik al dan niet noodzakelijk is kan onder meer het volgende overwogen worden:

  • -

    de bestemming is niet of zeer moeilijk met het openbaar vervoer bereikbaar;

  • -

    verhouding reistijd openbaar vervoer en reistijd per auto;

  • -

    verhouding reiskosten openbaar vervoer en reiskosten per auto;

  • -

    door meerdere personen wordt naar de bestemming gecarpoold;

  • -

    door een handicap is openbaar vervoer niet of niet goed mogelijk.

Ook de combinatie van openvaar vervoer plus (trein) taxi kan bij de beoordeling worden betrokken.

Artikel 4 Eigen motorvoertuig indien openbaar vervoer wel mogelijk of wel doelmatig is

Inhoudelijk komt dit artikel overeen met artikel 8 van het Reisbesluit binnenland.

Het in dit artikel genoemde bedrag is afgeleid van artikel 3 van de Reisregeling binnenland (lage kilometertarief).

Indien openbaar vervoer wel doelmatig is, maar uit eigen beweging gebruik wordt gemaakt van een eigen motorvoertuig of bromfiets bedraagt de (lage) vergoeding € 0,09 (peildatum 1 januari 2013) per kilometer.

Artikel 5 Fiets

Uitgangspunt is dat de gemeente Kampen dienstfietsen beschikbaar stelt. Indien gebruik hiervan niet mogelijk is kan een vergoeding voor het gebruik van een eigen fiets worden verstrekt. Het bedrag voor een dienstreis per fiets is afgeleid van artikel 4, sub b van de Reisregeling Binnenland. Indien geen gebruik van een dienstfiets kan worden gemaakt bedraagt de vergoeding voor het noodzakelijk gebruik van een eigen fiets € 0,09 (peildatum 1 januari 2013) per kilometer.

Artikel 6 Taxi

Inhoudelijk komt dit artikel overeen met artikel 10 van het (rijks)Reisbesluit binnenland.

In dit artikel is de mogelijkheid opgenomen om in het belang van de dienst zowel gebruik te maken van openbaar vervoer als van een taxi. De in verband hiermee taxikosten worden vergoed. Van een dergelijk dienstbelang kan sprake zijn indien het gecombineerde openbaar vervoer/(trein)taxigebruik voor de gemeente voordeliger is dan het gebruik van een eigen motorvoertuig over het gehele traject tegen de hoge kilometervergoeding van € 0,36 (peildatum 1 januari 2004).

Het is dus van belang dat bij de beoordeling van het al dan niet noodzakelijk zijn van het gebruik van een eigen vervoermiddel ook de mogelijkheid van het gebruik openbaar vervoer/(trein)taxi wordt betrokken.

Artikel 7 Verblijfkosten

Inhoudelijk komt dit artikel grotendeels overeen met artikel 13 van het Reisbesluit binnenland.

De in dit artikel opgenomen bedragen zijn afgeleid van artikel 5 van de Reisregeling binnenland.

Hier is sprak van een systeem van opbouwcomponenten. Dat wil zeggen dat iedere component op zichzelf staat. De maaltijden- en logiescomponenten zijn uitgedrukt in vaste bedragen (voor ontbijt, lunch, diner en logies).

Deze bedragen kunnen alleen worden gedeclareerd indien kosten zijn gemaakt in een daartoe bestemde gelegenheid.

Uiteraard vindt geen vergoeding plaats indien deze voor rekening van derden worden verstrekt.

Kleine uitgaven (bijvoorbeeld kop koffie) worden bij dienstreizen uitsluitend vergoed indien er een nota kan worden overlegd.

Artikel 8 Declaratie

Overlegging van de vereiste bewijsstukken is nodig bij gebruikmaking van treinreizen 1e klasse, van parkeer-, veer- en tolgelden, van (trein)taxi en noodzakelijk gemaakte verblijfkosten.