Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, Wmo en Jeugdwet gemeente Kampen

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, Wmo en Jeugdwet gemeente Kampen

De raad van de gemeente Kampen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014, kenmerk 14ADV00574;

gelet op artikel 47 van de Participatiewet en artikel 2.1.3, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

besluit vast te stellen de

Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, Wmo en Jeugdwet gemeente Kampen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • -

    MO: Maatschappelijke Ondersteuning;

  • -

    gemeente: de gemeente Kampen;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen;

  • -

    MO-adviesraad: een adviesorgaan bestaande uit vertegenwoordigers van de clusters, die het college adviseert over de beleidsvorming en uitvoering van de Participatiewet, de Wmo en de Jeugdwet;

  • -

    cluster: een groep personen, in vergadering bijeen, die een doelgroep vormen of een voorziening ontvangen ingevolge de Participatiewet, de Wmo of de Jeugdwet, of vertegenwoordigers van deze personen.

Artikel 2 MO-adviesraad

  • 1. De personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet, en de personen die een doelgroep vormen of een voorziening ontvangen ingevolge de Wmo of de Jeugdwet, worden bij de uitvoering van deze wetten betrokken door middel van een MO-adviesraad. De leden van de MO-adviesraad worden afgevaardigd door de clusters.

  • 2. De MO-adviesraad is zodanig samengesteld dat deze een zo goed mogelijke afspiegeling is van de bij de uitvoering van de in het eerste lid van dit artikel genoemde wetten betrokken personen.

  • 3. De MO-adviesraad bestaat uit ten minste zeven en ten hoogste zeventien personen.

  • 4. De vergaderingen van de MO-adviesraad worden voorgezeten door een onafhankelijke voorzitter. Deze wordt op persoonlijke titel benoemd door het college voor een termijn van vier jaar.

  • 5. De zittingsduur van de voorzitter en de leden is vier jaar. Deze periode is een maal te verlengen met maximaal vier jaar.

  • 6. De MO-adviesraad komt ten minste zes maal per kalenderjaar in vergadering bijeen.

Hoofdstuk 2 Taken en bevoegdheden van de gemeente, het college en de MO-adviesraad

Artikel 3 Taken van het gemeentebestuur

  • 1. Het gemeentebestuur vraagt over relevante beleidsontwikkeling en beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college advies aan de MO-adviesraad.

  • 2. Het advies van de MO-adviesraad wordt door het college overgenomen of gemotiveerd afgewezen.

  • 3. Zowel het advies van de MO-adviesraad als de reactie van het college worden aan de gemeenteraad ter kennis gebracht zodat deze informatie bij de besluitvorming kan worden betrokken.

Artikel 4 Ondersteuning MO-adviesraad

Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de MO-adviesraad.

Artikel 5 Taken en bevoegdheden van de MO-adviesraad

  • 1. De MO-adviesraad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit in verband met door het college of de gemeenteraad voorgenomen beleid op het terrein van de Participatiewet, de Wmo en de Jeugdwet, alsmede op de kwaliteit van de uitvoering en dienstverlening.

  • 2. Het advies als bedoeld in het eerste lid wordt tijdig voordat het college of de gemeenteraad voornemens is het beleid vast te stellen uitgebracht.

  • 3. De MO-adviesraad heeft geen bevoegdheden in zaken betreffende individuele klachten, bezwaarschriften en andere zaken met betrekking tot een individuele persoon.

  • 4. Ieder lid is bevoegd agendapunten aan te dragen. De wijze waarop wordt geregeld in het huishoudelijk reglement van de MO-adviesraad, vast te stellen door de MO-adviesraad.

Artikel 6 Vergoeding voor de leden

De leden van de MO-adviesraad ontvangen per bezochte vergadering een door het college vast te stellen bedrag als presentiegeld voor deelname aan de vergaderingen.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 7 Intrekken oude verordening

De Verordening Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand, Wet sociale werkvoorziening en Wet investeren in jongeren gemeente Kampen wordt ingetrokken.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet, Wmo en Jeugdwet gemeente Kampen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 december 2014,
De raad van de gemeente Kampen,
drs. H.A. van der Meulen, griffier drs. mr. B. Koelewijn, voorzitter

Toelichting

Algemeen

Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het gemeentelijke beleid. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn:

  • -

    personen die algemene bijstand ontvangen;

  • -

    als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdeel b, 35, vierde lid, onderdeel b, en 36, derde lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d is verleend;

  • -

    personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;

  • -

    personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • -

    personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • -

    personen zonder uitkering, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het college aangeboden voorziening.

Ook de Wmo 2015 verplicht de gemeente tot cliëntenparticipatie (artikel 2.1.3, derde lid).

Om een goede werking van de MO-adviesraad te waarborgen worden de leden van de MO-adviesraad ondersteund en gefaciliteerd door de gemeente. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.

In Kampen functioneert sinds 2007 de Wmo-adviesraad. Deze heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die het beleid en de dienstverlening met betrekking tot de Wmo raken, aan de orde te stellen. Sinds enige tijd behoort ook advisering over de uitvoering van de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) tot het werkterrein van de Wmo-adviesraad.

Deze nieuwe verordening is geënt op de tot en met 2014 bestaande situatie van de werkwijze van de Wmo-adviesraad. Deze bevalt goed en willen wij zoveel mogelijk handhaven.

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

Artikel 1 Begripsbepaling

Dit artikel geeft aan dat er binnen de MO-adviesraad clusters functioneren. Ten tijde van het opstellen van deze nieuwe verordening (medio 2014) zijn dit er zeven: Jeugd, Ouderen, Mensen met een beperking, Vrijwilligers, Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)-cliënten en dak- en thuislozen, en Participatie (Wwb / Wsw).

Elk cluster vaardigt twee personen af als vertegenwoordiger in de MO-adviesraad. Zo mogelijk worden vervangers benoemd.

De clusters worden door hun vertegenwoordigers in de MO-adviesraad geïnformeerd over de voorliggende vraagstukken en adviesaanvragen van het college. De vertegenwoordigers brengen de mening/visie van het cluster in tijdens de vergadering van de MO-adviesraad.

Artikel 2 MO-adviesraad

Eerste lid

Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een adviesraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf en/of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties.

Tweede lid

Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de adviesraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de adviesraad is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. In de oude en de nieuwe situatie is ook rekening gehouden met de uitvoering van de Wmo en de Jeugdwet.

Derde lid

Ten tijde van het opstellen van deze nieuwe verordening telde de Wmo-adviesraad vijftien leden, van elke cluster twee, plus de onafhankelijke voorzitter.

Vijfde lid

Ten tijde van het opstellen van deze nieuwe verordening en in de afgelopen jaren vergaderde de Wmo-adviesraad elke maand, behalve in de zomervakantie, meestal de laatste woensdag van de maand.

Artikel 3 Taken van het gemeentebestuur

Het gemeentebestuur vraagt zo tijdig mogelijk advies aan de MO-adviesraad over beleidsvoornemens van de gemeenteraad en het college.

Door de planning van de commisie- en gemeenteraadsvergaderingen, met de bijbehorende deadlines, kan het voorkomen dat de termijn waarbinnen de MO-adviesraad een advies moet uitbrengen relatief kort is.

In goed overleg is hiervoor een werkwijze gekozen die recht doet aan de situatie: tijdens de vergadering van de MO-adviesraad geeft de direct betrokken ambtenaar of de teammanager een toelichting op het voorliggende vraagstuk. Vervolgens worden de stukken doorgenomen en de mening van de MO-adviesraad genoteerd.

In de praktijk blijkt dit een voor iedereen werkbare oplossing te zijn.

Artikel 4 Ondersteuning MO-adviesraad

Om zijn taken effectief te kunnen vervullen is het van belang dat de MO-adviesraad wordt gefaciliteerd. Niet alleen vergaderruimte is van belang, maar ook de toegang tot kantoormiddelen. Het college zorgt voor adequate ondersteuning van de MO-adviesraad.

Hiertoe:

  • -

    zorgt het ervoor, dat adviesaanvragen en concept-beleid de secretaris van de MO-adviesraad tijdig bereiken;

  • -

    stelt het ambtenaren van de gemeente in de gelegenheid een vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of uitleg, als de MO-adviesraad daarom heeft verzocht;

  • -

    zorgt het ervoor dat aan de MO-adviesraad de nodige informatie wordt verstrekt voor zover dat nodig is voor het naar behoren functioneren van de MO-adviesraad;

  • -

    verstrekt het de benodigde informatie op een zodanig tijdstip dat daadwerkelijk invloed mogelijk is op de beleidsvorming en besluitvorming, en

  • -

    indien van toepassing, ziet het erop toe dat de MO-adviesraad wordt geïnformeerd over de redenen van afwijking van het door de MO-adviesraad gevraagd of ongevraagd gegeven advies.

Artikel 5 Taken en bevoegdheden van de MO-adviesraad

De MO-adviesraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies te geven over het te ontwikkelen beleid. Het gevraagde advies wordt uiterlijk voor een bepaalde, per situatie af te spreken, datum uitgebracht door toezending aan de betreffende beleidsmedewerkers.

Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat de MO-adviesraad geen bevoegdheid heeft in individuele vraagstukken.

Ieder lid van de MO-adviesraad is bevoegd agendapunten aan te dragen.

Artikel 6 Vergoeding voor de leden

Het presentiegeld bedraagt ten tijde van het opstellen van deze nieuwe verordening (2014) een bedrag van € 65,00 per vergadering.