Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en inning van haven- en kadegelden 2018

Geldend van 28-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en inning van haven- en kadegelden 2018

De raad van de gemeente Kampen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31oktober 2017 inzake de herziening van de belastingtarieven met ingang van 1 januari 2018, kenmerk 17ADV00438

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van haven- en kadegelden 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Algemene wet: de Algemene wet op de rijksbelastingen van 2 juli 1959 (Stb.301);

  • -

    dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren;

  • -

    drijvend verkooppunt: een vaartuig van waaruit goederen ter verkoop worden aangeboden;

  • -

    drijvend werktuig: een vaartuig in gebruik als drijvende bok, kraan, baggermolen of zandzuiger;

  • -

    halfjaar: een aaneengesloten tijdvak van 6 maanden;

  • -

    Invorderingswet : de Invorderingswet 1990 (Stb.221);

  • -

    jaar: een aaneengesloten tijdvak van 12 maanden;

  • -

    kwartaal: een aaneengesloten tijdvak van 3 maanden;

  • -

    laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de waterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

  • -

    maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen;

  • -

    meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1983, (Stb.548 Besluit Binnenschependocumenten);

  • -

    passagiersschip: een vaartuig dat middel van openbaar vervoer is of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

  • -

    pleziervaartuig: een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip of zeilend bedrijfsvaartuig;

  • -

    sleepboot: een vaartuig dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuigen;

  • -

    tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel;

  • -

    termijn: een in de tabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven of kade plaatsvindt;

  • -

    ton: een massa van 1.000 kilogram;

  • -

    vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvend lichaam een geheel uitmakende voorwerpen;

  • -

    vrachtschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het vervoeren van goederen;

  • -

    weekend: tijdvak van vrijdag 19.00u tot de daaropvolgende maandag 7.00 uur;

  • -

    woonschip: een vaartuig, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik als woning;

  • -

    zeeschip: een vaartuig, in de zin van de Wet op de omzetbelasting, gebouwd voor het varen op volle zee, overeenkomstig de Gecombineerde Nomenclatuur onder de posten 89.01, 89.02 en 89.04 tot en met 89.06;

  • -

    zeilend bedrijfsvaartuig: een vaartuig, geen passagiersschip zijnde, dat overwegend of geheel met behulp van zeilen wordt voortgestuwd en dat hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het vervoer van personen.

Artikel 2 Aard van de heffing

Onder de benaming haven- en kadegelden wordt een recht geheven ter zake van:

  • a.

    het gebruik overeenkomstig de bestemming van de voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente;

  • b.

    rechten voor het genot van de door de gemeente verstrekte diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de kapitein, de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van een van dezen optreedt.

Artikel 4 Heffingsgrondslagen

  • 1.

    Grondslagen voor de berekening van havengeld zijn:

    • a.

      het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen;

    • b.

      de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters;

    • c.

      aantal containers.

  • 2.

    In de tabel is per soort vaartuig aangegeven welke maatstaf van heffing van toepassing is.

Artikel 5 Tarieven

Het haven- en kadegeld wordt geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de tarieventabel behorende bij deze verordening, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in artikel 6 van deze verordening.

Artikel 6 Tarieftoepassing

Voor de toepassing van de tarieven:

  • 1.

    geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig, het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 2.

    wordt de lengte van het vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 3.

    wordt een gedeelte van een eenheid van massa of van lengte voor een volle eenheid gerekend, tenzij anders vermeld;

  • 4.

    wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld, tenzij een langere termijn is gevraagd;

  • 5.

    worden ter bepaling van de duur van het verblijf in de haven of aan de kade niet in aanmerking genomen: de zondag, een algemeen erkende christelijke feestdag, aansluitend aan de dag van aankomst, tenzij het vaartuig op een dezer dagen geladen of gelost wordt of passagiers in- of ontscheept;

  • 6.

    wordt de termijn geacht niet te zijn beëindigd voor vaartuigen die een proefvaart maken.

Artikel 7 Verschuldigdheid

Het havengeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven, dan wel het genot van de verstrekte

diensten in verband met dat gebruik, aanvangt.

Artikel 8 Wijze van heffing

Het haven- en kadegeld wordt geheven door middel van afgifte van een gedagtekende nota of een andere schriftelijke kennisgeving.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    Behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel moet het haven- en kadegeld worden voldaan bij de aanbieding van de nota of andere schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    Ingeval de nota of andere schriftelijke kennisgeving wordt toegezonden moet het haven- en kadegeld worden voldaan binnen één maand na de dagtekening van die nota of schriftelijke kennisgeving.

  • 3.

    In afwijking van het eerste en tweede lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4.

    Ten aanzien van het tweede lid is het “Incassoreglement 2018” van toepassing, zoals door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld of zoals deze laatstelijk is gewijzigd.

  • 5.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste tot en met het derde lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Vrijstellingen

Het haven- en kadegeld wordt niet geheven van:

  • a.

    vaartuigen in directe dienst van het rijk, de provincie of de gemeente;

  • b.

    oorlogsvaartuigen;

  • c.

    Rode Kruis- en hospitaalschepen;

  • d.

    vaartuigen, die gedwongen zijn de haven of kade te gebruiken als gevolg van mist, storm of ijsgang, dan wel wegens ongeval, ziekte of overlijden van opvarenden of bloed- en aanverwanten van opvarenden tot en met de tweede graad;

  • e.

    nieuw gebouwde vaartuigen, niet zijnde pleziervaartuigen, die in de gemeente te water worden gelaten, mits geen lading wordt ingenomen en geen ander gebruik van enig ten gerieve van de scheepvaart dienend, door de gemeente aangelegd of onderhouden kunstwerk wordt gemaakt, dan om het vaartuig voor een eerste reis uit te rusten;

  • f.

    voor sloop bestemde vaartuigen, niet zijnde pleziervaartuigen, die in de gemeente worden gesloopt, mits zonder lading aangekomen en geen ander gebruik van enig ten gerieve van de scheepvaart dienend, door de gemeente aangelegd of onderhouden kunstwerk wordt gemaakt, dan om het vaartuig na de laatste reis te kunnen slopen, voor een periode van maximaal 1 maand;

  • g.

    open roeiboten en kano’s;

  • h.

    vaartuigen, bestemd om te worden voortbewogen door windkracht, waarbij geen groter zeiloppervlakte kan worden gevoerd dan 12 vierkante meter;

  • i.

    vaartuigen, die uitsluitend ten behoeve van proviandering gebruik maken van de haven of kade, mits dat gebruik niet langer duurt dan een aaneengesloten tijdvak van 12 uren;

  • j.

    ledige vaartuigen die uitsluitend voor het verblijven in een weekend aangemeerd zijn.

Artikel 11 Ontheffing en overschrijving

  • 1.

    Van het haven- en kadegeld dat wordt geheven door middel van een abonnement voor een termijn langer dan een maand wordt, indien het gebruik van de haven of kade is geëindigd voor de termijn, op schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige, ontheffing verleend naar evenredigheid over het aantal nog niet verstreken volle maanden.

  • 2.

    Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde haven- en kadegeld op aanvraag van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde haven- en kadegeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatstgenoemde haven- en kadegeld lager is dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt.

  • 3.

    Het na toepassing van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde verrekening verschuldigde bedrag is invorderbaar overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, eerste en tweede lid van deze verordening.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van haven- en kadegelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Omzetbelasting

In de hoofdstukken 1, 3 en 4 van de tabel vermelde tarieven, zijn inclusief 21% wettelijke omzetbelasting. Werkzaamheden voor zeeschepen zijn belast met 0% omzetbelasting, wanneer hiervan sprake is wordt het tarief overeenkomstig gecorrigeerd.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het haven- en kadegeld.

Artikel 15 Overgangsrecht

De ‘Verordening haven- en kadegelden 2017’ van de gemeente Kampen, vastgesteld op 15 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2018.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening haven- en kadegelden 2018’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2017, De raad van de gemeente Kampen,

drs. H.A. van der Meulen,

griffier

drs. mr. B. Koelewijn,

voorzitter

Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening haven- en kadegelden 2018’

Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening haven- en kadegelden 2018’

Hoofdstuk 1 Tarieven beroepsvaartuigen

1.1.

Vrachtschepen die niet laden en/of lossen, per ton laadvermogen:

1.1.1

Per reis; per 7 dagen:

€ 0,10

1.1.2

Per reis; per 14 dagen:

€ 0,15

1.2

Vrachtschepen die wel laden en/of lossen, per ton laadvermogen:

1.2.1

Per reis; per 7 dagen:

€ 0,15

1.2.2

Per reis; per 14 dagen:

€ 0,20

1.2.3

Wanneer er sprake is van een vaartuig dat minder dan de helft van het laadvermogen laadt of lost, geldt 50% van het voorgeschreven tarief.

1.2.4

Abonnement; per jaar:

€ 4,76

1.2.5

Wanneer er sprake is van een vaartuig dat is voorzien van een Green Award geldt een korting van 10% op het voorgeschreven tarief.

1.3

Passagiersschip

1.3.1

Per meter lengte; per dag:

€ 1,16

1.4.

Charterschip

1.4.1

periode 1 april tot 1 oktober, per meter lengte;

1.4.1.1.

Per reis; per dag:

€ 1,02

1.4.1.2.

Per reis; per 7 dagen:

€ 3,00

1.4.1.3.

Abonnement; per maand:

€ 9,04

1.4.1.4.

Abonnement; per ½ jaar:

€ 49,60

1.4.2.

periode 1 januari tot 1 april en 1 oktober tot 1 januari, per meter lengte;

1.4.2.1.

Per reis; per dag:

€ 0,57

1.4.2.2.

Per reis; per 7 dagen:

€ 1,73

1.4.2.3.

Abonnement; per maand:

€ 5,50

1.4.2.4.

Abonnement; per ½ jaar:

€ 29,87

1.5.

Drijvend verkooppunt

1.5.1.

Per meter lengte, per jaar:

€ 129,59

1.6.

Containerschepen

1.6.1.

Per geladen of geloste container:

€ 1,38

1.7.

Vaartuigen, niet nader in de tabel omschreven

1.7.1.

Per reis, per dag, per meter

€ 0,37

1.7.2.

Per reis, per 7 dagen, per meter

€ 1,15

1.7.3.

Per reis, per 14 dagen, per meter

€ 2,73

Hoofdstuk 2 Tarieven woonschepen

2.1.

voor woonschepen tot en met 15 meter lengte; per kwartaal:

€ 127,69

2.2.

voor woonschepen boven 15 meter lengte; tarief onder 2.1 vermeerderd met, voor elke meter lengte boven 15 meter:

€ 8,70

Hoofdstuk 3 Tarieven pleziervaart

3.1.

Per meter lengte: per dag:

€ 0,77

Hoofdstuk 4 Water en elektriciteit

4.1.

Het tarief bedraagt voor de afname van water, per kubieke meter of gedeelte daarvan:

€ 3,27

4.2.

Het tarief bedraagt voor de afname van elektriciteit, per KWh of gedeelte daarvan:

€ 0,27

In de hoofdstukken 1, 3 en 4 van de tabel vermelde tarieven, zijn inclusief 21% wettelijke omzetbelasting. Werkzaamheden voor zeeschepen zijn belast met 0% omzetbelasting, wanneer hiervan sprake is wordt het tarief overeenkomstig gecorrigeerd.

Deze tarieventabel behoort bij de ‘Verordening haven- en kadegelden 2018’, vastgesteld door de raad van de gemeente Kampen op 14 december 2017,

De raad van de gemeente Kampen,

drs. H.A. van der Meulen, griffier drs. mr. B. Koelewijn, voorzitter