Nadere regels markten Kampen 2009

Geldend van 11-06-2015 t/m heden

Intitulé

Nadere regels markten Kampen 2009

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen,

Gelet op artikel 160, eerste lid, sub h, van de Gemeentewet, artikel 3 van de Marktverordening Kampen 2009, de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat het wenselijk is nadere regels te stellen betreffende de inrichting van de markten in de gemeente Kampen

BESLUIT:

vast te stellen de Nadere regels markten Kampen 2009

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze Nadere regels markten 2009 wordt verstaan onder:

  • 1.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkten;

  • 2.

    Verordening: de Marktverordening Kampen 2009;

  • 3.

    Branche: een door het college te bepalen soort of assortiment van waren of goederen;

  • 4.

    Branchepatroon: de aanwijzing per markt van de door ons vastgestelde hoofdbranches en branches met inbegrip van het aantal verkoopplaatsen per soort of assortiment;

  • 5.

    Hoogwerker: de standwerker welke zijn verkoop pleegt te doen vanaf een verhoogd platform;

  • 6.

    Zwemmer: de standwerker welke zijn waren rondom zich uitstalt op een verlaagd platform en telkens een ander artikel tracht aan te bieden aan het publiek;

  • 7.

    Laagwerker: de standwerker die zijn verkoop pleegt te doen achter of voor een platform op gelijke hoogte met het publiek.

Artikel 2. Inrichting van de markt

Ten aanzien van de markt is bepaald:

  • a.

    dat de omvang van een toegewezen standplaats op de markt wordt vastgesteld op vierkante meters en naar boven wordt afgerond op hele vierkante meters;

  • b.

    de opstelling en indeling voor alle warenmarkten. Deze is omschreven in de bij deze nadere regels behorende en daarvan deel uitmakende bijlagen 1 tot en met 4;

  • c.

    per honderd strekkende meter marktkraam wordt op de maandagmarkt minimaal één standplaats als standwerkersplaats toegewezen;

Hoofdstuk 2. Branchering vrijdag-en zaterdagmarkt

Artikel 3. Branchering

Op de vrijdag- en zaterdagmarkt mag uitsluitend een soort of assortiment van waren of goederen worden verhandeld uit de branche die zijn aangewezen in het branchepatroon van de desbetreffende markt, zoals vastgesteld bij en opgenomen in het branchebesluit (bijlage 5 van dit besluit).

Hoofdstuk 3. Gebruik van de standplaats

Artikel 4. Kramen

  • 1. Het is verboden zonder ontheffing van het college op het marktterrein kramen, tafels en dergelijke op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens.

  • 2. Het college kan aan deze ontheffing voorwaarden verbinden.

Artikel 5. Inrichting standplaats

  • 1. De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt.

  • 2. Er mag niet verder worden uitgehangen of worden uitgestald dan de maat van de verkorte kap. De maat van deze kap is zestig centimeter.

  • 3. De vergunninghouder dient zijn kraam aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond af te schermen.

Artikel 6. Afval

  • 1. Voor, tijdens en na de markt dient de vergunninghouder zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke ter voorkoming van zwerfvuil zelf in te zamelen.

  • 2. De vergunninghouder aan wie een vergunning is verleend op de standplaats geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, dient aan de voorzijde van de standplaatsvoldoende afvalbakken te plaatsen

  • 3. Voordat de vergunninghouder de marktplaats verlaat, dient hij zijn standplaats en directe omgeving daarvan schoon achter te laten en het afval inde daarvoor bestemde afvalbakken te deponeren.

Artikel 7. Voertuigen

  • 1. Het is verboden rij- en voertuigen waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn gebracht, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die in de vergunning is omschreven.

  • 2. Het is verboden om meer rij- en voertuigen, anders dan in lid 1 van dit artikel bedoeld, op de markt aanwezig te hebben.

Artikel 8. Elektriciteit

Het is de standplaatshouder zonder ontheffing van het college verboden op zijn standplaats:

  • 1.

    Gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting.

  • 2.

    Elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen of om zelf hierin te voorzien.

Artikel 9. Geluidsapparatuur

  • 1. Het is verboden op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid

  • 2. Het aanwezig hebben van radio's, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats, voor een ander doel dan verkoop daarvan, is evenmin toegestaan.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van in het eerste en tweede lid gestelde verboden, onder door hem te stellen voorwaarden.

Artikel 10. Kook-, bak- en verwarmingsapparatuur

  • 1. Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen of bak- en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hem te stellen voorwaarden.

Artikel 11. Propaganda

Het is verboden tijdens de markttijden op het marktterrein met gedrukte, geschreven stukken of afbeeldingen van godsdienstige, politieke of andere propaganda aard te venten of deze te verspreiden.

Artikel 12. Venten

  • 1. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2. Van het bepaalde in lid 1 kan door het college ontheffing worden verleend voor zover het betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet-en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.

Artikel 13. Verboden artikelen

  • 1. Het is verboden om artikelen, welke krachtens een besluit van het college niet op de markt mogen worden verhandeld, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ten verkoop aan te bieden of te verkopen.

  • 2. Het college kan, indien hij dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk acht, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaald termijn verbieden.

Hoofdstuk 4. Standwerkers

Artikel 14. Standwerkerplaats

  • 1. Een standwerkerplaats heeft een oppervlakte van maximaal vier vierkante meters en een maximale frontbreedte van twee meter.

  • 2. Buiten de toegestane verkoopbreedte mogen geen goederen aan of onder de overkapping geplaatst of gehangen worden.

  • 3. Ten behoeve van een standwerker welke zijn verkoop pleegt te verrichten als hoogwerker, als laagwerker of als zwemmer dient een andere maatvoering van de standwerkerplaats gehanteerd te worden, indien de ruimte dit toelaat.

  • 4. Het college kan van het in het tweede lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hem te stellen voorwaarden.

  • 5. Het is verboden om op de standwerkplaats gebruik te maken van weegwerktuigen, prijskaarten alsmede geluidsversterkende middelen.

Artikel 15. Aantal standwerkerplaatsen

  • l. Het aantal standwerkerplaatsen wordt bepaald door per 100 strekkende meter verkoopruimte één standwerkerplaats ter beschikking te stellen.

  • 2. Per drie standwerkerplaatsen wordt niet meer dan één standwerker met hetzelfde artikel toegelaten. Indien door deze maatregel standwerkerplaatsen open blijven, kan per marktdag bepaald worden dat dit aantal uitgebreid wordt naar twee.

Artikel 16. Loting standwerkerplaatsen

  • 1. Samen loten door standwerkers is mogelijk, met een maximum van twee, indien dit voor de loting aan de marktmeester is medegedeeld. Slechts de als eerste ingelote standwerker van het samenwerkende koppel kan een plaats verkrijgen. Beiden dienen ook de gehele dag daadwerkelijk als standwerker aanwezig te zijn.

  • 3. Indien het aantal van de bij loting aangemelde standwerkers groter is dan het aantal beschikbare plaatsen, worden de beschikbare plaatsen ter beschikking gesteld aan personen waarvan onomstotelijk vaststaat dat zij daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden, zulks in volgorde van loting.

  • 4. Vaste standplaatshouders en personen welke op de wachtlijst zijn geplaatst op de markt waarvoor de loting plaatsvindt, zijn uitgesloten van deelname aan de loting voor een standwerkerplaats.

  • 5. Standwerkers die hebben deelgenomen aan de loting, maar zijn uitgeloot, kunnen hierna geen aanspraak maken op een standplaats, tenzij sprake is van één of meer lege plaatsen.

  • 6. Een standwerker die via loting een standwerkersplaats krijgt toegewezen, is verplicht de standplaats in te nemen.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de achtste dag na die waarop bekendmaking heeft plaatsgevonden.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 4 mei 2009:

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris

J.F. Goedegebure

de burgemeester

mr.ing. J. Oosterhof

Bijlage Tekeningen opstelling en indeling markten Kampen

Tekeningen opstelling markten