Regeling vervallen per 01-04-2015

Beleidsregels behorende bij de verordening leerlingenvervoer gemeente Kampen

Geldend van 03-06-2010 t/m 31-03-2015

Intitulé

Beleidsregels behorende bij de verordening leerlingenvervoer gemeente Kampen

Burgemeester en wethouders van Kampen;

b e s l u i t e n:

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels behorende bij de verordening leerlingenvervoer gemeente Kampen.

1. Berekening van de afstand

Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 1, 11, 15.

De kortste afstand wordt gemeten via de routeplanner van Routenet (www.routenet.nl) op het moment van toetsing van de aanvraag. Aangezien de gemeente beschikt over een uitstekend fietsnetwerk, wordt voor de berekening van de afstand van huis naar school de kortste route per fiets aangehouden. Als de afstand tussen de woning en school korter is dan zes kilometer, wordt er bij de beschikking op de aanvraag een uitdraai meegestuurd.

2. Het vaststellen van de reistijd

Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 1, 13, 18, 27.

Het vaststellen van de reistijd per openbaar vervoer vindt plaats op basis de door de REISinformatiegroep bv beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl. Voor het vaststellen van de reistijd per aangepast vervoer, wordt de vervoerder geraadpleegd

3. Vaststellen van de kosten van openbaar vervoer

Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 1, 11, 14, 15, 17, 19, 26, 28.

Het vaststellen van de kosten van openbaar vervoer en de daaraan gerelateerde vergoeding vindt plaats op basis van de door de REISinformatiegroep bv beschikbaar gestelde informatie via 0900-9292, www.9292ov.nl en mobiel.9292ov.nl.

4. Tijdstip en termijn van uitbetaling

Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 4.

"Het college bepaalt bij het verstrekken van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de verstrekte bekostiging”.

De vergoeding voor het eigen vervoer wordt uitbetaald in maximaal 2 termijnen. De bedragen worden uitbetaald aan de ouders op de volgende tijdstippen:

1e termijn: januari

2e termijn: einde schooljaar

De vergoeding minus de eigen bijdrage voor het openbaar vervoer wordt in gelijke termijnen in oktober en januari uitbetaald.

5. Terugvordering

Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 6 lid 4.

"Ten onrechte genoten bekostiging wordt van de ouders teruggevorderd dan wel verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekking van de bekostiging".

Het college hanteert het uitgangspunt dat ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen voor leerlingenvervoer altijd van de ouder worden teruggevorderd tenzij:

  • 1.

    er sprake is van dringende redenen om van terugvordering af te zien;

  • 2.

    het terug te vorderen bedrag minder dan € 50,- per schooljaar bedraagt.

ad. 1. Er kan slechts sprake zijn van dringende redenen bij zeer bijzondere individuele omstandigheden.

ad. 2. Hier gaat het alleen om de vordering die verband houdt met ten onrechte ontvangen tegemoetkoming leerlingenvervoer. Er kan geen cumulatie plaatsvinden met vorderingen uit andere hoofde.

6. Ontzeggen van de toegang tot het vervoer door de gemeente

Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 8a.

"Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door agressief gedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van de taxi/bus en inzittenden in gevaar brengt".

In de situatie genoemd in artikel 8a van de Verordening Leerlingenvervoer wordt als richtlijn het onderstaande protocol gehanteerd. Afhankelijk van de ernst van de gedraging van de leerling en de omstandigheden kan worden afgeweken van dit protocol.

  • -

    Het gaat in dit protocol over klachten in verband met agressief gedrag van leerlingen tijdens het vervoer.

  • -

    Uitgangspunt van het protocol is dat de vervoerder zelf de klacht oplost, conform de afspraken vastgelegd in dit protocol.

  • -

    Wordt de klacht niet door de vervoerder conform het protocol opgelost dan kan een medewerker van de gemeente contact opnemen met de vervoerder om zo de klacht op te lossen. De ouders worden daarvan op de hoogte gesteld.

    • 1.

      De klacht wordt eerst met de vervoerder besproken. Een medewerker van de gemeente informeert bij de vervoerder wat zij zelf al hebben ondernomen en vraagt een eventueel rapport van de chauffeur op.

    • 2.

      Indien na het onderzoek blijkt dat sprake is van verwijtbaar gedrag van de leerling volgt een waarschuwingsbrief aan de ouders/verzorgers. In deze brief wordt vermeld dat bij aanhoudende klachten en/of gedragingen uitsluiting volgt van het aangepast vervoer.

    • 3.

      Bij een volgende klacht vindt onmiddelijke uitsluiting plaats voor een periode van 5 schooldagen. De gemeente zorgt in deze fase voor een extra zitplaats in de taxi om begeleiding van de leerling door de ouders mogelijk te maken. Als er een begeleider meegaat anders dan de ouder of verzorger en hier kosten aan zijn verbonden, zijn de kosten voor de ouder/verzorger. Wanneer ouders niet willen of kunnen voorzien in een begeleider vindt totale uitsluiting plaats van aangepast vervoer.

De gemeente bespreekt dan met ouders een vervoersvoorziening op basis van openbaar vervoer of eigen vervoer al dan niet met begeleiding, indien dit relevant en gewenst is; een en ander binnen de regelingen van de verordening leerlingenvervoer gemeente Kampen.

7. Veruiming mogelijkheid voor aangepast vervoer

Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 13,18 en 27..

Aangepast vervoer is voorts mogelijk als:

  • 1.

    Er in het gezin nog een kind jonger dan 9 jaar is, dat nog niet zelfstandig naar school kan gaan. Het betreft een éénoudergezin, waarbij de ouder werkt om in het levensonderhoud te voorzien of daarvoor een dagopleiding volgt en de werk- of lestijden het onmogelijk maken het kind te begeleiden.

  • 2.

    Er medische redenen zijn die ouders belemmeren het kind te begeleiden. Dit moet worden vastgesteld door een medisch deskundige.

8. Medische keuring

Basis in de verordening Leerlingenvervoer arikel 16, 17, 18, 20, 26, 27, 30.

  • 1.

    Wanneer wordt aangegeven dat een leerling gebruik moet maken van aangepast vervoer op grond van een handicap, moeten ter onderbouwing een medische verklaring worden meegestuurd. Wanneer een medische verklaring ontbreekt zal de leerling worden opgeroepen voor een medische keuring. Dit geldt ook wanneer de overgelegde medische verklaring onvoldoende houvast biedt voor een beoordeling van de aanvraag.

    Het medisch onderzoek wordt uitgevoerd door een door het college aan te wijzen onafhankelijke adviesorganisatie.

    De kosten van dit externe advies komen voor rekening van de woongemeente van de leerling.

    Het ontvangen advies heeft een geldigheidsduur van maximaal drie jaar.

  • 2.

    Een medisch onderzoek wordt niet uitgevoerd, wanneer:

    • ·

      de leerling een school voor speciaal onderwijs bezoekt die buiten de gemeente Kampen is gevestigd;

    • ·

      de leerling een zogenaamde cluster 3-school bezoekt (speciaal of voortgezet speciaal onderwijs aan langdurige zieke kinderen met een lichamelijke handicap, lichamelijk gehandicapte kinderen en zeer moeilijk lerende kinderen dan wel meervoudig gehandicapte kinderen met een van deze handicaps).

  • 3.

    Voor leerlingen van scholen voor speciaal basisonderwijs die buiten de gemeente zijn gevestigd, zal de gemeente het schooladvies volgen over de meest passende wijze van vervoer. Deze leerlingen kunnen evenwel worden opgeroepen voor een medisch onderzoek. Dit onderzoek is er dan op gericht om vast te stellen of aan de ouders een eigen bijdrage voor het leerlingenvervoer kan worden gevraagd.

9. Co-ouderschap

Co-ouderschap is geen wettelijke term maar wordt in deze beleidsregels als volgt omschreven. Ouders, al dan niet gescheiden, die niet bij elkaar wonen, kunnen afspreken om hun kind(eren) gezamenlijk te (blijven) verzorgen en opvoeden. Er is sprake van co-ouderschap als zowel de moeder, als de vader in een regelmatige afwisseling de zorg voor het kind of de kinderen hebben.

Bij co-ouderschap kan er recht zijn op bekostiging van leerlingenvervoer voor de dagen dat de leerling bij de betreffende ouder verblijft. De beide ouders moeten afzonderlijk een aanvraag indienen voor de dagen dat het kind tijdens weekdagen bij hen verblijft.

10. Hardheidsclausule

Basis in de verordening Leerlingenvervoer artikel 30.

"Het college kan in bijzondere gevallen, het vervoer voor onderwijs aangaande, ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie van begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen".

De hardheidsclausule wordt niet toegepast als er alleen sprake is van de omstandigheid dat ouders/verzorgers wegens werkzaamheden of andere bezigheden de leerling niet naar school kunnen brengen.

Toelichting:

De verordening Leerlingenvervoer kent een hardheidsclausule. Dat betekent dat in gevallen die niet in de verordening geregeld zijn en waarin dit tot een kennelijk onbillijke situatie zou leiden er met een beroep op deze bepaling alsnog bekostiging van leerlingenvervoer kan worden verleend. Toepassing van de hardheidsclausule is bedoeld voor echt uitzonderlijke situaties, omdat het overgrote deel van de voorkomende situaties in de verordening is geregeld. Ook van de beleidsregels zelf kan worden afgeweken op grond van de zogenaamde inherente afwijkingsbevoegdheid van het college. Dit geldt dan eveneens voor situaties waarin de toepassing van de beleidsregels tot een kennelijk onbillijke uitkomst zou leiden. In deze beleidsregels is bepaald dat de hardheidsclausule in een aantal situaties niet zal worden toegepast. Met nadruk staat er dat dit geldt indien er alleen sprake is van de genoemde omstandigheid. De reden daarvan is dat ook ouders die geen aanspraak maken op leerlingenvervoer in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het vinden van een oplossing voor het schoolvervoer wegens werk of opleiding.

De genoemde omstandigheden kunnen wel in combinatie met andere relevante omstandigheden aanleiding zijn voor het toepassen van de hardheidsclausule.

10. Invoering beleidsregels

Bovengenoemde beleidsregels gaan in nadat de raad de verordening Leerlingenvervoer gemeente Kampen 2010 heeft vastgesteld.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen van 9 maart 2010.

de secretaris

J.F. Goedegebure

de burgemeester

mr. drs. B. Koelewijn