Regeling vervallen per 24-12-2016

Verordening commissie bezwaarschriften 2011

Geldend van 10-11-2011 t/m 23-12-2016

Intitulé

VERORDENING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN 2011

Besluit nr. 2011/47.

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Kapelle;

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 september 2011, nummer 2011/47;

gelet op de artikelen 108 en 147 van de Gemeentewet en artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende

VERORDENING COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN 2011

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

A verwerend orgaan:

bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

B commissie:

vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.

Hoofdstuk 2 Commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de Ambtenarenwet of daarop gebaseerde regelingen.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste vier leden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Kapelle.

  • 3.

    De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 5.

    De commissie wijst uit haar midden voor elk lid een eerste en een tweede plaatsvervanger aan.

Artikel 4 Instellen van kamers

  • 1.

    De commissie kan kamers instellen, die belast worden met de behandeling van bezwaarschriften.

  • 2.

    De commissie bepaalt het aantal kamers en stelt voor elke kamer vast welke categorie of categorieën bezwaarschriften door haar zullen worden behandeld.

  • 3.

    Elke kamer bestaat uit ten minste drie leden:

    een voorzitter overeenkomstig artikel 7:13 Awb, zijnde de voorzitter als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van deze verordening en ten minste twee andere leden, door de commissie aangewezen uit haar midden.

  • 4.

    De commissie wijst uit haar midden voor elk lid een eerste en tweede plaatsvervanger aan.

  • 5.

    De voorzitter kan beslissen dat de behandeling van een bezwaarschrift door de commissie zal geschieden.

  • 6.

    Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie en haar kamers is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de raad.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Hoofdstuk 3 Behandeling van bezwaarschriften

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 8 Bemiddeling

De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen, zowel onderzoeks- als afdoeningshandelingen.

Artikel 9 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 10 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 11 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 12 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 13 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 15 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4. Bij de behandeling van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op het gebied van sociale zekerheid vindt de zitting van de commissie altijd achter gesloten deuren plaats.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

  • 6. Het verslag wordt zo spoedig mogelijk toegezonden aan de belanghebbenden, die ter zitting het woord hebben gevoerd. Deze zijn vervolgens gedurende 3 dagen na de datum van toezending van het verslag in de gelegenheid schriftelijk opmerkingen omtrent de redactie van het verslag in te dienen bij de secretaris van de commissie.

  • 7. De commissie beslist in haar eerstvolgende vergadering omtrent wijziging van het verslag naar aanleiding van de in lid 6 bedoelde opmerkingen.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 5. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 16, eventueel ontvangen opmerkingen als bedoeld in het zesde lid van artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 20 Intrekking oude regeling

De Verordening commissie bezwaarschriften 2004, vastgesteld bij besluiten van respectievelijk 10 februari 2004, nummer 2004/03, en 20 januari 2004, nummer 2/2o, laatstelijk gewijzigd bij besluiten van respectievelijk 13 maart 2007, nummer 2007/11 en 6 maart 2007, nummer 9/2e, wordt ingetrokken.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften 2011.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Kapelle van 1 november 2011.
De griffier, De voorzitter,
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kapelle op 20 september 2011, nummer 34/4.
De secretaris, De burgemeester,
Vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Kapelle op 20 september 2011.
De burgemeester,