Regeling vervallen per 30-03-2018

Gedragscode politieke ambtsdragers

Geldend van 12-04-2012 t/m 29-03-2018

Intitulé

Gedragscode politieke ambtsdragers

De raad van de gemeente Kapelle;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 februari 2012, nummer 2012/12;

 

gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

 

 

b e s l u i t :

 

 

  • 1.

    vast te stellen de in bijlage 1 opgenomen Gedragscode politieke ambtsdragers;

  • 2.

    de  bestaande “Gedragscode bestuurlijke integriteit voor de leden van de gemeenteraad van Kapelle”( 2004/13 en “Gedragscode bestuurlijke integriteit voor de wethouders en de burgemeester van Kapelle”( 2004/14) in te trekken.

  • 3.

    met ingang van de nieuwe bestuursperiode 2014-2018, politieke ambtsdragers uitdrukkelijk te vragen de gedragscode te onderschrijven.

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Kapelle van 27 maart 2012.

 

De griffier,                                          De voorzitter,

§ 1 Algemene bepalingen

  • 1.1.Deze gedragscode geldt voor politieke ambtsdragers van de gemeente Kapelle. Onder “politieke ambtsdragers” worden verstaan de leden van de raad, van het college van burgemeester en wethouders en van de raadscommissies, voor zover deze leden politiek-bestuurlijke verantwoordelijkheid dragen.

    • 1.

      2 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college voor wat betreft de collegeleden en in het presidium voor wat betreft de raadsleden en de leden van de raadscommissies.

Onder presidium wordt verstaan: het presidium als bedoeld in artikel 5 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad.

  • 1.

    3 De code is openbaar en op toegankelijke wijze te raadplegen.

  • 1.

    4 Politieke ambtsdragers ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 1.

    5 Een politieke ambtsdrager is aanspreekbaar op de naleving van deze code.

  • 1.

    6 Aan het begin van elke raadsperiode wordt aan politieke ambtsdragers gevraagd de gedragscode persoonlijk te onderschrijven. Voor tussentijds benoemde politieke ambtsdragers zal dat gevraagd worden bij hun benoeming. Dit artikel treedt in werking bij het begin van de raadsperiode 2014-2018.

§ 2 Belangenverstrengeling

  • 2.

    1 Een politieke ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen in of bij ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen. De opgave geschiedt voor wat betreft de collegeleden bij de secretaris en voor wat betreft de raadsleden en de leden van de raadscommissies bij de griffier.

  • 2.

    2 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politieke ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.

    3 Een oud-politieke ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente, waaraan hij verbonden was.

  • 2.

    4 Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politieke ambtsdrager over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 2.

    5 Een politieke ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.

    6 Een politieke ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden.

  • 2.

    7 Een politieke ambtsdrager vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere vervulling van de politieke functie.

  • 2.

    8 Een lid van het college dat een functie wil vervullen anders dan uit hoofde van de functie, bespreekt dit voornemen in het college. Daarbij komt tevens aan de orde hoe wordt gehandeld met betrekking tot eventuele vergoedingen en de te maken kosten.

  • 2.

    9 Een politieke ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn nevenfuncties en q.q.-nevenfuncties aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdsbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

  • 2.

    10 Een politieke ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De inkomsten komen ten goede aan de kas van de gemeente.

  • 2.

    11 De kosten, die een bestuurder maakt in verband met een functie uit hoofde van zijn functie, worden vergoed door de instantie waar de functie wordt uitgeoefend.

§ 3 Informatie

  • 3.

    1 Een politieke ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 3.

    2 Een politieke ambtsdrager houdt geen informatie achter.

  • 3.

    3 Een politieke ambtsdrager verstrekt geen informatie die vertrouwelijk of geheim is.

  • 3.

    4 Een politieke ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 3.

    5 Een politieke ambtsdrager gaat verantwoord om met de e-mail- en internetfaciliteiten van de gemeente.

§ 4 Geschenken, diensten en uitnodigingen

  • 4.

    1 Een politieke ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 4.

    2 Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd als de geschenken een waarde van meer dan 30 euro hebben.

  • 4.

    3 Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen kunnen worden behouden.

  • 4.

    4 Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, meldt een politieke ambtsdrager dit in het college respectievelijk het presidium, waarna een besluit over de bestemming van het geschenk wordt genomen.

  • 4.

    5 Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden of kortingen op privé-goederen worden niet geaccepteerd.

  • 4.

    6 Een politieke ambtsdrager maakt in het college respectievelijk waar hij deel van uitmaakt, melding van uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

§ 5 Bestuurlijke uitgaven, onkostenvergoedingen, buitenlandse reizen en

voorzieningen

  • 5.

    1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Een politieke ambtsdrager is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensvlak van privé en publiek bevinden.

  • 5.

    2 Een politieke ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

  • 5.

    3 Een declaratie wordt ingediend door middel van een formulier, waarvan het model door het college wordt vastgesteld. Bij het formulier worden de originele bewijsstukken gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld.

  • 5.

    4 Gemaakte kosten worden binnen twee maanden gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden, voor zo ver mogelijk, binnen een maand afgerekend.

  • 5.

    5 Het declaratieformulier wordt, indien het een collegelid betreft, bij de secretaris en, indien het een raadslid dan wel een lid van een raadscommissie betreft, bij de griffier ingediend. De secretaris respectievelijk de griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van de declaraties. De administratieve afhandeling geschiedt door een daartoe door de secretaris aangewezen ambtenaar.

  • 5.

    6 In geval van twijfel omtrent een declaratie of over het correct gebruiken van een creditcard door een lid van het college, wordt dit voorgelegd aan de burgemeester en zo nodig ter besluitvorming aan het college voorgelegd. Ingeval van twijfel omtrent een declaratie van een raadslid of een lid van de raadscommissie, wordt dit voorgelegd aan het presidium.

  • 5.

    7 Een politieke ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis te maken te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het college respectievelijk het presidium. Het gemeentelijke belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Indien het toestemming aan een lid van het college betreft wordt aan de raad mededeling gedaan van de besluitvorming in het college.

  • 5.

    8 Een politieke ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 5.

    9 Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van de politieke ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 5.

    10 Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming betrokken.

  • 5.

    11 Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de politieke ambtsdrager.

  • 5.

    12 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of – voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan, tenzij het betreft de bruikleen van een fax, mobiele telefoon en computer die mede voor privé-doeleinden kunnen worden gebruikt.

  • 5.

    13 Het college kan bepalen dat leden van het college voor hun dienstreizen gebruiken maken van een dienstauto (met of zonder chauffeur) en dat van de dienstauto gebruik kan worden gemaakt voor woon-werkverkeer of voor de uitoefening van q.q.-nevenfuncties.

§ 6 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 6.

    1 Deze regeling kan worden aangehaald als Gedragscode politieke ambtsdragers.

  • 6.

    2 De Gedragscode bestuurlijke integriteit (rb. van 16 maart 2004, nr. 2004/13 en nr. 2004/14) wordt ingetrokken.

  • 6.

    3 Deze regeling treedt in werking op de dag, volgende op die van haar afkondiging.