Regeling vervallen per 01-01-2017

Tarieventabel behorende bij de verordening op de heffing en invordering van leges 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2016

Intitulé

Tarieventabel behorende bij de verordening op de heffing en invordering van leges 2016

De gemeenteraad van Kapelle;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 november 2015, nummer 2015/68h;

b e s l u i t:

Vast te stellen de navolgende:

Tarieventabel legesverordening 2016 

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Voor het bepalen van de hoogte van de bouwkosten wordt gebruik gemaakt van het programma SquitXO van Roxit BV. Het college kan voor het bepalen van de bouwkosten nadere beleidsregels bepalen.

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2. Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

Indien ten behoeve van de beoordeling een advies van de welstandscommissie is gevraagd

€ 107,00

€ 96,40

2.2.2

Tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:

35%

35%

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

Hoofdstuk 3. Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 10.000 bedragen:

€ 282,00

€ 278,30

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten meer dan € 10.000 bedragen:

3,096%

2,783%

van de bouwkosten;

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen:

€ 15.480,00

€ 13.915,00

vermeerderd met:

2,270%

2,040%

van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven gaan.

Extra welstandstoets

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuw advies aan de welstandscommissie is gevraagd:

€ 107,00

€ 96,50

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:

€ 710,00

€ 695,00

2.3.1.4

Hogere grenswaarde

Het verschuldigde bedrag op grond van subonderdeel 2.3.1.1 wordt, indien de aanvraag van een bouwvergunning krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer het daarvoor bevoegde gezag een hogere grenswaarde als bedoeld in artikel 83 en 110a van de Wet geluidhinder heeft vastgesteld, verhoogd met:

€ 458,00

€ 412,00

2.3.2

Aanlegactiviteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 219,00

€ 197,00

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 458,00

€ 412,00

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 773,00

€ 695,00

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 4.976,00

€ 4.473,00

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 2.488,00

€ 2.236.00

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 458,00

€ 412,00

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 458,00

€ 412,00

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 458,00

€ 412,00

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 458,00

€ 412,00

van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 458,00

€ 412,00

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 773,00

€ 695,00

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 4.976,00

€ 4.473,00

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 2.488,00

€ 2.236,00

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 458,00

€ 412,00

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 458,00

€ 412,00

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 458,00

€ 412,00

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 458,00

€ 412,00

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag tot her verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.5.1

een aanvraag tot het verstrekken van een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk

€ 293,00

€ 263,00

2.3.5.2

in het geval het betreft een bouwwerk, geschikt voor 10 of meer doch minder dan 25 personen

€ 879,00

€ 790,00

2.3.5.3

in het geval het betreft een bouwwerk, geschikt voor 25 of meer doch minder dan 50 personen

€ 1.474,00

€ 1.325,00

2.3.5.4

in het geval het betreft een bouwwerk, geschikt voor 50 of meer personen

€ 2.137,00

€ 1.921,00

2.3.5.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van de vergunninghouder dan wel van degene die namens de vergunninghouder is belast met de zorg voor de brandveiligheid

€ 82,00

€ 74,00

2.3.5.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestaande gebruiksvergunning, in relatie tot het aantal personen, interne verbouwingen, uitbreidingen, functiewijzigingen, uit bouwvergunningen voortkomende wijzigingen of op een andere wijze de brandveiligheid beïnvloedende zaken, wordt voor alle categorieën het in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, genoemde bedrag verhoogd met

€ 585,00

€ 526,00

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening Kapelle 2010 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10 tweede lid van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 334,00

€ 300,00

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 334,00

€ 300,00

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 334,00

€ 300,00

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

€ 334,00

€ 300,00

2.3.6.3

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.6.1 bedraagt het tarief, indien tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies aan de monumentencommissie is gevraagd:

2.3.6.3.1

indien de bouwkosten minder dan € 10.000 bedragen:

€ 117,00

€ 105,00

2.3.6.3.2

indien de bouwkosten meer dan € 10.000 bedragen:

van de bouwkosten;

1,17%

2,783%

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo bedraagt het tarief:

2.3.7.1.

bij minder dan 10m3 sloopafval

€ 117,00

€ 105,00

2.3.7.2

10m3 sloopafval of meer maar minder dan 200m3 sloopafval

€ 409,00

€ 368,00

2.3.7.3

200m3 sloopafval of meer maar minder dan 1.000m3 sloopafval

€ 821,00

€ 738,00

2.3.7.4

1.000m3 sloopafval of meer

€ 1.642,00

€ 1.476,00

Aanleggen of veranderen weg

2.3.8

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 417,00

€ 412,00

2.3.8.1

Te vermeerderen met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een opgave of begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

Uitweg/inrit

2.3.9

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 417,00

€ 412,00

2.3.9.1

te vermeerderen met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een opgave of begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.12b van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 0

€ 259,00

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Vervallen

Vervallen

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.12.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 458,00

€ 412,00

2.3.12.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:

€ 458,00

€ 412,00

2.3.13

Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:

€ 458,00

€ 412,00

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 458,00

€ 412,00

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 458,00

€ 412,00

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

€ 458,00

€ 412,00

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Aanvraag achteraf en aanvullende gegevens

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de voorafgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, dan wel indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag reeds is ingediend maar met de activiteit een aanvang is gemaakt zonder dat voor dat onderdeel een vergunning is verleend

25%

25%

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.3.16.2

Onverminderd het bepaalde in de voorafgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen en dat de in dit subonderdeel bedoelde tarief in rekening wordt gebracht indien de gevraagde aanvullende gegevens niet voor een bepaalde termijn worden aangeleverd:

€ 458,00

€ 412,00

2.3.17

Beoordeling bodemrapport

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.17.1

voor de beoordeling van een verkennend milieukundig bodemrapport

€ 139,00

€ 125,00

2.3.17.2

voor de beoordeling van een nader milieukundig bodemrapport

€ 334,00

€ 300,00

2.3.17.3

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 334,00

€ 300,00

2.3.18

Advies

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.19

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.19.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

2.3.19.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:

€ 458,00

€ 412,00

2.3.19.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.19.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.19.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 4. Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de voor de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

2.4.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

2.4.2.1

van de voor die activiteiten verschuldigde leges

5%

5%

Hoofdstuk 5. Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze al in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

2.5.1.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken na het in behandeling nemen ervan en

voordat een bericht van ontvangst is verzonden

100%

100%

2.5.1.1.2

voordat een procedurebevestiging is verzonden

50%

50%

2.5.1.1.3

nadat een procedurebevestiging is verzonden

25%

25%

mits de aanvraag wordt ingetrokken voordat het besluit op deze aanvraag is genomen.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

25%

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.4

Teruggaaf bij niet-ontvankelijk verklaring

Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot beoordeling van een (concept)aanvraag omgevingsvergunning een verzoek voor aanvullende gegevens wordt gedaan, waarop door de aanvrager niet wordt gereageerd, danwel de ingediende aanvullende gegevens onvoldoende informatie bevatten tot beoordeling van de aanvraag, waardoor besloten wordt de aanvraag buiten behandeling te stellen, dan is de aanvrager:

25%

25%

Van de leges verschuldigd met een minimum van:

€ 458,00

€ 412,00

2.5.5

Minimum bedrag voor teruggaaf

Een bedrag van minder dan € 50,00 wordt niet teruggegeven.

2.5.6

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6. Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

€ 458,00

€ 412,00

Hoofdstuk 7. Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 308,00

€ 277,00

2.7.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling van de omgevingsvergunning:

€ 95,00

€ 85,00

Hoofdstuk 8. Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.486,00

€ 2.235,00

2.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 2.486,00

€ 2.235,00

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

2.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 458,00

€ 412,00

2.9.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om openstellingsvergunning op grond van art. 8 van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels

€ 2.303,00

€ 2.070,00

Titel 3. Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1. Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het exploiteren van een horecabedrijf op grond van artikel 2.30 van de algemene plaatselijke verordening

€ 197,10

€ 194,70

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank – en Horecawet

€ 197,10

€ 194,70

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 42,10

€ 41,60

3.1.4

Het tarief voor het bijschrijven/afvoeren van een leidinggevende ten behoeve van een vergunning als bedoeld in artikel 30 a van de Drank- en Horecawet

€ 42,10

€ 41,60

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 61,80

€ 61,00

3.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ander sluitingsuur dan genoemd in artikel 2.32 van de algemene plaatselijke verordening

€ 61,80

€ 61,00

Hoofdstuk 2 Vent- en standplaatsvergunning

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning om in de gemeente te mogen venten

€ 74,00

€ 108,50

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van het verzoek om plaatsing op de wachtlijst van een standplaatsvergunning op grond van de marktverordening 2000

€ 37,00

€ 99,00

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning voor commerciële doeleinden op grond van artikel 5.14 Algemene plaatselijke verordening

3.2.3.1

Geldig voor 1 of 2 aaneengesloten dagen

€ 41,60

€ 41,60

3.2.3.2

Geldig voor 3 dagen tot en met een week

€ 60,80

€ 60,80

3.2.3.3

Geldig voor langer dan 1 week tot en met een maand

€ 77,00

€ 99,00

3.2.3.4

Geldig voor langer dan 1 maand tot en met een jaar

€ 92,50

€ 121,00

3.2.3.5.1

Eventueel vermeerderd met stroomkosten per dag

€ 3,50

€ 3,50

3.2.3.5.2

Eventueel vermeerderd met krachtstroomkosten per dag

€ 7,00

€ 7,00

Hoofdstuk 3. Brandbeveiligingsverordening

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een gebruiksvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening

€ 200,50

€ 198,00

Hoofdstuk 4. Kinderopvang

3.4.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van de aanvraag:

3.4.1

tot het in exploitatie nemen van een kinderdagverblijf (KDV), buitenschoolse opvang (BSO) of gastouderbureau (GOB) als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 1.065,00

€ 271,80

3.4.2

tot het in exploitatie nemen van een peuterspeelzaal (PSZ) als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 1.065,00

€ 271,80

3.4.3

tot het bieden van gastouderopvang (GO) als bedoeld in artikel 1.45, tweede lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

€ 275,20

€ 271,80

Hoofdstuk 5. Algemene plaatselijke verordening

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het maken van muziek door middel van instrumenten, alsmede langs mechanische weg

€ 62,80

€ 62,00

3.5.2

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor overige in deze tabel niet met name genoemde meldingen/vergunningen op basis van de Algemene plaatselijke verordening

€ 122,40

€ 120,90

Hoofdstuk 6. In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 292,60

€ 289,00

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Kapelle op 22 december 2015.

De griffier, De voorzitter,

Mevrouw J.J.M.M. Chamalaun Mr. A.B. Stapelkamp