Subsidieverordening monumentale bomen en houtopstanden gemeente Kapelle

1. Ten behoeve van de uitvoering van deze verordening wijzen burgemeester en wethouders monumentale bomen en houtopstanden aan, welke worden geplaatst op een lijst van monumentale bomen en houtopstanden. Voor de aanwijzing stellen burgemeester en wethouders nadere criteria vast.

2. Voor plaatsing op de in het eerste lid bedoelde lijst komen niet in aanmerking monumentale bomen en houtopstanden, die nationaal staan geregistreerd bij de Bomenstichting op de zogenaamde A-lijst.

3. De in het eerste lid bedoelde lijst omvat in ieder geval een voor een ieder goed herkenbare omschrijving, de standplaats, de coördinaten, de eigenaar en/of zakelijk gerechtigde en de reden van registratie.

4. De actualiteit van de in het eerste lid bedoelde lijst alsmede de in het derde lid bedoelde gegevens wordt iedere 10 jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van de verordening, gecontroleerd en zo nodig bijgewerkt.

1. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verlenen in de kosten van maatregelen, die noodzakelijk zijn voor het duurzaam instandhouden van de ingevolge het eerste lid van artikel 2 aangewezen monumentale boom, bomen of andere houtopstanden.

2. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie, als bedoeld in het eerste lid, verlenen voor een door hen aangewezen monumentale boom en/of houtopstand, indien zij een vergunning tot vellen van deze boom en/of houtopstand hebben geweigerd.

3. Onder duurzame maatregelen, als bedoeld in het eerste lid, zijn in elk geval begrepen:

• a.

  het onderzoek naar de kwaliteit van de boom en/of houtopstand en de groeiplaats;

• b.

  structurele groeiplaatsverbetering;

• c.

  bescherming van de groeiplaats;

• d.

  kroonsnoei (herstel- en stabilisatiesnoei);

• e.

  kroonverankering.

4. De subsidie wordt verleend aan:

• a.

  de eigenaar van de grond waarop de boom en/ of houtopstand zich bevindt;

• b.

  een natuurlijk of rechtspersoon die krachtens een persoonlijk of zakelijk recht het feitelijke gebruik heeft van de grond waarop de boom en/ of houtopstand zich bevindt.

5. Een subsidie als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel, wordt niet verleend, indien voor de uitvoering van de maatregelen uit andere hoofde subsidie kan worden verkregen.

6. Een subsidie wordt voorts niet verleend indien binnen een periode van 15 jaar voorafgaande aan de aanvraag een subsidie ten behoeve van de uitvoering van maatregelen is toegekend. In geval van calamiteiten kan, mits er sprake is van deugdelijk onderhoud, hiervan worden afgeweken, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders.

1. Een aanvraag om subsidie als bedoeld in het eerste lid van artikel 3 moet ondertekend zijn door zowel de eigenaar als de gebruiker van de grond waarop de boom en/of houtopstand zich bevindt.

2. De subsidie wordt slechts verleend indien een begroting van de kosten, opgesteld door een deskundig boomverzorger dan wel door de gemeente, wordt bijgevoegd en vooraf door burgemeester en wethouders is goedgekeurd.

3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorwaarden stellen aan vorm en inhoud van de aanvraag en de aanvraagprocedure.

4. Op aanvragen en verstrekking van subsidies ingevolge deze verordening zijn de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Kapelle niet van toepassing.

1. Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks de subsidies vast voor de in het eerste lid van artikel 3 bedoelde maatregelen. Zij kunnen een maximumsubsidie vaststellen voor de maatregelen te verrichten aan één boom of één andere boom en/of houtopstand.

2. De subsidie wordt alleen toegekend voor de kosten, die vooraf door burgemeester en wethouders zijn goedgekeurd.

3. Een subsidie kan slechts worden toegekend, indien en voor zover de jaarlijks door de raad ten behoeve van de uitvoering van deze verordening beschikbaar te stellen middelen toereikend zijn. Aanvragen om subsidie worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

4. De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

• a.

  de maatregelen worden uitgevoerd door een deskundig boomverzorger;

• b.

  de maatregelen binnen één jaar na het verlenen van de subsidie worden uitgevoerd;

• c.

  de boom in alle opzichten behoorlijk in stand wordt gehouden.

5. Burgemeester en wethouders kunnen aan de toekenning van de subsidie nadere voorwaarden verbinden.

1. De toekenning van de subsidie vervalt, zodra:

• a.

  degene aan wie de subsidie is toegekend ophoudt eigenaar te zijn of anderszins onbevoegd wordt over de boom en/of houtopstand te beschikken, terwijl de maatregelen nog gaande zijn dan wel nog niet zijn uitgevoerd;

• b.

  uit andere hoofde subsidie voor de uitvoering van de maatregelen, waarvoor het subsidie is toegekend, kan worden verkregen;

• c.

  de boom en/of houtopstand teniet is gegaan;

• d.

  niet wordt voldaan aan de bepalingen van deze verordening;

• e.

  niet wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld bij de toekenning van de subsidie;

• f.

  de eigenaar een privaatrechtelijke rechtspersoon is, die ontbonden wordt.

2. In geval de eigendom van de boom en/of houtopstand gedeeltelijk overgaat of de boom en/of houtopstand gedeeltelijk teniet gaat, bepalen burgemeester en wethouders of en in hoeverre voor het overblijvende deel van de boom en/of houtopstand verdere verlening van de subsidie plaatsvindt.

1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de dag van de bekendmaking.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als: Subsidieverordening monumentale bomen en houtopstanden gemeente Kapelle.