Regeling vervallen per 23-05-2019

VERORDENING OP DE UITGANGSPUNTEN VOOR HET FINANCIEEL BELEID, ALSMEDE DE REGELS VOOR HET FINANCIEEL BEHEER EN VOOR DE INRICHTING VAN DE FINANCIËLE ORGANISATIE VAN DE GEMEENTE KAPELLE

Geldend van 28-07-2011 t/m 22-05-2019

Intitulé

VERORDENING OP DE UITGANGSPUNTEN VOOR HET FINANCIEEL BELEID, ALSMEDE DE REGELS VOOR HET FINANCIEEL BEHEER EN VOOR DE INRICHTING VAN DE FINANCIËLE ORGANISATIE VAN DE GEMEENTE KAPELLE

VERORDENING OP DE UITGANGSPUNTEN VOOR HET FINANCIEEL BELEID, ALSMEDE DE REGELS VOOR HET FINANCIEEL BEHEER EN VOOR DE INRICHTING VAN DE FINANCIËLE ORGANISATIE VAN DE GEMEENTE KAPELLE

Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

A   afdeling:

iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college;

B   administratie:

het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken, en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Kapelle en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

C   onderdeel:

onderdeel van een programma bestaande uit een samenstel van een aantal samenhangende producten of een enkel product van de productenraming en productenrealisatie.

Hoofdstuk 2: Begroting en verantwoording

Artikel 2 Programma-indeling

  • 1. De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor de komende raadsperiode vast.

  • 2. De raad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode op basis van de door het college aan de programma's toegewezen producten de verdeling van de programma's in onderdelen vast.

Artikel 3 Planning en controlecyclus

Voor de aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de kadernota, de jaarstukken, de tussentijdse rapportages en de begroting met de meerjarenraming.

Artikel 4 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de productenraming ingedeeld naar programma's en bij het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de productenrealisatie ingedeeld naar programma's.

  • 2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven alsmede van de reeds geautoriseerde investeringskredieten.

  • 3. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen

De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma en het overzicht geldmiddelen en onvoorzien, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen structurele en incidentele baten en lasten.

Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.

Het college informeert in ieder geval de raad via de tussentijdse rapportage over activiteiten die het bedrag van € 15.000,-- aan exploitatielasten niet overschrijden.

Het college voert een activiteit, die meer exploitatielasten dan € 15.000,-- betekent, pas uit, nadat de raad hierover een besluit heeft genomen.

Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor en de eventueel daarbij behorende begrotingswijziging

Artikel 6 Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de raad door middel van twee tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente overeenkomstig de in artikel 3 genoemde overzicht.

  • 2.

    • De tussentijdse rapportages bevatten een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid inclusief de investeringskredieten en een overzicht met de bijgestelde raming van:

      a.de baten en de lasten per programma;

      b.het overzicht van de geldmiddelen en onvoorzien;

      c.het resultaat voor bestemming volgend uit de onderdelen a en b;

      d.de (beoogde) toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;et resultaat na bestemming volgend uit de onderdelen c en d.

Hoofdstuk 3: Financieel beleid

Artikel 7 Waardering & afschrijving van vaste activa

Activering, waardering en afschrijving geschiedt zoals door de raad is vastgesteld in de Notitie activering, waardering en afschrijving vaste activa 2012.

Artikel 8 Onvoorzien

Toepassing van onvoorzien geschiedt zoals door de raad is vastgesteld in de Notitie onvoorzien 2008.

Artikel 9 Reserves en voorzieningen

Het college biedt de raad jaarlijks gelijktijdig bij de begroting de (bijgestelde) Nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt deze nota vast in de vergadering waarin ook de begroting wordt vastgesteld. 

Artikel 10 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele BTW.

Artikel 11 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

  • 1. Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, afvalstoffenheffing en rechten.

  • 2. De besluiten voor het vaststellen van nieuwe prijzen voor verhuur en uitgifte van gronden worden ter kennisneming aan de raad aangeboden.

Artikel 12 Financieringsfunctie

  • 1. Het college zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor:

    • a.

      het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;

    • b.

      het beheersen van de risico's verbonden aan de financieringsfunctie, zoals renterisico’s en kredietrisico’s;

    • c.

      het beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;

    • d.

      het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 2. Het college neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht:

    • a.

      het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt bij voorkeur bij financiële ondernemingen (of de door hen uitgegeven waardepapieren) die gevestigd zijn in een lidstaat van de EER, Europese Economische Ruimte, die langer dan drie maanden over minimaal een AAA rating beschikken. Deze rating dient door ten minste twee ratingbureaus te zijn afgegeven.

    • b.

      overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom ten minste aan het eind van de looptijd intact is;

    • c.

      derivaten worden uitsluitend gebruikt voor het beperken van financiële risico's;

    • d.

      voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan 1 jaar worden ten minste 2 prijsopgaven bijverschillende financiële ondernemingen gevraagd;

    • e.

      overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties gelden in euro.

  • 3. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.

Hoofdstuk 4: Paragrafen

Artikel 13 Bedrijfsvoering

In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

  • a.

    de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de salarissen;

  • b.

    inhuur derden;

  • c.

    huisvesting;

  • d.

    automatisering;

Artikel 14 Grondbeleid

  • 1. In de paragraaf grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:

    • a.

      de verwerving van de gronden;

    • b.

      de te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten.

  • 2. Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een (bijgestelde) Nota grondbeleid aan. De raad stelt deze nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      de strategische visie van het toekomstige beleid van de gemeente;

    • b.

      te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    • c.

      de verwerving en uitgifte van gronden;

    • d.

      de uitgangspunten voor prijsstelling van de verkoop van grond.

Hoofdstuk 5: Financieel beheer en interne controle

Artikel 15 Administratie

  • 1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

    • a.

      het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

    • b.

      het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa in de openbare ruimte met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten enz.;

    • c.

      het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

    • d.

      het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid en de doelmatigheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

    • e.

      de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid en doelmatigheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

  • 2. Uitvoering van de budgetoverheveling tussen begrotingsjaren vindt plaats overeenkomstig optie 4 van de door het college bij besluit van 30 juni 2009, besluitnummer 25/2b, vastgestelde Notitie budgetoverheveling tussen begrotingsjaren.

Artikel 16 Interne controle

Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 17 Aanbesteding en inkoop

Het college zorgt voor en legt vast de interne regels voor inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten. 

Artikel 18 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 6: Financiële organisatie

Artikel 19 Financiële organisatie

  • 1. Het college zorgt voor en legt vast:

    • a.

      een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken en afdelingen;

    • b.

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheerorganen is gewaarborgd;

    • c.

      de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

    • d.

      de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

    • e.

      de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • 2. De besluiten genoemd onder de letters a, b en d van het eerste lid worden ter kennisneming aan de raad aangeboden.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 20 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2011. De stukken voor dit begrotingsjaar en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Deze verordening treedt in de plaats van de Financiële verordening gemeente Kapelle, vastgesteld door de raad op en laatstelijk gewijzigd op 15 december 2009.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam 'Financiële verordening gemeente Kapelle'.