Regeling vervallen per 01-01-2021

Deelverordening subsidiegrondslagen welzijn gemeente Kapelle 2010.

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2020

Intitulé

Deelverordening subsidiegrondslagen welzijn gemeente Kapelle 2010.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

A werkend lid:

actief lid, kaderlid of deelnemer, geen donateur;

B deskundige leiding:

gediplomeerde leiding of leiding in opleiding;

C instelling:

organisatie die rechtspersoonlijkheid bezit en zich zonder winstoogmerk de behartiging van belangen van ideële en/of materiële aard ten doel stelt;

D vrijwilligersinstelling:

een instelling die voor de uitvoering van haar activiteiten uitsluitend gebruik maakt van vrijwilligers;

E vrijwilliger:

persoon, die in enig organisatorisch verband meewerk aan het welzijn van personen en groepen in de samenleving, zonder hiermee een bijdrage te verwerven in zijn of haar levensonderhoud;

F plaatselijke instelling:

organisatie of vereniging welke statutair gevestigd is in en waarvan de leden c.q. gebruikers woonachtig zijn in de gemeente Kapelle;

G regionale instelling:

organisatie of vereniging, welke statutair gevestigd is in een van de Bevelandse gemeenten en waarvan het werkgebied vier of meer gemeenten op Noord- en Zuid-Beveland bestrijkt c.q. de leden of gebruikers van de diensten van deze organisatie, vereniging e.d. woonachtig zijn in vier of meer gemeenten op Noord- en Zuid-Beveland;

H investering:

een uitgave ineens voor de aankoop, stichting of verbouwing van een accommodatie, de aanschaf van een toestel, spelvorm of materiaal of voor bijzondere doeleinden.

Artikel 2 Visie

Het subsidiebeleid Welzijn in de gemeente Kapelle is erop gericht dat burgers meedoen met georganiseerde activiteiten. Die activiteiten kunnen plaatsvinden op diverse deelterreinen: cultuur, sport, recreatie, educatie en maatschappelijke dienstverlening. De nagestreefde maatschappelijke effecten zijn: burgers kunnen door die activiteiten zichzelf ontplooien, zich ontspannen, zichzelf zijn en sociale netwerken opbouwen en zo bijdragen aan het behouden en versterken van een vitale samenleving.

Artikel 3 Doelstellingen

Uitvoering van deze verordening heeft tot doel:

  • 1.

    Het stimuleren van jongeren in hun sociale ontwikkeling.

  • 2.

    Het voorkomen van eenzaamheid onder ouderen.

  • 3.

    Het ondersteunen van vrijwilligers.

  • 4.

    Het bevorderen van sociale cohesie door deelname aan activiteiten.

  • 5.

    Het streven naar een vitale samenleving door het ondersteunen van instellingen gericht op cultuur, sport, recreatie, educatie en maatschappelijke dienstverlening.

  • 6.

    Het bevorderen van activiteiten die Kapelle op de kaart zetten.

  • 7.

    Het ondersteunen van plaatselijke verenigingen.

  • 8.

    Het ondersteunen van regionale verenigingen indien er sprake is van Kapels belang.

Artikel 4 Bevoegdheden college

  • 1. Het college kan met inachtneming van deze verordening en de Algemene subsidieverordening gemeente Kapelle 2010 besluiten over het verstrekken van jaarlijkse en eenmalige subsidies aan plaatselijke en regionale vrijwilligersinstellingen op het gebied van cultuur, sport, recreatie, educatie en maatschappelijke dienstverlening.

  • 2. Behalve in gevallen van subsidiëring in de werkelijke kosten of in het exploitatietekort, indexeert het college jaarlijks de subsidiebedragen met het inflatiepercentage zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Kapelle.

Artikel 5 Algemene voorwaarden subsidie

  • 1. Slechts instellingen als bedoeld in deze verordening kunnen voor subsidie in aanmerking komen.

  • 2. Om voor jaarlijkse subsidie in aanmerking te komen dient een instelling aan de volgende algemene voorwaarden te voldoen:

    • a.

      de instelling is gedurende tenminste één jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag actief op het gebied van cultuur, sport, recreatie, educatie en maatschappelijke dienstverlening.

    • b.

      van de activiteiten wordt gebruik gemaakt door inwoners van de gemeente Kapelle;

    • c.

      zodanige activiteiten worden ontplooid, dat redelijkerwijze kan worden verwacht dat de beoogde doelstelling(en) kan c.q. kunnen worden bereikt;

    • d.

      door de instelling wordt voorts aannemelijk gemaakt dat, met inbegrip van het te verlenen subsidie, de benodigde financiële middelen ter beschikking staan om die doelstelling(en) te verwezenlijken;

    • e.

      voorts dient de instelling over leiding te beschikken, die voor het betreffende terrein voldoende waarborgen biedt ten aanzien van deskundigheid en bekwaamheid.

  • 3. Geen subsidie wordt ten behoeve van vrijwilligersinstellingen op het terrein van welzijn verleend indien:

    • a.

      de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente Kapelle;

    • b.

      de gelden niet of onvoldoende mate zullen worden besteed voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • c.

      de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    • d.

      de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

    • e.

      de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente.

  • 4. De activiteiten van de instelling dienen open te staan voor alle groeperingen of personen, zonder onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid.

  • 5. De activiteiten van de instelling mogen op geen enkele wijze strijdig zijn met de grond van internationale verdragen algemeen erkende rechten van de mens.

Artikel 6 Subsidieaanvraag jaarlijkse subsidie

  • 1. De instelling dient de subsidieaanvraag in vóór 1 april van het kalenderjaar voorafgaand aan de subsidieperiode.

  • 2. De aanvraag betreft in elk geval een activiteitenplan en een begroting van de uitgaven en inkomsten in de subsidieperiode, het aantal actieve leden per 1 januari van het kalenderjaar voorafgaand aan de subsidieperiode, een bestuurssamenstelling, een jaarrekening van het afgelopen jaar en een verslag omtrent de activiteiten van het afgelopen jaar.

  • 3. Voor indiening van de aanvraag maakt de instelling gebruik van het door het college te verstrekken aanvraagformulier.

  • 4. Indien een instelling voor de eerste keer subsidie aanvraagt, voegt zij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten en/of reglementen, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

Artikel 7 Subsidieaanvraag eenmalige subsidie

  • 1. De instelling dient de subsidieaanvraag in tenminste acht weken vóór het tijdstip waarop een aanvang wordt gemaakt met de realisering van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. De aanvraag betreft in elk geval een activiteitenplan en een begroting van de uitgaven en inkomsten uit de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 8 Subsidieverlening

  • 1. Het college beslist op een subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 6 nadat de gemeentebegroting en het jaarprogramma, voorzover van toepassing, voor de desbetreffende subsidieperiode zijn vastgesteld.

  • 2. Het college beslist op een subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 7 binnen 13 weken, nadat de aanvraag is ontvangen.

Artikel 9 Subsidievaststelling jaarlijkse subsidie

  • 1. De ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 6 dient binnen 13 weken na afloop van het boekjaar, waarover de subsidie is verleend, een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college.

  • 2. Bij de aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt een financieel- en een activiteitenverslag gevoegd.

  • 3. Het college stelt de jaarlijkse subsidie definitief vast binnen 13 weken nadat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie is ingediend.

Artikel 10 Subsidievaststelling eenmalige subsidie

  • 1. De ontvanger van een subsidie als bedoeld in artikel 7 dient binnen 8 weken na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor subsidie is verleend, een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college.

  • 2. Het college stelt de eenmalige subsidie definitief vast binnen 13 weken, nadat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie is ingediend.

  • 3. Een subsidieontvanger, die een dergelijke subsidie ontvangt, is verplicht na afloop van de activiteiten een beknopt financieel en inhoudelijk verslag van zijn activiteiten in te zenden.

Hoofdstuk 2 Programma welzijn en maatschappelijke dienstverlening

Paragraaf 1 Cultuur

Artikel 11 Structurele subsidiëring amateuristische kunstbeoefening

  • 1. Om voor subsidie in aanmerking te komen, dienen plaatselijke en regionale instellingen zich op grond van hun statuten zonder winstoogmerk bezig te houden met het in groepsverband beoefenen van een vorm van amateurkunst.

  • 2. Instellingen die voldoen aan het gestelde in het eerste lid moeten tevens:

    • a.

      een minimum aantal van 10 werkende Kapelse leden hebben per 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      een door het college vast te stellen minimumcontributie per lid per jaar heffen;

    • c.

      beschikken over deskundige leiding;

    • d.

      voor zover het betreft harmonieën, fanfares, brassbands, tamboer- en majorettekorpsen, indien burgemeester en wethouders dat verzoeken, gratis meewerken aan of optreden bij de viering van verjaardagen van leden van het koninklijk huis, bij nationale feestdagen en/of andere gelegenheden.

  • 3. Bij de berekening van de subsidie gaat het college uit van het aantal werkende leden per 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 12 Jubileumsubsidies

1.Plaatselijke instellingen die in het kader van hun eigen jubileumviering activiteiten ontplooien, komen in aanmerking voor een door het college vast te stellen subsidiebedrag per jubileumjaar bij hun 25-jarig bestaan of een veelvoud van 25 jaar.

Artikel 13 Subsidiëring in investeringen van bijzondere aard (de 2/3-1/3-regeling)

1.Plaatselijke instellingen op het gebied van de sport, cultuur en educatieve vorming die voor nieuwe investeringen komen te staan die noodzakelijk zijn voor de realisering van de activiteiten die betreffende instelling tot doel heeft, maar hun financiële mogelijkheden te boven gaan, komen in aanmerking voor een subsidie in de investeringskosten met betrekking tot de aanleg of aanschaf van voorzieningen. De subsidie bedraagt maximaal 2/3 van de kosten van de investering en minimaal het door het college vast te stellen minimumbedrag per voorziening.

Artikel 14 Compensatieregeling in verband met onevenredig hoge lasten

Plaatselijke instellingen die worden aangeslagen voor OZB-, waterschaps- en verontreinigingsheffing kunnen in aanmerking komen voor compensatie in de lasten:

  • a.

    voor wat betreft velden/terreinen, wordt voor het gebruikersdeel van die lasten gecompenseerd.

  • b.

    voor wat betreft gebouwen, wordt voor het eigenarendeel van die lasten gecompenseerd.

Artikel 15 Subsidiëring culturele evenementen

  • 1. Plaatselijke instellingen kunnen in aanmerking komen voor een subsidie in verband met een evenement als:

    • a.

      het evenement een cultureel karakter heeft;

    • b.

      het evenement voor iedereen (openbaar) toegankelijk is;

    • c.

      entree wordt geheven.

  • 2. Of het evenement een cultureel karakter heeft, wordt beoordeeld door burgemeester en wethouders op advies van de Cultuurraad.

Artikel 16 Subsidiëring literatuur en andere media

Verzoeken om subsidie in verband met vermeldingen van en over Kapelle in literatuur en andere media kunnen in aanmerking komen voor subsidie.

Paragraaf 2 Welzijn

Artikel 17 Structurele subsidiëring belangenbehartiging ouderen plaatselijke instellingen

1.Plaatselijke instellingen die zich bezig houden met de belangenbehartiging en ondersteuning van ouderen komen in aanmerking voor een door het college vast te stellen subsidiebedrag per jaar. Uitgangspunt daarbij is, dat de instellingen een substantiële doelgroep bereiken en geen overlappingen of versplintering in het aanbod ontstaat.

Artikel 18 Structurele subsidiëring instellingen ter behartiging van het plaatselijk belang

1.Plaatselijke instellingen die zich bezig houden met de belangenbehartiging van een kern binnen de gemeente Kapelle komen in aanmerking voor een door het college vast te stellen subsidiebedrag per jaar. Per kern komt maar één instelling voor subsidie in aanmerking.

1.Artikel 19 Structurele subsidiëring regionale welzijnsinstellingen

  • 1.

    Indien een regionale vrijwilligersinstelling werkzaam is op het terrein van het welzijn, nader aangeduid met de sectoren zorg, educatie en recreatie en niet of niet geheel valt onder de muziek- en zangverenigingen of de sport- en jeugdverenigingen, kan een subsidie worden verleend, indien de instelling aantoont een minimum aantal van 10 werkende Kapelse leden te hebben en een door het college vast te stellen minimumcontributie per lid per jaar te heffen.

  • 2.

    De jaarlijkse subsidie welzijnsinstellingen heeft de volgende berekingsgrondslag:

    • a.

      een door het college vast te stellen bedrag per inwoner, gerekend naar het inwonertal op 1 januari van het jaar waarvoor subsidie is aangevraagd;

    • b.

      een door het college vast te stellen bedrag per jaar per in Kapelle woonachtig lid van de instelling.

  • 3.

    Een aantal regionale instellingen wordt op basis van (regionale) afspraken uit het verleden gesubsidieerd volgens een andere norm.

    Hoofdstuk 3 Programma sport, spel en bewegen

    Paragraaf 1 Sport en spel

    Artikel 20 Structurele subsidiëring sport- en jeugdverenigingen

    • 1.

      Om voor subsidie in aanmerking te komen, dienen plaatselijke en regionale instellingen zich op grond van hun statuten zonder winstoogmerk bezig te houden met het jeugd- en jongerenwerk, alsmede de sport en de recreatieve activiteiten, waaronder dan verstaan worden: het geheel van werkvormen en structuren, die gericht zijn op educatieve, sociale, creatieve, motorische en recreatieve ontplooiing van jeugdigen en jongeren in de leeftijd tot en met 18 jaar.

    • 2.

      Instellingen die voldoen aan het gestelde onder 1. moeten tevens:

      • a.

        een minimum aantal van 10 contributiebetalende Kapelse leden in de leeftijd tot met met 18 jaar hebben per 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

      • b.

        een door het college vast te stellen minimumcontributie per lid per jaar heffen;

      • c.

        beschikken over deskundige leiding;

      • d.

        aangesloten zijn bij een landelijke en/of provinciale bond of federatie.

    • 3.

      Bij de berekening van de subsidie gaat het college uit van het aantal werkende leden per 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

    Artikel 21 Jubileumsubsidies

    Artikel 10 is van toepassing.

    Artikel 22 Subsidiëring in investeringen van bijzondere aard (de 2-3/1-3-regeling)

    Artikel 11 is van overeenkomstige toepassing.

    Artikel 23 Compensatieregeling in verband met onevenredig hoge lasten

    Artikel 12 is van toepassing.

    Artikel 24 Subsidiëring sportstimulering

    • 1.

      Plaatselijke instellingen die sportkennismakings- en sportstimuleringsactiviteiten organiseren en kader en materiaal hiervoor beschikbaar stellen, komen in aanmerking voor een subsidie, mits de activiteiten geen gesloten karakter of beperkende regelingen voor deelname hebben. Plaatselijke instellingen die soortgelijke activiteiten ontplooien op het terrein van cultuur komen eveneens voor deze subsidie in aanmerking.

    • 2.

      Gesubsidieerd wordt 10 % in de kosten voor aanschaf en huur van spelmateriaal, voor promotie en in de directe organisatiekosten met een door het college vast te stellen minimum en maximum bedrag per activiteit.

    Artikel 25 Subsidiëring (buurt)evenementen

    • 1.

      Plaatselijke instellingen en burgers die straatspeeldagen of andere sportieve of culturele evenementen in buurten organiseren, komen in aanmerking voor een subsidie, mits de activiteiten geen gesloten karakter of beperkende regelingen voor deelname hebben.

    • 2.

      Gesubsidieerd wordt 10 % in de kosten voor aanschaf en huur van spelmateriaal, voor promotie en in de directe organisatiekosten met een door het college vast te stellen minimum en maximum bedrag per activiteit.

      Paragraaf 2 Open luchtrecreatie

      Artikel 26 Subsidiëring Oranjefeesten

      • 1.

        Plaatselijke instellingen die ten behoeve van de bevolking van één of meer kernen van de gemeente Kapelle ten minste eens per 5 jaar festiviteiten op Oranjefeestdagen organiseren, komen in aanmerking voor een subsidie, mits de activiteiten geen gesloten karakter of beperkende regelingen voor deelname hebben.

      • 2.

        Gesubsidieerd wordt een door het college vast te stellen bedrag per inwoner per kern, gerekend naar het inwonertal op 1 januari van het jaar waarvoor subsidie is aangevraagd.

      Hoofdstuk 4 Programma economische structuur

      Artikel 27 Subsidiëring vreemdelingenverkeer

      • 1.

        Instellingen die het toeristisch verkeer naar en in Zuid-Beveland en Tholen bevorderen en begeleiden komen in aanmerking voor subsidie.

      • 2.

        Gesubsidieerd wordt een door het college vast te stellen vast bedrag per jaar.

      Artikel 28 Subsidiëring middenstandsactiviteiten

      1.Plaatselijke instellingen die ten behoeve van de bevolking van de gemeente Kapelle jaarlijks in één kern een evenement organiseren, komen in aanmerking voor een subsidie, mits de activiteiten geen gesloten karakter of beperkende regelingen voor deelname hebben.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 29 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 30 Intrekking

De Deelverordening subsidiegrondslagen welzijn 1992, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 oktober 1991, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 15 december 2009, wordt ingetrokken.

Artikel 31 Overgangsbepalingen

Aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór 1 oktober 2010 worden afgedaan volgens de bepalingen van de Deelverordening subsidiegrondslagen welzijn 1992.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Deelverordening subsidiegrondslagen welzijn gemeente Kapelle 2010.