Subsidieregeling reserves en eigen vermogen gemeente Katwijk

1. Een algemene reserve wordt gevormd door:

• a.

  Het toevoegen van het exploitatieoverschot van de instelling aan de algemene reserve van de instelling;

• b.

  Het vormen van een algemene reserve tot een maximum van 10% van de exploitatiekosten in de definitieve jaarrekening;

• c.

  Reserveringen c.q. dotaties aan de algemene reserve mogen niet in de begroting van de instelling worden opgenomen;

• d.

  Dotaties aan de algemene reserve kunnen slechts in de rekening plaatsvinden;

• e.

  De instelling verantwoordt de onttrekkingen en toevoegingen jaarlijks op een overzichtelijke wijze in de jaarrekening met toelichting.

• f.

  Subsidies worden bij een batig rekeningsaldo teruggevorderd indien de norm van 10 % van de exploitatie van de instelling van de algemene reserve bereikt is c.q. overschreden is.

1. Een bestemmingsreserve wordt gevormd door :

• a.

  Het gelijktijdig indienen van een verzoek voor een bestemmingsreserve en de subsidieaanvraag door de instelling;

• b.

  Het direct verband houden van de bestemming van de reserve met de gesubsidieerde activiteiten en/of prestaties van de instelling;

• c.

  Een bestemmingsreserve kan gevormd worden voor activiteiten, vervangingen van goederen in de toekomst als deze niet ineens uit de jaarexploitatie betaald kunnen worden, maar wel noodzakelijk of gewenst zijn;

• d.

  Toestemming voor een bestemmingsreserve wordt in beginsel voor maximaal vijf jaar verleend.

1.

• a.

  De toestemming wordt ingetrokken als blijkt dat de vorming en/of besteding van de bestemmingsreserve niet voldoet aan de gestelde eisen en voorschriften. Dit kan gevolgen hebben voor de subsidieverstrekking;

• b.

  Als de bestemmingsreserve niet of geheel wordt besteed binnen de vastgestelde periode, dan dient na het verstrijken van deze periode de gevormde bestemmingsreserve toegevoegd te worden aan de algemene reserve van de instelling.

1. Voorwaarden voor verkrijging van toestemming om een voorziening te vormen zijn:

• a.

  de voorziening maakt deel uit van het eigen vermogen van de instelling en wordt gevormd met het oog op toekomstige verplichtingen. Bijvoorbeeld op het gebied van personeel, schadeclaims, groot onderhoud enz.;

• b.

  De tijdsduur waarvoor de voorziening wordt verleend is afhankelijk van het doel van de voorziening.

2. Toestemming wordt verleend onder de volgende voorschriften:

• a.

  De instelling verantwoordt de onttrekkingen en toevoegingen jaarlijks op een overzichtelijke wijze in de jaarrekening met toelichting

• b.

  De toestemming voor het vormen van een voorziening geldt voor de in het goedgekeurde (onderhouds)plan aangegeven periode.

1. Het saldo komt ten gunste van de exploitatie van de instelling indien blijkt dat de voorziening niet of niet geheel is besteed binnen de aangegeven periode.

2. Gebruik van de voorziening voor andere doeleinden dan in de toestemming is bepaald en/of beoogd, leidt tot intrekking van de toestemming. Dit kan gevolgen hebben voor de subsidieverstrekking.