Regeling vervallen per 01-01-2020

Voorwaardenregeling gemeente Katwijk - Uitvoeringsregeling hoofdstuk 3

Geldend van 01-01-2016 t/m 31-12-2019

Intitulé

Voorwaardenregeling gemeente Katwijk - Uitvoeringsregeling hoofdstuk 3

Burgemeester en wethouders van Katwijk,

Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;

Stellen vast de volgende regels ter uitvoering van artikel 3:6 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk

Regeling inpassingsregels aanloop- en functieschaal

  • 1.

    Inpassing van de ambtenaar van de aanloop- in de functieschaal vindt plaats naar het naast hogere bedrag in de functieschaal.

  • 2.

    Daarbij wordt gerealiseerd dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar ten minste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naast hogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naast lagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

  • 3.

    Bij bevordering worden de inpassingsregels gevolgd onder toekenning – indien het maximum van de nieuwe schaal nog niet is bereikt – van een extra periodiek.

  • 4.

    Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling inpassingsregels aanloop- en functieschaal’.

  • 5.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016.

Burgemeester en wethouders van Katwijk,

Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;

Stellen vast de volgende regels ter uitvoering van artikel 3:14 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk:

Regeling inconveniëntentoelage

Artikel 1

In verband met bijzonder vuil-, zwaar- of gevaarlijk werk verlenen burgemeester en wethouders een toelage van 25%, 50%, of 100% aan ambtenaren toelage voor bijzonder vuil-, zwaar of gevaarlijk werk (voorheen artikel 3:1:0:18):€ 102,00 per maand;

50% van de toelage geldt voor de functie van medewerker reiniging C/met gedeeltelijke taak brugwachter: € 51,00 per maand;

25% van de toelage geldt voor de functie van gemeentelijk opsporingsambtenaar: € 25,50 per maand.

Artikel 2

Aan de ambtenaar, die een functie bekleedt, waarin het dragen van specifieke uniformkleding door burgemeester en wethouders is voorgeschreven, wordt door de gemeente zodanige uniformkleding verstrekt, zonder toepassing van korting op zijn salaris.

Artikel 3

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling inconveniëntentoelage’.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016. 

Burgemeester en wethouders van Katwijk:

Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;

Stellen vast de regeling ter uitvoering van het nadere overgangsrecht met betrekking tot artikel 3:19 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk:

Overgangsregeling ambtsjubileum

De medewerker die gedurende 12,5 jaar een betrekking bij de overheid heeft vervuld in de periode tussen 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020, ontvangt een netto ambtsjubileumgratificatie als bedoeld de richtlijn representatie (cadeauregeling) zoals deze tot 1 januari 2016 van kracht was, te weten € 270,–. (kan ook als voetnoot worden geplaatst bij artikel 3:19)

De medewerker die gedurende 25 jaar en voor 1 april 1997 in dienst bij de overheid een betrekking heeft vervuld in de periode tussen 1 januari 2016 tot en met 31 december 2020 ontvangt een jubileumtoelage van 70% van het maandsalaris over de maand van jubileren, plus de vakantietoelage berekend over deze maand en de in deze maand toegekende salaristoelagen.

Burgemeester en wethouders van Katwijk;

Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;

Stellen vast de regeling ter uitvoering van artikel 1:2a (stageplaats), vijfde artikel; van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk:

Regeling stagevergoedingen

  • 1.

    Indien een stage langer duurt dan 2 maanden wordt, afhankelijk van het opleidingsniveau, de volgende vergoeding verstrekt:

    • a.

      VMBO: 10% van de 3e periodieke verhoging in schaal 1 (€ 155,– per 1-4-2015);

    • b.

      MBO: 17,5% van de 3e periodieke verhoging in schaal 1 (€ 271,50 per 1-4-2015);

    • c.

      HBO: 27,5% van de 3e periodieke verhoging in schaal 1 (€ 427,– per 1-4-2015).

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling stagevergoedingen’.

  • 3.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016.

Burgemeester en wethouders van Katwijk;

Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;

Stellen vast de onderstaande regeling ter uitvoering van artikel 1:2, onder c (vergoeding ambtenaar burgerlijke stand), van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk:

Regeling vergoeding Ambtenaar burgerlijk stand

Artikel 1

Ambtenaar van de Burgerlijke Stand heeft per huwelijksvoltrekking recht op de volgende vergoeding:

  • a.

    € 101,07 op werkdagen (4 x uurloon van het maximum van salarisschaal 8 inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering en een toelage van 8,6% ter compensatie van verlof en ziektedagen);

  • b.

    € 176,87 op zaterdag of aangewezen zon- of feestdagen (175% van de vergoeding op werkdagen)’.

Artikel 2

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling vergoeding ambtenaar burgerlijke stand’.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016. 

Let op: onderstaande betekent dat hoofdstuk 25 uit de AVR komt te vervallen.

Burgemeester en wethouders van Katwijk,

Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;

stellen vast de volgende nadere regels ter uitvoering van artikel 3:21 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk:

Regeling Reis- en verblijfkostenvergoeding

Artikel 1

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder dienstreis:

de noodzakelijke verplaatsing van een ambtenaar ten behoeve van het verrichten van dienst:

ondernomen krachtens een doorlopende of afzonderlijke machtiging van het bevoegde gezag;

achteraf goedgekeurd door het bevoegde gezag.

Artikel 2

Dienstreizen worden zoveel mogelijk gemaakt met openbare vervoermiddelen. De directeur/afdelingshoofd kan echter machtiging verlenen om van een eigen auto gebruik te maken.

Artikel 3

De vergoeding voor het gebruik van een eigen auto wordt verleend overeenkomstig de volgende bepalingen.

Artikel 4

Een vergoeding voor het gebruik van een eigen auto voor dienstreizen wordt niet verleend tenzij de ambtenaar heeft voldaan aan de voorschriften van artikel 15:1:24.

Artikel 5

De vergoeding voor het gebruik van een eigen auto wordt berekend volgens de bepalingen in artikel 2, lid 1, van de Reisregeling binnenland (vergoeding € 0,37 per kilometer (19 cent fiscaal onbelast/18 cent fiscaal belast).

Artikel 6

  • 1. Voor het declareren van gemaakte reiskosten wordt uitsluitend gebruik gemaakt van het bij dit hoofdstuk vastgestelde ‘declaratieformulier gemaakte reiskosten’.

    De declaratie moet uiterlijk 3 maanden na het genietingsmoment zijn ingediend.

  • 2. Toetsing van volledig ingevulde declaratieformulieren vindt plaats door de directeur/afdelingshoofd.

Artikel 7

Vervallen (zie artikel 15:1:23).

Artikel 8

Voor een dienstreis wordt als aantal afgelegde kilometers aangemerkt het aantal kilometers afgelegd langs de kortste/snelste weg van het punt, waar de rit een aanvang neemt, via het reisdoel of de reisdoelen, naar het punt waar de rit eindigt, met – ter beoordeling van het bevoegde gezag – de woning of het kantoor van de reiziger als begin- en/of eindpunt. Het aantal kilometers wordt naar boven afgerond tot het naast hogere gehele getal.

Artikel 9

Vergoeding op grond van de onderhavige regeling vindt niet plaats ten aanzien van de ambtenaar, die op grond van enige andere regeling, aanspraak kan maken op een vergoeding van reiskosten.

Artikel 10

Aan de ambtenaar die naar het oordeel van het bevoegde gezag bij de uitoefening van zijn functie gebruik moet maken van een rijwiel of van een bromfiets, wordt bij gebruikmaking van een zodanig vervoermiddel een toelage toegekend.

Artikel 11

De vergoeding voor het gebruik van een rijwiel wordt vastgesteld overeenkomstig onderstaande tabel (kilometervergoeding per 01-01-2006 € 0,05):

Gemiddeld aantal kilometers per maand voor plaatselijk vervoer vast bedrag per maand tot 150 km geen vergoeding.

van 150 km tot 300 km

250 km x verg. ex art. 4 Reisregeling binnenland.

van 300 km tot 600 km

400 km x verg. ex art. 4 Reisregeling binnenland.

vanaf 600 km

600 km x verg. ex art. 4 Reisregeling binnenland.

Artikel 12

De vergoeding voor het gebruik van een bromfiets wordt vastgesteld aan de hand van onderstaande tabel (kilometervergoeding per 01-01-2006 € 0,10):

Gemiddeld aantal kilometers per maand voor plaatselijk vervoer vast bedrag per maand

tot 210 km

210 km x verg. art 2, Artikel 2 Reisregeling binnenland.

van 210 km tot 315 km

315 km x verg. art 2, Artikel 2 Reisregeling binnenland.

van 315 km tot 420 km

420 km x verg. art 2, Artikel 2 Reisregeling binnenland.

vanaf 420 km

610 km x verg. art 2, Artikel 2 Reisregeling binnenland.

Artikel 13

Aan de ambtenaar die is aangewezen om tijdelijk werkzaamheden te verrichten, waarbij naar het oordeel van het bevoegde gezag het gebruik van een eigen rijwiel of bromfiets noodzakelijk is, wordt voor de duur van die werkzaamheden een toelage toegekend, welke door het bevoegde gezag wordt vastgesteld met inachtneming van hetgeen is bepaald in artikel 3 of in artikel 4 van de onderhavige regeling Hierbij geldt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand.

Artikel 14

Lid 1

Voor de ambtenaar, die tijdelijk met andere werkzaamheden wordt belast, waarbij geen gebruik meer behoeft te worden gemaakt van een eigen rijwiel of bromfiets, eindigt het genot van de toelage met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die, waarin deze tijdelijke werkzaamheden langer dan drie maanden achtereen hebben geduurd.

Lid 2

Indien de ambtenaar gedurende langer dan drie maanden onafgebroken wegens ziekte of andere buitengewone omstandigheden verhinderd is geweest zijn dienst te verrichten, eindigt het genot van de toelage met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die, waarin de verhindering drie maanden heeft geduurd.

Lid 3

Het genot van een toelage toegekend aan een ambtenaar die in militaire dienst wordt opgeroepen of aan wie verlof tot afwezigheid voor langer dan een maand wordt verleend, vervalt met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die, waarin de daadwerkelijke dienstverrichting eindigt.

Toelichting artikel 1

Definitie gelijk aan definitie in artikel 1 van de vervallen Regeling reiskosten.

Toelichting artikel 2

Tekst gelijk aan tekst in artikel 2 van de vervallen Regeling reiskosten.

Toelichting artikel 4

Tekst gelijk aan tekst van artikel 4 van de vervallen Regeling reiskosten. Artikel 15:1:24 van de CAR bepaalt dat alleen toestemming wordt verleend gebruik te maken van een eigen auto als de desbetreffende ambtenaar de auto WA-verzekerd heeft.

Toelichting artikel 5

In de vervallen Regeling reiskosten was de kilometervergoeding gerelateerd aan het aantal gereden kilometers, te weten:

Tot 5000 km

€ 0,31

vanaf 5001 km t/m 10000 km

€ 0,24

vanaf 10001 km t/m 20000 km

€ 0,17

vanaf 20001 km

€ 0,13

De Reisregeling binnenland kent slechts één kilometervergoeding, namelijk fl. 0,60 (ingangsdatum 11-1996). De hierboven genoemde tabel is vervallen.

Toelichting artikel 6

Reiskosten worden gedeclareerd op een vastgesteld formulier. Toetsing van de ingediende declaratie vindt plaats door de desbetreffende directeur/afdelingshoofd.

Toelichting artikel 8

Tekst gelijk aan tekst artikel 6 van de vervallen Regeling reiskosten.

Toelichting artikel 9

Tekst gelijk aan tekst artikel 9 van de vervallen Regeling reiskosten. Dit artikel houdt in dat reiskosten voor studies, die vallen onder de werking van hoofdstuk 17 Studiefaciliteiten, worden vergoed op basis van die verordening (= kosten openbaar vervoer 2e klasse).

Toelichting artikel 10

Tekst gelijk aan tekst artikel 2 van de vervallen Rijwieltoelageverordening 1966.

Toelichting artikel 11

Tabel gelijk aan tabel in oude Reisbeschikking Nederland.

Toelichting artikel 12

In artikel 3 van de vervallen Rijwieltoelageverordening 1966 was een tabel opgenomen die uitging van aantallen te rijden kilometers per jaar. In artikel 25:1:12:1 is deze tabel omgezet in aantallen te rijden kilometers per maand.

Toelichting artikel 13

Tekst is gelijk aan tekst van artikel 4 en van artikel 5 van de vervallen Rijwieltoelageverordening 1966.

Toelichting artikel 14

Tekst is gelijk aan tekst van artikel 4 en van artikel 5 van de vervallen Rijwieltoelageverordening 1966. 

Burgemeester en wethouders van Katwijk,

Gelet op de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk;

stellen vast de volgende regels ter uitvoering van artikel 3:22 van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Katwijk:

Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer

Artikel 1

De werknemer die 5 kilometer of meer van de standplaats woont ontvangt maandelijks een vergoeding voor de reiskosten van € 0,09 per kilometer.

Artikel 2

De vergoeding voor de reiskosten wordt verleend voor een reisafstand van het woonadres naar de standplaats van ten hoogste 20 kilometer.

Artikel 3

In afwijking van artikel 2 wordt de vergoeding het eerste jaar na indiensttreding gebaseerd op de reisafstand van het woonadres naar de standplaats.

Artikel 4

Berekening van de reisafstand vindt plaats op basis van de kortste route met toepassing van de ANWB-routeplanner.

Artikel 5

Voor de werknemer die minder werkt dan 5 dagen per week, wordt voor de berekening van het aantal kilometers uitgegaan van het aantal dagen dat per week naar de standplaats wordt gereisd.

Artikel 6

Indien een betrokkene over een aaneengesloten tijdvak meer dan zes weken wegens ziekte of anderszins (niet zijnde verlof) afwezig is, wordt de vergoeding voor de verdere duur van de afwezigheid ingehouden.

Artikel 7

In geval van afwezigheid zoals genoemd in artikel 10, wordt de vergoeding de lopende maand en de eerstvolgende maand nog uitbetaald.

Artikel 8

Hervatting van de vergoeding geschiedt per de eerste van de maand volgend op de maand van herstel/terugkeer.

Artikel 9

Onder afwezigheid wordt ook verstaan gedeeltelijke afwezigheid. De vergoeding wordt dan naar rato aangepast.

Artikel 10

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling reiskostenvergoeding woon-werkverkeer’.

Artikel 11

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2016, onder gelijktijdige intrekking van artikel 18:1:7:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Katwijk.

Toepassingsregels vergoeding woon-werkverkeer

Voor de berekening van de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer wordt de volgende rekenmethode gehanteerd.

Bij een 5-daagse werkweek wordt uitgegaan van 234 werkdagen cq reisdagen in een jaar.

Hierbij is rekening gehouden met kortstondige afwezigheid wegens vakantie, ziekte en/of verlof: 52 weken x 5 dagen per week= 260 werkdagen. Minus 21 verlofdagen en 5 overige dagen zoals feestdagen of ander kortstondig verlof of afwezigheid = 234.

Bij een 1 t/m 4 daagse werkweek wordt het aantal werkdagen naar rato berekend, bijvoorbeeld bij een 3 daagse werkweek: 3/5 x 234.

Deze berekening van werkdagen is alleen bedoeld als rekenmethode. Een norm om de vaste vergoeding op eenduidige wijze te kunnen berekenen voor alle medewerkers die in aanmerking komen voor een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer. Het gaat hierbij dus niet om het feitelijk aantal dagen maar om het arbeidspatroon.

Het aantal werkdagen (afgerond op hele dagen) wordt vermenigvuldigd met het totale aantal kilometers per dag. Het totale aantal kilometers voor een jaar wordt vermenigvuldigd met de kilometervergoeding van € 0,09 per km. Voor de vaste vergoeding per maand wordt de uitkomst gedeeld door 12.

De vaste reiskostenvergoeding wordt doorbetaald tijdens maximaal 6 aaneensluitende weken waarin de medewerker wegens ziekte of anderszins (niet zijnde verlof) afwezig is. Als langdurige afwezigheid is te verwachten, wordt de vaste reiskostenvergoeding nog uitbetaald gedurende de lopende en de eerstvolgende kalendermaand. De vaste reiskostenvergoeding wordt daarna pas weer uitbetaald vanaf de maand volgend op de maand waarin de werknemer weer is gaan werken.