Beleidsregels toegang voetgangerszone centrum winkelgebied Katwijk aan Zee 2018 (versie november 2018)

Geldend van 14-12-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels toegang voetgangerszone centrum winkelgebied Katwijk aan Zee 2018 (versie november 2018)

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd.

Hoofdstuk A. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. voetgangerszone:

De zone in het centrum van Katwijk aan zee aangegeven met borden G7 (voetgangerszone) van bijlage 1 van het en dat in zalmkleur is aangegeven op de bij deze beleidsregels behorende en als bijlage gevoegde kaart, omvattende de volgende straten: Badstraat, Princestraat, Voorstraat tussen Princestraat en Louwestraat, Andreasplein grotendeels, Emmaplein, Taatedam en de Noordzeepassage;

b. ontheffing:

Een in de zin van door het college van burgemeester en wethouders te verlenen ontheffing, krachtens welke het is toegestaan om met een voertuig in het voetgangersgebied te rijden;

c. ontheffinghouder:

de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend;

d. venstertijden laden en lossen:

de in deze beleidsregels genoemde tijden waarin het voetgangersgebied toegankelijk is voor laden en lossen;

e. laden en lossen:

het onmiddellijk, nadat het voertuig dichtbij de bezorgplaats of ophaalplaats tot stilstand is gebracht, bij voortduring in- en uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht die bezwaarlijk anders dan per motorvoertuig kunnen worden vervoerd, gedurende de tijd die daarvoor nodig is met een maximum van een half uur;

f. motorvoertuig:

alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen, fietsen met trapondersteuning en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen;

g. bewoner:

degene die volgens de in de Basis Registratie Personen (BRP) beschikbare persoonsgegevens woonachtig is in het voetgangersgebied;

h. ondernemer/instelling:

(een exploitant van) een bedrijf (dat gevestigd is in het voetgangersgebied);

i. parkeren:

Het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uit laten stappen van personen of voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen;

j. voertuighouder:

Degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande, dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens, als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van de aanvraag in het register was ingeschreven, dan wel degene die met schriftelijke bewijsstukken kan aantonen dat het motorvoertuig op het moment van de aanvraag nog voor tenminste drie maanden aan hem ter beschikking is gesteld door een instantie die is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

k. parkeergelegenheid op eigen terrein:

Een parkeerplaats op terrein of in een garage in het voetgangersgebied in eigendom bij, uitgegeven in erfpacht of verhuurd aan de aanvrager van de ontheffing;

l. tijdelijke ontheffing:

Een ontheffing voor de periode van maximaal vijf achtereenvolgende werkdagen voor noodzakelijke ritten die verband houden met verhuis-, installatie-, (ver)bouw-, sloop- en onderhoudswerkzaamheden en evenementen;

m. vaste ontheffing:

Ontheffing met een geldigheidsduur van één kalenderjaar, welke jaarlijks automatisch wordt verlengd mits aan de voorwaarden wordt voldaan;

Hoofdstuk B. Procedures

Artikel 2 Reikwijdte

Deze beleidsregels hebben betrekking en zijn van toepassing op de voetgangerszone die gelegen is achter de pollers die staan in de Badstraat, de Voorstraat en aan het Andreasplein. Deze zone komt overeen met de in de bijlage gevoegde kaart met nummer PPP2018001(November2018) (kaart met toegangsbeleid per poller).

Artikel 3 Doel

Het doel van het ontheffingsbeleid voor de voetgangerszone is:

  • a.

    Het reguleren van de hoeveelheid verkeer die gebruik maakt van de openbare ruimte binnen de voetgangerszone;

  • b.

    laad- en losactiviteiten, andere activiteiten en werkzaamheden onder voorwaarden toe te staan, indien in een individueel geval de omstandigheden rechtvaardigen dat ontheffing verleend wordt voor die activiteiten, door een gedegen belangenafweging te maken, waaruit blijkt welk doel in een bepaald geval de voorkeur verdiend, waarbij het uitgangspunt is dat ontheffingen restrictief worden toegepast.

Artikel 4. Aanvraag permanente ontheffing

  • 1. Een aanvraag om ontheffing voor het in- en uitrijden van de voetgangerszone met een motorvoertuig moet schriftelijk bij het college van B&W worden ingediend met gebruikmaking van het door de gemeente ontwikkelde aanvraagformulier. Dit formulier is online beschikbaar via de site van de gemeente Katwijk.

  • 2. Bij de aanvraag via DigiD dienen de hiernavolgende gegevens en bescheiden te worden overgelegd:

    • volledig ingevuld en van handtekening voorzien (online) aanvraagformulier;

    • het kenteken van het motorvoertuig;

    • indien van toepassing de aantoonbaarheid van parkeerplaats op eigen grond of in een garage in de voetgangerszone;

    • mogelijk andere bewijzen huur/eigendom/ beschikbaarstelling auto etc.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen over de inhoud, inrichting, uitvoering, vorm, aantal en wijze van indiening van de aanvraag en de in het tweede lid bedoelde bescheiden.

Artikel 4a. Aanvraag tijdelijke ontheffing

  • 1. Een aanvraag om tijdelijke ontheffing voor het bereiden van de voetgangerszone met een motorvoertuig moet schriftelijk bij het college van B&W worden ingediend met gebruikmaking van het door de gemeente ontwikkelde aanvraagformulier. Dit formulier is online beschikbaar via de site van de gemeente Katwijk.

  • 2. Bij de aanvraag via DigiD dienen de hiernavolgende gegevens en bescheiden te worden overgelegd:

    • volledig ingevuld en van handtekening voorzien (online) aanvraagformulier;

    • het kenteken van het motorvoertuig;

    • reden van ontheffing;

    • duur van de ontheffing;

    • indien van toepassing kopie van de opdrachtbevestiging;

    • indien van toepassing bewijs van huur/eigendom/ beschikbaarstelling auto.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen over de inhoud, inrichting, uitvoering, vorm, aantal en wijze van indiening van de aanvraag en de in het tweede lid bedoelde bescheiden.

Artikel 5. Onvolledigheid ingediende bescheiden

Indien de aanvraag niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 4 gestelde eisen, stelt het college binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag de aanvrager in de gelegenheid deze binnen twee weken nadat hem dit is meegedeeld, aan te vullen of te verbeteren. Indien de aanvraag niet binnen de gestelde termijn wordt aangevuld en/of verbeterd, kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen (artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht).

Artikel 6. Beslissingstermijn

  • 1. Het college beslist binnen twee weken na de ontvangst van de aanvraag om een ontheffing.

  • 2. Het college kan deze beslissing voor ten hoogste 2 weken verdagen. Voor afloop van de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijn wordt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

  • 3. Op een aanvraag om een tijdelijke ontheffing wordt binnen twee werkdagen na het moment van indiening van de aanvraag beslist.

Artikel 7. Ontheffingverlening

  • 1. Een ontheffingsbrief bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • naam en adres van de ontheffinghouder;

    • het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing is verleend;

    • de periode waarvoor de ontheffing geldt en het tijdvak gedurende welke de ontheffing kan worden gebruikt;

    • het gebied waarvoor de ontheffing geldt;

    • een omschrijving van de verboden waarvoor ontheffing is verleend.

  • 2. Het college kan aan een ontheffing voorschriften verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het verbeteren van de leefbaarheid en bereikbaarheid van het centrum, een goede handhaving van de wegenverkeerswetgeving en de daarop gebaseerde besluiten, het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers.

  • 3. De permanente ontheffing moet op verzoek van de controlerende ambtenaar kunnen worden getoond.

  • 4. De tijdelijke ontheffing moet van buitenaf zichtbaar achter het voorruit liggen.

  • 5. Indien het verkeersbelang, het belang van openbare orde of veiligheid of andere dringende omstandigheden dat noodzakelijk maken, is het college bevoegd tijdelijk in de voetgangerszone afwijkende maatregelen te treffen.

  • 6. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing zijn leges verschuldigd conform de vigerende Legesverordening van de gemeente Katwijk.

  • 7. Voor het verlengen van een ontheffing zijn leges verschuldigd conform de vigerende Legesverordening van de gemeente Katwijk.

  • 8. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een tijdelijke ontheffing voor bewoners zijn geen leges verschuldigd.

  • 9. Op het moment van de in werking treding van deze beleidsregels krijgen alle bewoners die achter de pollers in de voetgangerszone wonen (zie artikel 2) en daar recht op hebben (zie artikel 12) eenmalig om niet hun vaste ontheffingen verstrekt. Daarna worden lege kosten in rekening gebracht voor het verstrekken van een ontheffing.

Artikel 8. Weigering van de ontheffing

Het college kan een ontheffing weigeren indien:

  • a.

    de aanvraag om ontheffing in strijd is met deze beleidsregels, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of de Wegenverkeerswet 1994;

  • b.

    een reeds verleende ontheffing van de ontheffinghouder is ingetrokken op grond van artikel 9 lid 1 en 2 van de beleidsregels.

Artikel 9. Intrekkings- en wijzigingsgronden

  • 1. Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen:

    • a.

      Op verzoek van de ontheffinghouder;

    • b.

      Indien de ontheffinghouder volgens de in de Basis Registratie Personen (BRP) beschikbare persoonsgegevens niet langer woonachtig is in de zone waarvoor de ontheffing is verleend;

    • c.

      Indien zich een wijziging voordoet in (één van) de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing;

    • d.

      Indien de ontheffinghouder handelt in strijd met de ontheffing of de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen;

    • e.

      Indien blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • f.

      Indien sprake is van misbruik van de ontheffing of van een ander gebruik van de ontheffing dan waarvoor deze is bedoeld;

    • g.

      Indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend;

    • h.

      Bij in gebreke blijven van de betaling van de leges bedoeld in artikel 7, zesde lid;

    • i.

      Na overlijden van de ontheffinghouder;

    • j.

      Indien de auto waarvoor de ontheffing is verleend is verkocht.

  • 2. Onder misbruik van de ontheffing wordt in elk geval verstaan:

    • a.

      Het gebruiken van de ontheffing voor een ander doel dan waarvoor de ontheffing is afgegeven.

    • b.

      Het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige informatie ter verkrijging van een ontheffing.

    • c.

      Het aanbrengen van wijzigingen op het ontheffingsbewijs die niet door of namens het college zijn aangebracht.

    • d.

      Het niet (volledig) nakomen van het bepaalde bij of krachtens het beleid.

    • e.

      Het in het voetgangersgebied zichtbaar in het voertuig leggen van een (kleuren)kopie of andere reproductie van het ontheffingsbewijs.

    • f.

      Ook het openen van de toegang van het voetgangersgebied voor een andere dan de ontheffinghouder, wordt als misbruik aangemerkt.

  • 3. Indien sprake is van misbruik van de ontheffing als gevolg waarvan de ontheffing door het college is ingetrokken, zal gedurende het lopende en het daaropvolgende kalenderjaar geen nieuwe ontheffing worden verleend.

  • 4. Bij het intrekken van de ontheffing wordt geen vergoeding aan de ontheffinghouder terug betaald.

Hoofdstuk C. Laden en lossen

Artikel 10. Laad- en lostijden

De in het verkeersbesluit “Instellen voetgangerszone centrum winkelgebied Katwijk aan Zee” vastgestelde laad- en lostijden zijn van toepassing:

  • a.

    maandag tot en met zaterdag van 07.00 uur tot 12.00 uur;

  • b.

    zondag blijft de verzinkbare paal de hele dag omhoog en mag er niet geladen en gelost worden.

Artikel 11. Inrijden en parkeren tijdens laad- en lostijden

  • 1. Tijdens de laad- en lostijden is de voetgangerszone toegankelijk voor motorvoertuigen ten behoeve van laden en lossen, zoals omschreven in artikel 1, onder f, van deze beleidsregels.

  • 2. Tijdens de laad- en lostijden is de voetgangerszone toegankelijk voor motorvoertuigen ten behoeve van het vervoeren van een of meerdere personen naar de locatie van de onderneming/instelling of woning indien de te vervoeren persoon zodanige functiebeperking kent dat een andere vorm van transport dan per motorvoertuig niet aan de orde is.

  • 3. Bezitters van een gehandicaptenparkeerkaart, die zodanig zichtbaar is aangebracht dat de voorzijde ervan buiten het motorvoertuig behoorlijk leesbaar is, mogen tijdens de laad- en lostijden de voetgangerszone in- en uitrijden voor het onmiddellijk in- en uitladen van goederen en/of het laten in- of uitstappen van personen.

  • 4. Parkeren in de voetgangerszone tijden laad en lostijden is nadrukkelijk verboden.

  • 5. Bezitters van een gehandicaptenparkeerkaart, die zodanig zichtbaar is aangebracht dat de voorzijde ervan buiten het motorvoertuig behoorlijk leesbaar is, mogen tijdens de laad- en lostijden voor maximaal 3 uur achtereen parkeren in de voetgangerszone indien zij gebruik maken van een parkeerschijf die duidelijk leesbaar van buitenaf in het motorvoertuig aanwezig is.

Hoofdstuk D. Ontheffingsregels

Artikel 12. Bewoners

  • 1. Ontheffing in de volgende situaties

    • a.

      Aan iedere bewoner die ingeschreven staat in de voetgangerszone en die beschikt over een of meerdere motorvoertuigen met kenteken op eigen naam (of bij overlegging van bewijzen van bijvoorbeeld huur of beschikbaarstelling van een motorvoertuig), kan per motorvoertuig een vaste ontheffing worden verleend voor het in- en uitrijden van de voetgangerszone 24/7 om naar een openbare dan wel eigen parkeerplaats in het gebied te rijden om daar te parkeren en/of om daar te laden en lossen en/of om daar te halen en brengen, en/of

    • b.

      Aan een ieder die in de voetgangerszone beschikt over parkeergelegenheid op eigen grond of in een garage kan voor twee motorvoertuigen per eigen parkeerplaats twee vaste ontheffingen worden verleend voor het in- en uitrijden van de voetgangerszone 24/7 om naar de eigen parkeergelegenheid in het gebied te rijden om daar te parkeren en/of om daar te laden en lossen en/of om daar te halen en brengen.

  • 2. Het maximale aantal ontheffingen per adres, zoals bedoeld in het eerste lid, is gelijk aan het aantal per adres beschikbare parkeerplaatsen op eigen terrein maal twee en/of het aantal op naam van de eigenaar geregistreerde prive-voertuigen.

  • 3. Een ontheffing voor bewoners is voor twee jaar geldig en wordt automatisch telkens met twee jaar verlengd, zolang de bewoner voldoet aan de criteria voor het verkrijgen van de ontheffing. Hiervoor worden leges in rekening gebracht. (zie Artikel 7.7)

  • 4. De in het eerste lid bedoelde ontheffing geldt slechts voor de kortste route en geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in de voetgangerszone, met uitzondering van het parkeren op de eigen parkeergelegenheid en in de daarvoor aangegeven vakken zoals genoemd in artikel 12 lid 1b.

  • 5. Per adres of locatie van een parkeergelegenheid op eigen grond of garage is bepaald voor welke poller een ontheffing wordt verleend. Dit is om het aantal meters dat door de voetgangerszone afgelegd moet worden zoveel mogelijk te beperken. Tevens wordt hiermee het verkeer dat door de Princestraat moet rijden zoveel mogelijk beperkt. In de kaart met nummer PPP2018001(November2018), zoals genoemd in artikel 2, staat per adres aangegeven voor welke poller een ontheffing verleend wordt.

Artikel 13. Ondernemers/instellingen met parkeergelegenheid op eigen grond of in een garage

  • 1. Aan een onderneming of instelling die beschikt over een parkeergelegenheid op eigen grond of in een garage in het voetgangersgebied kan een of meerdere vaste ontheffingen worden verleend voor het in- en uitrijden van de voetgangerszone buiten de venstertijden om naar de eigen parkeergelegenheid te rijden. De gemeente verstrekt maximaal twee ontheffingen per in de voetgangerszone aanwezige eigen parkeerplek waarover het bedrijf beschikt.

  • 2. Een ontheffing voor ondernemers/instellingen is voor twee kalenderjaren geldig en wordt automatisch telkens met twee jaar verlengt, zolang de ondernemer/instelling voldoet aan de criteria voor het verkrijgen van de ontheffing. Hiervoor worden leges in rekening gebracht. (zie Artikel 7.7)

  • 3. De in het eerste lid bedoelde ontheffing geldt slechts voor de kortste route en geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het voetgangersgebied, met uitzondering van het parkeren op de eigen parkeergelegenheid, zoals genoemd in artikel 13 lid 1.

  • 4. Per locatie van de parkeergelegenheid op eigen grond of garage is bepaald voor welke poller een ontheffing wordt verleend. Dit is om het aantal meters dat door de voetgangerszone afgelegd moet worden zoveel mogelijk te beperken. Tevens wordt hiermee het verkeer dat door de Princestraat moet rijden zoveel mogelijk beperkt. In de kaart met nummer PPP2018001(November2018), zoals genoemd in artikel 2, staat per locatie aangegeven voor welke poller een ontheffing verleend wordt.

Artikel 14. Tijdelijke ontheffingen voor bouw-, installatie-, reparatie en verhuisverkeer

  • 1. Een tijdelijke ontheffing voor het in- en uitrijden van de voetgangerszone ten behoeve van het in- en uitladen van gereedschap, apparatuur, materialen e.d. buiten de laad- en lostijden kan worden verleend voor bedrijven die zich bezighouden met bouw-, installatie-, reparatie- of verhuiswerkzaamheden in de voetgangerszone.

  • 2. De aanvrager dient aan te tonen dat:

    • -

      de bouw-, installatie-, reparatie- of verhuiswerkzaamheden niet kunnen plaatsvinden tijdens de laad- en lostijden; en

    • -

      de goederen, gereedschappen of materialen niet op andere wijze of op andere tijden kunnen worden afgeleverd of afgehaald.

  • 3. De in het eerste lid genoemde tijdelijke ontheffing kan worden uitgebreid met een ontheffing voor het parkeren in de voetgangerszone, indien de aanvrager bovendien aantoont dat:

    • -

      de nabijheid van het motorvoertuig noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden; of

    • -

      in redelijkheid niet kan worden verlangd, dat de in het motorvoertuig aanwezige gereedschappen en/of materialen worden uitgeladen.

  • 4. De in dit artikel genoemde ontheffingen worden verleend voor maximaal 5 dagen achtereen.

  • 5. Per aanvragend bedrijf worden de in dit artikel genoemde ontheffingen alleen verleend indien per werklocatie en per voertuig de noodzaak daarvoor kan worden aangetoond.

  • 6. Per adres/werklocatie is bepaald voor welke poller een ontheffing wordt verleend. Dit is om het aantal meters dat door de voetgangerszone afgelegd moet worden zoveel mogelijk te beperken. Tevens wordt hiermee het verkeer dat door de Princestraat moet rijden zoveel mogelijk beperkt. In de kaart met nummer PPP2018001(November2018), zoals genoemd in artikel 2, staat per adres aangegeven voor welke poller een ontheffing verleend wordt.

Artikel 15. Ontheffingen voor evenementen

  • 1. Voor evenementen kunnen ontheffingen afgegeven worden voor het in- en uitrijden van de voetgangerszone buiten de laad- en lostijden. Een ontheffing voor het parkeren van voertuigen in de voetgangerszone wordt alleen verleend als aangetoond kan worden dat dit voor de bedrijfsvoering noodzakelijk is.

  • 2. De in dit artikel genoemde ontheffingen worden verleend voor de duur van het evenement inclusief het op- en afbouwen.

  • 3. Per aanvragend bedrijf worden de in dit artikel genoemde ontheffingen alleen verleend indien per evenementen-/werklocatie en per voertuig de noodzaak daarvoor kan worden aangetoond.

  • 4. Per adres/werklocatie is bepaald voor welke poller een ontheffing wordt verleend. Dit is om het aantal meters dat door de voetgangerszone afgelegd moet worden zoveel mogelijk te beperken. Tevens wordt hiermee het verkeer dat door de Princestraat moet rijden zoveel mogelijk beperkt. In de kaart met nummer PPP2018001(November2018), zoals genoemd in artikel 2, staat per adres aangegeven voor welke poller een ontheffing verleend wordt.

  • 5. Wegens de grote diversiteit aan evenementen die onder andere in tijd, tijdsduur, aard, omvang en impact sterk verschillen is er gedegen maatwerk nodig om de verkeersveiligheid te waarborgen. Per evenement zal daarom per keer een afweging gemaakt worden in het afgeven van ontheffingen.

Artikel 16. Vaste ontheffingen voor bijzondere situaties

  • 1.

    • a.

      Aan gemeentelijke handhavers, wijkbeheerder, servicemedewerkers en storingsdienstmedewerkers voor zover zij een openbare functie uitoefenen, kan een vaste ontheffing worden verleend voor het in- en uitrijden van het voetgangerszone 24/7 uur.

    • b.

      de onder a genoemde diensten zijn duidelijk herkenbaar als gemeentelijke voertuigen.

  • 2. Aan netwerkbeheerders kan een vaste ontheffing worden verleend voor het in- en uitrijden van het voetgangerszone 24/7, ten behoeve van reparatie en onderhoud aan energie- en informatienetwerken in de openbare ruimte in de voetgangerszone.

  • 3. Aan apothekers gevestigd binnen het voetgangersgebied kan een vaste ontheffing worden verleend voor het in- en uitrijden van het voetgangerszone 24/7, ten behoeve van het bezorgen van medicijnen aan bewoners van de voetgangerszone en daarbuiten.

Artikel 17. Hulpdiensten

Hulpdiensten: politie, ambulance (GGD) en brandweer, kunnen 24/7 het voetgangerszone in- en uitrijden indien:

  • de motorvoertuigen worden gebruikt voor de rechtmatige uitoefening van hun functie;

  • het gebruik van het motorvoertuig noodzakelijk is voor de functie-uitoefening.

Artikel 18. Hardheidsclausule

Het college is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze beleidsregels naar hun oordeel tot onaanvaardbare gevolgen voor een betrokkene kan leiden, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze beleidsregels.

Hoofdstuk E. Slotbepalingen

Artikel 19. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking ervan.

Artikel 20. Overgangsbepalingen

Ontheffingen die zijn verleend voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels blijven geldig tot het verstrijken van de termijn waarvoor ze zijn afgegeven, doch uiterlijk tot 20 weken na de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregels.

Artikel 21. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als "Beleidsregels toegang voetgangerszone centrum winkelgebied Katwijk aan Zee".

Toelichting

I. Inleiding

Op 23 februari 2016 hebben Burgemeester en Wethouders het definitief ontwerp van het project Parkeervrije Pleinen en Princestraat vastgesteld. In zijn vergadering van 16 oktober 2016 heeft de gemeenteraad hiervoor (aanvullend) krediet beschikbaar gesteld. De voornaamste uitgangspunten van het ontwerp zijn een aantrekkelijk centrum met:

  • veel ruimte voor wandelend publiek;

  • een goede bereikbaarheid van het centrum met de fiets;

  • een goede bereikbaarheid voor mindervaliden;

  • fietsen gestald op geconcentreerde plekken;

  • meer groen in de Princestraat en op het Andreasplein;

  • een verbeterde bestrating;

  • een autoluw centrum met minder auto’s.

Met het verkeersbesluit “Instellen voetgangerszone centrum winkelgebied Katwijk aan Zee”, is het juridisch kader vastgesteld voor een aantrekkelijker en veiliger kernwinkelgebied. Wel dient het centrum winkelgebied bereikbaar te zijn voor bevoorradingsverkeer, bewoners, hulpdiensten, etc. Daarvoor zijn de beleidsregels toegang voetgangerszone centrum winkelgebied Katwijk aan Zee vastgesteld. In deze beleidsregels wordt beschreven wie, wanneer en hoe ontheffing kan krijgen om het voetgangersgebied in- en uit te rijden. Tevens wordt aangegeven wie tijdens de laad- en lostijden toegang hebben tot het voetgangersgebied.

II. Uitgangspunt en gevolgen van de Beleidsregels toegang voetgangerszone Centrum winkelgebied Katwijk aan zee

Uitgangspunt is een zo selectief mogelijk ontheffingen- en toegangsbeleid, gezien de wens een zo aangenaam en veilig mogelijk verblijfsklimaat in het kernwinkelgebied te creëren en in stand te houden.

De belangrijkste gevolgen van de beleidsregels worden hieronder genoemd.

  • Parkeren in de voetgangerszone is, zowel tijdens als buiten de laad- en lostijden, nooit toegestaan. Dit geldt voor alle categorieën weggebruikers, behalve voor bezitters van een gehandicaptenparkeerkaart. Alleen bouw-, installatie-, reparatie en verhuisverkeer kunnen bij hoge uitzondering een tijdelijke ontheffing krijgen om ten behoeve van de werkzaamheden bij de werklocatie te parkeren.

  • Tijdens de laad- en lostijden mag bevoorradingsverkeer de voetgangerszone in- en uitrijden en mogen consumenten met hun motorvoertuig het voetgangersgebied in- en uitrijden om grotere/volumineuze goederen in- en uit te laden (bijv. televisies, wasmachines, computers etc.). Gekozen is voor ruime laad- en lostijden, teneinde alle ondernemers in de gelegenheid te stellen om binnen die laad- en lostijden hun bedrijven te bevoorraden. Een noodzaak om bedrijven ook buiten de laad- en lostijden een ontheffing te verlenen wordt niet aanwezig geacht. Bedrijven moeten hun bedrijfsvoering aan de (ruime) laad- en lostijden kunnen aanpassen.

  • Alleen tijdens laad- en lostijden mogen bezitters van een gehandicaptenparkeerkaart met hun motorvoertuig de voetgangerszone in- en uitrijden om goederen in- en uit te laden. Voor deze categorie weggebruikers is parkeren in het voetgangersgebied met gebruik van een parkeerschijf toegestaan voor maximaal 3 uur.

  • Maandag t/m zaterdag van 12.00 tot 07.00 uur en zondag de hele dag is het voetgangersgebied niet toegankelijk voor motorvoertuigen; met uitzondering van de hulpdiensten, ontheffingshouders en bedrijven die zich bezighouden met bouw-, installatie-, reparatie- of verhuiswerkzaamheden in de voetgangerszone en daarvoor een tijdelijke ontheffing hebben.

  • Buiten de venstertijden en op zondag is de voetgangerszone alleen toegankelijk voor motorvoertuigen van bewoners met ontheffing of ondernemers met parkeergelegenheid op eigen terrein met een ontheffing, tijdelijke ontheffinghouders en hulpdiensten.

III. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 (definitie e)

Onder laden en lossen wordt verstaan: het onmiddellijk, nadat het voertuig dichtbij de bezorgplaats of ophaalplaats tot stilstand is gebracht, bij voortduring in- en uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht die bezwaarlijk anders dan per motorvoertuig kunnen worden vervoerd, gedurende de tijd die daarvoor nodig is. Met deze formulering is aangesloten bij de jurisprudentie en landelijk toegepaste richtlijnen aangaande het inrichten van een autoluwe binnenstad. Toegevoegd is de zinsnede: "die bezwaarlijk anders dan per motorvoertuig kunnen worden vervoerd". Reden hiervan is dat het doel in de verkeerswetgeving er in is gelegen om de periode van handeling zo kort mogelijk te laten duren om onder andere redenen van vrijheid van verkeer en veiligheid op de weg. In de voetgangerszone is verplaatsing per motorvoertuig als zodanig storend, hinderlijk of schadelijk. Dit betekent dat bij verplaatsing door het gebied met een motorvoertuig sprake moet zijn van een belang dat uitstijgt boven de storing, hinder of schade die de verplaatsing veroorzaakt. Dit is meestal alleen het geval indien de te vervoeren persoon zodanige functiebeperking kent of het goed van zodanig gewicht of omvang is dat een andere vorm van transport dan per motorvoertuig niet aan de orde is. Dit betekent dat tijdens de laad- en lostijden, naast het bevoorraden van de winkels, alleen het ophalen van volumineuze/grotere goederen door consumenten is toegestaan. Verder mag een beperkte groep weggebruikers tijdens laad- en lostijden het voetgangersgebied inrijden (zie artikel 11). Parkeren is alleen toegestaan met ontheffing (artikel 14.3) of voor bezitters van een gehandicaptenparkeerkaart in combinatie met een parkeerschijf.

Artikel 2

Dit artikel geeft een definiëring van de locatie van de voetgangerszone waarvoor de beleidsregels zijn opgesteld.

Artikel 3

Geeft beknopt de doelstelling van het ontheffingenbeleid voor de voetgangerszone weer.

Artikelen 4, 4a, 5, 6, 7 en 8

Deze artikelen geven de bepalingen weer waaraan de aanvraag om ontheffing moet voldoen en gaan in op de procedurele aspecten.

Artikel 9

In dit artikel wordt een aantal gronden voor intrekking of wijziging van de ontheffing genoemd.

Artikel 10

In dit artikel worden de laad- en lostijden aangehaald, zoals deze zijn genoemd in de Nota Parkeervrije Pleinen en Princestraat Katwijk aan Zee en zoals deze zijn vastgesteld in het verkeersbesluit ‘Instellen voetgangerszone centrum winkelgebied Katwijk aan Zee’. Er worden ruime laad- en lostijden toegepast, teneinde alle ondernemers in de gelegenheid te stellen om binnen die laad- en lostijden hun bedrijven te bevoorraden.

Artikel 11

Behalve het reguliere laad- en losverkeer, wordt in dit artikel een aantal categorieën weggebruikers genoemd dat tijdens de laad- en lostijden toegang heeft tot de voetgangerszone om onmiddellijk te laden en lossen of een of meerdere personen naar de locatie van de onderneming/instelling of woning te brengen of op te halen indien de te vervoeren persoon zodanige functiebeperking kent dat een andere vorm van transport dan per motorvoertuig niet aan de orde is. Bezitters van een gehandicaptenparkeerkaart mogen tijdens de laad- en lostijden het voetgangersgebied inrijden voor het onmiddellijk in- en uitladen van goederen, waaronder ook kleinere producten. Voor deze groep is de bepaling over volumineuze goederen niet van toepassing. Parkeren in de voetgangerszone is nooit toegestaan.

Artikel 12

In dit artikel wordt aangegeven dat de in de voetgangerszone ingeschreven bewoners die binnen de voetgangerszone beschikken over parkeergelegenheid op eigen terrein en/of de beschikking over een motorvoertuig hebben een ontheffing kunnen krijgen om buiten de venstertijden het gebied in te rijden voor het bereiken van die parkeergelegenheid, om te parkeren op een openbare parkeergelegenheid en om te laden en lossen bij de woning. Ook personen die buiten het gebied wonen en beschikking hebben over een privéparkeerplek in de voetgangerszone kunnen een vaste ontheffing krijgen. Het beschikken over een motorvoertuig houdt in dat het kenteken op eigen naam moet staan maar het kan ook om een motorvoertuig zijn dat gehuurd is of in bruikleen is gegeven. Hier moeten bewijzen voor worden overgelegd. Het kan hierbij gaan om bijvoorbeeld een auto van de zaak of een vervangende auto van een garagebedrijf.

Artikel 13

Dit artikel geeft aan dat ondernemers die binnen de voetgangerszone beschikken over parkeergelegenheid op eigen terrein twee ontheffingen per privéparkeerplek kunnen krijgen om buiten de venstertijden het gebied in te rijden voor het bereiken van die parkeergelegenheid om daar op de eigen parkeerplek te parkeren.

Artikel 14

Er zijn verschillende soorten verkeer die tijdelijk of incidenteel in de voetgangerszone moeten zijn in verband met bouw-, installatie-, reparatie- of verhuiswerkzaamheden. In eerste instantie moeten betreffende bedrijven trachten de werkzaamheden en/of het in- en uitladen van gereedschappen en materialen tijdens de laad- en lostijden te laten plaatsvinden. Tevens moet worden aangetoond dat gereedschappen, materiaal e.d. met een motorvoertuig moeten worden aan- en afgevoerd.

Ook kan een tijdelijke ontheffing worden verleend om te parkeren in de voetgangerszone, indien de nabijheid van een voertuig noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden en het in- en uitladen van gereedschappen en materiaal op (te) grote praktische problemen stuit.

Artikel 15

Dit artikel geeft aan onder welke voorwaarden er voor evenementen tijdelijke ontheffingen verkregen kunnen worden. Gezien het grote verschil in karakter van de verschillende evenementen zal per evenement een afweging gemaakt moeten worden hoe omgegaan moet worden met de toegankelijkheid van de voetgangerszone voor gemotoriseerd verkeer.

Artikel 16

Dit artikel geeft aan dat een zeer beperkte groep ambtenaren, netwerkbeheerders en de in het gebied gevestigde apotheek onder voorwaarden een vaste ontheffingen kunnen krijgen.

Artikel 17

Hulpdiensten hebben het gehele etmaal toegang tot de voetgangerszone. De motorvoertuigen moeten echter worden gebruikt voor de rechtmatige uitoefening van de functie en het motorvoertuig dient noodzakelijk te zijn voor die functie-uitoefening.

Artikel 18

In bepaalde zeer bijzondere gevallen kan het college afwijken van de beleidsregels. Hiervoor hebben wij een zogenaamde hardheidsclausule opgenomen.

afbeelding binnen de regeling