Regeling aanwenden Reserve Restauratie Monumenten

Geldend van 14-06-2019 t/m heden

Intitulé

Regeling aanwenden Reserve Restauratie Monumenten

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:81 en de Algemene subsidieverordening gemeente Katwijk 2018;

Besluit de raad vast te stellen de volgende regeling:

“Regeling aanwenden Reserve Restauratie Monumenten”.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    monument: zaak die overeenkomstig de bepalingen in artikel 3 van de “Erfgoedverordening gemeente Katwijk” of artikel 3.1 van de Erfgoedwet is aangewezen als beschermd gemeentelijk monument respectievelijk beschermd rijksmonument;

  • b.

    restauratie: het treffen van voorzieningen tot opheffing van (bouwtechnische) gebreken, het normale onderhoud te boven gaand, noodzakelijk voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarden van het monument;

  • c.

    onderhoud: werkzaamheden noodzakelijk om een monument in goede staat te houden c.q. in bestaande staat te behouden en/of om toekomstig groot onderhoud en restauraties te voorkomen of te verminderen. Het gaat hierbij altijd om deels vervangen van onderdelen;

  • d.

    kosten van voorzieningen: de door de raad goedgekeurde kosten van de voorzieningen die het onderhoud of de restauratie van de waardevolle (onder)delen van het monument (conform de redengevende omschrijving) of de constructie van het monument tot doel hebben. Hiertoe behoren niet de werkzaamheden ten behoeve van het gebruik of die gericht zijn op verfraaiing;

  • e.

    subsidieontvanger: de eigenaar van het monument die de kosten van voorzieningen maakt;

  • f.

    Reserve Restauratie Monumenten: gemeentelijke reserve voor de restauratie van de gemeentelijke en rijksmonumenten om onder voorwaarden incidenteel bij te dragen in de kosten van restauratie. In deze regeling verder aangeduid als de “Monumentenreserve”;

  • g.

    Subsidieregeling: door de gemeenteraad vastgestelde regeling, waarin staat omschreven hoe en wanneer de structurele subsidies voor monumenten kunnen worden verleend;

  • h.

    Verordening Stimuleringsleningen monumenten Katwijk: door de gemeenteraad vastgestelde verordening, waarin staat omschreven op welke wijze er een stimuleringslening kan worden aangevraagd bij het SVn;

  • i.

    Monumentenwacht: de stichting Monumentenwacht Zuid-Holland;

  • j.

    SVn: Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten.

Artikel 2. Grondslag en werkingssfeer

  • 1. De raad kan aan de eigenaar van een beschermd monument een financiële bijdrage verlenen in de subsidiabele onderhouds- of restauratiekosten van dat monument.

  • 2. De bijdrage wordt uitsluitend verleend ten behoeve van monumenten welke volgens de Erfgoedverordening gemeente Katwijk of de Erfgoedwet zijn aangewezen en geplaatst op de gemeentelijke of rijksmonumentenlijst en waarbij geldt dat:

    • -

      de reguliere subsidies of leningen van de gemeente, provincie of het rijk aantoonbaar te kort schieten;

    • -

      de bijdrage uit de Monumentenreserve de cofinanciering is waardoor een rijkssubsidie kan worden verkregen voor een rijksmonument;

    • -

      de kosten van de restauratie of het onderhoud dusdanig hoog zijn dat deze redelijkerwijs niet alleen ten laste van de eigenaar kunnen komen. Daarbij kan gedacht worden aan eigenaren zonder vast inkomen (zoals kerken die voor hun inkomsten van anderen afhankelijk zijn) of panden die vanuit hun grootte of specifieke materiaalgebruik kosten moeten maken bij herstel, die vele tienduizenden euro’s bedragen;

    • -

      de monumentale waarden door uitstel van restauratie zo hard achteruitgaan dat snel ingrijpen vervolgschade voorkomt;

    • -

      dat de bijdrage uit de Monumentenreserve het mogelijk maakt het pand een goede herbestemming te geven.

  • 3. In geval van brandschade worden de kosten berekend aan de hand van de kosten van de te treffen voorzieningen minus de bij voldoende dekking uit te keren verzekeringspenningen.

  • 4. De financiële bijdrage wordt alleen verleend als de Monumentenreserve toereikend is.

Artikel 3. Uitsluitingen

  • 1. De bijdrage wordt bij rijksmonumentale woonhuizen pas toegekend nadat de eigenaren van die woonhuizen gebruik hebben gemaakt van de subsidieregeling voor rijksmonumentale woonhuizen en heeft betrekking op het restbedrag van subsidiabele onderhouds- en restauratiekosten dat overblijft na aftrek van de verkregen rijkssubsidie.

  • 2. De bijdrage wordt slechts verstrekt indien:

    • a.

      het monument na afloop van de werkzaamheden zijn monumentale waarden in zowel vorm als materiaal behouden heeft;

    • b.

      voor het treffen van een bepaalde voorziening, binnen 10 jaar voor het tijdstip van indiening van de aanvraag om een bijdrage, voor diezelfde voorziening geen geldelijke steun van overheidswege is verleend.

Artikel 4. De bijdrage

  • 1. De bijdrage bedraagt in alle gevallen maximaal éénderde van de goedgekeurde subsidiabele kosten boven de € 100.000,-, met een maximumbijdrage van € 100.000,-. De subsidieaanvrager is verplicht om eerst een lening af te sluiten via de “Verordening Stimuleringsleningen monumenten Katwijk” bij het SVn waarbij tot € 100.000,- kan worden geleend voor het onderhoud aan/de restauratie van een gemeentelijk monument.

  • 2. Mocht de subsidieaanvrager financieel niet in staat zijn een lening af te sluiten bij het SVn, dan kan aan de raad worden voorgelegd of zij alsnog bereid is een bijdrage van maximaal € 100.000,- te verstrekken.

  • 3. Eigenaren van rijksmonumenten die niet voor de woonhuissubsidie in aanmerking komen dienen subsidie aan te vragen bij de Provincie Zuid-Holland. De eigen bijdrage die overblijft na ontvangst van de rijkssubsidie komt voor éénderde deel in aanmerking voor een bijdrage met een maximumbijdrage van € 100.000,-.

Artikel 5. Subsidieverplichtingen

  • 1. De raad verplicht de ontvanger van de bijdrage onder meer:

    • a.

      de werkzaamheden uit te voeren volgens de voor de werkzaamheden verleende omgevingsvergunning met het aspect monumenten;

    • b.

      aan de door het college met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

      • -

        toegang te verlenen tot het (gebouwde) onroerend goed;

      • -

        inzage te verlenen in de op de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden en tekeningen en deze zonodig te verstrekken;

  • 2. Indien voor de uitvoering van de werkzaamheden een omgevingsvergunning ingevolge de gemeentelijke Erfgoedverordening of de Woningwet is vereist, mag met de uitvoering niet worden begonnen dan nadat de omgevingsvergunning is verleend. Voor de vergunningsvrije ingrepen geldt, dat deze eerst gemeld moeten worden bij de gemeente en dat men pas na toestemming van het college mag beginnen.

Artikel 6. Aanvraagprocedure

  • 1. Een aanvraag om een bijdrage dient door de eigenaar schriftelijk danwel digitaal te worden ingediend bij de raad.

  • 2. Naast het in lid 1 bedoelde aanvraagformulier dient de aanvraag te zijn voorzien van:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten,

    • b.

      een werkomschrijving of bestek,

    • c.

      tekeningen op schaal, tenminste 1:100, aangevende zowel de bestaande als de te maken toestand,

    • d.

      een recent inspectierapport, opgesteld door de Monumentenwacht,

    • e.

      naam en adres van de architect/bouwkundige en de aannemer.

  • 3. Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste en tweede lid stelt de raad de aanvrager in de gelegenheid om binnen vier weken de door hen aan te geven ontbrekende gegevens te overleggen. Indien de gevraagde gegevens niet binnen de gestelde termijn zijn overgelegd, kan de raad besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen.

Artikel 7. Beschikkingsprocedure

  • 1. Met de uitvoering van het werk mag niet eerder worden begonnen dan nadat de vereiste vergunningen zijn verleend of toestemming van het college is verkregen.

  • 2. De raad kan ter uitvoering van deze verordening de overlegging van andere bescheiden vragen.

  • 3. De raad kan ten allen tijden voor en tijdens de uitvoering van de werkzaamheden nadere aanwijzingen geven.

Artikel 8. Uitbetaling bijdrage

  • 1. De raad kan op verzoek van het college een bijdrage in de onderhouds- of restauratiekosten toekennen.

  • 2. Nadat het werk is gereed gemeld en een gespecificeerde eindverantwoording, voorzien van alle rekeningen en betaalbewijzen, is ingediend en goedgekeurd wordt de bijdrage uitbetaald.

  • 3. Uitbetaling van de bijdrage geschiedt door overmaking op een rekening bij een in Nederland gevestigde bankinstelling ten gunste van degene aan wie de bijdrage is verleend.

Artikel 9. Bijzondere bepalingen

De raad kan, op verzoek van het college, indien het een monument betreft en de voorzieningen in het belang van de instandhouding met spoed dienen te worden getroffen een bijdrage toekennen voor het treffen van voorzieningen tot gedeeltelijke opheffing van bouwtechnische gebreken.

Artikel 10. Reserve Restauratie Monumenten

  • 1. De bijdragen kunnen worden toegekend en uitbetaald zolang er in de Reserve Restauratie Monumenten voldoende middelen aanwezig zijn.

  • 2. Aanvragen om een bijdrage worden in volgorde van binnenkomst en ontvankelijkheid afgehandeld.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 14 juni 2019.

  • 2. Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling aanwenden Reserve Restauratie Monumenten”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Katwijk in de vergadering van 23 mei 2019.

De raad voornoemd,

De griffier,

De voorzitter