Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand en artikel 12 van de Wet investeren in jongeren;

Besluit de raad

Vast te stellen de navolgende:

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    WWB: de Wet werk en bijstand;

  • b.

    WIJ: de Wet investeren in jongeren;

  • c.

    IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

  • d.

    IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • e.

    Cliënt: degene die van de gemeente Katwijk een periodieke uitkering ontvangt op grond van de WWB, alsmede degene die behoort tot de personenkring als omschreven in artikel 7, eerste lid, onder a van de WWB. In deze verordening wordt onder cliënt tevens verstaan degene die een periodieke uitkering ontvangt op grond van de IOAW of IOAZ en de jongere als bedoeld in artikel 2 van de WIJ;

  • f.

    Cliëntenpanel: een uit cliënten bestaand orgaan met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening beschreven;

  • g.

    College: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Katwijk.

Artikel 2 Doelstelling

  • 1. Er is binnen de gemeente Katwijk een cliëntenpanel als bedoeld in artikel 47 van de WWB en in artikel 12 van de WIJ, ter behartiging van de cliëntenparticipatie.

  • 2. Met de cliëntenparticipatie wordt beoogd de cliënten meer te betrekken bij de beleidsvoornemens en de uitvoering op het gebied van werk en inkomen.

  • 3. Het cliëntenpanel heeft tot doel om op grond van ervaringsdeskundigheid een adviserende en meedenkende rol te spelen bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid op het gebied van werk en inkomen. Hiermee wordt beoogd een meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van het beleid en van de dienstverlening bij de uitvoering van de WWB, WIJ, IOAW en IOAZ.

Artikel 3 Taken, bevoegdheden, advisering

  • 1. Het cliëntenpanel kan gevraagd en ongevraagd advies geven aan het college over alle onderwerpen die de vorming, de uitvoering, de controle en de evaluatie van het gemeentelijk beleid ten aanzien van cliënten betreffen. De onderwerpen moeten een relatie hebben met de WWB, WIJ, IOAW of IOAZ.

  • 2. Indien het college wil komen tot vorming van nieuw beleid, wijziging of evaluatie van beleid (inclusief uitvoering) zal het cliëntenpanel worden geconsulteerd of in de gelegenheid worden gesteld hierover advies uit te brengen.

  • 3. Aan het cliëntenpanel gevraagde adviezen worden schriftelijk binnen vier weken uitgebracht. In overleg met het college kan eenmaal een verdaging van maximaal vier weken plaatsvinden. In spoedeisende gevallen kan, na toelichting van het spoedeisende karakter, de tijdsduur worden verkort.

  • 4. Het cliëntenpanel kan besluiten een gevraagd advies niet uit te brengen en stelt met opgave van redenen de gemeente hiervan tijdig in kennis.

  • 5. Indien het college afwijkt van het uitgebrachte advies, dan wordt het cliëntenpanel hiervan schriftelijk, met vermelding van reden, in kennis gesteld. Hierbij wordt ook een afschrift van de nota van B & W gevoegd.

  • 6. Het college maakt in de daartoe relevante stukken op herkenbare wijze melding van de door het cliëntenpanel uitgebrachte adviezen, alsmede de reactie daarop.

  • 7. Niet tot de bemoeienis van het cliëntenpanel behoren klachten, bezwaarschriften en andere zaken, die op individuele cliënten betrekking hebben, maar wel de hiervoor gehanteerde procedures, regelingen en richtlijnen. Evenmin horen tot de bemoeienis voorschriften over de uitvoering van wettelijke taken voor zover bij deze uitvoering geen ruimte is gelaten voor gemeentelijk beleid.

Artikel 4 Informatievoorziening

  • 1. Het college voorziet het cliëntenpanel op tijd van informatie die nodig is om de in artikel 3 genoemde taken goed te kunnen uitvoeren.

  • 2. Het college draagt er zorg voor, dat daar waar een advies gevraagd wordt van het cliëntenpanel, dit voorafgaand aan de beslissing gebeurt, tenzij het college van oordeel is dat er zwaarwegende belangen zijn om daarvan af te wijken. In dat geval zal een en ander achteraf aan de orde worden gesteld.

  • 3. Het college kan voor een met name te noemen tijdsduur geheimhouding vragen bij het verstrekken van informatie en het vragen van advies.

Artikel 5 Samenstelling

  • 1. Het cliëntenpanel telt vijf tot acht leden, die allen cliënt zijn.

  • 2. De samenstelling van het cliëntenpanel dient, zoveel als mogelijk is, een redelijke afspiegeling te zijn van het cliëntenbestand.

  • 3. Een kandidaat wordt na het ontstaan van een vacature voorgedragen door het cliëntenpanel. Nadat deze voordracht door het cliëntenpanel is toegelicht, beslist het college over de benoeming.

  • 4. Als de hoedanigheid waaraan een lid zijn aanstelling ontleent eindigt, dan kan deze nog maximaal zes maanden lid zijn, indien dit vanwege de continuïteit gewenst is.

  • 5. Mocht het aantal leden onder de vijf komen, dan blijft het cliëntenpanel als zodanig functioneren. Al het mogelijke dient te worden gedaan om het ledenaantal aan te vullen.

  • 6. Het lidmaatschap is van geen enkele invloed op de behandeling van de cliënt door medewerkers van de gemeente.

Artikel 6 Zittingsduur en schorsing

  • 1.

    De leden van het cliëntenpanel worden benoemd voor een periode van drie jaar. Hierna kunnen zij eenmaal worden herbenoemd. In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de maximale duur van het lidmaatschap van zes jaar, bijvoorbeeld wanneer de continuïteit van de cliëntenparticipatie in gevaar komt.

  • 2.

    Het lidmaatschap eindigt:

• op verzoek van het betreffende lid

• bij uitstroom uit de uitkering dan wel indien artikel 5 lid 4 van toepassing is maximaal 6 maanden daarna

• als de periode verstreken is en het lid niet voor herbenoeming in aanmerking komt

• indien het lid wordt geschorst.

3.Tot schorsing wordt overgegaan:

• indien het lid handelt in strijd met deze verordening

• wanneer het lid herhaaldelijk verzuimt aan vergaderingen deel te nemen

• als het lid spreekt namens het cliëntenpanel zonder machtiging daartoe

• bij het schenden van expliciet afgesproken geheimhouding

• bij herhaaldelijke verstoring van de vergaderorde

• indien het vertrouwen in het functioneren van een lid niet langer voldoende is.

4.Een schorsing kan eerst plaatsvinden nadat het betreffende lid in de gelegenheid is gesteld zich door het college te laten horen.

Artikel 7 Werkwijze en overlegvergadering

  • 1. Ten minste vier maal per jaar vindt een overlegvergadering plaats tussen het college en het cliëntenpanel.

  • 2. De agenda voor een overlegvergadering wordt door het college opgesteld. Het cliëntenpanel heeft de mogelijkheid agendapunten aan te reiken. Dit kan schriftelijk tot twee weken voor de overlegvergadering. Eventueel kunnen tijdens de overlegvergadering agendapunten worden ingebracht. Tijdens de vergadering wordt dan besloten of, hoe en wanneer deze punten behandeld worden.

  • 3. De agenda en bijbehorende stukken ontvangen de leden ten minste tien dagen voor de overlegvergadering.

  • 4. De vergaderingen zijn openbaar, tenzij zich een situatie voordoet als gesteld in artikel 4 lid 3.

Artikel 8 Faciliteiten

  • 1. Het college stelt jaarlijks aan het cliëntenpanel een budget beschikbaar. Het cliëntenpanel vraagt dit jaarlijks aan door middel van het indienen van een aanvraagformulier met bijbehorende begroting conform de algemene subsidieverordening van de gemeente Katwijk.

  • 2. Ter controle van de besteding daarvan zal door het cliëntenpanel jaarlijks inzage worden gegeven in de uitgaven van het cliëntenpanel, in ieder geval door het indienen van een jaarrekening en jaarverslag.

  • 3. Het college stelt vergaderruimte met gebruik van benodigde voorzieningen beschikbaar.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1.

    Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

  • 2.

    In zaken waarin deze verordening niet voorziet, wordt getracht in goed overleg tot overeenstemming te komen. Als dat niet lukt, beslist het college.

  • 3.

    Iedere vier jaar wordt het functioneren van de cliëntenparticipatie geëvalueerd.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ'.

  • 5.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2010.

 

Toelichting algemeen

De Wet werk en bijstand (WWB) schrijft in artikel 47 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat, in het verlengde van die verplichting, een verordening dient te worden opgesteld door de raad. Ingevolge die bepaling is de verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand tot stand gekomen.

Cliëntenparticipatie is niet nieuw geïntroduceerd met de WWB. Onder de Algemene bijstandswet (Abw) bestond ook al cliëntenparticipatie, maar deze hoefde niet met een verordening vorm te worden gegeven. In onze gemeente is cliëntenparticipatie al een aantal jaren geleden gerealiseerd. De Stichting StaandeBij SZW fungeert voor de gemeente als gespreks- en adviespartner (cliëntenpanel). Deze verordening sluit aan bij de onder de Abw ontstane praktijk.

Minimaal dient in de verordening te zijn vastgelegd op welke wijze personen met een algemene uitkering op grond van de WWB, personen die gebruik maken van een voorziening, niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

a.periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers; b. deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden; c. zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

In deze verordening komen deze punten aan bod.

De Wet investeren in jongeren (WIJ) schrijft in artikel 12 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat dit bij verordening moet worden geregeld. Artikel 12 WIJ is op dit punt qua strekking identiek aan artikel 47 WWB. Van de zijde van de regering is op vragen uit de Tweede Kamer opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de verordening cliëntenparticipatie WWB. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan als verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ door het leven gaan. Hierover is met het cliëntenpanel StaandeBij gesproken. Uitkomst is dat het cliëntenpanel in staat en bereid is om deze rol te vervullen. Het panel fungeert voor de gemeente als gespreks- en adviespartner voor de WWB en de WIJ.

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Wet werk en bijstand en/of bestaande regelgeving, die daarop gebaseerd is.

In artikel 7 lid 1 van de WWB staat de doelgroep genoemd. Naast de personen met een bijstandsuitkering behoren hier ook toe de mensen die gebruik maken van een voorziening, zoals bijvoorbeeld gesubsidieerde arbeid, de niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) en de mensen met een uitkering op grond van de Anw. De WWB is nauw verwant aan de IOAW en IOAZ. Het ligt daarom voor de hand om de cliëntenparticipatie voor de WWB, IOAW en IOAZ bij elkaar te voegen, ook al is op grond van de IOAW en IOAZ een verordening niet vereist. Personen met een periodieke uitkering op grond van de IOAW of IOAZ behoren derhalve ook tot het begrip cliënt van deze verordening. In de WIJ staat de doelgroep genoemd in artikel 2.

Artikel 2 Doelstelling

In dit artikel wordt de doelstelling beschreven.

Artikel 3 Taken, bevoegdheden, advisering

In dit artikel wordt beschreven over welk beleid het cliëntenpanel adviseert. Belangrijk is dat het cliëntenpanel ook ongevraagd kan adviseren.

Op herkenbare wijze in het zesde lid houdt in dat het advies van het cliëntenpanel aan B&W plus de reactie daarop van B&W duidelijk terug te vinden moeten zijn in de stukken. De originelen worden bij de stukken gevoegd.

Artikel 4 Informatievoorziening

Van zwaarwegende belangen die naar het oordeel van het college kunnen leiden tot het niet voorafgaand aan een beslissing vragen om een advies van het cliëntenpanel kan bijvoorbeeld sprake zijn wanneer het zal leiden tot een ongewenste vertraging in de dienstverlening aan cliënten. In dat geval zal een en ander achteraf aan de orde worden gesteld.

Geheimhoudingsplicht als bedoeld in het derde lid is in elk geval aan de orde bij overhandiging van en overleg over conceptbeleidsstukken. Omdat beleid pas openbaar wordt na besluitvorming door het college, geldt tot dat moment voor het cliëntenpanel de geheimhoudingsplicht.

Artikel 5 Samenstelling

Omwille van de werkbaarheid is ervoor gekozen het aantal leden beperkt te houden.

De gemeente hecht aan de inbreng op grond van ervaringsdeskundigheid. Vandaar dat de leden van het cliëntenpanel cliënt dienen te zijn. Hierbij wordt gestreefd naar een representatieve afspiegeling van het cliëntenbestand.

Artikel 6 Zittingsduur en schorsing

Een belangrijk uitgangspunt van de WWB en de WIJ is arbeidsreïntegratie. In dit artikel wordt onder meer geregeld dat het lidmaatschap eindigt wanneer het lid geen cliënt meer is. Hierdoor blijft de binding met de doelgroep optimaal gewaarborgd. Om te voorkomen dat leden plotseling wegvallen en het cliëntenpanel haar taak niet meer naar behoren kan uitoefenen, is geregeld dat het lid de functie blijft vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van zes maanden. Deze bepaling is mede van belang om nieuwe leden te kunnen voorbereiden op hun taak.

Artikel 7 Werkwijze en overlegvergadering

In dit artikel is geregeld dat het cliëntenpanel periodiek overleg heeft met de gemeente/het college. Op deze wijze wordt gewaarborgd dat het cliëntenpanel en de gemeente, de laatste zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau, in ieder geval vier keer per jaar bijeen komen voor het voeren van overleg. Wanneer het duidelijk is dat bijeen komen niet zinvol is, kunnen partijen in gezamenlijk overleg besluiten dat het overleg niet plaatsvindt.

In het tweede lid wordt geregeld op welke wijze het cliëntenpanel agendapunten kan aanreiken.

Artikel 8 Faciliteiten

Het cliëntenpanel kan niet functioneren als zij niet beschikt over faciliteiten. Jaarlijks zal dan ook, aan de hand van een begroting, subsidie beschikbaar gesteld worden opdat het cliëntenpanel de haar toebedeelde taken kan uitvoeren.

Artikel 9 Slotbepalingen

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Het eerste lid geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

De verordening cliëntenparticipatie WWB is op grond van artikel 8 Tijdelijke referendumwet referendabel. De datum van inwerkingtreding moet daarom, met in acht name van artikel 22 van de Tijdelijke referendumwet, op ten minste zes weken na datum publicatie gesteld worden.