Verordening lesgeldvoorwaarden gemeentelijke muziekschool

Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Intitulé

VERORDENING LESGELDVOORWAARDEN GEMEENTELIJKE MUZIEKSCHOOL

Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet

besluit de raad vast te stellen de:

VERORDENING LESGELDVOORWAARDEN GEMEENTELIJKE MUZIEKSCHOOL 2001

Artikel 1

Onder de naam van "lesgelden muziekschool" worden de kosten in rekening gebracht voor het volgen van cursussen aan de gemeentelijke muziekschool.

Artikel 2

De in artikel 1 genoemde lesgelden worden in rekening gebracht voor elke leerling, die in het cursusjaar aan de muziekschool staat ingeschreven.

Artikel 3

  • 1. Burgemeester en wethouders schrijven op verzoek alleen de navolgende categorieën van personen in als leerling voor een cursus aan de gemeentelijke muziek­school:

    - zij die in Katwijk feitelijk hoofdverblijf hebben;

    - zij die in Katwijk in het bevolkingsregister staan ingeschreven;

    - minderjarigen wiens (pleeg-)ouders of voogd feitelijk hoofdverblijf in Katwijk hebben;

    - zij die hun financiële verplichtingen over voor­gaande lesjaren ten opzichte van de muziekschool hebben voldaan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel indien:

    - het bepaalde, nader door burgemeester en wethouders aan te wijzen groepen van leerlingen, betreft;

    - toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 4

1. Het lesgeld wordt in rekening gebracht ten aanzien van:

a. een leerling, staande onder de ouderlijke macht,

aan de vader of, indien de ouderlijke macht door de moeder alleen wordt uitgeoefend, aan de moeder;

  • een leerling staande onder de voogdij van zijn vader of moeder, aan degene, die de voogdij uitoefent;

  • een ongehuwde meerderjarige leerling die geacht kan worden niet zelfstandig in zijn onderhoud te kunnen voorzien, aan het hoofd van het gezin waar­toe hij behoort en op wiens kosten die leerling geheel of nagenoeg geheel wordt onderhouden;

d. een deelnemer aan de hafa-cursus, aan de vereniging, die deze deelnemer op de muziekschool heeft laten inschrijven.

2. Pleegouderlijke zorg vervult in dit opzicht de plaats van de ouderlijke macht of de voogdij van de moeder of de vader.

Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg, voor onderhoud van het kind van anderen, als ware het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of het genieten van een vergoeding daarvoor. Mede wordt door de toepassing van de verordening tot pleegouderlijke zorg gerekend, de verzorging door besturen of eigenaren van kindertehuizen en dergelijke inrichtingen.

3. Indien met toepassing van de vorige leden geen lesgeld­plichtige kan worden aangewezen, wordt het lesgeld aan de leerling zelf in rekening gebracht.

Artikel 5

  • 1. Het lesgeldjaar voor de tarieven vermeld onder artikel 6, eerste lid, omvat een periode van twaalf maanden, aanvangende tegelijk met het cursusjaar, te weten 1 oktober van ieder jaar.

  • 2. De lesgeldperiode voor de tarieven vermeld onder artikel 6, tweede lid, omvat een variabel tijdvak, waarin de desbetreffende korte cursus wordt gegeven.

Artikel 6

1. a. Tariefsverhoging conform de algemene begrotingsrichtlijnen worden jaarlijks door Burgemeester en Wethouders vastgesteld.

Het lesgeld bedraagt ( in guldens) per leerling voor het cursusj­aar 2001-2002:

Soort cursus

Leerlingen

lestijd in min. per week

t/m 20 jaar

van 21 jaar

van 22 jaar

van 23 jaar en ouder

Algemene muzikale vorming

en elementaire muziekleer:

zonder instrument dan wel met blokfluit

60

180

194

202

211

Kinderkoor

180

Instrumentale-/ solozanglessen/ koorscholing 1 t/m 5e leerjaar (onderbouw):

in groepen van 6 personen of meer

45

271

300

313

324

in groepen van 4 personen

60

512

558

579

622

in groepen van 2 personen

45

671

748

827

890

individueel

30

726

883

1.051

1.213

Instrumentale lessen 6e t/m 9e leerjaar (bovenbouw):

In groepen van 2 personen

45

962

1.139

1.266

1.361

Individueel

30

1.069

1.265

1.406

1.512

Ensemblelessen voor leerlingen:

die tevens een andere les aan de muziekschool volgen

60

27

27

27

27

die geen andere les aan de muziek­school volgen

60

209

263

263

263

Het lesgeld bedraagt ( in euro's) per leerling voor het cursusj­aar 2001-2002

Soort cursus

Leerlingen

lestijd in min. per week

t/m 20 jaar

van 21 jaar

van 22 jaar

van 23 jaar en ouder

Algemene muzikale vorming

en elementaire muziekleer:

zonder instrument dan wel met blokfluit

60

81

88

91

95

Kinderkoor

81

Instrumentale-/ solozanglessen/ koorscholing 1 t/m 5e leerjaar (onderbouw):

in groepen van 6 personen of meer

45

122

136

142

147

in groepen van 4 personen

60

232

253

262

282

in groepen van 2 personen

45

304

339

375

403

individueel

30

329

400

476

550

Instrumentale lessen 6e t/m 9e leerjaar (bovenbouw):

In groepen van 2 personen

45

436

516

574

617

Individueel

30

485

574

638

686

Ensemblelessen voor leerlingen:

die tevens een andere les aan de muziekschool volgen

60

12

12

12

12

die geen andere les aan de muziekschool volgen

60

94

119

119

119

b. B&W besluiten jaarlijks op advies van de directie van de muziekschool voor welke lesvorm een leerling in aanmerking komt.

c. Slechts op voordracht van de directie van de muziekschool kunnen leerlingen voor een gedeelde les in de bovenbouw, als bedoeld in lid 1.a. in aanmerking komen.

2. a. Het lesgeld per leerling bedraagt voor een korte cursus voor het cursusjaar 2001-2002 maximaal NLG 13,25 (EUR 6,00) per uur conform de algemene begrotingsrichtlijnen wordt jaarlijks de tariefsverhoging door Burgemeester en Wethouders vastgesteld.

  • b. Het totale lesgeld van een korte cursus is afhankelijk van de grootte van de groep en het aantal lessen.

  • c. Bepaalde leerlingen die al les hebben aan de muziekschool kunnen bepaalde lesondersteunende korte cursussen gratis volgen.

  • d. B&W besluiten jaarlijks op advies van de directie van de muziekschool welke bepaalde leerlingen welke bepaalde lesondersteunende cursussen als bedoeld in lid 2c kunnen volgen.

  • 3. Indien de lestijd per week van een cursus regelmatig afwijkt van die, genoemd in het eerste lid, dan wordt het in dit lid genoemde lesgeld voor die cursus evenredig aangepast.

  • 4. Voor de toepassing van lid 1 van dit artikel geldt de leeftijd van de leerling aan het begin van het lesgeldjaar.

  • 5. Burgemeester en wethouders stellen de lesgelden voor leerlingen die op grond van een besluit ex artikel 2a, lid 2 zijn ingeschreven in afwijking van het in deze verordening bepaalde bij afzonderlijk besluit vast.

Artikel 7

1. Indien méér dan één kind beneden de 18 jaar (naar de toestand bij de aanvang van de cursus) uit één gezin gelijktijdig een cursus volgt, wordt het verschuldigde lesgeld verlaagd met:

10% voor het 2e kind;

15% voor het 3e kind;

20% voor het 4e kind en alle volgende kinderen,

met dien verstande dat de hoogste korting wordt toegepast op het lesgeld per cursus van het oudste kind en zo vervolgens.

2. Deze korting geldt niet voor het lesgeld van ensemble­lessen voor leerlingen die tevens een andere les aan de muziekschool volgen.

3. Bij de berekening van de in het eerste lid bedoelde korting worden de kinderen die niet gedurende het hele cursusjaar als leerling ingeschreven staan, de kinderen die deelnemen aan een hafa-cursus en de kinderen die geen andere les aan de muziekschool volgen en deelnemen aan ensemble­lessen of korte cursussen, uitgesloten.

Artikel 8

Voor een leerling die in de loop van het cursusjaar wordt ingeschreven, worden zoveel veertigste gedeelten van het jaarlijks lesgeld in rekening gebracht als er na inschrijving nog lesweken in het cursus­jaar over zijn.

Artikel 9

1. Indien een leerling in de loop van het cursusjaar de school verlaat wegens verhuizing naar elders, of indien een leerling wegens het naar het oordeel van burgemeester en wethouders bijzondere omstandigheden niet of niet meer aan de lessen kan deelnemen, wordt op verzoek van degene, die het lesgeld in rekening is gebracht, voor zoveel veertigste gedeelten van het jaarlijkse lesgeld onthef­fing verleend als er na beëindiging nog lesweken in het cursusjaar over zijn.

2. a. Indien een leerling wegens langdurige ziekte niet of niet meer aan de lessen kan deelnemen, wordt op verzoek van degene die het lesgeld in rekening is gebracht, voor zoveel veertigste gedeel­ten van het jaarlijkse lesgeld ontheffing ver­leend als er weken geen les kan worden gevolgd.

b. Onder langdurige ziekte wordt een periode van ten minste zes aaneengesloten lesweken verstaan.

3. Indien een leerling in één cursusjaar de lessen wegens ziekte van de docent ten minste 5 weken niet kan volgen, wordt het aan lesgelden over dat jaar verschuldigde bedrag verminderd met een bedrag, gebaseerd op de volgende formule:

aantal door ziekte niet gegeven lessen - 4

gedeeld door 40

vermenigvuldigd met het jaarlijks verschuldigd lesgeld

Artikel 10

Het lesgeld wordt door middel van een factuur jaarlijks in rekening gebracht.

Artikel 11

1. De facturen welke zijn berekend overeenkomstig arti­kel 5, eerste lid, zijn invorderbaar in 4 gelijke termijnen vervallende respectievelijk 4, 12, 20 en 28 weken na dagtekening van de factuur, tenzij in de tweede helft van het cursusjaar wordt ingeschreven. In dat geval is de factuur in 2 gelijke termijnen in­vorderbaar vervallende respectievelijk 4 en 12 weken na dagtekening van de factuur.

2. De facturen welke zijn berekend overeenkomstig artikel 5, tweede lid, zijn invorderbaar 4 weken na dagtekening van de factuur.

Artikel 12

Deze voorwaarden kunnen worden aangehaald onder de titel

"Verordening Lesgeldvoorwaarden gemeentelijke muziekschool 2001".

Dat de verordening lesgeldvoorwaarden gemeentelijke muziekschool 2001 in werking treedt op 1 januari 2011.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2010.