Subsidieregeling Lokale vervoersvoorziening

Geldend van 04-07-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2020

Intitulé

Subsidieregeling Lokale vervoersvoorziening

Het college van burgemeester en wethouders (verder: college) stelt deze subsidieregeling vast op basis van artikel 2 van de Algemene subsidieverordening gemeente Katwijk 2018 (verder: de Verordening).

Definities

Gedefinieerde termen hebben in enkelvoud en meervoud overeenkomstige betekenis. De definities zoals vastgelegd in:

  • -

    artikel 1.1.1 Wmo 2015;

  • -

    artikel 1.1 Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;

  • -

    artikel 1 Uitvoeringsregeling Wmo 2015;

  • -

    artikel 1 Algemene subsidieverordening gemeente Katwijk 2018; en

  • -

    artikel 1 Verordening maatschappelijk ondersteuning gemeente Katwijk 2015

zijn onverkort van toepassing. Bij conflicterende definities zijn definities uit een hoger op de voorgaande lijst genoemde regeling leidend.

1. Activiteiten die in aanmerking komen voor subsidie

Opgave en activiteiten

Deze subsidieregeling heeft als doel te komen tot één of meerdere vormen van lokaal vervoer voor inwoners van Katwijk. Deze Lokale vervoersvoorziening dient te voorzien in de sociaal recreatieve lokale vervoersbehoefte van inwoners van Katwijk, het gaat daarbij om inwoners die als gevolg van een lichte beperking geen of slechts beperkt gebruik kunnen maken van eigen vervoer en/of openbaar vervoer. Het voorzien in deze vervoersbehoefte maakt het voor deze inwoners mogelijk om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen en mee te blijven doen aan de samenleving.

De doelstellingen, uitgangspunten en kwaliteitscriteria van de Lokale vervoersvoorziening zijn beschreven in de bijlage 1 “Katwijk mobiel”. In deze bijlage is ook meer in detail de vervoersbehoefte geschetst.

Looptijd

Het college zal gedurende de jaren 2021, 2022, 2023 en 2024 een jaarlijkse subsidie afgeven.

2. Aanvragers die in aanmerking komen voor subsidie

Uitsluitingscriteria

Van aanvragers die aan de volgende uitsluitingscriteria voldoen, weigert het college de aanvraag (artikel 8 lid 3 sub n Verordening):

Nr.

Criterium

Bewijsmiddel

1.

De aanvrager zelf of iemand die lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de aanvrager of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft, is om een van de hierna genoemde redenen veroordeeld bij onherroepelijk vonnis, welk vonnis niet later dan vijf jaar geleden is gewezen of dat expliciet een uitsluitingsperiode bevat die nog steeds van toepassing is:

1. Deelneming aan een criminele organisatie

2. Corruptie

3. Fraude

4. Terroristische misdrijven of strafbare feiten die daarmee verband houden

5. Witwassen van geld of financiering van terrorisme

6. Kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel

Rechtsgeldig ondertekende en geparafeerde eigen verklaring (UEA) (bijlage 3).

2.

De aanvrager heeft niet voldaan aan al zijn verplichtingen met betrekking tot de betaling van belastingen of sociale premies.

Verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen van de belastingdienst niet ouder dan 6 maanden op moment van aanmelding.

3.

De aanvrager heeft verplichtingen op het gebied van sociaal of arbeidsrecht geschonden.

Rechtsgeldig ondertekende en geparafeerde eigen verklaring (UEA) (bijlage 3).

4.

Op de aanvrager is een van de volgende situaties van toepassing:

1. Faillissement

2. Insolventie of liquidatie

3. Een regeling met schuldeisers getroffen

4. Een andere vergelijkbare toestand als beschreven onder 1, 2 of 3

5. Activa worden beheerd door een curator of rechtbank

6. Bedrijfsactiviteiten zijn gestaakt

Uittreksel Handelsregister niet ouder dan 6 maanden op moment van aanmelding OF indien wettelijk niet verplicht: Rechtsgeldig ondertekende en geparafeerde eigen verklaring (UEA) (bijlage 3).

5.

De aanvrager heeft zich schuldig gemaakt aan een ernstige beroepsfout, aantoonbaar te maken op wat voor manier dan ook door de gemeenten.

Rechtsgeldig ondertekende en geparafeerde eigen verklaring (UEA) (bijlage 3).

6.

De aanvrager is zich bewust van enig belangenconflict als gevolg van deelneming aan deze inkoopprocedure (waaronder niet verstaan een marktconsultatie).

Rechtsgeldig ondertekende en geparafeerde eigen verklaring (UEA) (bijlage 3).

7.

Het is de aanvrager overkomen dat een eerdere overeenkomst of subsidiebeschikking met een organisatie (gemeente, zorgkantoor, zorgverzekeraar) heeft geleid tot vroegtijdige beëindiging van die overeenkomst of intrekking van die subsidiebeschikking op basis van een tekortkoming aan de zijde van de aanvrager, tot schadevergoeding of een andere vergelijkbare sanctie.

Rechtsgeldig ondertekende en geparafeerde eigen verklaring (UEA) (bijlage 3).

8.

De aanvrager heeft zich in ernstige mate schuldig gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van informatie die nodig is om te controleren of er geen gronden zijn voor uitsluiting, de aanvrager heeft dergelijke informatie achtergehouden, de aanvrager kan de door het college gevraagde ondersteunende documenten niet onverwijld overleggen en/of de aanvrager heeft getracht het besluitvormingsproces van het college onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die de aanvrager onrechtmatige voordelen bezorgen of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken die een belangrijke invloed kunnen hebben op de beslissing aan de aanvrager een subsidie te verstrekken.

Rechtsgeldig ondertekende en geparafeerde eigen verklaring (UEA) (bijlage 3).

Geschiktheidseisen

Het college weigert de aanvraag (artikel 8 lid 3 sub n Verordening) indien aanvrager niet voldoet aan de volgende geschiktheidseisen:

Nr.

Eis

Bewijsmiddel

1.

De aanvrager is in het bezit van een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering die gebruikelijk is in de branche. Het standaard verzekerd bedrag is EUR 2.500.000,00 per kalenderjaar met minimale dekking per gebeurtenis van EUR 1.000.000,00. De (potentiële) aanvrager is daarmee verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid voor risico’s die voortvloeien uit de uitoefening van zijn taken.

Een kopie van een geldige verzekeringspolis waaruit blijkt dat is voldaan aan de eis.

2.

De Aanvrager (professionele organisatie) geeft aan welke vorm van kwaliteitsmanagement gehanteerd wordt.

Een kopie van een geldig certificaat voor kwaliteitsmanagement of gelijkwaardig bewijsmiddel.

Uitvoeringsvoorwaarden

Van Aanvragers die niet akkoord gaan met de volgende uitvoeringsvoorwaarden, weigert het college de aanvraag (artikel 8 lid 3 sub n Verordening):

Randvoorwaarden

  • 1.

    Samenwerking

    • -

      De subsidie-ontvanger voert zijn activiteiten daar waar wenselijk samen met andere partners uit en pakt deze integraal op. De subsidie-ontvanger werkt daar waar wenselijk domein-overstijgend samen met niet voor de hand liggende partners, zoals de samenwerking tussen de formele en informele zorg of een publieke-private samenwerking.

    • -

      De subsidie-ontvanger neemt een signalerende rol op zich, zodat de kwetsbare inwoners tijdig en op de juiste manier worden ondersteund.

    • -

      In het plan van aanpak bij de aanvraag moet beschreven zijn hoe de samenwerking eruit ziet, wat de rollen zijn en met wie de subsidie-ontvanger samenwerkt bij het uitvoeren van zijn activiteiten.

  • 2.

    Toegankelijkheid

    • -

      De subsidie-ontvanger borgt het onderwerp toegankelijkheid bij het uitvoeren van de activiteiten. Toegankelijkheid is volgens het college een randvoorwaarde voor volwaardige deelname aan de samenleving. Bij de lokale vervoersvoorziening gaat het voornamelijk om fysieke toegankelijkheid.

    • -

      In het plan van aanpak bij de aanvraag moet beschreven zijn hoe de subsidie-ontvanger toegankelijkheid borgt bij het uitvoeren van activiteiten.

Leidende principes

  • 1.

    De inwoner centraal

    • -

      De activiteit moet passend zijn bij- en gericht zijn op de vraag en behoefte van de inwoners van Katwijk. Subsidie-ontvanger sluit aan bij- en maakt gebruik van initiatieven van inwoners en ondersteunt deze.

  • 2.

    Maak gebruik van bestaande infrastructuren

    • -

      Het college vindt het belangrijk dat er aansluiting en verbinding ontstaat met bestaande infrastructuren. Hierbij valt te denken aan reeds bestaande vervoersvormen zoals het Openbaar Vervoer en de Regiotaxi.

    • -

      De subsidie-ontvanger sluit bij het gebruik van ruimtes aan bij plekken waar mensen al bekend mee zijn en waar zij reeds gebruik van maken.

    • -

      In het plan van aanpak bij de aanvraag moet beschreven zijn hoe de subsidie-ontvanger gebruikt maakt van bestaande infrastructuren.

  • 3.

    Preventie en vroegsignalering

    • -

      Subsidie-ontvanger kent de weg en de mogelijkheden naar het wijkteam Katwijk en draagt op die manier bij aan preventie en vroegsignalering.

  • 4.

    Relatie met maatwerkvoorzieningen

    • -

      In het plan van aanpak bij de aanvraag moet beschreven zijn hoe de subsidie-ontvanger contact legt en onderhoudt met het wijkteam en aanbieders.

3. Subsidieplafond

Voor de Lokale vervoersvoorziening stelt het College het plafondbedrag vast op € 753.000 waarbij het volledige subsidiebedrag toegekend zal worden aan één aanbieder.

Dit bedrag is als volgt over de jaarlijkse subsidies verdeeld:

2021: € 186.500

2022: € 156.000

2023: € 195.500

2024: € 215.000

4. Wijze van verdelen van de subsidie

Het college kent de subsidie toe aan de aanvragende partij die getuige het aan te leveren plan van aanpak in hoogste mate bijdraagt aan de gemeentelijke doelstellingen.

De ‘subsidietender’ vertoont grote overeenkomsten met een aanbestedingsprocedure. Omdat de gemeente echter een subsidiebeschikking afgeeft en niet een zogenaamde overheidsopdracht plaatst, is op deze subsidietender de Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing en het college verklaart deze ook niet van toepassing.

5. Aanvragen van een subsidie

Documenten

Het college stelt voor het indienen van aanvragen een formulier vast. Dit formulier is samen met alle genoemde bijlagen digitaal (online) te vinden op www.detoekomstvankatwijk.nl.

In afwijking van artikel 5 Verordening overlegt de subsidie-aanvrager bij zijn aanvraag (het formulier) een plan van aanpak (max. 5 pagina’s A4, excl. inhoudsopgave en afbeeldingen). In dit plan van aanpak moet in ieder geval zijn opgenomen:

  • a)

    een beschrijving van de activiteiten waarvoor de aanvrager de subsidie aanvraagt;

  • b)

    welke doelen en resultaten de aanvrager met deze activiteiten nastreeft en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

  • c)

    hoe de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de uitvoeringsvoorwaarden genoemd in hoofdstuk 2;

  • d)

    hoe en op welke wijze de aanvrager de activiteiten dichtbij inwoners gaat uitvoeren;

  • e)

    een begroting van- en een dekkingsplan voor de kosten van de activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen (zoals bijvoorbeeld bij de provincie) ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan. Minstens gebruikt subsidie-aanvrager Bijlage 4 Inschrijfformulier;

  • f)

    daarnaast overlegt de aanvrager als hij een onderneming is:

    • -

      een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • -

      een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring).

Naast het formulier en een plan van aanpak legt de aanvrager de volgende gegevens over:

  • -

    Een eigen verklaring (UEA) (bijlage 3) waaruit blijkt dat de aanvrager niet voldoet aan de in hoofdstuk 2 genoemde uitsluitingscriteria;

  • -

    Indien wettelijk verplicht, een uittreksel uit het Handelsregister.

  • -

    Verklaring betalingsgedrag nakoming fiscale verplichtingen van de belastingdienst niet ouder dan 6 maanden op moment van aanvraag waaruit blijkt dat de aanvrager aan al zijn fiscale verplichtingen heeft voldaan.

  • -

    Een kopie van een geldige verzekeringspolis beroeps- en bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering die gebruikelijk is in de branche. Het standaard verzekerd bedrag is EUR 2.500.000,00 per kalenderjaar met minimale dekking per gebeurtenis van EUR 1.000.000,00. De aanvrager is daarmee verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid voor risico’s die voortvloeien uit de uitoefening van zijn taken.

  • -

    Een kopie van een geldig certificaat voor kwaliteitsmanagement of gelijkwaardig bewijsmiddel waaruit blijkt dat de aanvrager gedegen kwaliteitsmanagement voert.

De aanvrager kan de gevraagde documenten volgens de op www.detoekomstvankatwijk.nl beschreven werkwijze aanleveren. Aanvragen die het college op een andere manier ontvangt, weigert het.

Termijn voor aanvragen

Voor het aanvragen van subsidie gelden afwijkende termijnen. Aanvragers moeten aanvragen volledig indienen tussen 1 juli 2020, 0:01 uur en 1 oktober 2020, 23.59 uur. Aanvragen die niet volledig zijn of die niet op tijd zijn ingediend, kan het college weigeren.

6. Wijze waarop het college aanvragen beoordeelt

Beoordeling aanvrager

Het college kan aanvragen weigeren op basis van de in artikel 8 Verordening genoemde gevallen.

Het college beoordeelt eerst of de aanvraag compleet en op tijd is ingediend. Is de aanvraag niet compleet of op tijd ingediend, dan kan het college de aanvraag weigeren.

Het college beoordeelt daarna of de aanvrager niet aan één van de in hoofdstuk 2 genoemde uitsluitingscriteria voldoet. Voldoet de aanvrager aan één van de uitsluitingscriteria, dan weigert het college de aanvraag.

Het college beoordeelt voorts of de aanvrager aan alle in hoofdstuk 2 genoemde geschiktheidseisen voldoet. Voldoet de aanvrager niet aan één van de geschiktheidseisen, dan weigert het college uw aanvraag.

Beoordeling aanvraag

Volledig en tijdig ingediende aanvragen van geschikte aanvragers beoordeelt het college als volgt.

Een beoordelingscommissie van minimaal twee inhoudelijk betrokken beleidsmedewerkers van het Cluster Beleid Sociale Leefomgeving beoordeelt de aanvragen onder voorzitterschap van het Team Inkoop (dat niet mee beoordeelt).

De beoordelingscommissie beoordeelt op basis van het plan van aanpak de volgende onderdelen:

SG2 Onderdeel Kwaliteit

Maximaal aantal punten

Beschrijving van de manier waarop en de mate waarin de activiteiten tegemoetkomen aan de lokale vervoersbehoefte van de doelgroep.

30 punten

Beschrijving hoe opgegeven activiteiten bijdragen aan de doelen en uitgangspunten zoals beschreven in de bijlage “Katwijk mobiel”.

30 punten

Beschrijving hoe opgegeven activiteiten voldoen aan de door vertegenwoordigers van de doelgroep geformuleerde kwaliteitseisen.

20 punten

Beschrijving hoe de aanvrager de activiteiten zo dicht mogelijk aanbiedt bij de inwoners

20 punten

Totaal:

100 punten

De beoordeling vindt plaats op basis van de volgende criteria:

  • -

    Bereik doelgroep;

  • -

    Samenwerking met relevante partners;

  • -

    Synergie en integraliteit;

  • -

    Concreetheid te verwachte resultaat.

De leden van de beoordelingscommissie beoordelen de genoemde onderdelen op basis van de genoemde criteria eerst afzonderlijk van elkaar. Elk lid geeft dus eerst individueel een score aan een onderdeel op basis van de genoemde criteria. De beoordeling is absoluut, wat betekent dat (leden van) de beoordelingscommissie aanvragen niet ten opzichte van elkaar beoordelen. Als de leden van de beoordelingscommissie individuele oordelen hebben afgegeven, komen zij daarna in de beoordelingscommissie op basis van consensus tot een eindoordeel per onderdeel.

De beoordelingscommissie maakt gebruik van onderstaande tabel om tot een score te komen:

Weging

Uitleg

% van het maximaal te behalen punten

Uitstekend

Naar het oordeel van de beoordelaar heeft de aanvrager een uitstekend inhoudelijk relevant, toepasselijk en volledig antwoord gegeven in relatie tot de beschreven beoordelingsaspecten bij het betreffende criterium en het beoogde resultaat. Het antwoord is SMART omschreven en voldoet aan de randvoorwaarden en leidende principes beschreven in hoofdstuk 2.

100%

Goed

Naar het oordeel van de beoordelaar heeft de aanvrager een goed inhoudelijk relevant, toepasselijk en volledig antwoord gegeven in relatie tot de beschreven beoordelingsaspecten bij het betreffende criterium en het beoogde resultaat. Het antwoord is SMART omschreven en voldoet aan de randvoorwaarden en leidende principes beschreven in hoofdstuk 2.

80%

Voldoende

Naar het oordeel van de beoordelaar heeft de aanvrager een voldoende inhoudelijk relevant, toepasselijk en volledig antwoord gegeven in relatie tot de beschreven beoordelingsaspecten bij het betreffende criterium en het beoogde resultaat.

Het antwoord is SMART omschreven en voldoet niet volledig aan de randvoorwaarden en leidende principes beschreven in hoofdstuk 2. Er is op enkele punten nog verbetering nodig.

60%

Matig

Naar het oordeel van de beoordelaar heeft de aanvrager een matig inhoudelijk relevant, niet volledig toepasselijk en op enkele punten onvolledig antwoord gegeven in relatie tot de beschreven beoordelingsaspecten bij het betreffende criterium en het beoogde resultaat. Het antwoord is niet SMART omschreven en/of voldoet op meerdere punten niet aan de randvoorwaarden en leidende principes beschreven in hoofdstuk 2.

40%

Onvoldoende

Aanvrager geeft naar het oordeel van de beoordelaar onvoldoende of geen inhoudelijk antwoord in relatie tot de beschreven beoordelingsaspecten bij het betreffende criterium en het beoogde resultaat of heeft de vraag in zijn geheel overgeslagen.

Het college weigert de aanvraag.

De beoordelingscommissie rangschikt hierna de beoordeelde aanvragen. Het geeft daarna advies aan het college om aanvragen overeenkomstig te honoreren. Als aanvragen gelijk eindigen in de rangschikking dan voert de beoordelingscommissie onder toezicht van de Team Inkoop een loting uit om het aantal te honoreren aanvragen terug te brengen tot één.

Besluitvorming

Het college kan in zijn besluitvorming op de gedane aanvragen alleen gemotiveerd van het advies van de beoordelingscommissie afwijken. Het college streeft ernaar uiterlijk op 30 oktober 2020 op de aanvragen te beslissen.

7. Wijze waarop het college de subsidie uitbetaalt

Het college verleent een subsidie via een beschikking op de aanvraag. In de verleningsbeschikking bepaalt het college of het een voorschot uitbetaalt. In de verleningsbeschikking kan het college aanvullende voorwaarden opnemen over verantwoording. In de verleningsbeschikking is opgenomen wanneer de subsidie-ontvanger een aanvraag tot vaststelling indient.

Met de verleningsbeschikking wordt eveneens een uitvoeringsovereenkomst opgesteld. In deze uitvoeringsovereenkomst worden op basis van het plan van aanpak van de aanvrager nadere afspraken gemaakt over de door de aanvrager te ontplooien activiteiten. In deze overeenkomst zullen indien noodzakelijk bepalingen rondom privacy en security worden opgenomen, die als dan in overeenstemming met de Algemene Verordening Gegevensbescherming in een verwerkersovereenkomst worden vastgelegd. Ook zullen indien noodzakelijk bepalingen rondom duurzaamheid worden opgenomen. De uitvoeringsovereenkomst en de subsidiebeschikking zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en kunnen niet los van elkaar gelezen worden.

8. Verantwoording

Naast de in artikel 10, 12, 13 en 14 Verordening en (mogelijk) in de subsidiebeschikking opgenomen verantwoordingsverplichtingen, geldt het volgende.

Subsidie-ontvanger heeft periodiek een ‘tellen en vertellen’ gesprek met de accounthouder van de gemeente om de voortgang en effecten te bespreken.

Binnen 4 weken na elk kwartaal levert Subsidie-ontvanger een rapportage op.

Evaluatiegesprekken worden op uitvoerend-, management- en bestuurlijk niveau gevoerd.

Eén keer per jaar wordt een klanttevredenheidsonderzoek en een stakeholdersbijeenkomst gehouden om effecten en werkwijze te evalueren.

9. Slotbepalingen

Vragen

Zijn er nog vragen over deze subsidietender of de bijlagen dan kunnen deze worden gesteld door middel van het invullen van bijgaand vragenformulier (Bijlage 5 Vragen). Er is voor deze procedure één vragenronde gepland. Dit betekent dat van aanvrager een proactieve en zorgvuldige houding wordt verwacht.

Vragen worden bij voorkeur vroegtijdig doch uiterlijk op 31 juli 2020 om 23:59 uur via inkoop@katwijk.nl ingediend met verwijzing naar document en paragraaf en waar mogelijk met motivering/toelichting. De gemeente zal de geanonimiseerde vragen zo spoedig mogelijk doch uiterlijk op 14 augustus 2020 beantwoorden in de nota van inlichtingen, die gepubliceerd wordt op www.detoekomstvankatwijk.nl.

Aanvrager heeft de mogelijkheid voor de nota van inlichtingen vragen over en/of tekstvoorstellen voor wijziging van documenten met motivering in te dienen. Gemeente behoudt zich het recht voor om tekstvoorstellen al dan niet aangepast over te nemen. De documenten worden als bijlage bij de nota van inlichtingen gevoegd.

Eventuele wijzigingen en aanvullingen op de documenten in de nota van inlichtingen dient de aanvrager onvoorwaardelijk te accepteren. Deze wijzigingen en aanvullingen gaan voor in rangorde op de bepalingen in deze subsidietender.

Combinatievorming en onderaannemerschap

Combinatie

De situatie kan zich voordoen dat een aanvrager niet zelfstandig de te subsidiëren activiteiten kan of wil uitvoeren. Het college beoordeelt een combinatie van twee of meer aanvragers die een aanvraag indienen als één aanvrager. De combinatie dient daarom een zogenaamde penvoerder te hebben die door de andere leden van de combinatie onherroepelijk en onvoorwaardelijk is gemachtigd hen te vertegenwoordigen. Het vormen van een combinatie ná het ontvangen van een verlenings- of vaststellingsbeschikking is alleen mogelijk met schriftelijke goedkeuring van het college. Wanneer aanvragers als combinatie een aanvraag indienen, dienen alle leden van de combinatie afzonderlijk een eigen verklaring (UEA) (bijlage 1) over te leggen.

Hoofdaannemer

Een hoofdaannemer kan een aanvraag indienen met onderaannemers. Als een aanvrager een aanvraag indient als hoofdaannemer dient deze de onderaannemers bekend te maken op zijn eigen verklaring (UEA) (bijlage 3). Het inzetten van onderaannemers ná het ontvangen van een verlenings- of vaststellingsbeschikking is alleen mogelijk met schriftelijke goedkeuring van het college. Wanneer een hoofdaannemer een aanvraag indient met onderaannemers, dient de hoofdaannemer alle gevraagde documenten en bewijsstukken aan te kunnen leveren zoals beschreven in deze subsidieregeling. Het college kan onderaannemers weigeren.

Bijlage 1: Katwijk mobiel

Sociaal recreatief vervoer in Katwijk

juni 2020

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De gemeente Katwijk heeft besloten tot een nieuwe invulling van het lokale sociaal recreatieve vervoer te komen, dit als aanvulling op het reeds bestaande regionale vervoer in de vorm van de Regiotaxi.

1.2 Doel

In dit document schetsen we de huidige inrichting van het sociaal recreatieve vervoer en schetsen we als referentiekader een mogelijke vorm, inhoud en omvang van de gevraagde dienstverlening.

2 Het huidige sociaal recreatieve vervoer in Katwijk

Valys

Dit is het door het ministerie VWS ingekochte bovenregionale vervoer. Het sluit aan op regionale vervoer zoals georganiseerd in de vorm van de Regiotaxi. De gemeente draagt geen verantwoordelijkheid voor Valys.

Regiotaxi

Het regionale sociaal recreatieve Wmo-vervoer is regionaal ingekocht door de GR Holland Rijnland, de ingekochte dienstverlening heet Regiotaxi. De regiotaxi richt zich primair op het regionale sociaal recreatieve vervoer, ook lokale ritten worden echter uitgevoerd met de Regiotaxi. Inwoners kunnen via het Wmo-loket een indicatie krijgen en zijn met die indicatie gerechtigd om gebruik te maken van de regiotaxi. Er wordt een eigen bijdrage gehanteerd voor het gebruik van de regiotaxi. De indicatie bevat een maximum aan af te leggen zones per jaar. De regiotaxi vervoert reizigers over een afstand van maximaal 5 zones, als een reiziger een grotere afstand wil afleggen dan betaalt die reiziger voor die extra zones een hoger tarief. De regiotaxi is uitsluitend bedoeld voor sociaal recreatief gebruik, tegelijkertijd is de constatering dat de regiotaxi met enige regelmaat gebruikt wordt voor vervoer naar en van dagbesteding en voor bezoek aan ziekenhuizen.

Er zijn momenteel ca. 2.100 inwoners van Katwijk met een indicatie voor de Regiotaxi. Ongeveer de helft daarvan maakt ook echt gebruik van de dienstverlening en daar de helft van (ca. 300) reist zeer regelmatig. Er worden ca. 1.500 ritten per maand gemaakt. Jaarlijkse kosten voor de regiotaxi bedragen ca. € 280.000 (netto, de eigen bijdrage die reizigers betalen is al verrekend). Genoemd bedrag betreft het jaar 2018.

Belbus

De Belbus was tot 1 september 2019 de voorziening voor het lokale sociaal recreatieve vervoer. Inwoners konden via het Wmo-loket een indicatie krijgen en waren met die indicatie gerechtigd om gebruik te maken van de Belbus. In de Belbus konden geen rolstoelen of scootmobielen meegenomen worden, daarmee was de Belbus alleen geschikt voor reizigers met een lichte beperking. Bij een meer dan lichte beperking werd meesttijds een indicatie voor de Regiotaxi afgegeven.

Er waren ca. 2.000 inwoners van Katwijk met een indicatie voor de Belbus. Er werden ca. 3.600 ritten per maand gemaakt. 80% van de ritten begon en eindigde binnen de gemeente Katwijk, 20% had een bestemming of herkomst buiten de gemeente. Die 20% betrof ritten naar een beperkt aantal instellingen/adressen in de regio. Jaarlijkse kosten voor de Belbus op basis van de realisatie van de 1e helft van 2019 bedragen ca. € 350.000 (netto, de eigen bijdrage die reizigers betalen was hierin al verrekend).

3 Sociaal recreatief vervoer

3.1 Doelstelling

Collectief sociaal recreatief vervoer is één van de instrumenten die ingezet worden in het kader van de Wmo. In basis is het doel dan ook om burgers te helpen zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en deel kunnen nemen aan de maatschappij.

Met de Regiotaxi voert de gemeente Katwijk haar wettelijke taak uit, aansluitend daarop heeft de gemeente de wens om een voorziening in het leven te roepen die specifiek op de lokale vervoersbehoefte gericht is. Dit wordt gedaan om zo veel als mogelijk maatwerk te kunnen bieden in het beantwoorden van vervoersvragen. Lokaal vervoer in deze betekent vervoer binnen de gemeentegrenzen.

3.2 Uitgangspunten

Het sociaal recreatief vervoer kent een aantal uitgangspunten.

3.2.1 Inhoudelijk

  • -

    Het sociaal recreatieve vervoer kent lokale- en regionale componenten;

  • -

    Vervoer is laagdrempelig en minst stigmatiserend;

  • -

    Er zijn meerdere vervoersvormen beschikbaar, deze vervoersvormen hebben ieder hun eigen kenmerken. Er valt hiermee ook echt iets te kiezen afhankelijk van de vervoersvraag;

  • -

    De inwoner en gemeente bekijken samen welke vervoersvorm het beste past bij de vervoersvraag van de inwoner, de gemeente beslist en doet indien nodig een toekenning in de vorm van een indicatie.

3.2.2 Financieel

  • -

    De kosten die het geheel van collectief sociaal recreatief vervoer met zich meebrengt passen binnen het gemeentelijke financieel kader;

  • -

    De kosten die gemoeid zijn met de verschillende vervoersvormen sluiten aan bij het kwaliteitsniveau en de specifieke kenmerken;

  • -

    Er wordt een financiële bijdrage gevraagd aan de reiziger.

3.3 De vervoersbehoefte

Op hoofdlijn ziet de behoefte aan sociaal recreatief vervoer er als volgt uit1:

  • 2.220 ritten per maand regionaal2;

  • 2.880 ritten per maand lokaal3.

Om tot in detail zicht te geven op de hoeveelheid ritten en de ritpatronen van het lokale vervoer zijn als bijlage databestanden toegevoegd. Deze databestanden bevatten alle ritgegevens van 10 maanden in het jaar 2018. Er is gekozen voor dat jaar omdat dat het laatste jaar is waarin de Belbus gedurende het hele jaar operationeel was. De databestanden hebben een xls formaat.

3.4 Uitwerking

3.4.1 Kwaliteitscriteria

Deze kwaliteitscriteria zijn opgesteld in een aantal bijeenkomsten met vertegenwoordigers van reizigers, er is gesproken met P-raad en een aantal ouderenbonden. Er wordt grote waarde gehecht aan deze criteria. Een aantal criteria dient gelezen te worden als gewenst minimale niveau van dienstverlening (vb de bedrijfstijden van het Callcenter), andere dienen gelezen te worden als richtlijn/ambitie (vb de mate van levensreddende handelingen waarover de chauffeur beschikt, de vriendelijkheid en behulpzaamheid van een chauffeur).

Aspect

Criteria/kwaliteitsnormen

Planning

Gericht op planbare activiteiten.

Niet op calamiteiten gericht, aanmelden in geval van calamiteit moet echter wel mogelijk zijn.

Een rit wordt in de regel minimaal 24 uur van te voren aangevraagd.

Aanvragen kan telefonisch en per App.

Callcenter bereikbaar maandag t/m vrijdag van 8 tot 12.

Planning is flexibel en gebeurt door menselijke tussenkomst, geen geautomatiseerde planning.

Verzorgingsgebied

Focus op de lokale vervoersbehoefte, binnen de gemeentegrenzen.

Bedrijfstijden vervoer minimaal

Maandag t/m vrijdag van 09:00 tot 19:00.

Zaterdag tussen 09:00 en 17:00.

Zondag tussen 10:00 en 16:00

Chauffeur

Beheerst de Nederlandse taal in voldoende mate.

Beschikt over VOG.

Kan reanimeren en/of in bezit van geldig EHBO-certificaat.

Vriendelijk en behulpzaam.

Fit, vitaal en goede rijvaardigheden.

Rijbewijs voor het betreffende vervoersmiddel.

Actuele kennis van de fysieke kaart van Katwijk.

Representatief in kleding en voorkomen.

Flexibel in taakopvatting, zorgt ook voor hygiëne in het voertuig.

Voertuig

Beenruimte is afdoende.

Herkenbaar als onderdeel van het collectief vervoer Katwijk.

Accuratesse

Kwartier vóór en kwartier na gepland vertrek als bandbreedte.

Mogelijkheid tot uitzondering in bijzondere gevallen.

Reistijden

Rit van 15 minuten (snelste route) mag maximaal 25 minuten duren.

Langere ritten komen weinig voor, “omrij-tijd” mag verhoudingsgewijs minder lang duren.

3.4.2 Ter referentie: mogelijke inrichting van de lokale vervoersvoorziening

Binnen de Katwijkse samenleving is een beeld ontstaan over hoe de lokale vervoersvoorziening eruit zou kunnen zien. Dit beeld dient als referentiekader gebruikt worden in het uitwerken van de plannen voor de lokale vervoersvoorziening. Hoewel de gemeente als opdrachtgever waarde hecht aan dit referentiekader staan de doelstellingen en uitgangspunten centraal. Daarmee wordt bedoeld dat indien het bereiken van doelen en uitgangspunten erom vraagt tot een andere inrichting van het lokale vervoer te komen het toegestaan is af te wijken van het referentiekader.

Katwijk rijdt

Deze vraagafhankelijke vervoersvorm is de meest directe vervanging van de belbus. Het bestaat uit kleine elektrische voertuigen die worden ingezet om reizigers van deur tot deur te vervoeren. Deze ritten kunnen gecombineerd worden indien vervoerspatronen dat mogelijk maken, daarmee zullen regelmatig meerdere reizigers tegelijkertijd van het voertuig gebruik maken.

De voertuigen zijn geschikt voor de openbare weg en kunnen 4 personen vervoeren, inclusief chauffeur. In een aantal Nederlandse gemeenten is intussen ervaring opgedaan met deze voertuigen, deze ervaringen zijn zeer positief. Voorbeelden zijn Dordrecht4, Midden Delfland en Alphen a/d Rijn.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 3.4.2a Wijkhopper in actie in Dordrecht.

Toegang tot Katwijk rijdt vindt plaats door het afgeven van een indicatie. Dit is een indicatie voor mensen met een lichte beperking, feitelijk de indicatie waarmee reizigers voorheen toegang tot de Belbus kregen.

Katwijk rijdt mee

Onder de naam ANWB Automaatje5 is in een groot aantal Nederlandse gemeenten intussen deze voorziening in het leven geroepen. Met ANWB AutoMaatje vervoeren vrijwilligers met gebruik van hun eigen auto hun minder mobiele plaatsgenoten tegen een onkostenvergoeding van € 0,30 per kilometer. Doordat de ANWB kennis, software, begeleiding, training en materiaal gratis beschikbaar stelt, kunnen gemeenten snel en zonder grote investeringen deze vervoerservice opzetten. Mensen zo lang mogelijk mobiel houden en laten deelnemen aan het sociaal maatschappelijk verkeer is de reden dat de ANWB deze vervoerservice heeft opgezet, dit sluit (niet toevallig) naadloos aan bij de doelstelling van de Wmo. Het initiatief is lokaal georganiseerd en heeft geen winstoogmerk.

Hoewel deze voorziening nu genoemd staat in het kader van het vervangen van de Belbus en dus primair tot doel heeft lokaal vervoer te bieden, is het natuurlijk niet uitgesloten dat er (boven)regionale ritten gemaakt gaan worden. Dat hangt volledig af van de bereidheid die de vrijwilligers daartoe hebben.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 3.4.2b Start van ANWB-automaatje in regio-gemeente.

Katwijk rijdt mee is toegankelijk voor alle inwoners van Katwijk, er is geen sprake van indicaties.

Katwijk fietst

Onder de naam Fietsmaatjes is in een aantal Nederlandse gemeenten een concept uitgerold. Stichting Fietsmaatjes Nederland6 heeft dit concept ontworpen en helpt daar waar lokaal de wens is tot uitrol te komen. Fietsmaatjes is er voor mensen die er graag op uit gaan met de fiets maar dit door een beperking niet meer zelfstandig kunnen, in het concept worden deze mensen “gasten” genoemd. Deze gasten worden gekoppeld aan een vrijwilliger. Samen maken de gast en vrijwilliger fietstochten op een duofiets. Door Fietsmaatjes hebben de gasten meer sociale contacten, zijn gasten vaker buiten, en zijn ze meer in beweging. Samen lekker fietsen en genieten.

Relevant hierin is dat binnen de gemeentegrenzen van Katwijk al meerdere duofietsen aanwezig zijn. Deze duofietsen zijn eigendom van een aantal zorginstellingen en worden tot nu toe voornamelijk gebruikt ten behoeve van de cliënten van die zorginstellingen.

Katwijk fietst is toegankelijk voor alle inwoners van Katwijk, er is geen sprake van indicaties.

3.4.3 Inzet van personele capaciteit ten behoeve van de lokale vervoersvoorziening

De beschikbare financiële ruimte voor de lokale vervoersvoorziening is slechts toereikend indien op innovatieve wijze invulling wordt gegeven aan de voorziening. Dat betekent dat ook zeer kritisch gekeken moet worden naar de personele inzet: inzet van bijvoorbeeld vrijwilligers, werkzoekenden en statushouders dient een serieuze plek te krijgen in het geheel.

Bijlage 2: ritten Belbus 2018

Voor de tabellen, zie externe bijlage.

Bijlage 3: Eigen verklaring (UEA)

zie ook: https://www.pianoo.nl/nl/regelgeving/aanbestedingswet/uniform-europees-aanbestedingsdocument/interactieve-pdf-uniform#downloaden

Bijlage 4: Inschrijfformulier

Naam organisatie:

Naam rechtsgeldige inschrijver:

Kenmerk:

Datum:

Handtekening

VOLG NR

OMSCHRIJVING

EENHEID

PRIJS PER EENHEID

HOEVEELHEID 2021

HOEVEELHEID 2022

HOEVEELHEID 2023

HOEVEELHEID 2024

TOTAAL BEDRAG IN EURO

Indirecte/vaste kosten

1

st

€ -

2

st

€ -

3

st

€ -

4

st

€ -

5

st

€ -

6

st

€ -

7

st

€ -

8

st

€ -

9

st

€ -

14

st

€ -

15

€ -

Directe/variabele vervoerskosten

16

rit

€ -

17

rit

€ -

18

rit

€ -

19

rit

€ -

20

rit

€ -

21

rit

€ -

22

rit

€ -

23

rit

€ -

24

rit

€ -

Subsidies/vergoedingen elders aangevraagd

25

st

€ -

26

st

€ -

Eigen bijdrage reizigers

27

rit

€ -

28

rit

€ -

29

rit

€ -

30

rit

€ -

Totaal

€ 0,00

Bijlage 5: Vragen

afbeelding binnen de regeling


Noot
1

Gebaseerd op data-analyse van de gerealiseerde ritten van Regiotaxi en Belbus in 2018. Het gebruikte databestand betreft de ritten gedurende 10 maanden in 2018. Het databestand is als Bijlage 2 ritten Belbus 2018 toegevoegd.

Noot
2

1.500 Regiotaxiritten + de regionale ritten in de belbus (= 20% van 3.600)

Noot
3

De lokale ritten in de Belbus (= 80% van 3.600)