Regeling vervallen per 08-03-2013

Verordening handhaving Wet werk en bijstand, Wet investeren in jongeren, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

Geldend van 01-01-2011 t/m 07-03-2013

Intitulé

Verordening handhaving Wet werk en bijstand, Wet investeren in jongeren, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

Gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand, artikel 12, eerste lid, onderdeel c van de Wet investeren in  jongeren, artikel 35, eerste lid, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35, eerste lid, onderdeel c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

 Besluit de raad

 

Vast te stellen de navolgende:

 

Verordening handhaving Wet werk en bijstand, Wet investeren in jongeren, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de wet: de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);

  • b.

    college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Katwijk;

  • c.

    bijstand: de bijstand zoals genoemd onder artikel 5 onder b van de Wet werk en bijstand, de inkomensvoorziening zoals genoemd onder artikel 24 van de Wet investeren in jongeren, de uitkering zoals genoemd onder artikel 5, eerste lid van de Wet inkomensvoorziening gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de uitkering zoals genoemd onder artikel 5, eerste lid van de Wet inkomensvoorziening gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • d.

    maatregelenverordening: de verordening gebaseerd op artikel 8 lid 1 onder b van de Wet werk en bijstand, de verordening gebaseerd op artikel 12, lid 1 onder b van de Wet investeren in jongeren, de verordening gebaseerd op artikel 35, lid 1 onder b van de Wet inkomensvoorziening gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de verordening gebaseerd op artikel 35, lid 1 onder b van de Wet inkomensvoorziening gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

Artikel 2 Beleidsplan handhaving

Het college draagt in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet periodiek zorg voor een beleidsplan handhaving.

Artikel 3 Onderwerpen beleidsplan

Het beleidsplan als genoemd in artikel 2 besteedt in ieder geval aandacht aan:

  • a.

    de visie van de gemeente op handhaving;

  • b.

    het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet (preventie);

  • c.

    het opsporen en aanpakken van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet (repressie).

Artikel 4 Afstemming en terugvordering

  • 1. Bij ten onrechte ontvangen bijstand ten gevolge van het schenden van de inlichtingenplicht alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet verlaagt het college de bijstand, conform hetgeen hierover is bepaald in de maatregelenverordening.

  • 2. Terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand vindt plaats overeenkomstig de wet en de beleidsregels terugvordering.

Artikel 5 Uitvoering

  • 1. De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

  • 2. Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Verordening handhaving WWB, WIJ, IOAW en IOAZ'.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 2010

Toelichting algemeen

De Wet werk en bijstand (WWB) schrijft in artikel 8a voor dat in het kader van het financiële beheer bij verordening regels dienen te worden opgesteld voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB. Ingevolge die bepaling is de verordening handhaving WWB tot stand gekomen.

Afgezien van de korte bepaling van artikel 8a van de wet, zijn er geen nadere aanduidingen over wat nu precies in de verordening geregeld moet worden. De raad stelt derhalve in deze verordening de regels voor het gemeentelijk handhavingsbeleid op hoofdlijnen vast. Het college krijgt daarmee de mogelijkheid om nadere invulling te geven aan de verordening in de vorm van een beleidsplan. In het beleidsplan hoogwaardig handhaven is weergegeven hoe de gemeente denkt zo goed mogelijk vorm te kunnen geven aan handhaving van de bestaande wet- en regelgeving. De verordening handhaving WWB vormt in dit verband het kader, terwijl het beleidsplan hoogwaardig handhaven de vanuit de verordening aan het college opgedragen nadere uitwerking behelst.

De Wet investeren in jongeren (WIJ) schrijft in artikel 12, eerste lid, onderdeel c voor dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WIJ. Hiermee wordt beoogd hetzelfde te regelen als onder de WWB, namelijk het vastleggen van regels over fraudebestrijding. Het ligt voor de hand bij de vormgeving van het beleid met betrekking tot fraudebestrijding in het kader van de WIJ aan te sluiten bij het reeds geregelde en bestaande handhavingsbeleid in het kader van de WWB. Dit wordt geformaliseerd door een wijziging van de Verordening handhaving WWB. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan ‘Verordening handhaving WWB en WIJ’ heten. De verordening heeft een procedureel karakter, voor het beleid wordt verwezen naar het beleidsplan. Het beleid in het kader van de WIJ kan daar zonder problemen aan toegevoegd worden.

Op 1 juli 2010 wijzigen de artikelen 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ). In de eerste leden wordt onder c toegevoegd dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een uitkering alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de IOAW respectievelijk IOAZ. Hiermee wordt beoogd hetzelfde te regelen als onder de WWB en de WIJ, namelijk het vastleggen van regels over fraudebestrijding. Het ligt voor de hand bij de vormgeving van het beleid met betrekking tot fraudebestrijding in het kader van de IOAW en IOAZ aan te sluiten bij het reeds geregelde en bestaande handhavingsbeleid in het kader van de WWB en de WIJ. Dit wordt geformaliseerd door een wijziging van de Verordening handhaving WWB en WIJ. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan ‘Verordening handhaving WWB, WIJ, IOAW en IOAZ’ heten. De verordening heeft een procedureel karakter, voor het beleid wordt verwezen naar het beleidsplan. Het beleid in het kader van de IOAW en IOAZ kan daar zonder problemen aan toegevoegd worden.

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en/of bestaande regelgeving.

Artikel 2 Beleidsplan handhaving

Hoewel de wettelijke bepaling meer gericht lijkt op fraudebestrijding is hier toch gekozen voor het ruimere begrip (hoogwaardige) handhaving. In de gemeentelijke visie is reeds verwoord dat fraudebestrijding teveel het beeld oproept van repressie en genoegdoening, terwijl (hoogwaardige) handhaving meer uit gaat van het bevorderen van de spontane naleving van de wet- en regelgeving. Naast repressie is in deze optiek preventie onontbeerlijk.

Artikel 3 Onderwerpen beleidsplan

Om het belang van een goede handhaving te onderstrepen, is in dit artikel aangegeven welke onderwerpen in een gemeentelijk beleidsplan handhaving op zijn minst aan bod moeten komen.

Artikel 4 Afstemming en terugvordering

In dit artikel wordt verwezen naar de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand, de Maatregelenverordening Wet investeren in jongeren, de Maatregelenverordening IOAW en IOAZ en de beleidsregels terugvordering.

Artikel 5 Uitvoering

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

Artikel 6 Citeertitel

Dit artikel betreft de titulatuur van de verordening.

Artikel 7 Inwerkingtreding

De verordening handhaving WWB is op grond van artikel 8 Tijdelijke referendumwet referendabel. De datum van inwerkingtreding moet daarom, met in acht name van artikel 22 van de Tijdelijke referendumwet, op ten minste zes weken na datum publicatie gesteld worden.