Verordening plaatsingsvolgorde Wsw gemeente Katwijk

Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening plaatsingsvolgorde Wsw gemeente Katwijk

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Wsw: Wet sociale werkvoorziening;

b. werkvoorzieningschap: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 3 van de Regeling Werkvoorzieningsschap Kust-, Duin- en Bollenstreek;

c. ingezetene: de persoon die in de gemeente woonplaats heeft, als bedoeld in de artikelen 10, eerste lid, en 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

d. Wsw-geïndiceerde: degene die op grond van een indicatiebeschikking of een herindicatiebeschikking,

als bedoeld in artikel 11 van de Wsw, uitsluitend onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige

arbeid in staat is;

e. Wsw-dienstbetrekking: de dienstbetrekking voor het verrichten van arbeid onder aangepaste

omstandigheden, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wsw;

f. wachtlijst: het overzicht, als bedoeld in artikel 12, eerste lid van de Wsw, van Wsw-geïndiceerde

ingezetenen, die geen Wsw-dienstbetrekking hebben en beschikbaar zijn om een dergelijke

dienstbetrekking te aanvaarden;

g. plaatsing: het aangaan van een arbeidsovereenkomst met een Wsw-geïndiceerde;

h. persoonsgebonden budget: een budget, als bedoeld in de Verordening persoonsgebonden budget

begeleid werken Wsw gemeente Katwijk;

i. begeleid werken: het werken door een Wsw-geïndiceerde bij een reguliere werkgever, waarvoor

subsidie aan de werkgever wordt verstrekt als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wsw.

Artikel 2 Plaatsingsvolgorde

1.Voor het in aanmerking komen voor een Wsw-dienstbetrekking geldt de volgorde van plaatsing op

De wachtlijst, waarbij de datum van de indicatiebeschikking bepalend is.

2.In afwijking van het bepaalde in lid 1 worden de volgende groepen wachtlijstkandidaten met

voorrang geplaatst, waarbij de volgende prioriteitsstelling geldt:

  • a.

    Wsw-geïndiceerden die een persoonsgebonden budget begeleid werken willen en aan alle

    voorwaarden daarvan voldoen;

  • b.

    Wsw-geïndiceerden die geschikt zijn om extern te worden geplaatst via begeleide werken voor zover

    zij niet al onder a. vallen, zulks met een maximum van 25 % van het totaal aantal te verwachten

    jaarlijkse plaatsingen door het werkvoorzieningschap;

  • c.

    Wsw-geïndiceerden die een periodieke uitkering voor levensonderhoud ontvangen op grond van

    de Wet Werk en Bijstand voor zover zij niet al onder a. of b. vallen, zulks met een maximum van

    25 % van het totaal aantal te verwachten jaarlijkse plaatsingen door het werkvoorzieningschap.

Artikel 3 Bekendmaking te verwachten plaatsingen

Het aantal te verwachten plaatsingen door het werkvoorzieningschap wordt voor de aanvang van elk kalenderjaar bekendgemaakt in een binnen het werkgebied van het werkvoorzieningschap verschijnend regionaal dagblad.

Artikel 4 Evaluatie

Het in artikel 2 bedoelde plaatsingbeleid wordt geëvalueerd binnen drie jaar na inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening plaatsingsvolgorde Wsw gemeente Katwijk”.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Katwijk in zijn openbare vergadering van 16 december 2010

Toelichting Verordening plaatsingsvolgorde Wsw

Algemene toelichting

Op 1 januari 2008 zijn wijzigingen in de Wsw in werking getreden (modernisering Wsw). De moderniseringsvoorstellen vragen gemeenten om, meer dan tot dan het geval was, invulling te geven aan regie en sturing van de sociale werkvoorziening en deze een plaats te geven binnen het gemeentelijk participatie- en arbeidsmarktbeleid. Intussen heeft de staatssecretaris van SZW inmiddels ook al aangekondigd aanvullende verdergaande wijzigingen in de Wsw te onderzoeken.

De belangrijkste wijzigingen vanuit de modernisering van de Wsw zijn:

• financiering vindt plaats volgens een nieuw verdeelmodel. Toekenning van budget gebeurt op basis van het aantal in de gemeente wonende Wsw-geïndiceerden: iedereen werkzaam op een Wsw-arbeidsplek en alle mensen op de wachtlijst. Tevens wordt de subsidie uitsluitend nog verstrekt aan gemeenten;

• gemeenten krijgen nadrukkelijk de regierol bij de uitvoering van de Wsw;

• in die nieuwe rol is de gemeente meer expliciet belast met het wachtlijstbeheer. De raad kan een

verordening vaststellen om hierop te sturen;

• gemeenten worden verplicht cliëntenparticipatie in te richten;

• de wetgever wil bevorderen dat mensen die tot de doelgroep behoren zo veel mogelijk regulier

werken en uitstromen uit de voorziening als ze deze strikt genomen niet meer nodig hebben;

• er komt een persoonsgebonden budget (PGB) voor het kunnen werken in dienst bij een externe

werkgever via Begeleid Werken. De gemeente moet hiervoor bij verordening regels stellen.

De gemeente moet twee onderwerpen bij verordening regelen: PGB en cliëntenparticipatie. De verordeningen over het PGB en de cliëntenparticipatie moeten op 1 juli 2008 geregeld zijn. De gemeentelijke regels voor de wachtlijst zijn opgenomen in dit besluit. Verder kan, als de gemeente dat wil, beleid worden gevoerd met betrekking tot de plaatsingsvolgorde met betrekking tot de wachtlijst van de Wsw-geïndiceerden zonder dienstbetrekking. Dit moet dan gebeuren met een verordening (artikel 12, tweede lid, van de Wsw).

Plaatsingsvolgorde Wachtlijst Wsw

Het wachtlijstbeleid regelt in welke volgorde mensen van de wachtlijst in aanmerking kunnen komen voor beschikbare Wsw-plekken. Standaard geldt het First in First out principe. Wie het langst op de wachtlijst staat, komt als eerste in aanmerking voor een dienstbetrekking.

Uitgangspunt van de Wsw is een sluitende aanpak op een financieel verantwoorde wijze. De nieuwe wet geeft gemeenten de ruimte om dit te doen. Het aantal mensen op de wachtlijst bedraagt voor alle aan de Regeling Werkvoorzieningsschap Kust-, Duin- en Bollenstreek (GR KDB) deelnemende gemeenten ongeveer 160 personen.

Een grote wachtlijst wil overigens niet zeggen dat al deze mensen thuis zitten te wachten tot er ruimte is om hun een Wsw-plek aan te bieden. Integendeel. Voor mensen op de wachtlijst met een WWB-uitkering zijn er diverse arrangementen om actief aan het werk te zijn via de MareGroep (feitelijke uitvoeringsorganisatie voor de Wsw, in opdracht van de GR KDB), bijvoorbeeld vanuit een pré-SW-detachering (WWB-klanten met een Wsw-indicatie werkzaam op een Wsw-werkplek via een WWB-detachering) en Wajongers op basis van contracten UWV. Verder worden momenteel mensen met een Begeleid Werken-indicatie bemiddeld door de jobcoach-organisatie van MareGroep.

Voor een aantal bijzondere groepen wordt een voorrangsbeleid gevoerd. Het voorrangsbeleid wordt vormgegeven in artikel 2 van de verordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Definities

Dit artikel geeft de omschrijving van een aantal begrippen in de verordening. Centraal staat de Wsw-geïndiceerde, dat wil zeggen degene die uitsluitend onder aangepaste omstandigheden tot regelmatige arbeid in staat is. Deze indicatie wordt gesteld door het Centrum van Werk en Inkomen.

Het werkvoorzieningschap is bevoegd de indicatiebeschikking in een aantal gevallen in te trekken, bijvoorbeeld als de betrokkene passende arbeid onder aangepaste arbeid weigert (artikel 12, derde lid, van de Wsw). De Wsw regelt ook in welke omstandigheden de indicatiebeschikking vervalt, zoals bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. De betrokkene kan rechtstreeks in dienst zijn bij een Wsw-uitvoeringsorganisatie of bij een reguliere werkgever waarbij deze Wsw-financiering krijgt in het kader van Begeleid Werken.

Artikel 2 Plaatsingsvolgorde

De gemeente kent een aantal voorrangsgroepen voor het bemiddelen van Wsw-geïndiceerden. Artikel 2 geeft hier duidelijkheid over.

Plaatsing is alleen aan de orde als dat binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde financiële middelen mogelijk is. De gemeente krijgt elk jaar van het Rijk een uitkering voor het realiseren van een minimumaantal Wsw-plaatsen (uitgedrukt in arbeidsjaren), de zogenoemde taakstelling. Plaatsing is alleen mogelijk voor zover de taakstelling niet overschreden wordt.

Om in aanmerking te komen voor een werkplek in het kader van de Wsw geldt in principe de volgorde van de Wsw-wachtlijst. Dit staat verwoord in het eerste lid van dit artikel.

Het tweede lid van dit artikel maakt voor drie categorieën een uitzondering op het algemene uitgangspunt van lid 1. De volgorde van opsomming bepaalt daarbij de prioritering: a. Wsw-geïndiceerden die met een persoonsgebonden budget begeleid werken willen Met de wetswijzigingen per 1 januari 2008 is de mogelijkheid voor de Wsw-geïndiceerde geïntroduceerd om met een persoonsgebonden budget (PGB) begeleid te gaan werken. Het is aan de geïndiceerde om zelf te zoeken naar een werkgever en een begeleidingsorganisatie voor het verzorgen van de begeleiding op de werkvloer. Omdat deze mogelijkheid expliciet in de Wsw is opgenomen, om daarmee de regie over de invulling van de Wsw bij de geïndiceerde zelf te kunnen leggen, is er voor gekozen om deze optie ook in deze verordening te prioriteren. Uiteraard moet de geïndiceerde wel aan alle voorwaarden voor het persoonsgebonden budget voldoen, voordat het persoonsgebonden budget ook daadwerkelijk wordt verstrekt.

b.Wsw-geïndiceerden die geschikt zijn om extern geplaatst te worden via begeleid werken, met een maximum van 25% van het totaal aantal te verwachten jaarlijkse plaatsingen door de GR KDB

Het inzetten van begeleid werken als instrument binnen de Wsw wordt gestimuleerd. Dit wordt als een goede mogelijkheid gezien om de doelstellingen van de Wsw te realiseren. Daarom worden deze geïndiceerden ook, tot een maximum binnen het werkingsgebied van de aan de GR KDB deelnemende gemeenten, geprioriteerd. Als een geïndiceerde overigens al onder a. valt, telt deze niet mee voor het percentage van 25.

c.Wsw-geïndiceerden die een periodieke uitkering voor levensonderhoud op grond van de WWB ontvangen, met een maximum van 25% van het totaal aantal te verwachten jaarlijkse plaatsingen door de GR KDB

Geïndiceerden, die een periodieke uitkering voor levensonderhoud op grond van de WWB ontvangen,

behoren in de regel tot de financieel kwetsbaarste personen. Vanuit die gedachte worden zij geprioriteerd, tot een maximum binnen het werkingsgebied van de aan de GR KDB deelnemende gemeenten. Als een geïndiceerde overigens al onder a. of b. valt, telt deze niet mee voor het percentage van 25.

De voorrangspositie voor de laatste 2 groepen is beperkt gehouden om verdringingseffecten te beperken bij degenen die niet tot die doelgroepen behoren. Binnen elke categorie geldt de chronologische volgorde waarin de indicatiebeschikking is genomen door het CWI. Een Wsw-geïndiceerde die vanuit een andere gemeente komt, neemt zijn elders opgebouwde anciënniteit mee.

Artikel 3 Bekendmaking te verwachten plaatsingen

Dit artikel zorgt er voor dat de kandidaten op de wachtlijst vooraf voldoende inzicht hebben in het te verwachten aantal plaatsingen. Hiermee wordt informatie verstrekt aan de hand waarvan de geïndiceerde, zo nodig, kan controleren of hem op het juiste moment een Wsw-dienstbetrekking wordt aangeboden.

Artikel 4 Evaluatie

Dit artikel schrijft voor dat het plaatsingsbeleid na verloop van tijd wordt geëvalueerd. Zo nodig kan dan tot bijstellen van het beleid worden overgegaan.